MONITORS.
Voor 12 mei 1893 werden deze schepen RAMMONITORS 1ste, resp. 2de KLASSE en MONITOR 2de KLASSE genoemd, uitgenomen de REINIER CLAESZEN, welk schip tot genoemde datum RAMSCHIP werd genoemd.
Op 12 mei 1893 werden deze schepen alle kortweg als MONITORS geclassificeerd.
De oorspronkelijke soortnaam is achter ieder schip aangegeven.
HEILIGERLEE
aanvankelijk PANTER
Monitor 2de klasse. Van ijzer gebouwd. In 1867 bij Gebr. Laird te Birkenhead op stapel gezet en in 1868 te water gelaten. Oorspronkelijk PANTER genoemd, doch in 1868 herdoopt in HEILIGERLEE. Afmetingen: 54,00/56,60 x 15,30 x 2,93 m. Waterverplaatsing: 1530 ton. Machinevermogen: 630 IPK. Kolenberging: 150 ton. Voortstuwing: 2 schroeven. Snelheid: 9 mijl. Bewapening: 2 getrokken kanons van 23 cm. In 1886 vervangen door: 1 kanon van 28 cm A, 1 kanon van 7,5 cm, 2 kanons van 3,7 cm en 2 revolverkanons van 3,7 cm. Pantser: gordel 140-114 mm (ijzer), geschuttoren 280-203 mm (ijzer), commandotoren 140 mm (ijzer) en dek 25-19 mm (ijzer). Bemanning: 113 tot 134. Kosten van het schip bij eerste uitrusting bedroegen ƒ788.348,-. Het schip was bestemd voor de verdediging der zeegaten. In augustus 1871 met Zr.Ms. Buffel, Schorpioen, Krokodil, Tijger en Valk op “De Schelde” tot een smaldeel verenigd om een bezoek te brengen aan Antwerpen. Bij het vertrek uit deze stad, enkele dagen later, werden de stoffelijke resten meegevoerd van de Nederlanders, die in 1832 aldaar waren gesneuveld bij de verdediging van de citadel. Op 6 januari 1909 werd Hr.Ms. Heiligerlee uit dienst gesteld, uit de sterkte afgevoerd en in 1910 te Amsterdam voor sloop verkocht.
KROKODIL
Monitor 2de klasse. Van ijzer gebouwd. In 1867 bij Gebr. Laird te Birkenhead op stapel gezet en in 1868 te water gelaten. Afmetingen: 54,08/56,60 x 13,33 x 3,01 m. Waterverplaatsing: 1530 ton. Machinevermogen: 630 IPK. Kolenberging: 150 ton. Voortstuwing: 2 schroeven. Snelheid: 9 mijl. Bewapening: 2 getrokken kanons van 23 cm. In 1884 vervangen door: 1 kanon van 28 cm A, 1 kanon van 7,5 cm, 2 kanons van 3,7 cm en 2 revolverkanons van 3,7 cm. Pantser: gordel 140-114 mm (ijzer), geschuttoren 280-203 mm (ijzer), commandotoren 140 mm (ijzer) en dek 25-19 mm (ijzer). Bemanning: 113 tot 134. Kosten van het schip bij eerste uitrusting bedroegen ƒ765.115,-. Het schip was bestemd voor de binnenlandse dienst ter verdediging van de zeegaten. In augustus 1871 met Zr.Ms. Buffel, Schorpioen, Heiligerlee, Tijger en Valk op “De Schelde” tot een smaldeel verenigd om een bezoek te brengen aan Antwerpen. Bij het vertrek, enkele dagen later, werden de stoffelijke resten meegevoerd van de Nederlanders, die in 1832 aldaar waren gesneuveld bij de verdediging van de citadel. Hr.Ms. Krokodil nam 15 september 1898 deel aan de vlootrevue op het Hollands Diep. Op 16 maart 1900 werd het schip uit dienst gesteld, uit de sterkte afgevoerd en in 1906 voor sloop verkocht aan J.G. van der Linden te Woerden.
TIJGER
Monitor 2de klasse. Van ijzer gebouwd. In 1867 bij Napier & Sons te Glasgow op stapel gezet en in 1868 te water gelaten. Afmetingen: 57,00 x 13,41 x 2,80 m. Waterverplaatsing: 1414 ton. Machinevermogen: 680 IPK. Kolenberging: 150 ton. Voortstuwing: 2 schroeven. Snelheid: 8,25 mijl. Bewapening: 2 getrokken kanons van 23 cm. In 1886 vervangen door: 1 kanon van 28 cm, 1 kanon 7,5 cm, 2 kanons van 3,7 cm en 2 revolverkanons van 3,7 cm. Bemanning: 113 tot 134. De kosten van het schip bij eerste uitrusting bedroegen circa ƒ780.000,-. Proeftocht in Schotland op 2 juli 1868. Het schip was bestemd voor de binnenlandse dienst ter verdediging van de zeegaten. In augustus 1871 met Zr.Ms. Buffel , Schorpioen, Heiligerlee, Krokodil en Valk op “De Schelde” tot een smaldeel verenigd om een bezoek te brengen aan Antwerpen. Bij het vertrek uit deze stad, enkele dagen later, werden de stoffelijke resten meegevoerd van de Nederlanders, die in 1832 aldaar waren gesneuveld bij de verdediging van de citadel. Monitor Hr.Ms. Tijger hield van 13 oktober tot 17 november 1892 toezicht op quarantaine maatregelen te IJmuiden. Op 10 december 1895 werd het schip uit dienst gesteld en in 1896 voor sloop verkocht. Opbrengst ƒ18,248,-.
CERBERUS
Monitor 2de klasse. Van ijzer gebouwd. In 1867 op Rijkswerf te Amsterdam op stapel gezet en in 1869 te water gelaten. Afmetingen: 54,08-56,60 x 13,33 x 3,91 m. Waterverplaatsing: 1530 ton. Machinevermogen: 617 IPK. Kolenberging: 100 ton. Voortstuwing: 2 schroeven. Snelheid: 8 mijl. Bewapening: 2 getrokken kanons van 28 cm. In 1882 vervangen door: 1 kanon van 28 cm A, 1 kanon van 7,5 cm, 2 kanons van 3,7 cm en 2 revolverkanons van 3,7 cm. Pantser: gordel 140-114 mm (ijzer), geschuttoren 280-203 mm (ijzer), commandotoren 140 mm (ijzer) en dek 25-12,5 mm (ijzer). Bemanning: 113 tot 134. Kosten van het schip bij eerste uitrusting bedroegen ƒ757.088,-. Proeftocht op het IJ op 7 juli 1870. Het schip was bestemd voor binnenlandse dienst ter verdediging van de zeegaten. De CERBERUS heeft in 1882 op Rijkswerf te Amsterdam een belangrijke herstelling ondergaan. In 1892 ontving het schip bij de Nederlandse Stoomboot Maatschappij te Rotterdam twee nieuwe ketels, welke door de Koninklijke Maatschappij “De Schelde” te Vlissingen werden geleverd. Op 15 september 1898 nam Hr.Ms. Cerberus deel aan de vlootrevue op het Hollands Diep. Het schip verkreeg op 16 september daaraanvolgend vergunning in verband met het zeer goede weer en de aflandige wind de terugreis naar Amsterdam via Hellevoetsluis en de Noordzee te maken. Hr.Ms. Zeehond verleende hierbij konvooi. In 1905 werd Hr.Ms. Cerberus van de sterkte afgevoerd en in 1906 voor sloop verkocht aan de firma G.B. Pas & Zn. te Bolnes.
