Hr.Ms. VAN EWIJCK. ex-USS Gustafson (DE 182).
De naamgever van dit schip, Willem van Ewijck, streed onder Kapitein van Meeuwen in de Slag bij Solebay in 1672. Als Commandeur van het fregat "Edam" nam hij deel aan de expeditie naar de Thames in mei 1673. Hij streed verder in het smaldeel van Admiraal De Ruyter in de zeeslagen op de vlakte van Schooneveld en bij Kijkduin in juni en augustus 1673. In 1674 zeilde hij met Admiraal De Ruyter naar West-Indië.
Op 7 mei 1686 sneuvelde Willem van Ewijck bij Lagos als Kapitein van de konvooier "Cornelia", nadat hij aanvankelijk een aanval van een Frans oorlogsschip met 62 stukken met succes had afgeslagen.
Bouwwerf : Federal Shipbuilding & Drydock Co. te Port Newark
op stapel gezet : 5 juli 1943
te water gelaten : 3 oktober 1943
in dienst gesteld US Navy : 1 november 1943 als USS Gustafson
in dienst gesteld KM : 23 oktober 1950
naamsein : DE 182, F 808
Na haar proeftocht en inwerkperiode kreeg USS Gustafson opdracht kustkonvooien tussen New York en Galveston te escorteren. Op 20 februari 1944 vertrok het escorteschip in een begeleidend scherm van twee escortevliegkampschepen van New York naar Recife in Brazilië voor operaties met de 4th Fleet onder Admiraal Jonas Ingram. Deze vloot opende de jacht op een Duitse U-boot die het gebied van Trinidad tot de punt van Zuid-Amerika, alsmede de oversteek naar de Afrikaanse kust geruime tijd onveilig .Op 14 april 1944 werd met de escortcarriër USS Solomons zee gekozen om de Atlantische routes schoon te vegen. Op 23 april werd met de hedgehog een mislukte aanval gedaan op vermoedelijk de Duitse onderzeeboot U-196. Pal zuid van St. Helena werd op 15 juni door een vliegtuig van de Solomons op aanwijzing van de Gustafson de U-860 tot zinken gebracht.
De Gustafson vervolgde haar konvooiescorte en onderzeebootpatrouilles in het zuidelijke gedeelte van de Atlantische Oceaan. Opererend vanuit Recife en Bahia werd meegeholpen aan de bescherming van de kustwateren van de grens met Frans Guiana tot aan Rio de Janeiro en dwars over de Atlantische routes tot halverwege de Afrikaanse kust.
Op 22 november 1944, terwijl het Amerikaanse troepentransportschip General M.C. Meigs op de Atlantische oversteek werd geëscorteerd, werd voor het verkrijgen van nieuwe orders langszij de kruiser USS Omaha gekoerst, waarbij beide schepen in ruwe zee met elkaar in aanvaring kwamen en schade opliepen. De missie kon alsnog worden volbracht, waarna de schade tijdelijk in Bahia werd verholpen. Hierop koerste het schip naar de New York Navy Yard waar het op 21 december arriveerde voor groot onderhoud en reparatie. Hier werd tevens de bewapening uitgebreid en een nieuwe commandocentrale ingebouwd.
Op 22 januari 1945 werd uit New York vertrokken voor onderzeebootbestrijdingsoefeningen nabij Key West in Florida, om aansluitend een langzaam konvooi van Trinidad naar enkele Zuid-Amerikaanse havens te escorteren.
In maart werd het schip in Casco Bay gestationeerd om de Duitse onderzeeboot U-857 in de Golf van Maine te bestrijden. Op 5 april verried de U-boot haar aanwezigheid door de Amerikaanse tanker Atlantic States te torpederen. Twee fregatten van de kustwacht en twee Destroyer Escorts, waaronder de Gustafson, waren spoedig op jacht naar de vijand. De U-boot lag voor Cape Cod op de zeebodem, maar werd door de Gustafson gelokaliseerd en in de vroege morgen van 7 april 1945 met herhaalde hedgehogaanvallen vernietigd.
Tot 18 mei van dat jaar werden in de nabijheid van New London nog een aantal onderzeebootbestrijdingsoefeningen gehouden, op welke datum het schip weer als escorte fungeerde voor een konvooi naar Oran in Algerijë. Hierop werd naar Charleston gekoerst en op 13 juni naar Guantenamo Bay op Cuba voor oefeningen. Op 24 juli werd Cuba verlaten en via het Panamakanaal naar San Diëgo gekoerst waar op 27 juli werd afgemeerd. Na verkregen orders werd op 9 augustus naar Hawaii vertrokken en midden in de Pacific ontving men het bericht dat de vijandelijkheden met Japan waren beëindigd.
