O 21 / K XXI
Op 20 november 1937 bij de Koninklijke Maatschappij “De Schelde” te Vlissingen op stapel gezet en op 21 oktober 1939 te water gelaten. Afmetingen: 77,70 x 6,55 x 4,40 m. Waterverplaatsing: 987/1488ton. Machinevermogen: 2x 2600/1000 APK. Snelheid: 19½/9 mijl. Bewapening: 8 torpedolanceerbuizen van 53,3 cm, 1 kanon van 8,8 cm en 2 mitrailleurs van 40 mm. Bemanning: 60. Hr.Ms. O 21 bevond zich op 10 mei 1940 te Vlissingen in afbouw en werd op die datum vervroegd in dienst gesteld o/b van LTZ 1 J.F. van Dulm. Nog diezelfde dag week Hr.Ms. O 21 met Hr.Ms. O 22 naar Engeland uit. Het schip werd aldaar afgebouwd en te Dundee gebaseerd. Aanvankelijk werd in de Noorse wateren gepatrouilleerd. In februari 1941 vertrok Hr.Ms. O 21 naar Gibraltar en werd aldaar ingedeeld bij de konvooidiensten tussen Engeland en Gibraltar. Sedert juni 1941 werden operaties in de Middellandse Zee verricht, waarbij 5 schepen met 14.500 BRT. en de Duitse onderzeeboot U 95 tot zinken werden gebracht. Eind 1941 keerde Hr.Ms. O 21 naar Engeland terug voor onderhoud. In februari 1943 was de boot te Colombo en verrichtte patrouilles in de Indische oceaan en Straat Malakka. In december 1943 moest de boot wegens machineschade naar Engeland terug en vertrok later via de Verenigde Staten en Nieuw Zeeland naar Australië, doch toen was de oorlog ongeveer ten einde. Op 8 oktober 1945 kwam Hr.Ms. O 21 te Batavia aan, maakte vandaar uit nog enkele patrouilles en keerde toen naar Nederland terug. Op 30 april 1946 kwam het schip te Rotterdam aan, ging eerst in conservatie en vervolgens in onderhoud om op 7 februari 1950 in gebruik te worden genomen als inschiet boot. Op 2 november 1957 werd Hr.Ms. O 21 uit de sterkte afgevoerd en op 24 januari 1958 voor sloop verkocht aan Firma G.P. van Beckum te Alkmaar. Opbrengst ƒ141.000,-. Naamsein: S 801.
N.B. De uitvoerige beschrijving van de oorlogsbelevenissen van onderzeeboot Hr.Ms. O 21 is te vinden in: Onder de bloedvlag van Hr.Ms. O 21 1940-1945 door LTZ 1 J.F. van Dulm, uitgegeven bij Scheltens & Giltay te Amsterdam.
Op 20 november 1937 bij de Koninklijke Maatschappij “De Schelde” te Vlissingen op stapel gezet en op 21 oktober 1939 te water gelaten. Afmetingen: 77,70 x 6,55 x 4,40 m. Waterverplaatsing: 987/1488ton. Machinevermogen: 2x 2600/1000 APK. Snelheid: 19½/9 mijl. Bewapening: 8 torpedolanceerbuizen van 53,3 cm, 1 kanon van 8,8 cm en 2 mitrailleurs van 40 mm. Bemanning: 60. Hr.Ms. O 21 bevond zich op 10 mei 1940 te Vlissingen in afbouw en werd op die datum vervroegd in dienst gesteld o/b van LTZ 1 J.F. van Dulm. Nog diezelfde dag week Hr.Ms. O 21 met Hr.Ms. O 22 naar Engeland uit. Het schip werd aldaar afgebouwd en te Dundee gebaseerd. Aanvankelijk werd in de Noorse wateren gepatrouilleerd. In februari 1941 vertrok Hr.Ms. O 21 naar Gibraltar en werd aldaar ingedeeld bij de konvooidiensten tussen Engeland en Gibraltar. Sedert juni 1941 werden operaties in de Middellandse Zee verricht, waarbij 5 schepen met 14.500 BRT. en de Duitse onderzeeboot U 95 tot zinken werden gebracht. Eind 1941 keerde Hr.Ms. O 21 naar Engeland terug voor onderhoud. In februari 1943 was de boot te Colombo en verrichtte patrouilles in de Indische oceaan en Straat Malakka. In december 1943 moest de boot wegens machineschade naar Engeland terug en vertrok later via de Verenigde Staten en Nieuw Zeeland naar Australië, doch toen was de oorlog ongeveer ten einde. Op 8 oktober 1945 kwam Hr.Ms. O 21 te Batavia aan, maakte vandaar uit nog enkele patrouilles en keerde toen naar Nederland terug. Op 30 april 1946 kwam het schip te Rotterdam aan, ging eerst in conservatie en vervolgens in onderhoud om op 7 februari 1950 in gebruik te worden genomen als inschiet boot. Op 2 november 1957 werd Hr.Ms. O 21 uit de sterkte afgevoerd en op 24 januari 1958 voor sloop verkocht aan Firma G.P. van Beckum te Alkmaar. Opbrengst ƒ141.000,-. Naamsein: S 801.
