Korvetten
In alfabetische volgorde
De oorspronkelijke soortnaam is achter ieder schip aangegeven
AJAX (I)
Korvet. In maart 1796 te Harlingen op stapel gezet en in oktober 1796 van stapel gelopen. Bewapening: 18 stukken. Het schip was gekoperd in 1798 en 1813. Op 22 mei 1814 naar Noord-Amerika vertrokken, waarbij Spithead als noodhaven moest worden aangedaan om te repareren wegens lekke toestand van het schip. 21 november 1814 in Nederland terug. Vanaf 22 december 1814 van Texel in zee naar Vlissingen, door storm belopen en 31 december met schade te Goeree binnen. In 1819 naar Oost-Indië en in 1820 aan de blokkade van Palembang deelgenomen. In 1822 aan de Koloniale Marine overgedaan en in hetzelfde jaar in Oost-Indië gesloopt.
AJAX (II)
Kuilkorvet van hout gebouwd. Op 13 oktober 1828 te Rotterdam op stapel gezet en in 1832 te water gelaten. Waterverplaatsing: 776 ton. Bewapening: 28 stukken. De AJAX heeft onder meer dienst gedaan in Oost-Indië en was laatstelijk wachtschip te Hellevoetsluis en Amsterdam. Bij ministeriële beschikking van 24 april 1890 werd machtiging verleend tot verkoop van de romp van de afgekeurde, geraseerde korvet AJAX.
AMPHITRITE
Gladdekskorvet. In 1827 te Vlissingen op stapel gezet en in 1830 te water gelaten. Waterverplaatsing: 850 ton. Bewapening: 32 stukken. Het schip deed van 1831/35 dienst in Oost-Indië. In 1836 tot een korvet van 20 stukken geraseerd. In 1851 te Curaçao buiten dienst gesteld, daar de AMPHITRITE ongeschikt werd bevonden om naar Nederland terug te keren.
AREND
Korvet. In maart 1818 te Amsterdam op stapel gezet en 25 juli 1820 te water gelaten. Bewapening: 20 stukken. In 1820 gekoperd. In juli 1821 was het schip in Oost-Indië en vertrok in 1823 naar Nederland. In 1825 van Nederland via New York naar Oost-Indië. Afgevoerd?
ARGO (I)
Kuilkorvet. In 1827 te Amsterdam op stapel gezet en in 1832 te water gelaten. Waterverplaatsing: 800 ton. Bewapening: 28 stukken. Voor de tewaterlating werd de naam veranderd in VAN SPEYK. In 1837 in Oost-Indië afgekeurd, over aan de Koloniale Marine en herdoopt in MEDUSA (zie verder bij MEDUSA (II)).
ARGO (II)
Kuilkorvet. In 1833 te Amsterdam op stapel gezet en op 12 april 1S38 te water gelaten. Waterverplaatsing: 900 ton. Bewapening: 32 stukken. Het schip deed onder meer dienst in Oost-Indië. In 1851 voor de dienst afgekeurd. In 1854 wordt het ontmantelde vaartuig nog gebruikt als drijvende schijf bij schietoefeningen.
ASTREA
ex URANIA
Korvet. In 1830 op de Marinewerf te Amsterdam op stapel gezet en in 1832 te water gelaten. Afmetingen: 28,50 x 7,90 m. Waterverplaatsing: 278 ton. Bewapening: 10 stukken. Tot 1868 heette het schip URANIA (zie verder bij URANIA (I)). In 1888 uit de sterkte afgevoerd.
ATALANTE (I)
Kuilkorvet. In 1826 te Amsterdam van stapel gelopen. Waterverplaatsing: 776 ton. Bewapening: 28 stukken. Het schip heeft onder meer in Oost-Indië dienst gedaan. Laatstelijk kostschip te Amsterdam. In 1841 gesloopt.
ATALANTE (II)
Kuilkorvet. In 1842 te Vlissingen op stapel gezet en in 1849 te water gelaten. Waterverplaatsing: 776 ton. Bewapening: 28 stukken. In 1850 herdoopt in PRINS MAURITS DER NEDERLANDEN (zie verder al daar).
