SCHROEFSTOOMSCHEPEN 3de KLASSE
Van de schroefstoomschepen 3de klasse werd de soortnaam van Hr.Ms. Alkmaar op 12 mei 1893 gewijzigd in Korvet.
SOEMBING
Op 17 mei 1856 te Vlissingen op stapel gezet en in 1856 te water gelaten. Afmetingen: 43,67 x 8,52 x 3,90 m. Waterverplaatsing: 618 ton. Machinevermogen: 100 NPK. Bewapening: 4 kanons van 30 pond en 2 getrokken kanons van 16 cm. Bemanning: 100. Het schip beeft onder meer in Curaçao dienst gedaan, alsmede in Oost-Indië, waar het in 1872 werd afgekeurd.
CORNELIS DIRKS
Op 1 mei 1858 bij K. Smit Jr. te Krimpen a/d Lek op stapel gezet en in 1859 te water gelaten. Afmetingen: 43,00 x 9,20 x 4,30 m. Waterverplaatsing: 759 ton. Machinevermogen: 119 NPK; 250 EPK. Snelheid: 7 mijl. Bewapening: 4 kanons van 30 pond en 2 getrokken kanons van 16 cm. Bemanning: 100. Uit de jaarboekjes der Koninklijke Marine kan over de mutaties van dit schip het volgende worden vermeld. Op 20 juni 1875 met Zr.Ms. Leeuwarden en Prinses Maria als oefeningsdivisie van Nieuwediep vertrokken en 1t september daaraanvolgend te Willemsoord terug. 1 november 1875 in divisieverband met Zr.Ms. Zilveren Kruis, Leeuwarden en Prinses Maria naar West-Indië en in maart 1876 aan de zeemacht aldaar toegevoegd. 13 september 1876 naar St.Thomas vertrokken om de Nederlandse schoener Midas, door Venezuela aangehouden, op te halen. Met de schoener “Midas” op 23 september te Curaçao terug. 22 februari 1877 naar Colombia vertrokken in verband met het vermoorden van de Vice-Consul der Nederlanden. Op 5 maart daaraanvolgend van Cartagena vertrokken. Het schip maakte op 23 september 1877 een orkaan mee in de Caribische Zee en viel op 25 september daaraanvolgend behouden te Curaçao binnen, waar de schade werd hersteld. Op 31 januari 1878 werd assistentie verleend aan de Royal Mail stomer Severn, die bij het binnenlopen op het rif was vastgeraakt. 31 augustus 1878 voor een reis naar Colombia vertrokken en op 15 september daaraanvolgend te Curaçao terug. Op 27 februari 1879 werd assistentie verleend aan het Franse s.s. Colombie van de C.G.T., dat op het rif was gestrand en de haven van Curaçao 24 uur had afgesloten. 17 mei 1880 van Curaçao naar Nederland en op 1 juli daaraanvolgend te Hellevoetsluis binnengelopen. Op 15 juli 1880 werd de CORNELIS DIRKS te Hellevoetsluis uit dienst gesteld en afgekeurd.
REINIER CLAESZEN
Op 4 mei 1858 te Kinderdijk op stapel gezet en in 1859 te water gelaten. Afmetingen: 45,50 x 9,20 x 4,30 m. Waterverplaatsing: 759 ton. Machinevermogen: 119 NPK; 250 EPK. Bewapening: 4 kanons van 30 pond en 2 getrokken kanons van 16 cm. Bemanning: 119. Het schip beeft onder meer dienst gedaan in Oost-Indië en komt in de schepenlijst per 1 januari 1871 niet meer voor.