N.B. De uitvoerige beschrijving van de oorlogsbelevenissen van onderzeeboot Hr.Ms. O 21 is te vinden in: Onder de bloedvlag van Hr.Ms. O 21 1940-1945 door LTZ 1 J.F. van Dulm, uitgegeven bij Scheltens & Giltay te Amsterdam.
O 22 aanvankelijk de K XXII
O 22 / K XXII
Op 20 november 1937 bij de Koninklijke Maatschappij “De Schelde” te Vlissingen op stapel gezet en op 20 januari 1940 te water gelaten. Afmetingen: 77,70 x 6,55 x 4,40 m. Waterverplaatsing:982/1488 ton. Machinevermogen: 2x 2600/1000 APK. Snelheid: 19½/9 mijl. Bewapening: 8 torpedolanceerbuizen van 53,3 cm, 1 kanon van 8,8 cm en 2 mitrailleurs van 40 mm. Bemanning: 60. Hr.Ms. O 22 bevond zich op 10 mei 1940 te Vlissingen in afbouw en werd op die datum vervroegd in dienst gesteld o/b van LTZ 1 A.m. Valkenburg, later vervangen door LTZ 1 J.W. Ort. Nog diezelfde dag week Hr.Ms. O 22 met Hr.Ms. O 21 naar Engeland uit. Het schip werd aldaar afgebouwd en te Dundee gebaseerd en verrichtte patrouillediensten in de Noorse wateren. Waarschijnlijk op 11 november 1940 door Duitse onderzeebootjagers UJ 177 en UJ 1104 met dieptebommen tussen Lister en Lindesnes vernietigd op 57°55’ N en 006°50’ O. Alle opvarenden lieten hierbij het leven.
Op 20 november 1937 bij de Koninklijke Maatschappij “De Schelde” te Vlissingen op stapel gezet en op 20 januari 1940 te water gelaten. Afmetingen: 77,70 x 6,55 x 4,40 m. Waterverplaatsing:982/1488 ton. Machinevermogen: 2x 2600/1000 APK. Snelheid: 19½/9 mijl. Bewapening: 8 torpedolanceerbuizen van 53,3 cm, 1 kanon van 8,8 cm en 2 mitrailleurs van 40 mm. Bemanning: 60. Hr.Ms. O 22 bevond zich op 10 mei 1940 te Vlissingen in afbouw en werd op die datum vervroegd in dienst gesteld o/b van LTZ 1 A.m. Valkenburg, later vervangen door LTZ 1 J.W. Ort. Nog diezelfde dag week Hr.Ms. O 22 met Hr.Ms. O 21 naar Engeland uit. Het schip werd aldaar afgebouwd en te Dundee gebaseerd en verrichtte patrouillediensten in de Noorse wateren. Waarschijnlijk op 11 november 1940 door Duitse onderzeebootjagers UJ 177 en UJ 1104 met dieptebommen tussen Lister en Lindesnes vernietigd op 57°55’ N en 006°50’ O. Alle opvarenden lieten hierbij het leven.