BOREAS
Kuilkorvet. In 1828 te Vlissingen op stapel gezet en in 1833 te water gelaten. Waterverplaatsing: 776 ton.Bewapening: 28 stukken. In 1857 in Oost-Indië verkocht.
BORNEO
Kuilkorvet. Op 30 augustus 1845 te Rotterdam op stapel gezet. Afmetingen: 36,50 x 10,30 m. Waterverplaatsing: 776 ton. Bewapening: 28 stukken. In augustus 1850 uiteengenomen en overgebracht naar Vlissingen. In verband met de opheffing der Marinewerf te Rotterdam. Te Vlissingen werd het schip afgebouwd onder de naam PRINSES AMALIA en tevens van hulpstoomvermogen voorzien (zie aldaar bladzijde 70).
CASTOR
Kuilkorvet. In 1830 te Amsterdam op stapel gezet en in 1835 te water gelaten. Afmetingen: 36,50 x 10,30 m. Waterverplaatsing: 776 ton. Bewapening: 28 stukken. In 1849 verbouwd tot exercitie-batterij. In 1866 uit de sterkte afgevoerd.
DOLPHIJN/DOLFIJN
Kuilkorvet. In januari 1817 te Amsterdam op stapel gezet en 21 februari 1818 te water gelaten. Bewapening: 28 stukken. In 1819 gekoperd. In 1818 naar Curaçao en 4 april 1820 naar Nederland terug. In 1822 in Oost-Indië en 26 december 1852 van Batavia naar Nederland. Laatstelijk gebruikt als logementsschip voor werkvolk te Hellevoetsluis. In 1841 gesloopt.
EENDRACHT/EENDRAGT
aanvankelijk BELLONE
ex LA NAYADE
Korvet. In december 1811 te Amsterdam op stapel gezet en in april 1814 te water gelaten. Bewapening: 20 stukken. In 1814 gekoperd. Ingevolge verdrag van 1814 in de Nederlandse vloot opgenomen en herdoopt EENDRAGT. Aanvankelijk genaamd BELLONA en oorspronkelijke naam LA NAYADE. Het schip was gekoperd. Vanaf 22 december 1814 met eskader naar de Middellandse Zee door zware storm belapen en met schade te Brest binnengevallen. Op 16 juni 1815 met eskader van Plymouth naar de Middellandse Zee en in november 1816 naar Nederland terug. In 1817 in Oost-Indië en 26 maart 1821 uit Oost-Indië naar Nederland en 8 augustus 1821 ter rede van Texel. In 1824/26 deed het schip dienst in West-Indië. In 1840 te Nieuwediep gesloopt.
GALATHE
Korvet. In februari 1818 te .Amsterdam op stapel gezet en 14 september daaraanvolgend te water gelaten. Bewapening: 28 stukken. In 1819 naar Oost-Indië. In de nacht van 29 op 30 mei 1820 in Straat Banka verongelukt, evenwel met behoud van de bemanning.
GEDEH
Gladdekskorvet. In 1872 te Soerabaja op stapel gezet en in 1874 te water gelaten. Van hout gebouwd. Waterverplaatsing: 1420 ton. Bewapening: 6 kanons van 12 cm, 1 kanon van 7,5 cm en 2 kanons van 3,7 cm. In 1876 wachtschip te Soerabaja ter vervanging van de korvet PRINSES AMALIA. In 1881 in reparatie. Op 1 februari 1883 in dienst als wachtschip te Soerabaja. 12 mei 1884 overgebracht naar Batavia om aldaar als wachtschip dienst te doen. Op 14 april 1892 uit dienst gesteld, wegens verschillende gevallen van cholera. De bemanning werd in barakken te Meester Cornelis ondergebracht, schip en inventaris geheel met kalk en sublimaat ontsmet, daarna schip in dok, ontdaan van grote laag oesters en schelpen, geheel opgeknapt en geschilderd en 28 juli 1892 weer betrokken, waarna gezondheidstoestand goed. In mei 1899 in lekkende toestand door Hr.Ms. Sumatra naar Soerabaja gesleept en 1 juni daaraanvolgend. aldaar uit dienst gesteld en voor verdere diensten afgekeurd, waarna begonnen werd het schip in eigen beheer te slopen.