BLOEDHOND
Monitor 2de klasse. Van ijzer gebouwd. In 1867 op Rijkswerf te Amsterdam op stapel gezet en in 1869 te water gelaten. Afmetingen: 54,80/55,70 x 14,14 x 3,20 m. Waterverplaatsing: 1683 ton. Machinevermogen: 680 IPK. Kolenberging: 130 ton. Voortstuwing: 2 schroeven. Snelheid: 7,75 mijl. Bewapening: 2 getrokken kanons van 23 cm. In 1883 vervangen door: 1 kanon van 28 cm, 1 kanon van 7,5 cm, 2 kanons 3,7cm en 2 revolverkanons van 3,7 cm. Pantser: gordel 140-114 mm (ijzer), geschuttoren 280-203 mm (ijzer) commandotoren 140 mm (ijzer) en dek 25-12 mm (ijzer). Bemanning: .113 tot 134. De kosten van het schip bedroegen bij eerste uitrusting ƒ788.577,-.Proeftocht op het IJ op 29 september 1870. Het schip was bestemd voor binnenlandse dienst ter verdediging van de zeegaten. De BLOEDHOND werd in 1907 te Amsterdam voor sloop verkocht.
PANTER
Rammonitor 2de klasse. Van ijzer gebouwd. In 1869 op Rijkswerf te Amsterdam op stapel gezet en in 1870 te water gelaten. Afmetingen: 56,76/59,56 x 13,40 x 2,90 m. Waterverplaatsing: 1580 ton. Machinevermogen: 680 IPK. Kolenberging 95 ton. Voortstuwing: 2 schroeven. Snelheid: 8 mijl. Bewapening: 2 getrokken kanons van 23 cm. In 1888 vervangen door: 1 kanon van 28 cm, 1 kanon van 7,5 cm, 2 kanons van 3,7 cm en 2 revolverkanons van 3,7 cm. Pantser: gordel 140-114 mm (ijzer), geschuttoren 280-203 mm (ijzer) commandotoren 140 mm (ijzer) en dek 25-19 mm (ijzer). Bemanning: 113 tot 134. De kosten van het schip bij eerste uitrusting bedroegen ƒ766.957,-. Proeftocht op het IJ op 28 oktober 1872. Het schip was bestemd voor binnenlandse dienst ter verdediging van de zeegaten. In 1880 en 1881 heeft het schip dienst gedaan bij de opruiming van ijs in de benedenrivieren. Op 4 november 1887 werd van Maassluis naar IJmuiden gevaren onder geleide van Zr.Ms. Alkmaar. Op 15 juli 1888 met Zr.Ms. Geep, Das en Luipaard onder geleide van Zr.Ms. Alkmaar om 10 uur van IJmuiden vertrokken en om 4 uur voor de Nieuwe Waterweg. De PANTER deed o.m. dienst te Hellevoetsluis, Dordrecht en Rotterdam. Van 14 oktober tot 17 november 1892 werd toezicht gehouden op quarantainemaatregelen te Maassluis. In 1906 werd Hr.Ms. Panter uit de sterkte afgevoerd. 26 september 1906 te Hellevoetsluis ter verkoop aangeboden doch opgehouden en op 29 oktober daaraanvolgend definitief voor sloop verkocht.
HYENA
Rammonitor 2de klasse. Van ijzer gebouwd. In 1869 op Rijkswerf te Amsterdam op stapel gezet en in 1870 te water gelaten. Afmetingen:56,76/59,56 x 13,40 x 2,90 m. Waterverplaatsing: 1566 ton. Machinevermogen: 656 IPK. Kolenberging: 85 ton. Voortstuwing: 2 schroeven. Snelheid: 7 mijl. Bewapening: 2 getrokken kanons van 23 cm. In 1887 vervangen door: 1 kanon van 28 cm, 1 kanon van 7,5 cm, 2 kanons van 3,7 cm en 2 revolverkanons van 3,7 cm. Pantser: gordel 140-114 mm (ijzer), geschuttoren 280-204 mm (ijzer), commandotoren 140 mm (ijzer) en dek 25-19 mm (ijzer). Bemanning: 113 tot 134. De kosten van het schip bedroegen bij eerste uitrusting ƒ790.567,-. Proeftocht op het IJ op 16 september 1872. Het schip was bestemd voor binnenlandse dienst ter verdediging van de zeegaten.
Zr.Ms. Hyena deed in januari/februari 1881 dienst bij de ijsopruiming in de benedenrivieren. 30 juli 1888 moest het schip uit dienst worden gesteld na bekomen schade door aandrijving met Zr.Ms. Buffel op de reede van Hellevoetsluis. In 1905 werd Hr.Ms. Hyena uit de sterkte afgevoerd. Op 11 juli 1906 te Hellevoetsluis voor sloop verkocht aan J.Ph. Malta te Hof van Delft.
HAAI
Rammonitor 2de klasse. Van ijzer gebouwd. In 1870 bij de Nederlandse Stoomboot Maatschappij te Rotterdam op stapel gezet en in 1871 te water gelaten. Afmetingen: 56,76/59,56 x 13,40 x 2,90 m. Waterverplaatsing: 1566 ton. Machinevermogen: 672 IPK. Kolenberging: 75 ton. Voortstuwing: 2 schroeven. Snelheid: 7,75 mijl. Bewapening: 2 getrokken kanons van 23 cm. In 1889 vervangen door: 1 kanon van 28 cm A, 1 kanon van 7,5 cm, 2 kanons van 3,7 cm en 2 revolverkanons van 3,7 cm. Pantser: gordel 140-114 mm (ijzer), geschuttoren 280-203 mm (ijzer), commandotoren 140 mm (ijzer) en dek 25-19 mm (ijzer). Bemanning: 113 tot 134. De kosten van het schip bedroegen bij eerste uitrusting ƒ763.500,-.Proeftocht op het Haringvliet op 14 augustus 1873. Het schip was bestemd voor de binnenlandse dienst ter verdediging van de zeegaten. In de eerste maanden van 1880 heeft Zr.Ms. Haai dienst gedaan bij de ijsopruiming in de benedenrivieren in de buurt van Dordrecht. Deze proef was geen succes. Het schip raakte in het ijs vast, kreeg schade aan het roer en was in het geheel niet geschikt op de vaak ondiepe rivieren te manoeuvreren. In 1905 werd Hr.Ms. Haai uit de sterkte afgevoerd. Op 11 juli 1906 te Hellevoetsluis voor sloop verkocht aan J.Ph. Malta te Hof van Delft.
