Hr.Ms. Ambon ex-HMAS Cairns J 183
Bouwwerf
op stapel gezet te water gelaten in dienst gesteld( Australië) in dienst gesteld KM naamsein |
Cackatoo Dock & Eng. CO. te Sydney
29 januari 1941 5 juli 1941 17 januari 1946 te Brisbane MV21 ( 15-07-1946 ) PK1 ( 15-09- 1946 ) P6 ( 15-01-1947 ) |
De taak van het schip was het patrouilleren in een groot deel van de Archipel, waarbij prauwen en tongkans werden aangehouden, het opsporen van smokkelaars, het uitoefenen van blokkades van vervoersroutes naar en tussen de republikeinse havens, het voorkomen van infiltraties en waar nodig vredestaken verrichten.
De eerste tocht van het schip was van 2 tot 10 april 1946 en voerde naar het eiland Saleier en de Tijger eilanden tussen Celebes en Flores. De volgende reis duurde een maand. In Makassar werden veertig ton medicamenten, levensmiddelen en textiel in het mijnenveegruim gestouwd en op het achterdek veertig drums met benzine vast gesjord, dit alles bestemd voor het eiland Soemba. Op 19 april vertrok het schip uit Makassar en kwam twee dagen later op haar bestemming Waingapoe aan. Dank zij hard werken van de bemanning werd de gehele lading in een dag gelost. Nog diezelfde avond vertrok het schip naar Port Darwin waar men op 25 april arriveerde, Hier kwam dertig ton lading aan boorden op 2 mei vertrok men naar Merauke. In de Arafoerazee kreeg men zwaar weer te verduren;het schip slingerde en stampte hevig en nam zeetjes over de brug over, waarop vaart geminderd moest worden en pas na vier dagen arriveerde het schip op haar bestemming .Nadat de lading van boord was gehaald embarkeerden 58 militairen van het KNIL en had het schip bijna net zoveel passagiers als bemanning. Op 7 mei werd Merauke verlaten en op 10 mei in Banda Neira afgemeerd.,waarna men een dag later in Ambon arriveerde, doch op 18 mei was Hr.Ms. Ambon weer terug in Makassar om in onderhoud te gaan.
Op 4 juni1946 werd weer naar zee vertrokken om tussen de eilanden verschillende opdrachten uit te voeren die in hoofdzaak in hielden het vervoer van autoriteiten en personeel,maar ook vrouwen en kinderen.Aan deze trip kwam op 26 juni in Makassar weer een einde waaruit bleek dat het schip in die periode zo'n 7.000 zeemijl had afgelegd en hoognodig aan het halflaarlijks onderhoud toe was. Daar toe lag het schip van 1 juli tot 7 oktober 1946 bij het
marine-etablissement in Soerabaja, waarna naar Makassar werd teruggekeerd.
Op 4 juni1946 werd weer naar zee vertrokken om tussen de eilanden verschillende opdrachten uit te voeren die in hoofdzaak in hielden het vervoer van autoriteiten en personeel,maar ook vrouwen en kinderen.Aan deze trip kwam op 26 juni in Makassar weer een einde waaruit bleek dat het schip in die periode zo'n 7.000 zeemijl had afgelegd en hoognodig aan het halflaarlijks onderhoud toe was. Daar toe lag het schip van 1 juli tot 7 oktober 1946 bij het
marine-etablissement in Soerabaja, waarna naar Makassar werd teruggekeerd.
En opnieuw ondernam Hr.Ms. Ambon op 12 oktober de volgende tripv an gelijke inhoud als voorgaande. Telkens werden passagiers en lading vervoerd en op sommige plaatsen ging de landingsdivisie aan wal voor een patrouille door de kampongs en omgeving.