Vanuit haar basis in Pearl Harbor werd tot het einde van het jaar als weerschip gepatrouilleerd om vervolgens via San Diëgo en het Panamakanaal naar de Atlantische kust terug te keren, waar het schip op 27 januari 1946 te Green Cove Springs in Florida uit dienst werd gesteld. Op 26 juni 1946 werd het schip uit de sterkte afgevoerd.
Op 23 oktober 1950 werd USS Gustafson te Boston in bruikleen aan de Koninklijke marine overgedragen en als Hr.Ms. Van Ewijck in dienst gesteld met naamsein F 808. Op 21 december 1950 arriveerde het schip tezamen met het zusterschip Hr.Ms. Dubois voor de eerste maal in Den Helder.
Enkele maanden was het schip bij smaldeel 5 ingedeeld, waarna het op 12 juli 1951 uit dienst werd gesteld en in eerste reserve ging.
Op 6 december 1954 werden vlag, geus en wimpel weer voorgehesen en het schip aan smaldeel 5 toegevoegd waarmee grote reizen en oefeningen werden gemaakt, waaronder de oefening Dawn Breeze in het voorjaar van 1956 naar de Middellandse Zee. Op 3 april 1956 werd het schip uit dienst gesteld en in reserve genomen.
Na een verblijf van bijna twee jaar als stationsschip in de Nederlandse Antillen, vertrok Hr.Ms. Van Ewijck op 16 mei 1964 onder grote belangstelling uit Willemstad richting huis waar hij na afwezigheid van 2 jaren op 19 juni terugkeerde in Den Helder. .
Op 5 maart 1962 werd het fregat opnieuw in dienst gesteld en vertrok na een opwerkperiode op 5 juni als stationsschip naar de Nederlandse Antillen, waarvan het op 16 mei 1964 werd afgelost en op 19 september in Den Helder terugkeerde.
Op 14 mei 1965 werd het schip voor de laatste maal uit dienst gesteld.
Op 24 oktober 1967 werd Hr.Ms. Van Ewijck bij ministeriële beschikking nr. 741704/729330 uit de sterkte afgevoerd. In februari 1968 werd het schip ten bate van de Verenigde Staten voor sloop verkocht aan de N.V. Brugse Scheepssloperij te Brugge in België, met welke bestemming het schip op 28 maart 1968 uit Den Helder vertrok.
LIJST VAN COMMANDANTEN:
P. van Willigen : 23-10-1950 tot 14-02-1951
J. Bussemaker : 14-02-1951 tot 12-07-1951
J. van Dapperen : 06-12-1954 tot 20-10-1955
N.J.H. Gregory : 20-10-1955 tot 03-04-1956
H.A. Hes : 05-03-1962 tot 06-04-1962
A.J. van Velthoven : 06-04-1962 tot 30-06-1962
W.P. Salm : 30-06-1962 tot 11-02-1963
W,M. Goossens : 11-02-1963 tot 08-01-1964
H.L.J. Vogelzang (tijdl) : 08-01-1964 tot 23-03-1964
W.J. Kramer : 23-03-1964 tot 25-06-1964
F. de Nie : 25-06-1964 tot 14-05-1965
Op een russisch maritiem forum vond ik onlangs een nauwelijks te dateren foto van het fregat Van Ewijck (zie bijlage). Eerst dacht ik aan een missie in Koreaanse wateren wegens dat vliegkampschip
en de bergen op de achtergrond, maar volgens het boek van Chris Mark "Boeggolf voor Korea" zijn van deze klasse schepen alleen de Dubois en Van Zijll naar Korea uitgezonden geweest.
Heeft iemand enig idee waar deze opname gemaakt kan zijn ?
stuur me even een mailtje opdat dit euvel opgelost is.....
Rob : [email protected] en/of de Webmaster : [email protected]
en de bergen op de achtergrond, maar volgens het boek van Chris Mark "Boeggolf voor Korea" zijn van deze klasse schepen alleen de Dubois en Van Zijll naar Korea uitgezonden geweest.
Heeft iemand enig idee waar deze opname gemaakt kan zijn ?
stuur me even een mailtje opdat dit euvel opgelost is.....
Rob : [email protected] en/of de Webmaster : [email protected]