WESP
Rammonitor 2de klasse. Van ijzer gebouwd. In 1870 op Rijkswerf te Amsterdam op stapel gezet en in 1871 ie water gelaten. Afmetingen: 56,76/59,56 x 13,40 x 2,90 m. Waterverplaatsing: 1566 ton. Machinevermogen: 744 IPK. Kolenberging: 75 ton. Voortstuwing: 2 schroeven. Snelheid: 8 mijl. Bewapening: 2 getrokken kanons van 23 cm. In 1884 vervangen door: 1 kanon van 28 cm A, 1 kanon van 7,5 cm, 2 kanons van 3,7 cm en 2 revolverkanons van 3,7 cm. Pantser: gordel 140-114 mm (ijzer), geschuttoren 280-203 mm(ijzer), commandotoren 140 mm (ijzer) en dek 25-19 mm (ijzer). Bemanning: 113 tot 134. De kosten van het schip bedroegen bij eerste uitrusting: ƒ766.257,-. Proeftocht op het IJ op 30 september 1874. Het schip was bestemd voor binnenlandse dienst ter verdediging van de zeegaten. In 1906 werd Hr.Ms. Wesp uit de sterkte afgevoerd. 26 september 1906 op Rijkswerf te Hellevoetsluis ter verkoop aangeboden doch opgehouden. Op 29 oktober 1906 definitief voor sloop verkocht.
ADDER
Rammonitor 2de klasse. Van ijzer gebouwd. In 1870 op Rijkswerf te Amsterdam op stapel gezet en in 1871 te water gelaten. Afmetingen: 56,76/59,56x 13,40 x 2,90 m. Waterverplaatsing: 1566 ton. Machinevermogen: 680 IPK. Kolenberging: 75 ton voor 4 etmalen volle kracht. Voortstuwing: 2 schroeven. Snelheid: 8 mijl. Bewapening: 2 getrokken kanons van 23 cm. Pantser: gordel 140-114 mm (ijzer), geschuttoren 280-203 mm (ijzer), commandotoren 140 mm (ijzer) en dek 25-19 mm (ijzer). De kosten van het schip bij eerste uitrusting bedroegen ƒ755.955,-.Proeftocht op het IJ op 24 oktober 1873. Het schip was bestemd voor de binnenlandse dienst ter verdediging van de zeegaten. Op 5 juli 1882 is Zr.Ms. Adder op reis van IJmuiden naar Hellevoetsluis ter hoogte van Scheveningen met alle opvarenden (65) vergaan.
LUIPAARD
Rammonitor 2de klasse. Van ijzer gebouwd. In 1875 bij de Nederlandse Stoomboot Maatschappij te Fijenoord op stapel gezet en in 1876 te water gelaten. Afmetingen:56,76/59,56 x 13,40 x 2,95 m. Waterverplaatsing: 1525 ton. Machinevermogen: 680 IPK. Kolenberging 75 ton. Voortstuwing: 2 schroeven. Snelheid: 7,75 mijl. Bewapening: 1 kanon van 28 cm A, 1 kanon van 7,5 cm, 2 kanons van 3,7 cm en 2 revolverkanons van 3,7 cm. Pantser:gordel 140-114 mm (ijzer), geschuttoren 280-203 mm (ijzer), commandotoren 140 mm (ijzer) en dek 25-19 mm (ijzer). Bemanning: 113 tot 134. De kosten van het schip bedroegen bij eerste uitrusting ƒ920. 343,-.Het schip was voor binnenlandse dienst bestemd ter verdediging van de zeegaten. Op 11 juli 1888 vertrok de LUIPAARD onder konvooi van Zr.Ms. Alkmaar om 3.30 NM van Nieuwediep naar IJmuiden, waar ten 8 uur NM werd gemeerd. Op 15 juli 1888 met kanonneerboten Zr.Ms. Geep, Das en monitor Panter onder konvooi van Zr.Ms. Alkmaar 10 uur VM van IJmuiden naar de Nieuwe Waterweg, waar 4 uur NM werd binnengelopen. In 1907 werd de LUIPAARD te Amsterdam voor sloop verkocht.
DRAAK
Rammonitor 1ste klasse. Van ijzer gebouwd. In 1875 op Rijkswerf te Amsterdam op stapel gezet en op 22 augustus 1877 te water gelaten. Machines en ketels van de Koninklijke Fabriek van stoom- en andere werktuigen te Amsterdam. Afmetingen: 61,44/65,10 x 15,14 x 3,30 m. Waterverplaatsing: 2234 ton. Machinevermogen: 807 IPK. 3 ketels. Kolenberging: 106 ton. Voortstuwing: 2 schroeven.Snelheid: 8,4 mijl. Bewapening: 2 kanons van 28 cm A, 1 kanon van 7,5 cm A, 2 kanons van 3,7 cm en 2 revolverkanons 3,7 cm. Pantser: gordel 204-140 mm (ijzer), geschuttoren 305-230 mm (ijzer), commandotoren 140 mm (ijzer) en dek 23-16 mm (ijzer). Bemanning: 115 tot 137. De kosten van het schip bedroegen bij eerste uitrusting ƒ1.311.715,-.De DRAAK was bestemd voor binnenlandse dienst ter verdediging van de zeegaten. Het schip werd in 1914 te Hellevoetsluis voor sloop verkocht.
MATADOR
Rammonitor 1ste klasse. Van ijzer gebouwd. In 1876 bij de Nederlandse Stoomboot Maatschappij te Fijenoord op stapel gezet en in 1878 te water gelaten. Afmetingen: 63,90 x 14,62 x 3.10 m. Waterverplaatsing: 2000 ton. Machinevermogen: 691 IPK. 3 ketels. Kolenberging: 106 ton. Voortstuwing: 2 schroeven. Snelheid: 7,5 mijl. Bewapening: 2 kanons van 28 cm A, 1 kanon van 7,5 cm, 2 kanons van 3,7 cm en 2 revolverkanons van 3,7 cm. Pantser: gordel 140-114 mm (ijzer), geschuttoren 305-230 mm (ijzer), commandotoren 140 mm (ijzer) en dek 23-16 mm (ijzer). Bemanning: 115 tot 137. De kosten van het schip bedroegen bij eerste uitrusting ƒ1.039.529,-.Het schip was bestemd voor binnenlandse dienst ter verdediging van de zeegaten en het deed voornamelijk dienst te Hellevoetsluis, Dordrecht en Rotterdam. Op 21 augustus 1907 werd Hr.Ms. Matador voor het laatst te Hellevoetsluis in dienst gesteld ter vervanging van monitor Hr.Ms. Reinier Claeszen. 1 december 1908 werd het schip uit dienst gesteld en in 1914 van de sterkte afgevoerd en te Hellevoetsluis voor sloop verkocht.