HET LOO
Op 13 mei 1858 op Rijkswerf te Amsterdam op stapel gezet en in 1859 te water gelaten. Afmetingen: 43,00/45,50 x 9,20 x 4,30 m. Waterverplaatsing: 759 ton. Machinevermogen: 119 NPK; 250 EPK. Snelheid: 7 mijl. Bewapening: 1 kanon van 15 cm A, 4 kanons van 12 cm KA en 2 getrokken kanons van 16 cm. Bemanning: 100. Het schip deed onder meer dienst in Curaçao en de kust van Guinea. Op 26 maart 1876 uit Curaçao naar Nieuwediep en 8 mei daaraanvolgend aldaar aangekomen en uit dienst gesteld. Op 16 september 1876 in dienst als Artillerie-instructieschip. 8 mei 1889 uit dienst gesteld en afgekeurd voor diensten buiten de haven van Nieuwediep. 15 september 1889 in dienst als logementsschip voor de bemanning van het Artillerie-instructieschip. Op 25 september 1894 logementsschip voor personeel van de Koninklijke Marine Reserve. In 1906 afgekeurd en vervangen door Hr.Ms. Atjeh. Op 8 november 1906 definitief uit dienst gesteld en afgevoerd.
RETEH
aanvankelijk SPRINKHAAN
Op 18 maart 1858 te Amsterdam op stapel gezet en in 1860 te water gelaten. Afmetingen: 43,00 x 9,20 x 4,30 m. Waterverplaatsing: 759 ton. Machinevermogen: 119 NPK; 250 EPK. Snelheid: 7 mijl. Bewapening: 4 kanons van 30 pond en 2 getrokken kanons van 16 cm. Bemanning: 100. Oorspronkelijk SPRINKHAAN genaamd, doch in 1859 herdoopt in RETEH. Het schip heeft onder meer dienst gedaan in Oost-Indië en komt in de schepenlijst per 1 januari 1872 niet meer voor.
PRINSES MARIA
In 1858 te Willemsoord op stapel gezet en in 1862 te water gelaten. Afmetingen: 43,00/45,50 x 9,20 x 4,30 m. Waterverplaatsing: 759 ton. Machinevermogen: 119 NPK; 250 EPK. Snelheid: 7 mijl. Bewapening: 1 getrokken kanon van 16 cm en 6 kanons van 12 cm KA. Bemanning: 100. Het schip maakte op 20 juni 1875 deel uit van een oefeningsdivisie met Zr.Ms. Leeuwarden en Cornelis Dirks en kwam van deze oefeningsreis op 15 september daaraanvolgend te Hellevoetsluis terug. In oktober 1875 naar West-Indië en tijdelijk toegevoegd aan de Zeemacht aldaar. Op 29 augustus 1876 in divisieverband met Zr.Ms. Zilveren Kruis en Leeuwarden van Curaçao naar Nederland teruggekeerd en op 11 oktober daaraanvolgend te Nieuwediep terug. 4 november 1876 van Hellevoetsluis naar de Levant (Smyrna) ter bestemming de Nederlandse belangen aldaar te behartigen, gedurende de Turks-Russische oorlog. 20 juni 1878 van Constantinopel via Smyrna naar Nederland terug en 12 augustus daaraanvolgend te Hellevoetsluis. Op 25 augustus 1878 uit dienstgesteld en afgekeurd. Bij ministeriele beschikking van 9 juni 1890 werd machtiging verleend tot verkoop van het afgekeurde schip.
