Johan de Witt
Achtergrond
Het Nederlandse kabinet besloot in 2000 tot de aanschaf van een tweede transportschip, na gunstige ervaringen met het eerste, Zr. Ms. Rotterdam. Een dergelijk schip past in de aspiraties van het kabinet de krijgsmacht in toenemende mate expeditionair in te zetten. Ontwerp, bouw en uitrusting Het ontwerp van de Johan de Witt is grotendeels gebaseerd op dat van de Rotterdam, maar het schip is langer en breder. De Johan de Witt zal behalve als landingsschip ook kunnen functioneren als amfibisch commandoschip. Het kan amfibische acties tot brigade- en landingsacties tot divisie-niveau coördineren. Daarvoor krijgt het extra communicatiemiddelen en ruimte aan boord voor een amfibische staf van maximaal 402 personen. |
In de eerste plaats is het, net als Zr. Ms. Rotterdam, een transport- en landingsschip voor het vervoer van een bataljon mariniers met goederen. Het dok is echter kleiner: het biedt ruimte aan twee landingsvaartuigen( LCU's) (de Rotterdam kan er vier meenemen). Het dok is wel iets breder dan dat van de Rotterdam en kan Britse LCU's (die breder zijn dan de Nederlandse) aan boord nemen of, zo nodig, een (Amerikaans) luchtkussenvaartuig. Ter compensatie kunnen aan davits nog vier kleinere LCVP's worden meegenomen. Het helikopterdek is groter en sterker en geschikt voor zware CH-47 Chinook helikopters.
Het schip werd besteld bij De Schelde in Vlissingen, tegenwoordig onderdeel van Damen Shipyards Group. Om de kosten te drukken liet Damen het casco, zoals bij veel marineschepen de laatste jaren gebruikelijk is, bij een dochterbedrijf, de Galați-werf, in Roemenië bouwen. Het schip werd in Vlissingen voltooid.
Het schip heeft een Thales Variant rondzoekradar, uitgebreid met helikopterdirectie. Het zou ook voorzien worden van een Gatekeeper-systeem voor waarneming van (zeer) kleine doelen in kustwateren en havens.
Door ondervonden problemen met de voortstuwing werd de voor begin 2007 geplande indienststelling met ruim een half jaar vertraagd.
Het schip werd besteld bij De Schelde in Vlissingen, tegenwoordig onderdeel van Damen Shipyards Group. Om de kosten te drukken liet Damen het casco, zoals bij veel marineschepen de laatste jaren gebruikelijk is, bij een dochterbedrijf, de Galați-werf, in Roemenië bouwen. Het schip werd in Vlissingen voltooid.
Het schip heeft een Thales Variant rondzoekradar, uitgebreid met helikopterdirectie. Het zou ook voorzien worden van een Gatekeeper-systeem voor waarneming van (zeer) kleine doelen in kustwateren en havens.
Door ondervonden problemen met de voortstuwing werd de voor begin 2007 geplande indienststelling met ruim een half jaar vertraagd.
Bewapening
Amfibische transportschepen zijn, hoewel oorlogsschepen, niet uitgerust voor het voeren van een gevecht. Net als bij de Rotterdam bestaat de bewapening voornamelijk uit beperkte middelen voor zelfbescherming en is het schip, opererend in een hoger geweldspectrum, afhankelijk van fregatten voor bescherming. De bewapening bestaat uit twee Goalkeeper-systemen en tot tien 12,7 mm (0.5 inch) mitrailleurs. Er is een magazijn waarin torpedo's kunnen worden meegevoerd als reserve voor escorterende fregatten of voor eigen boordhelikopters. De hangar biedt ruimte aan zes helikopters van het type NH-90 , AS.532U2 Cougar of AH-64D Apache of vier helikopters van het type CH-47D Chinook.
Amfibische transportschepen zijn, hoewel oorlogsschepen, niet uitgerust voor het voeren van een gevecht. Net als bij de Rotterdam bestaat de bewapening voornamelijk uit beperkte middelen voor zelfbescherming en is het schip, opererend in een hoger geweldspectrum, afhankelijk van fregatten voor bescherming. De bewapening bestaat uit twee Goalkeeper-systemen en tot tien 12,7 mm (0.5 inch) mitrailleurs. Er is een magazijn waarin torpedo's kunnen worden meegevoerd als reserve voor escorterende fregatten of voor eigen boordhelikopters. De hangar biedt ruimte aan zes helikopters van het type NH-90 , AS.532U2 Cougar of AH-64D Apache of vier helikopters van het type CH-47D Chinook.