Met dank aan:
de MLD-Traditiekamer
Nico Geldhof (R.I.P.); 70 Jaar Marine-LuchtvaartDienst
https://en.wikipedia.org
https://kw.jonkerweb.net
Han Boswinkel, voor het uitwerken en aanvullen van deze vliegende vloot...
de MLD-Traditiekamer
Nico Geldhof (R.I.P.); 70 Jaar Marine-LuchtvaartDienst
https://en.wikipedia.org
https://kw.jonkerweb.net
Han Boswinkel, voor het uitwerken en aanvullen van deze vliegende vloot...
OVER NATIONALIETEIS-TEKENS…REGISTRATIES EN BASISLETTERS
Militaire vliegtuigen zijn herkenbaar aan hun z.g. nationaliteits-kentens, veelal kleurige en soms zeer kunstzinnige symbolen op vliegtuigromp en vleugels.
In veel landen is dit vanaf het begin hetzelfde kenteken gebleven, Nederland heeft er echter verschillende gehad:
ORANJE BAL
Vanaf het begin tot 1921 voerden de vliegtuigen van land- en zee¬macht een oranje cirkel op boven en ondervleugel(s), alsmede op de rompzijkanten en op het verticale staartvlak (kielvlak).
(Tot 1919 voerden ook verschillende civiele vliegtuigen zo'n oranje bal om aan te tonen dat ze Nederlands waren. Op 13 oktober dat jaar werd n.l. pas besloten dat Nederlandse burgervliegtuigen het nationaliteitskenmerk H-N ... zouden voeren. Op 1 oktober 1928 werd dit veranderd in PH- ... en zo is het nu nog.
De puntjes staan voor een drie-letter combinatie).
ROOD-WIT-BLAUWE ROZET
In 1921 werd bepaald dat de Nederlandse toestellen in den vervolge getooid zouden worden met een cirkel, verdeeld in 3 gelijke sectoren in de kleuren rood, wit en blauw. In het midden een kleine oranje cirkel. Deze rozetten stonden op de boven- en ondervleugel(s) en op de rompzijkanten. Het verticale (richtings-) roer werd verdeeld in drie horizontale banen; rood, wit en blauw. Vanaf 15 oktober 1921 moesten alle militaire vliegtuigen hiervan zijn voorzien.
PROEVEN
In november 1938 werd een voorstel ingediend om de bekende rozet te veranderen in een cirkel, verdeeld in vier gelijke parten in de kleuren oranje, rood, wit en blauw.
Twee landmacht vliegtuigen, de Fokkers T-V's 851 en 860 moeten hier inderdaad mee gevlogen hebben, maar het voorstel werd verworpen en de rozet bleef, zij het dat de kleuren rood-wit-blauw van de richtingsroeren verdwenen.
In 1939 werd voorgesteld de rozet te vervangen door een zwart omrande oranje cirkel. Ook dit voorstel werd verworpen, hoewel enkel MLD vliegtuigen, de Fokker C-VII W's L-8, L-13 en L-17, hebben er enkele dagen mee gevlogen.
ORANJE DRIEHOEK
Na het neerschieten van de Fokker T-VIII W registratienummer R-5 van de MLD op 13 september 1939, omdat de Duitsers de Nederland¬se rozet zouden hebben aangezien voor een Engels nationaliteitskenmerk, werd per 1 oktober dat jaar de zwart omrande driehoek ingevoerd. Met de punt naar beneden stond de driehoek op romp en vleu¬gels. Ook het richtingsroer was oranje met een zwarte rand. (Later verviel dit oranje richtingsroer).
BRITSE ROUNDEL
De vliegtuigen die gedurende de Tweede Wereldoorlog vanuit Enge¬land opereerden, voerden de Britse roundels, vier concentrische cirkels in (van binnen naar buiten) de kleuren rood, wit, blauwen geel. Om aan te duiden dat het Nederlandse vliegtuigen waren, werd een kleine zwart omrande oranje driehoek gevoerd op de rompneus, onder de cockpit.
(De MLD vliegtuigen in de Oost voerden tijdens deze oorlog hun eigen bekende oranje driehoek, of .... )
NEDERLANDSE VLAG
Een rechthoekige Nederlandse rood-wit-blauwe vlag op romp en vleugels. Ook bij de Militaire Vliegschool in Amerika werd dit nationaliteitskenteken gevoerd door vliegtuigen die Nederlands eigendom waren, evenals in Australië.