HEKLA
Bombardeerkorvet . In januari 1819 te Rotterdam op stapel gezet en in oktober 1821 te water gelaten. Bewapening: 20 stukken. In 1821 gekoperd. In 1823 in de Middellandse Zee. In 1830 uit de sterkte afgevoerd.
HELDIN (I)
Kuilkorvet. In 1826 te Amsterdam op stapel gezet en in 1830 te water gelaten. Bewapening: 28 stukken. Het schip deed van 1831-1835 dienst in Oost-Indië. Reeds in 1837 uit de sterkte afgevoerd.
HELDIN ( II)
Gladdekskorvet. Op 31 juni 1839 te Vlissingen op stapel gezet en op 26 mei 1842 te water gelaten. Waterverplaatsing: 900 ton. Bewapening: 22, later 10 stukken. Het schip heeft onder meer in West-Indië dienst gedaan. In 1870 bergplaats voor projectielen achter in de haven van Nieuwediep. Later exercitiebatterij. In 1907 kanons van 12 cm KA vervangen door stalen kanons. Op 30 november 1907 werd de exercitie-batterij HELDIN opgeheven. In 1908 toegevoegd voor logies aan het logements- en instructieschip MARNIX. In januari 1915 werd de gehele vuurwerkerij met materialen, welke zich op Wieringen bevonden naar Willemsoord overgebracht en opgesteld aan boord van de HELDIN. Verder lot?
HIPPOMENUS
Kuilkorvet. In 1826 te Amsterdam op stapel gezet en in 1830 te water gelaten. Afmetingen : 36,50 x 10,30 m. Waterverplaatsing: 776 ton. Bewapening: 28 stukken. Het schip heeft onder meer in Oost- en West-Indië dienst gedaan. In 1841 afgekeurd en bestemd voor kostschip te Amsterdam. In 1844 ingericht tot kazerneschip te Amsterdam. In 1854 gesloopt.
IRIS
Korvet. In december 1802 op de Marinewerf te Amsterdam op stapel gezet en in oktober 1803 te water gelaten. Bewapening: 18 stukken. Het schip was gekoperd in 1804 en 1814. De IRIS deed onder meer dienst in Oost-Indië. In 1816 overgegaan naar de Koloniale Marine en later gesloopt.
JAVA
Kuilkorvet. In 1843 op de Marinewerf te Amsterdam op stapel gezet. Afmetingen: 40,00 x 12,30 x 5,40 m. Bewapening: 26 stukken. De JAVA is niet afgebouwd en in 1856 uit elkander genomen.
JUNO
Kuilkorvet. In !833 te Rotterdam op stapel gezet en op 14 mei 1839 te water gelaten. Afmetingen: 39,50 x 10,70 m. Waterverplaatsing: 932 ton. Bewapening: 32 stukken. In 1846 met PRINS VAN ORANJE en SAMBRE onder bevel van eskader-commandant Prins Hendrik naar de Middellandse Zee. Op de thuisreis reddingpoging van een sloep van de JUNO, bemand met een adelborst en 3 matrozen, omgeslagen en allen verdronken. Het schip maakte ook reizen naar Oost- en West-Indië. In 1871 in Oost-Indië uit de sterkte afgevoerd.
KOMEET
Korvet. In februari 1817 te Rotterdam op stapel gezet en op 28 november 1818 te water gelaten. Bewapening: 28 stukken. In 1819 gekoperd. In 1819 naar West-Indië. In 1822 in Oost-Indië en in 1826 naar Nederland terug. In 1830 te Antwerpen. In 1836 afgevoerd.
