Adder
De rammonitor 2e klasse Adder is op 31 december 1870 op de rijkswerf te Amsterdam op stapel gezet en op 28 september 1871 te water gelaten. Het schip was gebouwd van ijzer en de kosten bij eerste uitrusting bedroegen ƒ 755.955,-. Op 24 oktober 1873 vond op het IJ de proefvaart plaats. Het schip was bestemd voor de binnenlandse dienst, namelijk de verdediging van de Zuiderzee. Op 16 mei 1875 werd Zr. Ms. Adder in dienst gesteld door luitenant ter zee der le klasse F. Luteyn. Op 4 juli 1882 verliet de rammonitor de haven van Amsterdam om zich via de Noordzee naar Hellevoetsluis te begeven.
Op 5 juli is het schip echter op de eerste wacht voor Scheveningen vergaan, waarbij alle opvarenden — 65 man - om het leven kwamen. Bij Koninklijk besluit van 21 juli 1882 nummer 1 werd een commissie ingesteld, die een onderzoek moest instellen naar de ondergang van het schip. Hoewel de ware toedracht waarschijnlijk nooit aan het licht zal komen, was de conclusie van deze commissie dat het schip water binnenboord heeft gekregen, waarna hij ’moet zijn gekanteld en gezonken’.
Enkele gegevens: Zie onder Wesp, met dien verstande dat de diepgang 2.715 meter bedroeg en de waterverplaatsing 1.566 ton. Het machinevermogen bedroeg 700 ipk, de snelheid 8 knopen. Het schip is nooit verwapend. |