Op 1 november ging het echter mis. Commandant P. Cool had de kortste route naar Banggai,tussen het eilandje Poeah en de kust,gekozen. Hij was zelf op de brug toen de Ambon 's ochtends om 05.00 uur met negen mijls vaart in deze passage op een rif liep. De zeekaart waar op de navigatie werd gevoerd was in 1906 opgenomen en, naar later bleek, was het koraal in noordelijke richting uitgewerkt. Er was een geluk bij het ongeluk:het schip stond rechtstandig op het koraal, maar beide schroeven waren vrij van het rif. Het was wel pech dat het schip met hoogwater was vastgelopen. Duikers constateerden dat de scheepshuid niet noemenswaardig was beschadigd en alle hens werd aan het werk gezet om het schip weer vlot te krijgen. Acht ton munitie werd vanuit het voorschip naar het achterdek gesjouwd en uit de voordrinkwatertank tien ton water buitenboord gepompt. en de beide motorsloepen en vlet werden gestreken en beide ankers werden uitgebracht. Met hoogwater werd steeds met beide machines volle kracht achteruit geslagen en met de spillen aan de ankers getrokken, doch er kwam weinig beweging in het schip. Toen moest commandant Cool om assistentie vragen en op de platvoet van 3 november arriveerde Hr.Ms.Evertsen en werd een sleeptros klaargemaakt. Doch nog die zelfde avond ondernam de commandant een nieuwe pogingen nu lukte het wel! Met beide machines uiterst vermogen achteruit en maximum pk' s op de spillen kwam Hr.Ms.Ambon om 21.45 uur vrij van het rif, waarna een luid gejuich opsteeg.
Al deze inspanningen hadden een flinke aderlating inde brandstof voorraad teweeg gebracht en daarom kwam de Evertsen de volgende morgen langszij om olie en drinkwater af te geven.Op 7 november was het schip weer in Makassar terug om daarna naar Soerabaja te gaan voor ketelonderhoud, het geen tot 2 december 1946 duurde
Op 1 november ging het echter mis. Commandant P. Cool had de kortste route naar Banggai,tussen het eilandje Poeah en de kust,gekozen. Hij was zelf op de brug toen de Ambon 's ochtends om 05.00 uur met negen mijls vaart in deze passage op een rif liep. De zeekaart waar op de navigatie werd gevoerd was in 1906 opgenomen en, naar later bleek, was het koraal in noordelijke richting uitgewerkt. Er was een geluk bij het ongeluk:het schip stond rechtstandig op het koraal, maar beide schroeven waren vrij van het rif. Het was wel pech dat het schip met hoogwater was vastgelopen. Duikers constateerden dat de scheepshuid niet noemenswaardig was beschadigd en alle hens werd aan het werk gezet om het schip weer vlot te krijgen. Acht ton munitie werd vanuit het voorschip naar het achterdek gesjouwd en uit de voordrinkwatertank tien ton water buitenboord gepompt. en de beide motorsloepen en vlet werden gestreken en beide ankers werden uitgebracht. Met hoogwater werd steeds met beide machines volle kracht achteruit geslagen en met de spillen aan de ankers getrokken, doch er kwam weinig beweging in het schip. Toen moest commandant Cool om assistentie vragen en op de platvoet van 3 november arriveerde Hr.Ms.Evertsen en werd een sleeptros klaargemaakt. Doch nog die zelfde avond ondernam de commandant een nieuwe pogingen nu lukte het wel! Met beide machines uiterst vermogen achteruit en maximum pk' s op de spillen kwam Hr.Ms.Ambon om 21.45 uur vrij van het rif, waarna een luid gejuich opsteeg.
Al deze inspanningen hadden een flinke aderlating inde brandstof voorraad teweeg gebracht en daarom kwam de Evertsen de volgende morgen langszij om olie en drinkwater af te geven.Op 7 november was het schip weer in Makassar terug om daarna naar Soerabaja te gaan voor ketelonderhoud, het geen tot 2 december 1946 duurde
Naast het hier boven beschreven relaas vervulde Hr.Ms. Ambon vele patrouilles en leverde talloze malen assistentie bij allerhande operaties van de RP's. Terwijl het schip in augustus 1947 in Soerabaja in reparatie lag,werd op 4 augustus een kustbatterij van Tjimiring door torpedobootjagers buiten gevecht gesteld en een landingsdivisie
aan land gebracht.Nadat de jagers de volgende dag terug keerden naar Soerabaja, bleef een PortParty van 37 man, in hoofdzaak bestaande uit de bemanning van Hr.Ms. Ambon in de haven achter. Zo kreeg ook Probolinggo een zelfde bezoek van Ambon bemanningsleden.