ALKMAAR
In 1872 op Rijkswerf te Amsterdam op stapel gezet en in 1874 te water gelaten. Afmetingen: 54,00 x 9,20 x 4,55 m. Waterverplaatsing: 1013 ton. Machinevermogen: 140 NPK; 600 EPK. Snelheid: 11 mijl. Bewapening: 1 getrokken kanon van 18 cm en 2 kanons van 16 cm. In 1881 vervangen door: 1 kanon van 15 cm A en 6 kanons van 12 cm KA en in 1887 nog vermeerderd met: 2 revolverkanons van 3,7 cm. Bemanning: 100. In dienst gesteld 1 maart 1879. Op 6 april 1879 van Nieuwediep naar Liberia en Zuidkust van Afrika, van welke reis 10 september 1879 te Nieuwediep werd teruggekeerd. Op 10 december 1879 met Zr.Ms. Van Galen, Zilveren Kruis en Marnix van de rede van Texel als oefeningsdivisie vertrokken naar de Noord-Atlantische Oceaan, de Canarische- en Kaapverdische eilanden. Op 4 maart 1880 van de divisie gescheiden met bestemming Curaçao, alwaar op 4 april daaraanvolgend werd aangekomen. De “ALKMAAR” werd door gele koorts langer te Curaçao opgehouden, dan men voornemens was. Op 4 december 1880 naar Nederland vertrokken en op 4 februari 1881 ter rede van Texel terug. 8 augustus 1881 van Nieuwediep voor een kruistocht van ruim vier weken in de Noordzee. In 1881 een nieuwe bewapening ontvangen, bestaande uit 1 kanon van 15 cm A en 6 kanons van 12 cm KA 2. Op 16 maart 1882 van Nieuwediep naar Curaçao en aankomst aldaar 15 april daaraanvolgend. In 1883 werden twee reizen van Curaçao naar Haïti en terug gemaakt. 21 april 1885 met Zr.Ms. Tromp van Curaçao naar Nederland en op 5 juni daaraanvolgend te IJmuiden binnen. In 1887 werd de bewapening vermeerderd met 2 revolverkanons van 3,7 cm. 1 september 1887 in dienst tot het houden van politietoezicht op de visserij in de Noordzee. 11 oktober 1887 in vliegend stormweer met orkaanstoten, terwijl het voorschip geheel onder water stampte, braken het kluifhout. Het jaaghout en de boegstag, toen enige matrozen bezig waren de kluiver te beslaan. Drie man geraakten hierdoor te water, waarvan slechts een met veel moeite uit de vleet kon worden gered. Verder aan boord veel schade. Op 4 november 1887 monitor Zr.Ms. Panter begeleid van Maassluis naar IJmuiden. Op 11 juli 1888 monitor Zr.Ms. Luipaard begeleidt van Nieuwediep naar IJmuiden. Op 15 juli 1888 monitors Zr.Ms. Luipaard en Panter en de kanonneerboten Zr.Ms. Geep en Das begeleid van Nieuwediep naar de Waterweg. Van 29 november 1888 tot 1 juli 1889 politietoezicht op de visserij in de Noordzee en op 1 juli 1889 te Amsterdam uit dienst gesteld. 6 september 1892 te Amsterdam weer in dienst gesteld en op 11 oktober daaraanvolgend van IJmuiden naar Curaçao via Afrika’ s Westkust en op 9 februari 1893 te Curaçao aangekomen. De ALKMAAR maakte in 1893 verschillende reizen in de Caribische Zee, waarbij diverse eilanden werden bezocht. In 1893 werd de soortnaam gewijzigd in KORVET. Op 8 maart 1895 van Curaçao via St. Thomas naar Nederland en op 17 april daaraanvolgend te Hellevoetsluis binnen.
Met fregat Hr.Ms. Atjeh Nederland vertegenwoordigd bij de feestelijke opening van het Noord-Oostzeekanaal in april 1895.Op 9 juli 1895 te Amsterdam uit dienst gesteld. 10 december 1895 weer in dienst gesteld en op 21 december daaraanvolgend van IJmuiden vertrokken ter bescherming van de Nederlandse belangen in de Turkse wateren. Op 5 maart 1896 van Smyrna naar Nederland en op 28 maart daaraanvolgend te Hellevoetsluis binnen, 11 mei 1896 van Hellevoetsluis naar Curaçao en op 23 juli daaraanvolgend aldaar aangekomen. 26juli 1898 van Curaçao naar Nederland en op 9 september daaraanvolgend te Hellevoetsluis binnengelopen. In 1900 werd de ALKMAAR uit de sterkte afgevoerd.
