BOEROE (1946-1961)
ex TOOWOOMBA
Op 6 augustus 1940 bij Walkers Ltd. te Maryborough (Queensland) op stapel gezet en op 26 maart 1941 te water gelaten.
Afmetingen: 57,45/56,79 x 9,45 x 2,54 m.
Waterverplaatsing: 790 ton.
Machinevermogen: 1750 IPK.
Snelheid: 15 mijl.
Bewapening: 1 kanon van 10,2 cm, 1 mitrailleur van 40 mm en 4 mitrailleurs van 20 mm. Bemanning: 75.
Het schip werd als HMAS TOOWOOMBA in dienst gesteld bij de Australische marine als korvet, tevens vlootmijnenveger. Het schip heeft onder de “white ensign” zeer actief deelgenomen aan de krijgsverrichtingen in Nederlands-Indië.
Op 18 januari 1942 kwam het samen met twee andere schepen van het 21e Australische flottielje mijnenvegers in Tandjong Priok aan en nam deel aan veegoperaties in Straat Banka.
Op 3 februari redde het overlevenden van het gebombardeerde Britse schip Loch Ranza, waarna het zelf door Japanse bommenwerpers werd aangevallen, maar door krachtig afweervuur aan vernietiging ontkwam.
Op 12 en 13 februari escorteerde HMAS Toowoomba samen met drie andere korvetten een konvooi van 12 schepen- dat naderhand tot 28 schepen aangroeide - met terugtrekkende geallieerde troepen en evacué's van Palembang naar Batavia.
Op 27 februari werd het schip met enkele andere schepen nabij Merak in gevecht gewikkeld met Japanse vliegtuigen, waarbij aan boord van Hr.Ms. Soemba matroos Van der Wel heldhaftig de dood vond.
Op 2 maart nam het schip te Tjilatjap een aantal evacué's aan boord en kwam op 10 maart behouden te Fremantleaan.
Op 5 juli 1946 van Australië overgenomen enin dienst gesteld bij de Koninklijke Marine. Het schip deed aanvankelijk dienst als mijnenveger, korvet, patrouillevaartuig , mijnenveger, fregat en laatstelijk als logementsschip. Na patrouillediensten in Nederlands-Indië te hebben verricht, vertrok Hr.Ms. Boeroe naar Nederland na eerst nog in Nederlands Nieuw-Guinea te hebben dienst gedaan.
Op 15 juli 1957 werd Hr.Ms. Boeroe uit de sterkte afgevoerd en tot logementsschip bestemd bij de onderzeedienst te Rotterdam. Bij de verplaatsing van deze dienst naar Den Helder werd het schip op 12 september 1961 van de sterkte afgevoerd. Het schip werd voor sloop verkocht aan Frank Rijsdijk’s Industriële Ondernemingen te Hendrik-Ido-Ambacht.
Naamseinen: 15 juli 1946 MV 26; 15 september 1946 PK 6; 15 januari 1947 P 11; 15 oktober 1950 M 814; 15 oktober 1952 F 814 en op 15 juli 1957 A 871.
ex TOOWOOMBA
Op 6 augustus 1940 bij Walkers Ltd. te Maryborough (Queensland) op stapel gezet en op 26 maart 1941 te water gelaten.
Afmetingen: 57,45/56,79 x 9,45 x 2,54 m.
Waterverplaatsing: 790 ton.
Machinevermogen: 1750 IPK.
Snelheid: 15 mijl.
Bewapening: 1 kanon van 10,2 cm, 1 mitrailleur van 40 mm en 4 mitrailleurs van 20 mm. Bemanning: 75.
Het schip werd als HMAS TOOWOOMBA in dienst gesteld bij de Australische marine als korvet, tevens vlootmijnenveger. Het schip heeft onder de “white ensign” zeer actief deelgenomen aan de krijgsverrichtingen in Nederlands-Indië.
Op 18 januari 1942 kwam het samen met twee andere schepen van het 21e Australische flottielje mijnenvegers in Tandjong Priok aan en nam deel aan veegoperaties in Straat Banka.
Op 3 februari redde het overlevenden van het gebombardeerde Britse schip Loch Ranza, waarna het zelf door Japanse bommenwerpers werd aangevallen, maar door krachtig afweervuur aan vernietiging ontkwam.
Op 12 en 13 februari escorteerde HMAS Toowoomba samen met drie andere korvetten een konvooi van 12 schepen- dat naderhand tot 28 schepen aangroeide - met terugtrekkende geallieerde troepen en evacué's van Palembang naar Batavia.
Op 27 februari werd het schip met enkele andere schepen nabij Merak in gevecht gewikkeld met Japanse vliegtuigen, waarbij aan boord van Hr.Ms. Soemba matroos Van der Wel heldhaftig de dood vond.
Op 2 maart nam het schip te Tjilatjap een aantal evacué's aan boord en kwam op 10 maart behouden te Fremantleaan.
Op 5 juli 1946 van Australië overgenomen enin dienst gesteld bij de Koninklijke Marine. Het schip deed aanvankelijk dienst als mijnenveger, korvet, patrouillevaartuig , mijnenveger, fregat en laatstelijk als logementsschip. Na patrouillediensten in Nederlands-Indië te hebben verricht, vertrok Hr.Ms. Boeroe naar Nederland na eerst nog in Nederlands Nieuw-Guinea te hebben dienst gedaan.
Op 15 juli 1957 werd Hr.Ms. Boeroe uit de sterkte afgevoerd en tot logementsschip bestemd bij de onderzeedienst te Rotterdam. Bij de verplaatsing van deze dienst naar Den Helder werd het schip op 12 september 1961 van de sterkte afgevoerd. Het schip werd voor sloop verkocht aan Frank Rijsdijk’s Industriële Ondernemingen te Hendrik-Ido-Ambacht.
Naamseinen: 15 juli 1946 MV 26; 15 september 1946 PK 6; 15 januari 1947 P 11; 15 oktober 1950 M 814; 15 oktober 1952 F 814 en op 15 juli 1957 A 871.