LEIJE
Korvet. In 1827 te water gelaten. Bewapening: 28 stukken. Het schip deed onder meer dienst in Oost-Indië. In 1832 te Vlissingen. De LEIJE komt in de schepenlijst per I januari 1834 niet meer voor.
LYNX
Korvet. In januari 1817 te Amsterdam op stapel gezet en in februari 1818 te water gelaten. Bewapening: 28 stukken. In 1818 naar de Middellandse Zee en Smyrna. In 1823 gekoperd. In september 1823 uit Hellevoetsluis via Kaap Hoorn naar Oost-Indië vertrokken. In 1827 afgekeurd.
MEDUZA/MEDUSA (I)
Bombardeerkorvet. In 1827 te water gelaten. Bewapening: 20 stukken. Het schip deed onder meer dienst in de Middellandse Zee. In 1835 afgevoerd.
MEDUSA ( II)
ex VAN SPEYK
aanvankelijk ARGO
Kuilkorvet. In 1827 te Amsterdam op stapel gezet en in 1832 te water gelaten. Bewapening: 28 stukken. Aanvankelijke naam ARGO. Reeds voor de tewaterlating is de naam gewijzigd in VAN SPEYK. In 1837 in Oost-Indië afgekeurd en overgedragen aan de Koloniale Marine, bij welke gelegenheid de naam werd gewijzigd in MEDUSA. Het schip deed jarenlang dienst als wachtschip te Soerabaja.
MEDUSA ( III)
Korvet. In 1838 op de Marinewerf te Amsterdam op stapel gezet en op 21 juni 1843 te water gelaten. Waterverplaatsing: 900 ton. Bewapening: 26 stukken. In 1841 herdoopt in VAN SPEYK (zie aldaar). In 1878 uit de sterkte afgevoerd na enige jaren te hebben dienst gedaan als wachtschip in Oost-Indië.
NEHALENNIA
Kuilkorvet. In 1825 op de Marinewerf te Vlissingen op stapel gezet en in 1827 te water gelaten. Afmetingen: 36,50 x 10,30 m. Waterverplaatsing: 776 ton. Bewapening: 28 stukken. In 1829 in Oost-Indië en 21 oktober 1830 in Nederland terug. De NEHALENNIA maakte in 1833 een reis naar Spanje met de 13-jarige Prins Hendrik aan boord. In 1846 naar Oost-Indië en in 1847 in dienst als wachtschip te Batavia. In 1856 in Oost-Indië verkocht.
PALLAS (I)
Instructiekorvet. In november 1822 te Rotterdam op stapel gezet en in 1824 te water gelaten. Op 26 april 1825 van Hellevoetsluis naar Engeland en Noord-Amerika ter instructie van jonge officieren en adelborsten in verband met de stoomvaart. Op 6 december daaraanvolgend van deze reis in Nederland terug. Het schip deed onder meer dienst in West-Indië. De PALLAS komt in de schepenlijst per 1 oktober 1837 niet meer voor.
PALLAS (II)
Gladdekskorvet. Op 7 juni 1839 te Rotterdam op stapel gezet en op 19 juni 1845 te water gelaten. Afmetingen: 39,50 x 10,80 m. Waterverplaatsing: 900 ton. Bewapening: 22 stukken. Het schip komt in de schepenlijst per 1 januari 1874 niet meer voor.
POLLUX
Kuilkorvet. In september 1822 te Rotterdam op stapel gezet en in 1824 te watergelaten. Bewapening: 28 stukken. Vanaf 23 augustus 1824 van Texel via Kaap Hoorn naar Oost-Indië en eind augustus 1825 te Soerabaja. Op 1 april 1827 van Oost-Indië naar Nederland en 30 november daaraanvolgend ter rede van Texel, na veel tegenwind en stormschade te hebben ondervonden. In 1838 gesloopt.
PRINS MAURITS DER NEDERLANDEN
ex ATALANTE
Kuilkorvet. In juni 1842 op de Marinewerf te Vlissingen op stapel gezet en in 1849 te water gelaten. Waterverplaatsing: 900 ton. Bewapening: 28 stukken. Op stapel gezet als ATALANTE. In 1850 herdoopt in PRINS MAURITS DER NEDERLANDEN. In 1869/70 wachtschip te Vlissingen, daarna te Amsterdam. In 1905 uit dienst gesteld.