O 22 in 1940
O 23 ......ex P 23 / K XXIII
O 23
aanvankelijk K XXIII
Op 6 april 1938 bij de Rotterdamsche Droogdok Maatschappij te Rotterdam op stapel gezet en op 5 december 1939 te water gelaten. Afmetingen: 77,70 x 6,55 x 4,40 m. Waterverplaatsing: 987/1488 ton. Machinevermogen: 2x 2600/1000 APK. Snelheid: 19½/9 mijl. Bewapening: 8 torpedolanceerbuizen van 53,3 cm, 1 kanon van 8,8 cm en 2 mitrailleurs van 40 mm. Bemanning: 60. Hr.Ms. O 23 was op 10 mei 1940 te Rotterdam in afbouw. Op 13 mei 1940 werd de boot vervroegd in dienst gesteld o/b van LTZ 1 G.B.m. van Erkel. De boot lag bij de Rotterdamsche Droogdok Maatschappij en toen Duitse parachutisten Waalhaven hadden bezet en op de Zuidelijke Maasoever doordrongen, werd ligplaats genomen in de Lekhaven, vanwaar de boot in de avond van 13 mei naar Portsmouth vertrok. De afbouw geschiedde bij John Thornycroft in juni/juli 1940, waarna de boot te Dundee werd gebaseerd. Van augustus 1940 tot februari 1941 werden patrouillediensten verricht in de Noordzee en de Noorse wateren. Van maart 1941 tot januari 1942 verrichtte Hr.Ms. O 23 konvooidiensten tussen Engeland en Gibraltar en maakte succesvolle patrouillediensten in de Middellandse Zee. In 1943 en 1944 werden patrouilletochten in de Indische en Australische wateren gemaakt. In 1945 keerde Hr.Ms. O 23 in Nederland terug. In april 1949 werd het schip uit de sterkte afgevoerd en gesloopt.
aanvankelijk K XXIII
Op 6 april 1938 bij de Rotterdamsche Droogdok Maatschappij te Rotterdam op stapel gezet en op 5 december 1939 te water gelaten. Afmetingen: 77,70 x 6,55 x 4,40 m. Waterverplaatsing: 987/1488 ton. Machinevermogen: 2x 2600/1000 APK. Snelheid: 19½/9 mijl. Bewapening: 8 torpedolanceerbuizen van 53,3 cm, 1 kanon van 8,8 cm en 2 mitrailleurs van 40 mm. Bemanning: 60. Hr.Ms. O 23 was op 10 mei 1940 te Rotterdam in afbouw. Op 13 mei 1940 werd de boot vervroegd in dienst gesteld o/b van LTZ 1 G.B.m. van Erkel. De boot lag bij de Rotterdamsche Droogdok Maatschappij en toen Duitse parachutisten Waalhaven hadden bezet en op de Zuidelijke Maasoever doordrongen, werd ligplaats genomen in de Lekhaven, vanwaar de boot in de avond van 13 mei naar Portsmouth vertrok. De afbouw geschiedde bij John Thornycroft in juni/juli 1940, waarna de boot te Dundee werd gebaseerd. Van augustus 1940 tot februari 1941 werden patrouillediensten verricht in de Noordzee en de Noorse wateren. Van maart 1941 tot januari 1942 verrichtte Hr.Ms. O 23 konvooidiensten tussen Engeland en Gibraltar en maakte succesvolle patrouillediensten in de Middellandse Zee. In 1943 en 1944 werden patrouilletochten in de Indische en Australische wateren gemaakt. In 1945 keerde Hr.Ms. O 23 in Nederland terug. In april 1949 werd het schip uit de sterkte afgevoerd en gesloopt.
In plaats van je Marine nummer in je zakdoek te borduren ,
maakte ze er een kunstwerkje van......
maakte ze er een kunstwerkje van......
O 24 .....ex S 804 / O 24 / P 24 / K XXIV
Bouwwerf
Op stapel Te water In dienst Afgebouwd Naamsein Uit dienst Van de sterkte afgevoerd Gesloopt |
RDM Rotterdam
12-11-37 18-03-40 13-05-40 06/07-40 door John Thornycroft, U.K. A 875 ex S 804 ex O 24 ex P 24 ex K - XXIV 22-02-54 30-10-54 30-11-62 09-63 te Vlissingen |
In 1955 in dienst als drijvende oplaadbatterij. Later instruktievaartuig onderzeedienst ( A 875 )
O24 (Dolfijn) Vlissingen 1e binnenhaven, mogelijk voor de sloop
o 25 aanvankelijk k XXV
o 26 aanvankelijk K XXVI
O 27 ex- UD 5 ( in Duitse dienst ) ex- O 29 ex- K XXVII
Bouwwerf
Op stapel Te water In Duitse handen In dienst KM In dienst als inschietboot Naamsein Uit dienst en afgevoerd Voor de sloop verkocht |
RDM Rotterdam
03-08-39 26-09-41 10-11-41 13-07-45 10-05-47 S 807 ex- O27 / UD 5 ( Duits ) /O 27 / K XXVII 14-11-59 23-12-60 Jos Desmedt Antwerpen. |