REINIER CLAESZEN
Ramschip. Het contract voor de bouw werd afgesloten met de Koninklijke Fabriek van stoom- en andere werktuigen te Amsterdam. Na likwidatie dezer fabriek werd de bouw overgenomen door Rijkswerf te Amsterdam. De opdracht tot de bouw werd verstrekt in juli 1889. Machines en ketels werden geleverd door de Koninklijke Maatschappij “De Schelde” te Vlissingen. Op 24 september 1890 op Rijkswerf te Amsterdam op stapel gezet en op 21 november 1891 te water gelaten. Afmetingen: 70,00 x 13,52 x 4,55 m. Waterverplaatsing: 2479 ton. Machinevermogen: 2315 IPK. 3 Schotse ketels. Kolenberging: 110 ton. Voortstuwing: 2 schroeven. Snelheid: 12,5 mijl. Bewapening: 2 kanons van 21 cm A, 1 kanon van 17 cm A, 4 kanons van 5 cm, 3 kanons van 3,7 cm en 2 torpedokanons. In 1908 werden de beide torpedokanons verwijderd en in 1913 werd het kanon van 17 cm A achteruit vervangen door een kanon van 15 cm, afkomstig van het pantserdekschip UTRECHT. Pantser: gordel 120-100 mm, geschuttoren 280 mm.,commandotoren 280 mm en dek 75-50 mm. Bemanning: 159. De kosten van het schip bedroegen bij eerste uitrusting ƒ1.960.038,-. De REINIER CLAESZEN was voor de binnenlandse dienst bestemd ter verdediging van de zeegaten en speciaal voor het Zuiderfrontier. In dienst gesteld te Hellevoetsluis op 1 maart 1894, nadat op 7 oktober 1893 de proeftocht was gehouden. Op 1 augustus 1894 bij het schoonmaken kon men de invloeicirculatieklep, door het verbogen zijn van de klepstang onmogelijk meer sluiten, waardoor SB machinekamer vol water geraakte. Door het niet goed sluiten der waterdichte deuren liepen BB machinekamer, de tunnels en voor een gedeelte het ketelruim vol water. Om zinken te voorkomen werd de REINIER CLAESZEN in de haven te Willemsoord op het droge gezet en na leeggepompt te zijn. In het droge dok gesleept. In februari 1904 werd het schip te Vlissingen gestationeerd in verband met de handhaving der neutraliteit in de oorlog tussen Rusland en Japan. In 1907 lag Hr.Ms. Reinier Claeszen een tijd te Rotterdam in verband met de havenstaking aldaar. 21 augustus 1907 uit dienst gesteld en op Rijkswerf te Hellevoetsluis grote onderhoud ondergaan en aldaar vervangen door monitor Hr.Ms. Matador. Op 2 april 1908 naar Vlissingen overgebracht en door de Koninklijke Maatschappij “De Schelde” aldaar van nieuwe ketels (3 Yarrow ketels) voorzien. Op 4 november 1908 van Vlissingen te Hellevoetsluis terug en op 1 december daaraanvolgend te Hellevoetsluis in dienst gesteld ter vervanging van Hr.Ms. Matador. In 1912 werd te Hellevoetsluis een belangrijke reparatie aan stuurboordmachine verricht. Op 1 april 1913 te Hellevoetsluis uit dienst gesteld. De in 1913 aangevangen herstellingen en wijzigingen werden 28 november 1913 gestaakt en het nieuw geplaatste kanon van 15 cm, afkomstig van het pantserdekschip UTRECHT en 2 kanons van 5 cm afgenomen. In 1914 werd de REINIER CLAESZEN uit de sterkte afgevoerd en in 1915 op Rijkswerf te Hellevoetsluis voor sloop verkocht.
B.
Tideman geeft in zijn “Memoriaal van de marine” nog de volgende gegevens en bijzonderheden over de MONITORS.
Rammonitor 1ste klasse DRAAK
De monitors 1e klasse in de Nederlandse Marine zijn van jonger datum dan de monitors 2e klasse. De klasse wordt vertegenwoordigd door het type DRAAK en het type MATADOR, die minder diep mocht gaan. Het MATADOR type heeft wel gelijke bewapening (twee kanons van 28 cm achterlijk) en wordt daarom hier in de 1e klasse gebracht; doch de beperkte diepgang (30 dm) heeft bij dat vaartuig tot minder besneden vorm geleid. De DRAAK is nagenoeg gelijkvormig aan de dekhuis-monitors HEILIGERLEE, KROKODIL en CERBERUS, wat de lijnen van het onder water gedompeld deel van den romp aangaat. Met uitzondering van den steven die ramvormig is en moet dus voor een monitor een vrij handelbaar vaartuig zijn. Lengte van den romp over alles (met roer) 65,10 m. Lengte tussen de loodlijnen 61,44 m. Wijdte over het dek gemeten 15,14 m. Wijdte over het pantser gemeten 15,00 m. Holte onderkant kiel tot bovenkant dek 4,275 m. Diepgang toegeladen voor 3,06 m, achter 3,30 m. Waterverplaatsing: 2155,4 m3. Pantser der zijden dik 0,204-0,140 m. Pantser dekhoofden en stuurtoren 0,140 m. Pantser geschuttoren 0,305- 0,229 m. Bewapening: 2 kanons van 28 cm A. Twee machines, elk met twee cylinders met 0,685 m diameter. Bij volle kracht 112 omwentelingen en 8,4 mijl. IPK voor de vier cylinders 807. 3 ketels. Middellijn der beide 3-bladige schroeven 2,74 m. Kolenberging 89 ton. Voorste seinmast lang 12 m en achterste seinmast lang 11,20 m. Geen tuig en zeilen. Bemanning 115 koppen. 2 sloepen en 1 vlet.
Monitors 2de klasse HEILIGERLEE, KROKODIL, CERBERUS, BLOEDHOND, TIJGER, HYENA, PANTER, HAAI, ADDER, WESP en LUIPAARD
Er zijn in de Nederlandsche Marine drie hoofdtypen van deze schepen:
1)De dekhuis-monitors, 5 in getal: en. Het meest besneden van vorm, doch ook het meest diepgaande; en met uitgebouwd in stede van ingelast pantser; de is in 1870 snel gereed gemaakt en heeft daarom geen dekhuizen; de alleen kreeg een licht tuig.
2)De rammonitors met ramsteven en gepantserde luikhoofden op het dek, waarover heen de verhoogde toren vooruit schieten kan; zij zijn voller van vorm, gaan minder diep en zijn minder kwetsbaar; doch kunnen minder goed in open zee gaan. Het logies is minder aangenaam door de mindere holte en het gemis der dekhuizen.
3)De rammonitor , de eerste naar het project van 1875 waarin, naar aanleiding van voorstellen van commandanten der vorige monitors, achteruit de gepantserde hoofden en dekhuizen behouden zijn, doch vooruit alle openingen in het dek vóór het gevecht dichtgemaakt moeten worden en het volkslogies door mechanische middelen geventileerd.
Wapening elk dezer bodems 2 Armstrong kanons van 23 cm. Het rondhout bepaalt zich tot seinmastjes. De HEILIGERLEE alleen heeft enig tuig. Het gebruik van zeiltuig van eenigszins beteekenend vermogen zou op deze vaartuigen met laag boord gevaarlijk zijn.
Iedere monitor 2 stel werktuigen elk met twee cylinders
Voor 12 mei 1893 werden deze schepen RAMMONITORS 1ste, resp. 2de KLASSE en MONITOR 2de KLASSE genoemd, uitgenomen de REINIER CLAESZEN, welk schip tot genoemde datum RAMSCHIP werd genoemd.
Op 12 mei 1893 werden deze schepen alle kortweg als MONITORS geclassificeerd.
De oorspronkelijke soortnaam is achter ieder schip aangegeven.
