Fregatten van de Karel Doorman klasse !.....
Fregat M klasse
Fregat M klasse
Achtergrond
De Multipurpose fregatten (toen nog MP-fregat) kwamen voor het eerst voor in de Memorie van Toelichting bij de Defensiebegroting in 1977. Gedacht werd aan een goedkopere en kleinere variant van de Kortenaerklasse van maximaal 2700 ton waterverplaatsing (beladen). De schepen zouden voornamelijk gebruikt gaan worden voor escortetaken en onderzeebootbestrijding in de Noordzee. Vier schepen zouden gebouwd worden ter vervanging van de toen al zeer oude Roofdierklasse voor een gepland bedrag van 750 miljoen gulden.
Door diverse andere lopende projecten bij de Koninklijke Marine kreeg dit plan vooralsnog geen uitvoering. In de defensienota van 1984 werd de vervanging van de fregatten van de Van Speijkklasse voorzien. Integratie met het project vervanging Roofdierklasse leek een voor de hand liggende optie. Omdat de taken van de Van Speijks meer op de oceaan liggen werd het bestaande ontwerp van de MP fregatten te klein geacht. Het ontwerp werd vergroot (tot ruim 3200 ton), zodat er plaats was voor een grotere helikopter en een gesleepte sonar (TACTAS). Vier schepen werden voldoende geacht om de zes Van Speijks te vervangen, omdat de kleine Roofdieren ook al door vier aanzienlijk competentere schepen werden afgelost.
Aangezien er nogal wat tijd voorbij was gegaan sinds 1977 was er gelegenheid ervaringen met de Kortenaers én Britse ervaringen tijdens de Falklandoorlog te verwerken. Zo werden rompplaten in verschillende hoeken geplaatst om de radarreflectie te verminderen. In feite was er sprake van een geheel nieuw ontwerp.
De Multipurpose fregatten (toen nog MP-fregat) kwamen voor het eerst voor in de Memorie van Toelichting bij de Defensiebegroting in 1977. Gedacht werd aan een goedkopere en kleinere variant van de Kortenaerklasse van maximaal 2700 ton waterverplaatsing (beladen). De schepen zouden voornamelijk gebruikt gaan worden voor escortetaken en onderzeebootbestrijding in de Noordzee. Vier schepen zouden gebouwd worden ter vervanging van de toen al zeer oude Roofdierklasse voor een gepland bedrag van 750 miljoen gulden.
Door diverse andere lopende projecten bij de Koninklijke Marine kreeg dit plan vooralsnog geen uitvoering. In de defensienota van 1984 werd de vervanging van de fregatten van de Van Speijkklasse voorzien. Integratie met het project vervanging Roofdierklasse leek een voor de hand liggende optie. Omdat de taken van de Van Speijks meer op de oceaan liggen werd het bestaande ontwerp van de MP fregatten te klein geacht. Het ontwerp werd vergroot (tot ruim 3200 ton), zodat er plaats was voor een grotere helikopter en een gesleepte sonar (TACTAS). Vier schepen werden voldoende geacht om de zes Van Speijks te vervangen, omdat de kleine Roofdieren ook al door vier aanzienlijk competentere schepen werden afgelost.
Aangezien er nogal wat tijd voorbij was gegaan sinds 1977 was er gelegenheid ervaringen met de Kortenaers én Britse ervaringen tijdens de Falklandoorlog te verwerken. Zo werden rompplaten in verschillende hoeken geplaatst om de radarreflectie te verminderen. In feite was er sprake van een geheel nieuw ontwerp.
Oorspronkelijk was het de bedoeling dat de nieuwe fregatten de Frieslandklasse zouden gaan heten. Provincienamen waren al eens eerder gebruikt voor de naamgeving van onderzeebootjagers. Uiteindelijk koos men toch weer voor de namen van zee-officieren.
Anders dan bij de Kortenaerklasse werden bij deze schepen nog tijdens de bouw wijzigingen in het ontwerp aangebracht. Zo werd in een later stadium actieve roer-stabilisatie aangebracht en werd besloten tot de plaatsing van een verticaal lanceersysteem voor de luchtdoelraketten, terwijl op de bouwtekeningen nog rekening werd gehouden met een Mk.29 lanceerinrichting (zoals op de andere fregatten).
Hoofddoel van de schepen was (en is) onderzeebootbestrijding op de Atlantische Oceaan, in samenwerking met andere schepen en met vliegtuigen. Tegelijk hebben ze een (beperkte) capaciteit voor luchtverdediging en bescherming tegen zeedoelen. Aangezien de marine de laatste jaren meer aandacht krijgt voor oorlogvoering op het land en in kustwateren (piraterij, inlichtingenvergaring) blijken deze schepen te complex. Thans heeft men meer behoefte aan (goedkopere) schepen, met minder bemanning, die kunnen opereren met helikopters en snelle rhibs. Mede daarom zijn inmiddels zes van de acht schepen verkocht (twee aanChili, twee aan België en twee aan Portugal).
Anders dan bij de Kortenaerklasse werden bij deze schepen nog tijdens de bouw wijzigingen in het ontwerp aangebracht. Zo werd in een later stadium actieve roer-stabilisatie aangebracht en werd besloten tot de plaatsing van een verticaal lanceersysteem voor de luchtdoelraketten, terwijl op de bouwtekeningen nog rekening werd gehouden met een Mk.29 lanceerinrichting (zoals op de andere fregatten).
Hoofddoel van de schepen was (en is) onderzeebootbestrijding op de Atlantische Oceaan, in samenwerking met andere schepen en met vliegtuigen. Tegelijk hebben ze een (beperkte) capaciteit voor luchtverdediging en bescherming tegen zeedoelen. Aangezien de marine de laatste jaren meer aandacht krijgt voor oorlogvoering op het land en in kustwateren (piraterij, inlichtingenvergaring) blijken deze schepen te complex. Thans heeft men meer behoefte aan (goedkopere) schepen, met minder bemanning, die kunnen opereren met helikopters en snelle rhibs. Mede daarom zijn inmiddels zes van de acht schepen verkocht (twee aanChili, twee aan België en twee aan Portugal).