Mijnenleggers
GOUDEN LEEUW
7. 3.1942 Ltz.l C. J. v. d. Horst HYDRA 15. 5.1940 Ltz.l J. A. de Back 3 mannen gesneuveld KRAKATAU 8. 3.1942 Ltz.l J. van Haga MIJNENLEGGER I 2. 3.1842 (in aanbouw) NAUTILUS 22. 5.1941 Kltz. J. A. Gauw PRINS van ORANJE 11. 1.1942 Ltz.l A. C. van Versendaal PRO PATRIA 15. 2.1942 Ltz.l L. Guiot RAM 3.1942 (in aanbouw) REGULUS 2: 3.1942 (in aanbouw) VAN MEERLANT 4. 6.1941 (in Britse dienst) |
in het Westervaarwater op de rede van Soera-baja op 1000 m. ten z. van de steiger van de Pyrotechnische Werkplaatsen, door de bemanning tot zinken gebracht.
in de Zijpe vanaf de wal van St. Filipsland door pantserafweervuur getroffen en ernstig beschadigd; door de bemanning aan de grond gezet in ondiep water ong. midden tussen de geul van Vianen en de hoek van Oosterland; later vlotge-bracht en te Hendrik-Ido-Ambacht gesloopt (3). voor Batoe Porron (Madoera) op 500 m. van de steiger van de Pyrotechnische Werkplaatsen in het Westervaarwater door de bemanning tot zinken gebracht. te Soerabaja op het Marine Etablissement in beginstadium op de helling door marine- en werfpersoneel vernield. ten gevolge van een aanvaring met het Britse stoomschip „Murrayfield" (576 brt) in de monding van de Humber nabij Saltfleet op 53.36 N.B. en 00.25 O.L. gezonken. door artillerievuur van de Japanse torpedoboot-jager „Yamakaze" en „Patrolboat 38" ten z. van het eiland Boengoe (bij Tarakan) tot zinken gebracht (102). op de Moesirivier boven Palembang door de bemanning tot zinken gebracht (1). te Tjilatjap door marinepersoneel beschadigd, nadat het casco na de tewaterlating te Tand-jong Priok tussen 14 en 20 dec. 1941 naar Tjilatjap was gesleept. In mei/juni 1943 door de Japanners naar Soerabaja gesleept voor afbouw, herdoopt in kanonneerboot „Nanshin"; in aug. 1945 te Soerabaja onvoltooid teruggevonden, doch gesloopt. te Soerabaja op de helling door marine- en werf-personeel in brand gestoken, doch slechts licht beschadigd, aan het achterschip; door de Japanners hersteld en op 21.5.1943 tewater gelaten als kannonneerboot „Nankai"; 23.9.1944 aan de grond gezet op Sebuku Island (Borneo) op 03.30 Z.B. en 116.25 O.L., na torpedotreffer van geallieerde onderzeeboot, doch geborgen en hersteld; 16.7.1945 getorpedeerd door Amerikaanse onderzeeboot in de Javazee 150 mijl ten w. van Soerabaja, op weg van Pontianak naar Balikpa-pan. in de monding van de Theems op 51.28 N.B. en 00.52 O.L. op een mijn gelopen en gezonken. |