Van de schroefstoomschepen 3de klasse werd de soortnaam van Hr.Ms. Alkmaar op 12 mei 1893 gewijzigd in Korvet.
SOEMBING
Op 17 mei 1856 te Vlissingen op stapel gezet en in 1856 te water gelaten. Afmetingen: 43,67 x 8,52 x 3,90 m. Waterverplaatsing: 618 ton. Machinevermogen: 100 NPK. Bewapening: 4 kanons van 30 pond en 2 getrokken kanons van 16 cm. Bemanning: 100. Het schip beeft onder meer in Curaçao dienst gedaan, alsmede in Oost-Indië, waar het in 1872 werd afgekeurd.
CORNELIS DIRKS
Op 1 mei 1858 bij K. Smit Jr. te Krimpen a/d Lek op stapel gezet en in 1859 te water gelaten. Afmetingen: 43,00 x 9,20 x 4,30 m. Waterverplaatsing: 759 ton. Machinevermogen: 119 NPK; 250 EPK. Snelheid: 7 mijl. Bewapening: 4 kanons van 30 pond en 2 getrokken kanons van 16 cm. Bemanning: 100. Uit de jaarboekjes der Koninklijke Marine kan over de mutaties van dit schip het volgende worden vermeld. Op 20 juni 1875 met Zr.Ms. Leeuwarden en Prinses Maria als oefeningsdivisie van Nieuwediep vertrokken en 1t september daaraanvolgend te Willemsoord terug. 1 november 1875 in divisieverband met Zr.Ms. Zilveren Kruis, Leeuwarden en Prinses Maria naar West-Indië en in maart 1876 aan de zeemacht aldaar toegevoegd. 13 september 1876 naar St.Thomas vertrokken om de Nederlandse schoener Midas, door Venezuela aangehouden, op te halen. Met de schoener “Midas” op 23 september te Curaçao terug. 22 februari 1877 naar Colombia vertrokken in verband met het vermoorden van de Vice-Consul der Nederlanden. Op 5 maart daaraanvolgend van Cartagena vertrokken. Het schip maakte op 23 september 1877 een orkaan mee in de Caribische Zee en viel op 25 september daaraanvolgend behouden te Curaçao binnen, waar de schade werd hersteld. Op 31 januari 1878 werd assistentie verleend aan de Royal Mail stomer Severn, die bij het binnenlopen op het rif was vastgeraakt. 31 augustus 1878 voor een reis naar Colombia vertrokken en op 15 september daaraanvolgend te Curaçao terug. Op 27 februari 1879 werd assistentie verleend aan het Franse s.s. Colombie van de C.G.T., dat op het rif was gestrand en de haven van Curaçao 24 uur had afgesloten. 17 mei 1880 van Curaçao naar Nederland en op 1 juli daaraanvolgend te Hellevoetsluis binnengelopen. Op 15 juli 1880 werd de CORNELIS DIRKS te Hellevoetsluis uit dienst gesteld en afgekeurd.
REINIER CLAESZEN
Op 4 mei 1858 te Kinderdijk op stapel gezet en in 1859 te water gelaten. Afmetingen: 45,50 x 9,20 x 4,30 m. Waterverplaatsing: 759 ton. Machinevermogen: 119 NPK; 250 EPK. Bewapening: 4 kanons van 30 pond en 2 getrokken kanons van 16 cm. Bemanning: 119. Het schip beeft onder meer dienst gedaan in Oost-Indië en komt in de schepenlijst per 1 januari 1871 niet meer voor.