ROOD-WIT-BLAUWE ROZET
In 1946 werd bij Koninklijk besluit nr. 36 van 2 juli bepaald dat de oude vertrouwde rood-wit-blauwe rozet met het oranje cirkeltje in het midden, weer moest worden gevoerd door alle militaire vliegtuigen van de Nederlandse strijdkrachten. Op het kielvlak kwam een klein Nederlands vlaggetje (finflag), dat later verviel.
Dit is tot op heden nog zo……zij het dat er enkele Orions rondvliegen
met een grote Nederlandse vlag op de rompneus .... blijkbaar was ook nu de rozet niet herkenbaar genoeg.
Deze uitmonstering is echter niet officieel.
OVER REGISTRATIES
Ook de diverse registratiesystemen zijn nogal verwarrend.
De allereerste militaire vliegtuigen van de landmacht (LVA) kregen de letters LA- gevolgd door een volgnummer, de vliegtuigen van het ministerie van koloniën (KNIL) de letter K- gevolgd door een volgnummer en het allereerste marinevliegtuig werd de MA-1.
Het tweede tot en met vierde marinevliegtuig kregen slechts de letter M- gevolgd door het cijfer 1, 2 en 3 (door Trompenburg gebouwde Farman HF-22's)
Hierna stapte de MLD af van de aanduiding M voor marine en gaf haar vliegtuigen, per type, een willekeurige letter, gevolgd door een nummer.
Zo werden bijvoorbeeld, de drie Farmans M-1 t/m M-3 de A-1 t/m A-3 en de drie volgende Farmans de A-4 t/m A-6.
Men gebruikte bijna alle letters van het alfabet, m.u.v. de letters I, N en O. Men had de gewoonte het type vliegtuig aan te duiden naar de registratie-letter; b.v. T-vliegtuigen voor de Fokker T-IV W's, Y-boten voor de Catalina's en X-boten voor de Dornier Do-24K's. De registratienummers van deze vliegtuigen gingen n.l. vooraf door resp. de letter T, Y en X.
Deze methode bleef in gebruik tot de Tweede Wereldoorlog (in Europa).
MLD vliegtuigen van VSQ-320, VSQ-321 en VSQ-860 in Engeland voerden RAF/Royal Navy-registratienummers.
De Nederlandse B-25 Mitchells van VSQ-320 waren b.v. de FR141 t/m FR207.
VSQ-321 in het Verre Oosten gebruikte tijdens de oorlog (m.u.v. haar Liberators) de oude letter-registratiewijze.
Na de oorlog bleken de Luchtstrijdkrachten (LSK) het oude vooroorlogse lettervolgnummer-systeem van de MLD te hebben ingevoerd (Nog steeds bij de KLu). Aanvankelijk deed de MLD dit ook weer, maar in 1948 werd de kenletter vervangen door het overeenkomstige nummer in het alfabet.
Bijvoorbeeld de A-1werd de 1-1, P-211 werd 16-211 enzovoorts. De letters op de vliegtuigen werden daarbij nog verschillende keren veranderd (het nummer-letter gaf de taak van het vliegtuig aan!) en dit maakt een en ander voor de historicus niet eenvoudiger.
Vanaf eind 1959 kreeg elk MLD-vliegtuig gewoon een volgnummer, beginnend met 001 (een Tiger Moth-tweedekker) tot het huidige hoogste nummer 312 (Orion).
OVER BASISLETTERS
Tegelijk met de nieuwe registratiewijze werd in 1959 de z.g. basisletter ingevoerd. Deze letter stond op het kielvlak en gaf de thuisbasis van het toestel aan. Aanvankelijk waren er dat slechts vijf:
MarineVliegKamp
V voor MVKValkenburg,
K voor MVKKooy,
B voor MVKBiak,
H voor MVKHato en
D voor de HrMsKarel Doorman.
Gecompliceerder werd het toen de fregatten en bevoorradingsschepen voor het eerst (Wasp-)helikopers aan boord kregen:
AC Abr.Crijnssen PA Ph. van Almonde
BK Bankert PF Pieter Florisz
BT Bl.van Treslong PH Piet Heyn
CB Callenburg PS Poolster
DR De Ruyter TH Tjerk Hiddes
DW Witte de With TR Tromp
EV Evertsen VG Van Galen
IS Isaac Sweers VN Van Nes
JB Jan van Brakel VS Van Speyk
KB Van Kinsbergen WZ W. van der Zaan
KN Kortenaer ZK Zuiderkruis.
Van het MVKBiak, MVKHato, de Doorman en Van Speyk-klasse-fregatten zijn deze basisletters inmiddels natuurlijk vervallen.
Bron: Nico Geldhof (R.I.P.); 70 Jaar Marine-LuchtvaartDienst
https://en.wikipedia.org
https://kw.jonkerweb.net