PROSERPINA
Bombardeerkorvet. In mei 1818 te Rotterdam op stapel gezet en in oktober 1821 te water gelaten. In 1821 gekoperd. Bewapening: 24 stukken. In 1824 via de kust van Guinea naar de Middellandse Zee. Het schip deed onder meer ook dienst in West-Indië. In 1830 te Antwerpen. In 1835 uit de sterkte afgevoerd.
SUMATRA
Kuilkorvet. Op 26 oktober 1843 te Rotterdam op stapel gezet en op 18 mei 1848 te water gelaten. Afmetingen: 40,00 x 12,30 m. Waterverplaatsing: 943 ton. Bewapening: 26 stukken. Op 28 augustus 1848 naar Hellevoetsluis overgebracht. In dienst gesteld op 1 mei 1849. 20 november 1849 van Vlissingen naar West-Indië en 7 juni 1850 te Vlissingen terug. Op 20 april 1851naar de kust van Guinea en 3 augustus daaraanvolgend te Vlissingen terug. Het schip komt in de schepenlijst per 1 januari 1855 niet meer voor.
TRITON
Kuilkorvet. In juli 1822 op de Marinewerf te Amsterdam op stapel gezet en in 1825 te water gelaten. Bewapening: 28 stukken. De TRITON deed onder meer dienst in Oost-Indië. Na van 1842 tot 1847 dienst te hebben gedaan als wachtschip te Batavia werd het schip aldaar in 1847 gesloopt.
URANIA (I)
Korvet. In 1830 op de Marinewerf te Amsterdam op stapel gezet en in 1832 te water gelaten. Afmetingen: 28,50 x 7,90 x 2,80 m. Waterverplaatsing: 278 ton. Bewapening: 10 stukken. 15 april 1833 in dienst gesteld. Bestemd voor kruistochten op de Zuiderzee met de adelborsten van het Instituut te Medemblik. De korvet werd daartoe gebruikt tot 1851. In welk jaar zij kostschip werd te Rotterdam. Later exercitie-batterij te Willemsoord. Toen in 1868 een nieuwe URANIA herdoopt in ASTREA (zie aldaar). In 1888 werd de ASTREA uit de sterkte afgevoerd.
URANIA (II)
Korvet. In 1865 op Rijkswerf te Amsterdam op stapel gezet en in 1867 te water gelaten. Afmetingen: 38,15 x 9,24 x 2,80 m. Bewapening: 2 kanons van 12 cm en 2 van 3,7 cm. Het schip was van hout gebouwd en bestemd voor de praktische opleiding van adelborsten. De URANIA maakte haar laatste tocht op de Zuiderzee in de zomer van 1908. Het schip werd toen ingericht als logementsschip en verbrandde in 1911 bij de grote brand op de Rijkswerf te Hellevoetsluis.
VAN SPEYK (I)
aanvankelijk ARGO
Kuilkorvet. In 1827 op de Marinewerf te Amsterdam op stapel gezet en in 1832 te water gelaten. Afmetingen: 39,50 x 10,80 m. Waterverplaatsing: 900 ton. Bewapening: 28 stukken. Oorspronkelijke naam ARGO. Reeds voor de tewaterlating is de naam gewijzigd in VAN SPEYK. In 1837 in Oost-Indië afgekeurd en overgedragen aan de Koloniale Marine, bij welke gelegenheid de naam werd gewijzigd in MEDUSA (zie aldaar).