HEILIGERLEE
aanvankelijk PANTER
Monitor 2de klasse. Van ijzer gebouwd. In 1867 bij Gebr. Laird te Birkenhead op stapel gezet en in 1868 te water gelaten. Oorspronkelijk PANTER genoemd, doch in 1868 herdoopt in HEILIGERLEE. Afmetingen: 54,00/56,60 x 15,30 x 2,93 m. Waterverplaatsing: 1530 ton. Machinevermogen: 630 IPK. Kolenberging: 150 ton. Voortstuwing: 2 schroeven. Snelheid: 9 mijl. Bewapening: 2 getrokken kanons van 23 cm. In 1886 vervangen door: 1 kanon van 28 cm A, 1 kanon van 7,5 cm, 2 kanons van 3,7 cm en 2 revolverkanons van 3,7 cm. Pantser: gordel 140-114 mm (ijzer), geschuttoren 280-203 mm (ijzer), commandotoren 140 mm (ijzer) en dek 25-19 mm (ijzer). Bemanning: 113 tot 134. Kosten van het schip bij eerste uitrusting bedroegen ƒ788.348,-. Het schip was bestemd voor de verdediging der zeegaten. In augustus 1871 met Zr.Ms. Buffel, Schorpioen, Krokodil, Tijger en Valk op “De Schelde” tot een smaldeel verenigd om een bezoek te brengen aan Antwerpen. Bij het vertrek uit deze stad, enkele dagen later, werden de stoffelijke resten meegevoerd van de Nederlanders, die in 1832 aldaar waren gesneuveld bij de verdediging van de citadel. Op 6 januari 1909 werd Hr.Ms. Heiligerlee uit dienst gesteld, uit de sterkte afgevoerd en in 1910 te Amsterdam voor sloop verkocht.
KROKODIL
Monitor 2de klasse. Van ijzer gebouwd. In 1867 bij Gebr. Laird te Birkenhead op stapel gezet en in 1868 te water gelaten. Afmetingen: 54,08/56,60 x 13,33 x 3,01 m. Waterverplaatsing: 1530 ton. Machinevermogen: 630 IPK. Kolenberging: 150 ton. Voortstuwing: 2 schroeven. Snelheid: 9 mijl. Bewapening: 2 getrokken kanons van 23 cm. In 1884 vervangen door: 1 kanon van 28 cm A, 1 kanon van 7,5 cm, 2 kanons van 3,7 cm en 2 revolverkanons van 3,7 cm. Pantser: gordel 140-114 mm (ijzer), geschuttoren 280-203 mm (ijzer), commandotoren 140 mm (ijzer) en dek 25-19 mm (ijzer). Bemanning: 113 tot 134. Kosten van het schip bij eerste uitrusting bedroegen ƒ765.115,-. Het schip was bestemd voor de binnenlandse dienst ter verdediging van de zeegaten. In augustus 1871 met Zr.Ms. Buffel, Schorpioen, Heiligerlee, Tijger en Valk op “De Schelde” tot een smaldeel verenigd om een bezoek te brengen aan Antwerpen. Bij het vertrek, enkele dagen later, werden de stoffelijke resten meegevoerd van de Nederlanders, die in 1832 aldaar waren gesneuveld bij de verdediging van de citadel. Hr.Ms. Krokodil nam 15 september 1898 deel aan de vlootrevue op het Hollands Diep. Op 16 maart 1900 werd het schip uit dienst gesteld, uit de sterkte afgevoerd en in 1906 voor sloop verkocht aan J.G. van der Linden te Woerden.
TIJGER
Monitor 2de klasse. Van ijzer gebouwd. In 1867 bij Napier & Sons te Glasgow op stapel gezet en in 1868 te water gelaten. Afmetingen: 57,00 x 13,41 x 2,80 m. Waterverplaatsing: 1414 ton. Machinevermogen: 680 IPK. Kolenberging: 150 ton. Voortstuwing: 2 schroeven. Snelheid: 8,25 mijl. Bewapening: 2 getrokken kanons van 23 cm. In 1886 vervangen door: 1 kanon van 28 cm, 1 kanon 7,5 cm, 2 kanons van 3,7 cm en 2 revolverkanons van 3,7 cm. Bemanning: 113 tot 134. De kosten van het schip bij eerste uitrusting bedroegen circa ƒ780.000,-. Proeftocht in Schotland op 2 juli 1868. Het schip was bestemd voor de binnenlandse dienst ter verdediging van de zeegaten. In augustus 1871 met Zr.Ms. Buffel , Schorpioen, Heiligerlee, Krokodil en Valk op “De Schelde” tot een smaldeel verenigd om een bezoek te brengen aan Antwerpen. Bij het vertrek uit deze stad, enkele dagen later, werden de stoffelijke resten meegevoerd van de Nederlanders, die in 1832 aldaar waren gesneuveld bij de verdediging van de citadel. Monitor Hr.Ms. Tijger hield van 13 oktober tot 17 november 1892 toezicht op quarantaine maatregelen te IJmuiden. Op 10 december 1895 werd het schip uit dienst gesteld en in 1896 voor sloop verkocht. Opbrengst ƒ18,248,-.
CERBERUS
Monitor 2de klasse. Van ijzer gebouwd. In 1867 op Rijkswerf te Amsterdam op stapel gezet en in 1869 te water gelaten. Afmetingen: 54,08-56,60 x 13,33 x 3,91 m. Waterverplaatsing: 1530 ton. Machinevermogen: 617 IPK. Kolenberging: 100 ton. Voortstuwing: 2 schroeven. Snelheid: 8 mijl. Bewapening: 2 getrokken kanons van 28 cm. In 1882 vervangen door: 1 kanon van 28 cm A, 1 kanon van 7,5 cm, 2 kanons van 3,7 cm en 2 revolverkanons van 3,7 cm. Pantser: gordel 140-114 mm (ijzer), geschuttoren 280-203 mm (ijzer), commandotoren 140 mm (ijzer) en dek 25-12,5 mm (ijzer). Bemanning: 113 tot 134. Kosten van het schip bij eerste uitrusting bedroegen ƒ757.088,-. Proeftocht op het IJ op 7 juli 1870. Het schip was bestemd voor binnenlandse dienst ter verdediging van de zeegaten. De CERBERUS heeft in 1882 op Rijkswerf te Amsterdam een belangrijke herstelling ondergaan. In 1892 ontving het schip bij de Nederlandse Stoomboot Maatschappij te Rotterdam twee nieuwe ketels, welke door de Koninklijke Maatschappij “De Schelde” te Vlissingen werden geleverd. Op 15 september 1898 nam Hr.Ms. Cerberus deel aan de vlootrevue op het Hollands Diep. Het schip verkreeg op 16 september daaraanvolgend vergunning in verband met het zeer goede weer en de aflandige wind de terugreis naar Amsterdam via Hellevoetsluis en de Noordzee te maken. Hr.Ms. Zeehond verleende hierbij konvooi. In 1905 werd Hr.Ms. Cerberus van de sterkte afgevoerd en in 1906 voor sloop verkocht aan de firma G.B. Pas & Zn. te Bolnes.