HET LOO
Op 13 mei 1858 op Rijkswerf te Amsterdam op stapel gezet en in 1859 te water gelaten. Afmetingen: 43,00/45,50 x 9,20 x 4,30 m. Waterverplaatsing: 759 ton. Machinevermogen: 119 NPK; 250 EPK. Snelheid: 7 mijl. Bewapening: 1 kanon van 15 cm A, 4 kanons van 12 cm KA en 2 getrokken kanons van 16 cm. Bemanning: 100. Het schip deed onder meer dienst in Curaçao en de kust van Guinea. Op 26 maart 1876 uit Curaçao naar Nieuwediep en 8 mei daaraanvolgend aldaar aangekomen en uit dienst gesteld. Op 16 september 1876 in dienst als Artillerie-instructieschip. 8 mei 1889 uit dienst gesteld en afgekeurd voor diensten buiten de haven van Nieuwediep. 15 september 1889 in dienst als logementsschip voor de bemanning van het Artillerie-instructieschip. Op 25 september 1894 logementsschip voor personeel van de Koninklijke Marine Reserve. In 1906 afgekeurd en vervangen door Hr.Ms. Atjeh. Op 8 november 1906 definitief uit dienst gesteld en afgevoerd.
RETEH
aanvankelijk SPRINKHAAN
Op 18 maart 1858 te Amsterdam op stapel gezet en in 1860 te water gelaten. Afmetingen: 43,00 x 9,20 x 4,30 m. Waterverplaatsing: 759 ton. Machinevermogen: 119 NPK; 250 EPK. Snelheid: 7 mijl. Bewapening: 4 kanons van 30 pond en 2 getrokken kanons van 16 cm. Bemanning: 100. Oorspronkelijk SPRINKHAAN genaamd, doch in 1859 herdoopt in RETEH. Het schip heeft onder meer dienst gedaan in Oost-Indië en komt in de schepenlijst per 1 januari 1872 niet meer voor.
PRINSES MARIA
In 1858 te Willemsoord op stapel gezet en in 1862 te water gelaten. Afmetingen: 43,00/45,50 x 9,20 x 4,30 m. Waterverplaatsing: 759 ton. Machinevermogen: 119 NPK; 250 EPK. Snelheid: 7 mijl. Bewapening: 1 getrokken kanon van 16 cm en 6 kanons van 12 cm KA. Bemanning: 100. Het schip maakte op 20 juni 1875 deel uit van een oefeningsdivisie met Zr.Ms. Leeuwarden en Cornelis Dirks en kwam van deze oefeningsreis op 15 september daaraanvolgend te Hellevoetsluis terug. In oktober 1875 naar West-Indië en tijdelijk toegevoegd aan de Zeemacht aldaar. Op 29 augustus 1876 in divisieverband met Zr.Ms. Zilveren Kruis en Leeuwarden van Curaçao naar Nederland teruggekeerd en op 11 oktober daaraanvolgend te Nieuwediep terug. 4 november 1876 van Hellevoetsluis naar de Levant (Smyrna) ter bestemming de Nederlandse belangen aldaar te behartigen, gedurende de Turks-Russische oorlog. 20 juni 1878 van Constantinopel via Smyrna naar Nederland terug en 12 augustus daaraanvolgend te Hellevoetsluis. Op 25 augustus 1878 uit dienstgesteld en afgekeurd. Bij ministeriele beschikking van 9 juni 1890 werd machtiging verleend tot verkoop van het afgekeurde schip.