VAN SPEYK (II)
aanvankelijk MEDUSA
Korvet. In 1838 op de Marinewerf te Amsterdam op stapel gezet en op 21 juni 1843 te water gelaten. Afmetingen: 39,50 x 10,80 m. Waterverplaatsing: 900 ton. Bewapening: 20 stukken. Het schip was oorspronkelijk op stapel gezet als MEDUSA; in 1841 werd de naam gewijzigd in VAN SPEYK. De VAN SPEYK deed onder meer dienst in Oost-Indië . Op 19 januari 1878 ongeschikt bevonden om verder dienst te doen als werkhulk, te Soerabaja publiek verkocht. Het schip had ook enige jaren als wachtschip in Oost-Indië dienst gedaan en behoorde sedert 1868 tot de Indische Militaire Marine.
VENUS
Korvet. In januari 1806 te Amsterdam op stapel gezet en in mei 1807 te water gelaten. Bewapening: 20 stukken. Het schip was gekoperd in 1807. Op 9 oktober 1815 naar de kust van Guinea om de Gouverneur-Generaal Daendels over te brengen en in 1816 in Nederland terug. 27 januari 1817 van Texel naar Oost-Indië. In 1820 nam de VENUS deel aan de blokkade van Palembang. In hetzelfde jaar voor de thuisreis afgekeurd, wat opgeknapt en in januari 1821 overgegaan naar de Koloniale Marine. In 1823 gesloopt.
ZEEPAARD
Korvet. In februari 1817 te Amsterdam op stapel gezet en op 11 juli 1819 te water gelaten. Bewapening: 28 stukken. Het schip nam in 1820 deel aan dé blokkade van Palembang. Op 29 maart 1823 naar Nederland terug, doch in de Algoabaai schipbreuk geleden, waarbij enige bemanningsleden het leven verloren.
Enige algemene gegevens van Korvetten
N.B. Deze algemene gegevens zijn ontleend aan B. Tideman, “Memoriaal van de Marine”.
AJAX (I)
Korvet. In maart 1796 te Harlingen op stapel gezet en in oktober 1796 van stapel gelopen. Bewapening: 18 stukken. Het schip was gekoperd in 1798 en 1813. Op 22 mei 1814 naar Noord-Amerika vertrokken, waarbij Spithead als noodhaven moest worden aangedaan om te repareren wegens lekke toestand van het schip. 21 november 1814 in Nederland terug. Vanaf 22 december 1814 van Texel in zee naar Vlissingen, door storm belopen en 31 december met schade te Goeree binnen. In 1819 naar Oost-Indië en in 1820 aan de blokkade van Palembang deelgenomen. In 1822 aan de Koloniale Marine overgedaan en in hetzelfde jaar in Oost-Indië gesloopt.
AJAX (II)
Kuilkorvet van hout gebouwd. Op 13 oktober 1828 te Rotterdam op stapel gezet en in 1832 te water gelaten. Waterverplaatsing: 776 ton. Bewapening: 28 stukken. De AJAX heeft onder meer dienst gedaan in Oost-Indië en was laatstelijk wachtschip te Hellevoetsluis en Amsterdam. Bij ministeriële beschikking van 24 april 1890 werd machtiging verleend tot verkoop van de romp van de afgekeurde, geraseerde korvet AJAX.
AMPHITRITE
Gladdekskorvet. In 1827 te Vlissingen op stapel gezet en in 1830 te water gelaten. Waterverplaatsing: 850 ton. Bewapening: 32 stukken. Het schip deed van 1831/35 dienst in Oost-Indië. In 1836 tot een korvet van 20 stukken geraseerd. In 1851 te Curaçao buiten dienst gesteld, daar de AMPHITRITE ongeschikt werd bevonden om naar Nederland terug te keren.
AREND
Korvet. In maart 1818 te Amsterdam op stapel gezet en 25 juli 1820 te water gelaten. Bewapening: 20 stukken. In 1820 gekoperd. In juli 1821 was het schip in Oost-Indië en vertrok in 1823 naar Nederland. In 1825 van Nederland via New York naar Oost-Indië. Afgevoerd?
ARGO (I)
Kuilkorvet. In 1827 te Amsterdam op stapel gezet en in 1832 te water gelaten. Waterverplaatsing: 800 ton. Bewapening: 28 stukken. Voor de tewaterlating werd de naam veranderd in VAN SPEYK. In 1837 in Oost-Indië afgekeurd, over aan de Koloniale Marine en herdoopt in MEDUSA (zie verder bij MEDUSA (II)).
