Het Korps Mariniers, opgericht 10 december 1665, is een onderdeel van de Koninklijke Marine en een van de oudste militaire onderdelen van de huidige Nederlandse krijgsmacht. Het Korps Mariniers bestaat uit infanteristen die dienstdoen op oorlogsschepen en ingezet kunnen worden op de grens van land en water. Het korps wordt sinds de jaren negentig in toenemende mate ingezet bij operaties op het land in het kader van crisisbeheersing. Amfibische operaties zijn echter de specialiteit van het korps.
Geschiedenis Algemeen
In de klassieke oudheid was de zeeoorlog vaak een voortzetting van de landoorlog, met dien verstande dat krijgshandelingen ter zee werden verricht door dezelfde soldaten als te land. Schepen probeerden elkaar te enteren, waarna soldaten het vijandelijke schip overmeesterden.
Omdat in de oudheid schepen in de Middellandse Zee meestal roeischepen (zoals de Trireem) waren, waren de bemanningen zowel roeier als soldaat. Later kwam er een functiescheiding tussen roeiers en soldaten. In sommige gevallen werden slaven of gevangenen gebruikt om galeien te roeien. Ook na de constructie van de ramsteven, waardoor het mogelijk werd andere schepen door rammen tot zinken te brengen, bleef het enteren van belang.
Met de komst van scheepsgeschut in de late middeleeuwen veranderde de zeeoorlog van karakter en verdwenen de soldaten van de schepen.
Nederland[bewerken]In de 17e eeuw ging de Republiek er toe over enkele infanterieregimenten onder gezag van de vloot te stellen.
De infanteristen kregen de taak landingen op vijandelijk grondgebied uit te voeren.
In 1627 werden op initiatief van luitenant-admiraal Filips van Dorp 1000 soldaten over schepen verdeeld, om vijandelijke schepen te kunnen enteren.
Na de Vrede van Münster in 1648 verdwenen deze soldaten echter weer van de vloot.
Nadat een verzoek tot oprichting van een regiment zee-infanteristen in 1663 was afgewezen, werd in 1665 alsnog een regiment soldaten aan de marine toegewezen. Dit gebeurde op initiatief van raadpensionaris Johan de Witt en luitenant-admiraal Michiel de Ruyter.
De eerste commandant was Willem Joseph van Ghent naar wie de Van Ghentkazerne in Rotterdam is vernoemd. Thans wordt 10 december 1665 gezien als oprichtingsdatum van het Korps Mariniers.
Van oudsher lag het voornaamste werkterrein van het Korps Mariniers buiten het moederland: aanvankelijk vooral op de vloot; later ook in de koloniën. Dit komt tot op heden tot uiting in de wapenspreuk: Qua patet orbis (Zo wijd de wereld strekt).
Ook spreekt men van Oud-Marinier in plaats van Ex-Marinier, vanwege het feit dat je als Marinier wordt gezien als "Marinier voor het leven". Vandaar de uitspraak: Eens een Marinier, altijd een Marinier..
De Tweede Wereldoorlog
Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog bevonden zich eenheden in Nederland, Nederlands-Indië, de Nederlandse Antillen en Suriname. Vooral bij de verdediging van de Maasbruggen in Rotterdam hebben mariniers een imponerende rol gespeeld.
Verdeeld in detachementen over de vloot, namen mariniers in 1942 deel aan de Slag in de Javazee, terwijl zij op Java als bataljon waren ingedeeld bij de 3e divisie. In pogingen de Japanners te weerstaan onderscheidden zij zich onder andere in de gevechten bij Kertosono. Om te kunnen deelnemen aan de acties tegen Japan in Azië, werd in 1943 in de Verenigde Staten een mariniersbrigade naar Amerikaans model opgericht.