BLOEDHOND
Monitor 2de klasse. Van ijzer gebouwd. In 1867 op Rijkswerf te Amsterdam op stapel gezet en in 1869 te water gelaten. Afmetingen: 54,80/55,70 x 14,14 x 3,20 m. Waterverplaatsing: 1683 ton. Machinevermogen: 680 IPK. Kolenberging: 130 ton. Voortstuwing: 2 schroeven. Snelheid: 7,75 mijl. Bewapening: 2 getrokken kanons van 23 cm. In 1883 vervangen door: 1 kanon van 28 cm, 1 kanon van 7,5 cm, 2 kanons 3,7cm en 2 revolverkanons van 3,7 cm. Pantser: gordel 140-114 mm (ijzer), geschuttoren 280-203 mm (ijzer) commandotoren 140 mm (ijzer) en dek 25-12 mm (ijzer). Bemanning: .113 tot 134. De kosten van het schip bedroegen bij eerste uitrusting ƒ788.577,-.Proeftocht op het IJ op 29 september 1870. Het schip was bestemd voor binnenlandse dienst ter verdediging van de zeegaten. De BLOEDHOND werd in 1907 te Amsterdam voor sloop verkocht.
PANTER
Rammonitor 2de klasse. Van ijzer gebouwd. In 1869 op Rijkswerf te Amsterdam op stapel gezet en in 1870 te water gelaten. Afmetingen: 56,76/59,56 x 13,40 x 2,90 m. Waterverplaatsing: 1580 ton. Machinevermogen: 680 IPK. Kolenberging 95 ton. Voortstuwing: 2 schroeven. Snelheid: 8 mijl. Bewapening: 2 getrokken kanons van 23 cm. In 1888 vervangen door: 1 kanon van 28 cm, 1 kanon van 7,5 cm, 2 kanons van 3,7 cm en 2 revolverkanons van 3,7 cm. Pantser: gordel 140-114 mm (ijzer), geschuttoren 280-203 mm (ijzer) commandotoren 140 mm (ijzer) en dek 25-19 mm (ijzer). Bemanning: 113 tot 134. De kosten van het schip bij eerste uitrusting bedroegen ƒ766.957,-. Proeftocht op het IJ op 28 oktober 1872. Het schip was bestemd voor binnenlandse dienst ter verdediging van de zeegaten. In 1880 en 1881 heeft het schip dienst gedaan bij de opruiming van ijs in de benedenrivieren. Op 4 november 1887 werd van Maassluis naar IJmuiden gevaren onder geleide van Zr.Ms. Alkmaar. Op 15 juli 1888 met Zr.Ms. Geep, Das en Luipaard onder geleide van Zr.Ms. Alkmaar om 10 uur van IJmuiden vertrokken en om 4 uur voor de Nieuwe Waterweg. De PANTER deed o.m. dienst te Hellevoetsluis, Dordrecht en Rotterdam. Van 14 oktober tot 17 november 1892 werd toezicht gehouden op quarantainemaatregelen te Maassluis. In 1906 werd Hr.Ms. Panter uit de sterkte afgevoerd. 26 september 1906 te Hellevoetsluis ter verkoop aangeboden doch opgehouden en op 29 oktober daaraanvolgend definitief voor sloop verkocht.
HYENA
Rammonitor 2de klasse. Van ijzer gebouwd. In 1869 op Rijkswerf te Amsterdam op stapel gezet en in 1870 te water gelaten. Afmetingen:56,76/59,56 x 13,40 x 2,90 m. Waterverplaatsing: 1566 ton. Machinevermogen: 656 IPK. Kolenberging: 85 ton. Voortstuwing: 2 schroeven. Snelheid: 7 mijl. Bewapening: 2 getrokken kanons van 23 cm. In 1887 vervangen door: 1 kanon van 28 cm, 1 kanon van 7,5 cm, 2 kanons van 3,7 cm en 2 revolverkanons van 3,7 cm. Pantser: gordel 140-114 mm (ijzer), geschuttoren 280-204 mm (ijzer), commandotoren 140 mm (ijzer) en dek 25-19 mm (ijzer). Bemanning: 113 tot 134. De kosten van het schip bedroegen bij eerste uitrusting ƒ790.567,-. Proeftocht op het IJ op 16 september 1872. Het schip was bestemd voor binnenlandse dienst ter verdediging van de zeegaten.
Zr.Ms. Hyena deed in januari/februari 1881 dienst bij de ijsopruiming in de benedenrivieren. 30 juli 1888 moest het schip uit dienst worden gesteld na bekomen schade door aandrijving met Zr.Ms. Buffel op de reede van Hellevoetsluis. In 1905 werd Hr.Ms. Hyena uit de sterkte afgevoerd. Op 11 juli 1906 te Hellevoetsluis voor sloop verkocht aan J.Ph. Malta te Hof van Delft.
HAAI
Rammonitor 2de klasse. Van ijzer gebouwd. In 1870 bij de Nederlandse Stoomboot Maatschappij te Rotterdam op stapel gezet en in 1871 te water gelaten. Afmetingen: 56,76/59,56 x 13,40 x 2,90 m. Waterverplaatsing: 1566 ton. Machinevermogen: 672 IPK. Kolenberging: 75 ton. Voortstuwing: 2 schroeven. Snelheid: 7,75 mijl. Bewapening: 2 getrokken kanons van 23 cm. In 1889 vervangen door: 1 kanon van 28 cm A, 1 kanon van 7,5 cm, 2 kanons van 3,7 cm en 2 revolverkanons van 3,7 cm. Pantser: gordel 140-114 mm (ijzer), geschuttoren 280-203 mm (ijzer), commandotoren 140 mm (ijzer) en dek 25-19 mm (ijzer). Bemanning: 113 tot 134. De kosten van het schip bedroegen bij eerste uitrusting ƒ763.500,-.Proeftocht op het Haringvliet op 14 augustus 1873. Het schip was bestemd voor de binnenlandse dienst ter verdediging van de zeegaten. In de eerste maanden van 1880 heeft Zr.Ms. Haai dienst gedaan bij de ijsopruiming in de benedenrivieren in de buurt van Dordrecht. Deze proef was geen succes. Het schip raakte in het ijs vast, kreeg schade aan het roer en was in het geheel niet geschikt op de vaak ondiepe rivieren te manoeuvreren. In 1905 werd Hr.Ms. Haai uit de sterkte afgevoerd. Op 11 juli 1906 te Hellevoetsluis voor sloop verkocht aan J.Ph. Malta te Hof van Delft.
WESP
Rammonitor 2de klasse. Van ijzer gebouwd. In 1870 op Rijkswerf te Amsterdam op stapel gezet en in 1871 ie water gelaten. Afmetingen: 56,76/59,56 x 13,40 x 2,90 m. Waterverplaatsing: 1566 ton. Machinevermogen: 744 IPK. Kolenberging: 75 ton. Voortstuwing: 2 schroeven. Snelheid: 8 mijl. Bewapening: 2 getrokken kanons van 23 cm. In 1884 vervangen door: 1 kanon van 28 cm A, 1 kanon van 7,5 cm, 2 kanons van 3,7 cm en 2 revolverkanons van 3,7 cm. Pantser: gordel 140-114 mm (ijzer), geschuttoren 280-203 mm(ijzer), commandotoren 140 mm (ijzer) en dek 25-19 mm (ijzer). Bemanning: 113 tot 134. De kosten van het schip bedroegen bij eerste uitrusting: ƒ766.257,-. Proeftocht op het IJ op 30 september 1874. Het schip was bestemd voor binnenlandse dienst ter verdediging van de zeegaten. In 1906 werd Hr.Ms. Wesp uit de sterkte afgevoerd. 26 september 1906 op Rijkswerf te Hellevoetsluis ter verkoop aangeboden doch opgehouden. Op 29 oktober 1906 definitief voor sloop verkocht.