ARGO (II)
Kuilkorvet. In 1833 te Amsterdam op stapel gezet en op 12 april 1S38 te water gelaten. Waterverplaatsing: 900 ton. Bewapening: 32 stukken. Het schip deed onder meer dienst in Oost-Indië. In 1851 voor de dienst afgekeurd. In 1854 wordt het ontmantelde vaartuig nog gebruikt als drijvende schijf bij schietoefeningen.
ASTREA
ex URANIA
Korvet. In 1830 op de Marinewerf te Amsterdam op stapel gezet en in 1832 te water gelaten. Afmetingen: 28,50 x 7,90 m. Waterverplaatsing: 278 ton. Bewapening: 10 stukken. Tot 1868 heette het schip URANIA (zie verder bij URANIA (I)). In 1888 uit de sterkte afgevoerd.
ATALANTE (I)
Kuilkorvet. In 1826 te Amsterdam van stapel gelopen. Waterverplaatsing: 776 ton. Bewapening: 28 stukken. Het schip heeft onder meer in Oost-Indië dienst gedaan. Laatstelijk kostschip te Amsterdam. In 1841 gesloopt.
ATALANTE (II)
Kuilkorvet. In 1842 te Vlissingen op stapel gezet en in 1849 te water gelaten. Waterverplaatsing: 776 ton. Bewapening: 28 stukken. In 1850 herdoopt in PRINS MAURITS DER NEDERLANDEN (zie verder al daar).
BOREAS
Kuilkorvet. In 1828 te Vlissingen op stapel gezet en in 1833 te water gelaten. Waterverplaatsing: 776 ton.Bewapening: 28 stukken. In 1857 in Oost-Indië verkocht.
BORNEO
Kuilkorvet. Op 30 augustus 1845 te Rotterdam op stapel gezet. Afmetingen: 36,50 x 10,30 m. Waterverplaatsing: 776 ton. Bewapening: 28 stukken. In augustus 1850 uiteengenomen en overgebracht naar Vlissingen. In verband met de opheffing der Marinewerf te Rotterdam. Te Vlissingen werd het schip afgebouwd onder de naam PRINSES AMALIA en tevens van hulpstoomvermogen voorzien (zie aldaar bladzijde 70).
CASTOR
Kuilkorvet. In 1830 te Amsterdam op stapel gezet en in 1835 te water gelaten. Afmetingen: 36,50 x 10,30 m. Waterverplaatsing: 776 ton. Bewapening: 28 stukken. In 1849 verbouwd tot exercitie-batterij. In 1866 uit de sterkte afgevoerd.
DOLPHIJN/DOLFIJN
Kuilkorvet. In januari 1817 te Amsterdam op stapel gezet en 21 februari 1818 te water gelaten. Bewapening: 28 stukken. In 1819 gekoperd. In 1818 naar Curaçao en 4 april 1820 naar Nederland terug. In 1822 in Oost-Indië en 26 december 1852 van Batavia naar Nederland. Laatstelijk gebruikt als logementsschip voor werkvolk te Hellevoetsluis. In 1841 gesloopt.
EENDRACHT/EENDRAGT
aanvankelijk BELLONE
ex LA NAYADE
Korvet. In december 1811 te Amsterdam op stapel gezet en in april 1814 te water gelaten. Bewapening: 20 stukken. In 1814 gekoperd. Ingevolge verdrag van 1814 in de Nederlandse vloot opgenomen en herdoopt EENDRAGT. Aanvankelijk genaamd BELLONA en oorspronkelijke naam LA NAYADE. Het schip was gekoperd. Vanaf 22 december 1814 met eskader naar de Middellandse Zee door zware storm belapen en met schade te Brest binnengevallen. Op 16 juni 1815 met eskader van Plymouth naar de Middellandse Zee en in november 1816 naar Nederland terug. In 1817 in Oost-Indië en 26 maart 1821 uit Oost-Indië naar Nederland en 8 augustus 1821 ter rede van Texel. In 1824/26 deed het schip dienst in West-Indië. In 1840 te Nieuwediep gesloopt.
