BATJAN
ex LISMORE
Op 1 maart 1940 bij Mort’ s Dock & Engeneering Comp. L td. te Sydney op stapel gezet en op 10 augustus daaraanvolgend als LISMORE voor de Australische marine te water gelaten.
Afmetingen: 57,45/56,79 x 9,45 x 2,54 m.
Waterverplaatsing: 790 ton.
Machinevermogen: 1750 IPK.
Snelheid: 15 mijl.
Bewapening: 1 kanon van 10,2 cm, 1 mitrailleur van 40 mm en 4 mitrailleurs van 20 mm. Bemanning: 75.
Van Australië gekochte z.g. vloot-mijnenveger. In dienst gesteld bij de Koninklijke Marine op 3 juli 1946. Het schip werd aanvankelijk als mijnenveger, daarna als korvet, patrouillevaartuig, mijnenveger, fregat en laatstelijk als logementsschip aangemerkt.
Na patrouillediensten in Oost-Indië te hebben verricht kwam Hr.Ms. Batjan in september 1947 in Nederland aan, om na reparatie op Rijkswerf te Willemsoord weer naar Oost-Indië te vertrekken (28 mei 1948).
Eind september 1949 keerde Hr.Ms. Batjan met Hr.Ms. Ceram naar Nederland terug. In 1950 deed het schip dienst als politievaartuig bij de visserij op de Noordzee. In 1952 was het schip in onderhoud op Rijkswerf te Willemsoord.
Op 15 juli 1957 werd Hr.Ms. Batjan uit de sterkte afgevoerd en tot logementsschip bestemd. Naamsein 15 juli 1946 MV 25; 15 september 1946 PK 5; 15 januari 1947 P 10; 15 oktober 1950 M 813; 15 oktober 1952 F 813 en op 15 juli 1957 A 870.
ex LISMORE
Op 1 maart 1940 bij Mort’ s Dock & Engeneering Comp. L td. te Sydney op stapel gezet en op 10 augustus daaraanvolgend als LISMORE voor de Australische marine te water gelaten.
Afmetingen: 57,45/56,79 x 9,45 x 2,54 m.
Waterverplaatsing: 790 ton.
Machinevermogen: 1750 IPK.
Snelheid: 15 mijl.
Bewapening: 1 kanon van 10,2 cm, 1 mitrailleur van 40 mm en 4 mitrailleurs van 20 mm. Bemanning: 75.
Van Australië gekochte z.g. vloot-mijnenveger. In dienst gesteld bij de Koninklijke Marine op 3 juli 1946. Het schip werd aanvankelijk als mijnenveger, daarna als korvet, patrouillevaartuig, mijnenveger, fregat en laatstelijk als logementsschip aangemerkt.
Na patrouillediensten in Oost-Indië te hebben verricht kwam Hr.Ms. Batjan in september 1947 in Nederland aan, om na reparatie op Rijkswerf te Willemsoord weer naar Oost-Indië te vertrekken (28 mei 1948).
Eind september 1949 keerde Hr.Ms. Batjan met Hr.Ms. Ceram naar Nederland terug. In 1950 deed het schip dienst als politievaartuig bij de visserij op de Noordzee. In 1952 was het schip in onderhoud op Rijkswerf te Willemsoord.
Op 15 juli 1957 werd Hr.Ms. Batjan uit de sterkte afgevoerd en tot logementsschip bestemd. Naamsein 15 juli 1946 MV 25; 15 september 1946 PK 5; 15 januari 1947 P 10; 15 oktober 1950 M 813; 15 oktober 1952 F 813 en op 15 juli 1957 A 870.