ADDER
Rammonitor 2de klasse. Van ijzer gebouwd. In 1870 op Rijkswerf te Amsterdam op stapel gezet en in 1871 te water gelaten. Afmetingen: 56,76/59,56x 13,40 x 2,90 m. Waterverplaatsing: 1566 ton. Machinevermogen: 680 IPK. Kolenberging: 75 ton voor 4 etmalen volle kracht. Voortstuwing: 2 schroeven. Snelheid: 8 mijl. Bewapening: 2 getrokken kanons van 23 cm. Pantser: gordel 140-114 mm (ijzer), geschuttoren 280-203 mm (ijzer), commandotoren 140 mm (ijzer) en dek 25-19 mm (ijzer). De kosten van het schip bij eerste uitrusting bedroegen ƒ755.955,-.Proeftocht op het IJ op 24 oktober 1873. Het schip was bestemd voor de binnenlandse dienst ter verdediging van de zeegaten. Op 5 juli 1882 is Zr.Ms. Adder op reis van IJmuiden naar Hellevoetsluis ter hoogte van Scheveningen met alle opvarenden (65) vergaan.
LUIPAARD
Rammonitor 2de klasse. Van ijzer gebouwd. In 1875 bij de Nederlandse Stoomboot Maatschappij te Fijenoord op stapel gezet en in 1876 te water gelaten. Afmetingen:56,76/59,56 x 13,40 x 2,95 m. Waterverplaatsing: 1525 ton. Machinevermogen: 680 IPK. Kolenberging 75 ton. Voortstuwing: 2 schroeven. Snelheid: 7,75 mijl. Bewapening: 1 kanon van 28 cm A, 1 kanon van 7,5 cm, 2 kanons van 3,7 cm en 2 revolverkanons van 3,7 cm. Pantser:gordel 140-114 mm (ijzer), geschuttoren 280-203 mm (ijzer), commandotoren 140 mm (ijzer) en dek 25-19 mm (ijzer). Bemanning: 113 tot 134. De kosten van het schip bedroegen bij eerste uitrusting ƒ920. 343,-.Het schip was voor binnenlandse dienst bestemd ter verdediging van de zeegaten. Op 11 juli 1888 vertrok de LUIPAARD onder konvooi van Zr.Ms. Alkmaar om 3.30 NM van Nieuwediep naar IJmuiden, waar ten 8 uur NM werd gemeerd. Op 15 juli 1888 met kanonneerboten Zr.Ms. Geep, Das en monitor Panter onder konvooi van Zr.Ms. Alkmaar 10 uur VM van IJmuiden naar de Nieuwe Waterweg, waar 4 uur NM werd binnengelopen. In 1907 werd de LUIPAARD te Amsterdam voor sloop verkocht.
DRAAK
Rammonitor 1ste klasse. Van ijzer gebouwd. In 1875 op Rijkswerf te Amsterdam op stapel gezet en op 22 augustus 1877 te water gelaten. Machines en ketels van de Koninklijke Fabriek van stoom- en andere werktuigen te Amsterdam. Afmetingen: 61,44/65,10 x 15,14 x 3,30 m. Waterverplaatsing: 2234 ton. Machinevermogen: 807 IPK. 3 ketels. Kolenberging: 106 ton. Voortstuwing: 2 schroeven.Snelheid: 8,4 mijl. Bewapening: 2 kanons van 28 cm A, 1 kanon van 7,5 cm A, 2 kanons van 3,7 cm en 2 revolverkanons 3,7 cm. Pantser: gordel 204-140 mm (ijzer), geschuttoren 305-230 mm (ijzer), commandotoren 140 mm (ijzer) en dek 23-16 mm (ijzer). Bemanning: 115 tot 137. De kosten van het schip bedroegen bij eerste uitrusting ƒ1.311.715,-.De DRAAK was bestemd voor binnenlandse dienst ter verdediging van de zeegaten. Het schip werd in 1914 te Hellevoetsluis voor sloop verkocht.
MATADOR
Rammonitor 1ste klasse. Van ijzer gebouwd. In 1876 bij de Nederlandse Stoomboot Maatschappij te Fijenoord op stapel gezet en in 1878 te water gelaten. Afmetingen: 63,90 x 14,62 x 3.10 m. Waterverplaatsing: 2000 ton. Machinevermogen: 691 IPK. 3 ketels. Kolenberging: 106 ton. Voortstuwing: 2 schroeven. Snelheid: 7,5 mijl. Bewapening: 2 kanons van 28 cm A, 1 kanon van 7,5 cm, 2 kanons van 3,7 cm en 2 revolverkanons van 3,7 cm. Pantser: gordel 140-114 mm (ijzer), geschuttoren 305-230 mm (ijzer), commandotoren 140 mm (ijzer) en dek 23-16 mm (ijzer). Bemanning: 115 tot 137. De kosten van het schip bedroegen bij eerste uitrusting ƒ1.039.529,-.Het schip was bestemd voor binnenlandse dienst ter verdediging van de zeegaten en het deed voornamelijk dienst te Hellevoetsluis, Dordrecht en Rotterdam. Op 21 augustus 1907 werd Hr.Ms. Matador voor het laatst te Hellevoetsluis in dienst gesteld ter vervanging van monitor Hr.Ms. Reinier Claeszen. 1 december 1908 werd het schip uit dienst gesteld en in 1914 van de sterkte afgevoerd en te Hellevoetsluis voor sloop verkocht.