In maart1948 werd assistentie verleend aan de RP 133 die de ALRI-motorboot Nori t had onderschept en daarbij een vuurgevecht was aangegaan waarbij gewonden en een dode aan ALRI-zijde was gevallenen een aantal mensen gevangen werd genomen. Deze laatsten werden door Hr.Ms. Ambon overgenomen en aan de autoriteiten overgedragen. Op 26 december 1948 was Hr.Ms.Ambonop patrouille langs de kust bij Benkoelen. Het schip had opdracht assistentie te verlenen wanneer de stad door het leger werd bezet. .Dit
laatste werd echter vertraagd. Op de voormiddag van 4 januari stoomde de Ambon de baai van Benkoelen in. Op één mijl vanaf de haven werd de motorsloep met zes man gestreken onderleidingvande oudste officier. Hijmoest dicht onderde kust de mogelijkhedenom te landen onderzoeken. Het kustrif bood geen mogelijkheid om te landen. De sloep voer langzaam
de haven in, doch bij het verlaten van de haven werd de sloep vanaf een fort onder vuur genomen.De Ambon kwam te hulp en vuurde een paar granaten op het fort af.
Dit weerhield de TNI er niet van nog twee loodsen in brand te steken. Die avond was vanaf de Ambon de gloed van de brandende goedangs nog een tijd lang te zien.
De volgende morgen verscheen Hr.Ms. Tjerk Hiddes op het strijdtoneel, terwijl de Ambon nabij de haven ten anker lag. De Ambon had inmiddels twee sloepen gestreken die langszij de torpedobootjager l<wamen om 25 KNIl-infanteristen aan boord te nemen. Met de gewapende sloep van de jager voer men op de haven af. De eerste sloep rondde het havenhoofd en voer ongehinderd de havenkom binnen.De sloep van de Ambon volgde en draaide stuurboord uit om langs de kade af te meren. Op dat moment openden twee mitrailleurs vanaf ongeveer twintig meter het vuur. Deze vuurstoot trok een rij kogelgaten inde kajuit van de sloep. De treffersagen nog geen 10 cm van de voorste brenschutter, die slechts lichtgewond werd door rondvliegende houtsplinters,doch de infanteristen konden aan land gaan. Gelukkig keerde de sloep weer veilig aan boord van het schip terug. ln de avond van 5 januari keerde Hr.Ms. Ambon terug naar Soerabaja.
Een oud-opvarende herinnert zich nog helder dat Hr.Ms. Ambon, stomende in de trechter van de Straat Madoera, plotseling ter hoogte van Grissee door een TNI-kustbatterij onder vuur werd genomen. Degranaten gierden letterlijk over het schip! De commandant liet onmiddellijk met behulp van de geschutstoren het vuur beantwoorden en kennelijk was dit voldoende, want na enige salvo's zweeg de kustbatterij en kon het schip haar koers vervolgen.
De CZMNI, vice admiraal A.S.Pinke had meer dan drie jaar de hoogste post in Indonesië vervuld en ging met het motorschip Bali thuisvaren- ln de Straat Malakka werd hij verrast met een laatste groet van zijn geliefde patrouille dienst. In opdracht van de Commandant Maritieme Middelen Belawan hadHr.Ms. Ambon op 9 oktober een interceptiekoers op de Bali uitgezet en tegen het eind van de middag werd contact met het koopvaardijschip gemaakt.
Met de gehele bemanning aangetreden aan dek maakte deAmbon een Admiraalszwaai dicht langs het schip en werd een driewerf hoera uitgebracht. Op de brugvleugel van de Bali stond een eenzame figuur in het wit met zijn pet te zwaaien.
Met groot ceremonieel werd in Soerabaja Hr.Ms. Ambon op 7 april 1950 uit de sterkte afgevoerd en aan de Indonesische marine (ALR!) overgedragen en herdoopt in Banteng. Het schip had haar sporen ruimschoots verdiend.
aan land gebracht.Nadat de jagers de volgende dag terug keerden naar Soerabaja, bleef een PortParty van 37 man, in hoofdzaak bestaande uit de bemanning van Hr.Ms. Ambon in de haven achter. Zo kreeg ook Probolinggo een zelfde bezoek van Ambon bemanningsleden.