ALKMAAR
In 1872 op Rijkswerf te Amsterdam op stapel gezet en in 1874 te water gelaten. Afmetingen: 54,00 x 9,20 x 4,55 m. Waterverplaatsing: 1013 ton. Machinevermogen: 140 NPK; 600 EPK. Snelheid: 11 mijl. Bewapening: 1 getrokken kanon van 18 cm en 2 kanons van 16 cm. In 1881 vervangen door: 1 kanon van 15 cm A en 6 kanons van 12 cm KA en in 1887 nog vermeerderd met: 2 revolverkanons van 3,7 cm. Bemanning: 100. In dienst gesteld 1 maart 1879. Op 6 april 1879 van Nieuwediep naar Liberia en Zuidkust van Afrika, van welke reis 10 september 1879 te Nieuwediep werd teruggekeerd. Op 10 december 1879 met Zr.Ms. Van Galen, Zilveren Kruis en Marnix van de rede van Texel als oefeningsdivisie vertrokken naar de Noord-Atlantische Oceaan, de Canarische- en Kaapverdische eilanden. Op 4 maart 1880 van de divisie gescheiden met bestemming Curaçao, alwaar op 4 april daaraanvolgend werd aangekomen. De “ALKMAAR” werd door gele koorts langer te Curaçao opgehouden, dan men voornemens was. Op 4 december 1880 naar Nederland vertrokken en op 4 februari 1881 ter rede van Texel terug. 8 augustus 1881 van Nieuwediep voor een kruistocht van ruim vier weken in de Noordzee. In 1881 een nieuwe bewapening ontvangen, bestaande uit 1 kanon van 15 cm A en 6 kanons van 12 cm KA 2. Op 16 maart 1882 van Nieuwediep naar Curaçao en aankomst aldaar 15 april daaraanvolgend. In 1883 werden twee reizen van Curaçao naar Haïti en terug gemaakt. 21 april 1885 met Zr.Ms. Tromp van Curaçao naar Nederland en op 5 juni daaraanvolgend te IJmuiden binnen. In 1887 werd de bewapening vermeerderd met 2 revolverkanons van 3,7 cm. 1 september 1887 in dienst tot het houden van politietoezicht op de visserij in de Noordzee. 11 oktober 1887 in vliegend stormweer met orkaanstoten, terwijl het voorschip geheel onder water stampte, braken het kluifhout. Het jaaghout en de boegstag, toen enige matrozen bezig waren de kluiver te beslaan. Drie man geraakten hierdoor te water, waarvan slechts een met veel moeite uit de vleet kon worden gered. Verder aan boord veel schade. Op 4 november 1887 monitor Zr.Ms. Panter begeleid van Maassluis naar IJmuiden. Op 11 juli 1888 monitor Zr.Ms. Luipaard begeleidt van Nieuwediep naar IJmuiden. Op 15 juli 1888 monitors Zr.Ms. Luipaard en Panter en de kanonneerboten Zr.Ms. Geep en Das begeleid van Nieuwediep naar de Waterweg. Van 29 november 1888 tot 1 juli 1889 politietoezicht op de visserij in de Noordzee en op 1 juli 1889 te Amsterdam uit dienst gesteld. 6 september 1892 te Amsterdam weer in dienst gesteld en op 11 oktober daaraanvolgend van IJmuiden naar Curaçao via Afrika’ s Westkust en op 9 februari 1893 te Curaçao aangekomen. De ALKMAAR maakte in 1893 verschillende reizen in de Caribische Zee, waarbij diverse eilanden werden bezocht. In 1893 werd de soortnaam gewijzigd in KORVET. Op 8 maart 1895 van Curaçao via St. Thomas naar Nederland en op 17 april daaraanvolgend te Hellevoetsluis binnen.
Met fregat Hr.Ms. Atjeh Nederland vertegenwoordigd bij de feestelijke opening van het Noord-Oostzeekanaal in april 1895.Op 9 juli 1895 te Amsterdam uit dienst gesteld. 10 december 1895 weer in dienst gesteld en op 21 december daaraanvolgend van IJmuiden vertrokken ter bescherming van de Nederlandse belangen in de Turkse wateren. Op 5 maart 1896 van Smyrna naar Nederland en op 28 maart daaraanvolgend te Hellevoetsluis binnen, 11 mei 1896 van Hellevoetsluis naar Curaçao en op 23 juli daaraanvolgend aldaar aangekomen. 26juli 1898 van Curaçao naar Nederland en op 9 september daaraanvolgend te Hellevoetsluis binnengelopen. In 1900 werd de ALKMAAR uit de sterkte afgevoerd.