REINIER CLAESZEN
Ramschip. Het contract voor de bouw werd afgesloten met de Koninklijke Fabriek van stoom- en andere werktuigen te Amsterdam. Na likwidatie dezer fabriek werd de bouw overgenomen door Rijkswerf te Amsterdam. De opdracht tot de bouw werd verstrekt in juli 1889. Machines en ketels werden geleverd door de Koninklijke Maatschappij “De Schelde” te Vlissingen. Op 24 september 1890 op Rijkswerf te Amsterdam op stapel gezet en op 21 november 1891 te water gelaten. Afmetingen: 70,00 x 13,52 x 4,55 m. Waterverplaatsing: 2479 ton. Machinevermogen: 2315 IPK. 3 Schotse ketels. Kolenberging: 110 ton. Voortstuwing: 2 schroeven. Snelheid: 12,5 mijl. Bewapening: 2 kanons van 21 cm A, 1 kanon van 17 cm A, 4 kanons van 5 cm, 3 kanons van 3,7 cm en 2 torpedokanons. In 1908 werden de beide torpedokanons verwijderd en in 1913 werd het kanon van 17 cm A achteruit vervangen door een kanon van 15 cm, afkomstig van het pantserdekschip UTRECHT. Pantser: gordel 120-100 mm, geschuttoren 280 mm.,commandotoren 280 mm en dek 75-50 mm. Bemanning: 159. De kosten van het schip bedroegen bij eerste uitrusting ƒ1.960.038,-. De REINIER CLAESZEN was voor de binnenlandse dienst bestemd ter verdediging van de zeegaten en speciaal voor het Zuiderfrontier. In dienst gesteld te Hellevoetsluis op 1 maart 1894, nadat op 7 oktober 1893 de proeftocht was gehouden. Op 1 augustus 1894 bij het schoonmaken kon men de invloeicirculatieklep, door het verbogen zijn van de klepstang onmogelijk meer sluiten, waardoor SB machinekamer vol water geraakte. Door het niet goed sluiten der waterdichte deuren liepen BB machinekamer, de tunnels en voor een gedeelte het ketelruim vol water. Om zinken te voorkomen werd de REINIER CLAESZEN in de haven te Willemsoord op het droge gezet en na leeggepompt te zijn. In het droge dok gesleept. In februari 1904 werd het schip te Vlissingen gestationeerd in verband met de handhaving der neutraliteit in de oorlog tussen Rusland en Japan. In 1907 lag Hr.Ms. Reinier Claeszen een tijd te Rotterdam in verband met de havenstaking aldaar. 21 augustus 1907 uit dienst gesteld en op Rijkswerf te Hellevoetsluis grote onderhoud ondergaan en aldaar vervangen door monitor Hr.Ms. Matador. Op 2 april 1908 naar Vlissingen overgebracht en door de Koninklijke Maatschappij “De Schelde” aldaar van nieuwe ketels (3 Yarrow ketels) voorzien. Op 4 november 1908 van Vlissingen te Hellevoetsluis terug en op 1 december daaraanvolgend te Hellevoetsluis in dienst gesteld ter vervanging van Hr.Ms. Matador. In 1912 werd te Hellevoetsluis een belangrijke reparatie aan stuurboordmachine verricht. Op 1 april 1913 te Hellevoetsluis uit dienst gesteld. De in 1913 aangevangen herstellingen en wijzigingen werden 28 november 1913 gestaakt en het nieuw geplaatste kanon van 15 cm, afkomstig van het pantserdekschip UTRECHT en 2 kanons van 5 cm afgenomen. In 1914 werd de REINIER CLAESZEN uit de sterkte afgevoerd en in 1915 op Rijkswerf te Hellevoetsluis voor sloop verkocht.
B.
Tideman geeft in zijn “Memoriaal van de marine” nog de volgende gegevens en bijzonderheden over de MONITORS.
Rammonitor 1ste klasse DRAAK
De monitors 1e klasse in de Nederlandse Marine zijn van jonger datum dan de monitors 2e klasse. De klasse wordt vertegenwoordigd door het type DRAAK en het type MATADOR, die minder diep mocht gaan. Het MATADOR type heeft wel gelijke bewapening (twee kanons van 28 cm achterlijk) en wordt daarom hier in de 1e klasse gebracht; doch de beperkte diepgang (30 dm) heeft bij dat vaartuig tot minder besneden vorm geleid. De DRAAK is nagenoeg gelijkvormig aan de dekhuis-monitors HEILIGERLEE, KROKODIL en CERBERUS, wat de lijnen van het onder water gedompeld deel van den romp aangaat. Met uitzondering van den steven die ramvormig is en moet dus voor een monitor een vrij handelbaar vaartuig zijn. Lengte van den romp over alles (met roer) 65,10 m. Lengte tussen de loodlijnen 61,44 m. Wijdte over het dek gemeten 15,14 m. Wijdte over het pantser gemeten 15,00 m. Holte onderkant kiel tot bovenkant dek 4,275 m. Diepgang toegeladen voor 3,06 m, achter 3,30 m. Waterverplaatsing: 2155,4 m3. Pantser der zijden dik 0,204-0,140 m. Pantser dekhoofden en stuurtoren 0,140 m. Pantser geschuttoren 0,305- 0,229 m. Bewapening: 2 kanons van 28 cm A. Twee machines, elk met twee cylinders met 0,685 m diameter. Bij volle kracht 112 omwentelingen en 8,4 mijl. IPK voor de vier cylinders 807. 3 ketels. Middellijn der beide 3-bladige schroeven 2,74 m. Kolenberging 89 ton. Voorste seinmast lang 12 m en achterste seinmast lang 11,20 m. Geen tuig en zeilen. Bemanning 115 koppen. 2 sloepen en 1 vlet.
Monitors 2de klasse HEILIGERLEE, KROKODIL, CERBERUS, BLOEDHOND, TIJGER, HYENA, PANTER, HAAI, ADDER, WESP en LUIPAARD
Er zijn in de Nederlandsche Marine drie hoofdtypen van deze schepen:
1)De dekhuis-monitors, 5 in getal: en. Het meest besneden van vorm, doch ook het meest diepgaande; en met uitgebouwd in stede van ingelast pantser; de is in 1870 snel gereed gemaakt en heeft daarom geen dekhuizen; de alleen kreeg een licht tuig.
2)De rammonitors met ramsteven en gepantserde luikhoofden op het dek, waarover heen de verhoogde toren vooruit schieten kan; zij zijn voller van vorm, gaan minder diep en zijn minder kwetsbaar; doch kunnen minder goed in open zee gaan. Het logies is minder aangenaam door de mindere holte en het gemis der dekhuizen.
3)De rammonitor , de eerste naar het project van 1875 waarin, naar aanleiding van voorstellen van commandanten der vorige monitors, achteruit de gepantserde hoofden en dekhuizen behouden zijn, doch vooruit alle openingen in het dek vóór het gevecht dichtgemaakt moeten worden en het volkslogies door mechanische middelen geventileerd.
Wapening elk dezer bodems 2 Armstrong kanons van 23 cm. Het rondhout bepaalt zich tot seinmastjes. De HEILIGERLEE alleen heeft enig tuig. Het gebruik van zeiltuig van eenigszins beteekenend vermogen zou op deze vaartuigen met laag boord gevaarlijk zijn.
Iedere monitor 2 stel werktuigen elk met twee cylinders
Machines van HEILIGERLEE-KROKODIL-CERBERUS Diameter cylinders (m) 0,83 Aantal omwentelingen bij volle kracht (per min) 110 à 120 KPK daarbij voor de vier cylinders 630 Ieder schip twee ketels De middellijn der 3-bladige schroeven (m) 2.22 Kolenberging in tonnen van 1.25 m3 90 Sloepen: 1 barkas A3; 1 sloep B4; 1 reddingssloep van 1 vlet. |
Machines van alle andere monitors 2de klasse Diameter cylinders (m) 0,762 Aantal omwentelingen bij volle kracht (per min) 120 à 140 KPK daarbij voor de vier cylinders 700 Ieder schip twee ketels De middellijn der 3-bladige schroeven (m) 2.18 Kolenberging in tonnen van 1.25 m3 70 Sloepen: 1 barkas A3; 1 sloep B4; 1 reddingssloep van 1 vlet. |