Van deze mariniersbrigade werden er in maart 1944 ongeveer 100 mariniers teruggestuurd naar Engeland en tijdelijk gedetacheerd bij de Prinses Irene Brigade, die onderbemand was. Deze eenheid ging op 6 augustus 1944 in Normandië aan land en nam deel aan de bevrijding van Zuid-Nederland. In juni 1945 werd de detachering opgeheven.
Ontwikkelingen na de Tweede Wereldoorlog
Van 1946 tot 1950 was het Korps Mariniers actief in Nederlands-Indië met de mariniersbrigade, een eenheid die ten tijde van haar grootste omvang circa 5.000 man telde. Van november 1950 tot juli 1954 actief in Korea en vanaf november 1950 tot november 1962 was het korps ook actief in Nederlands Nieuw-Guinea, maar na de overdracht van Nieuw-Guinea aan Indonesië leek er geen bestaansrecht voor het korps meer te zijn.
Door het lidmaatschap van de NAVO, met daarin de nadruk op de beveiliging van de zeevaart op de Atlantische Oceaan, werd zelfs in de jaren zestig gedacht het korps op te heffen. Door de oprichting van een "koudweer" getraind peloton -het ski peloton- in het begin van de jaren zeventig, werd dit voorkomen.
Hiermee kreeg het korps echter een nieuwe bestemming. Samen met troepen van NAVO-bondgenoten werden mariniers voortaan ingezet op de "flanken" van de NAVO. De "koudweer" getrainde compagnie werd onderdeel van de Britse 3e mariniersbrigade. Aansluitend werd ook de 1e Amfibische Gevechtsgroep (AGGP) getraind voor optreden in Noorwegen en werd de 2e AGGP een onderdeel van de ACE Mobile Force (tegenwoordig Rapid Reaction Force).
Training
Het Korps Mariniers is een snel inzetbare lichte infanterie-eenheid gespecialiseerd in amfibische operaties. Bij inzet worden zij geacht geruime tijd achtereen en onder alle geografische en klimaatomstandigheden inzetbaar te zijn. Ter voorbereiding hierop wordt in de trainingscyclus onder andere berg-, koudweer-, woestijn- en jungletraining opgenomen. Het Korps Mariniers was tot dusver niet toegankelijk voor vrouwen maar dit veranderde per 1 januari 2017. Wel moeten vrouwelijke kandidaten aan dezelfde eisen voldoen als hun mannelijke collega's.
In de klassieke oudheid was de zeeoorlog vaak een voortzetting van de landoorlog, met dien verstande dat krijgshandelingen ter zee werden verricht door dezelfde soldaten als te land. Schepen probeerden elkaar te enteren, waarna soldaten het vijandelijke schip overmeesterden.
Omdat in de oudheid schepen in de Middellandse Zee meestal roeischepen (zoals de Trireem) waren, waren de bemanningen zowel roeier als soldaat. Later kwam er een functiescheiding tussen roeiers en soldaten. In sommige gevallen werden slaven of gevangenen gebruikt om galeien te roeien. Ook na de constructie van de ramsteven, waardoor het mogelijk werd andere schepen door rammen tot zinken te brengen, bleef het enteren van belang.
Met de komst van scheepsgeschut in de late middeleeuwen veranderde de zeeoorlog van karakter en verdwenen de soldaten van de schepen.
Nederland[bewerken]In de 17e eeuw ging de Republiek er toe over enkele infanterieregimenten onder gezag van de vloot te stellen.
De infanteristen kregen de taak landingen op vijandelijk grondgebied uit te voeren.
In 1627 werden op initiatief van luitenant-admiraal Filips van Dorp 1000 soldaten over schepen verdeeld, om vijandelijke schepen te kunnen enteren.
Na de Vrede van Münster in 1648 verdwenen deze soldaten echter weer van de vloot.
Nadat een verzoek tot oprichting van een regiment zee-infanteristen in 1663 was afgewezen, werd in 1665 alsnog een regiment soldaten aan de marine toegewezen. Dit gebeurde op initiatief van raadpensionaris Johan de Witt en luitenant-admiraal Michiel de Ruyter.