In maart1948 werd assistentie verleend aan de RP 133 die de ALRI-motorboot Nori t had onderschept en daarbij een vuurgevecht was aangegaan waarbij gewonden en een dode aan ALRI-zijde was gevallenen een aantal mensen gevangen werd genomen. Deze laatsten werden door Hr.Ms. Ambon overgenomen en aan de autoriteiten overgedragen. Op 26 december 1948 was Hr.Ms.Ambonop patrouille langs de kust bij Benkoelen. Het schip had opdracht assistentie te verlenen wanneer de stad door het leger werd bezet. .Dit
laatste werd echter vertraagd. Op de voormiddag van 4 januari stoomde de Ambon de baai van Benkoelen in. Op één mijl vanaf de haven werd de motorsloep met zes man gestreken onderleidingvande oudste officier. Hijmoest dicht onderde kust de mogelijkhedenom te landen onderzoeken. Het kustrif bood geen mogelijkheid om te landen. De sloep voer langzaam
de haven in, doch bij het verlaten van de haven werd de sloep vanaf een fort onder vuur genomen.De Ambon kwam te hulp en vuurde een paar granaten op het fort af.
Dit weerhield de TNI er niet van nog twee loodsen in brand te steken. Die avond was vanaf de Ambon de gloed van de brandende goedangs nog een tijd lang te zien.
De volgende morgen verscheen Hr.Ms. Tjerk Hiddes op het strijdtoneel, terwijl de Ambon nabij de haven ten anker lag. De Ambon had inmiddels twee sloepen gestreken die langszij de torpedobootjager l<wamen om 25 KNIl-infanteristen aan boord te nemen. Met de gewapende sloep van de jager voer men op de haven af. De eerste sloep rondde het havenhoofd en voer ongehinderd de havenkom binnen.De sloep van de Ambon volgde en draaide stuurboord uit om langs de kade af te meren. Op dat moment openden twee mitrailleurs vanaf ongeveer twintig meter het vuur. Deze vuurstoot trok een rij kogelgaten inde kajuit van de sloep. De treffersagen nog geen 10 cm van de voorste brenschutter, die slechts lichtgewond werd door rondvliegende houtsplinters,doch de infanteristen konden aan land gaan. Gelukkig keerde de sloep weer veilig aan boord van het schip terug. ln de avond van 5 januari keerde Hr.Ms. Ambon terug naar Soerabaja.
Een oud-opvarende herinnert zich nog helder dat Hr.Ms. Ambon, stomende in de trechter van de Straat Madoera, plotseling ter hoogte van Grissee door een TNI-kustbatterij onder vuur werd genomen. Degranaten gierden letterlijk over het schip! De commandant liet onmiddellijk met behulp van de geschutstoren het vuur beantwoorden en kennelijk was dit voldoende, want na enige salvo's zweeg de kustbatterij en kon het schip haar koers vervolgen.
De CZMNI, vice admiraal A.S.Pinke had meer dan drie jaar de hoogste post in Indonesië vervuld en ging met het motorschip Bali thuisvaren- ln de Straat Malakka werd hij verrast met een laatste groet van zijn geliefde patrouille dienst. In opdracht van de Commandant Maritieme Middelen Belawan hadHr.Ms. Ambon op 9 oktober een interceptiekoers op de Bali uitgezet en tegen het eind van de middag werd contact met het koopvaardijschip gemaakt.
Met de gehele bemanning aangetreden aan dek maakte deAmbon een Admiraalszwaai dicht langs het schip en werd een driewerf hoera uitgebracht. Op de brugvleugel van de Bali stond een eenzame figuur in het wit met zijn pet te zwaaien.
Met groot ceremonieel werd in Soerabaja Hr.Ms. Ambon op 7 april 1950 uit de sterkte afgevoerd en aan de Indonesische marine (ALR!) overgedragen en herdoopt in Banteng. Het schip had haar sporen ruimschoots verdiend.