De eerste commandant was Willem Joseph van Ghent naar wie de Van Ghentkazerne in Rotterdam is vernoemd. Thans wordt 10 december 1665 gezien als oprichtingsdatum van het Korps Mariniers.
Van oudsher lag het voornaamste werkterrein van het Korps Mariniers buiten het moederland: aanvankelijk vooral op de vloot; later ook in de koloniën. Dit komt tot op heden tot uiting in de wapenspreuk: Qua patet orbis (Zo wijd de wereld strekt).
Ook spreekt men van Oud-Marinier in plaats van Ex-Marinier, vanwege het feit dat je als Marinier wordt gezien als "Marinier voor het leven". Vandaar de uitspraak: Eens een Marinier, altijd een Marinier..
De Tweede Wereldoorlog
Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog bevonden zich eenheden in Nederland, Nederlands-Indië, de Nederlandse Antillen en Suriname. Vooral bij de verdediging van de Maasbruggen in Rotterdam hebben mariniers een imponerende rol gespeeld.
Verdeeld in detachementen over de vloot, namen mariniers in 1942 deel aan de Slag in de Javazee, terwijl zij op Java als bataljon waren ingedeeld bij de 3e divisie. In pogingen de Japanners te weerstaan onderscheidden zij zich onder andere in de gevechten bij Kertosono. Om te kunnen deelnemen aan de acties tegen Japan in Azië, werd in 1943 in de Verenigde Staten een mariniersbrigade naar Amerikaans model opgericht.
Van deze mariniersbrigade werden er in maart 1944 ongeveer 100 mariniers teruggestuurd naar Engeland en tijdelijk gedetacheerd bij de Prinses Irene Brigade, die onderbemand was. Deze eenheid ging op 6 augustus 1944 in Normandië aan land en nam deel aan de bevrijding van Zuid-Nederland. In juni 1945 werd de detachering opgeheven.
Ontwikkelingen na de Tweede Wereldoorlog
Van 1946 tot 1950 was het Korps Mariniers actief in Nederlands-Indië met de mariniersbrigade, een eenheid die ten tijde van haar grootste omvang circa 5.000 man telde. Van november 1950 tot juli 1954 actief in Korea en vanaf november 1950 tot november 1962 was het korps ook actief in Nederlands Nieuw-Guinea, maar na de overdracht van Nieuw-Guinea aan Indonesië leek er geen bestaansrecht voor het korps meer te zijn.
Door het lidmaatschap van de NAVO, met daarin de nadruk op de beveiliging van de zeevaart op de Atlantische Oceaan, werd zelfs in de jaren zestig gedacht het korps op te heffen. Door de oprichting van een "koudweer" getraind peloton -het ski peloton- in het begin van de jaren zeventig, werd dit voorkomen.
Hiermee kreeg het korps echter een nieuwe bestemming. Samen met troepen van NAVO-bondgenoten werden mariniers voortaan ingezet op de "flanken" van de NAVO. De "koudweer" getrainde compagnie werd onderdeel van de Britse 3e mariniersbrigade. Aansluitend werd ook de 1e Amfibische Gevechtsgroep (AGGP) getraind voor optreden in Noorwegen en werd de 2e AGGP een onderdeel van de ACE Mobile Force (tegenwoordig Rapid Reaction Force).
Training
Het Korps Mariniers is een snel inzetbare lichte infanterie-eenheid gespecialiseerd in amfibische operaties. Bij inzet worden zij geacht geruime tijd achtereen en onder alle geografische en klimaatomstandigheden inzetbaar te zijn. Ter voorbereiding hierop wordt in de trainingscyclus onder andere berg-, koudweer-, woestijn- en jungletraining opgenomen. Het Korps Mariniers was tot dusver niet toegankelijk voor vrouwen maar dit veranderde per 1 januari 2017. Wel moeten vrouwelijke kandidaten aan dezelfde eisen voldoen als hun mannelijke collega's.