GALATHE
Korvet. In februari 1818 te .Amsterdam op stapel gezet en 14 september daaraanvolgend te water gelaten. Bewapening: 28 stukken. In 1819 naar Oost-Indië. In de nacht van 29 op 30 mei 1820 in Straat Banka verongelukt, evenwel met behoud van de bemanning.
GEDEH
Gladdekskorvet. In 1872 te Soerabaja op stapel gezet en in 1874 te water gelaten. Van hout gebouwd. Waterverplaatsing: 1420 ton. Bewapening: 6 kanons van 12 cm, 1 kanon van 7,5 cm en 2 kanons van 3,7 cm. In 1876 wachtschip te Soerabaja ter vervanging van de korvet PRINSES AMALIA. In 1881 in reparatie. Op 1 februari 1883 in dienst als wachtschip te Soerabaja. 12 mei 1884 overgebracht naar Batavia om aldaar als wachtschip dienst te doen. Op 14 april 1892 uit dienst gesteld, wegens verschillende gevallen van cholera. De bemanning werd in barakken te Meester Cornelis ondergebracht, schip en inventaris geheel met kalk en sublimaat ontsmet, daarna schip in dok, ontdaan van grote laag oesters en schelpen, geheel opgeknapt en geschilderd en 28 juli 1892 weer betrokken, waarna gezondheidstoestand goed. In mei 1899 in lekkende toestand door Hr.Ms. Sumatra naar Soerabaja gesleept en 1 juni daaraanvolgend. aldaar uit dienst gesteld en voor verdere diensten afgekeurd, waarna begonnen werd het schip in eigen beheer te slopen.
HEKLA
Bombardeerkorvet . In januari 1819 te Rotterdam op stapel gezet en in oktober 1821 te water gelaten. Bewapening: 20 stukken. In 1821 gekoperd. In 1823 in de Middellandse Zee. In 1830 uit de sterkte afgevoerd.
HELDIN (I)
Kuilkorvet. In 1826 te Amsterdam op stapel gezet en in 1830 te water gelaten. Bewapening: 28 stukken. Het schip deed van 1831-1835 dienst in Oost-Indië. Reeds in 1837 uit de sterkte afgevoerd.
HELDIN ( II)
Gladdekskorvet. Op 31 juni 1839 te Vlissingen op stapel gezet en op 26 mei 1842 te water gelaten. Waterverplaatsing: 900 ton. Bewapening: 22, later 10 stukken. Het schip heeft onder meer in West-Indië dienst gedaan. In 1870 bergplaats voor projectielen achter in de haven van Nieuwediep. Later exercitiebatterij. In 1907 kanons van 12 cm KA vervangen door stalen kanons. Op 30 november 1907 werd de exercitie-batterij HELDIN opgeheven. In 1908 toegevoegd voor logies aan het logements- en instructieschip MARNIX. In januari 1915 werd de gehele vuurwerkerij met materialen, welke zich op Wieringen bevonden naar Willemsoord overgebracht en opgesteld aan boord van de HELDIN. Verder lot?
HIPPOMENUS
Kuilkorvet. In 1826 te Amsterdam op stapel gezet en in 1830 te water gelaten. Afmetingen : 36,50 x 10,30 m. Waterverplaatsing: 776 ton. Bewapening: 28 stukken. Het schip heeft onder meer in Oost- en West-Indië dienst gedaan. In 1841 afgekeurd en bestemd voor kostschip te Amsterdam. In 1844 ingericht tot kazerneschip te Amsterdam. In 1854 gesloopt.
IRIS
Korvet. In december 1802 op de Marinewerf te Amsterdam op stapel gezet en in oktober 1803 te water gelaten. Bewapening: 18 stukken. Het schip was gekoperd in 1804 en 1814. De IRIS deed onder meer dienst in Oost-Indië. In 1816 overgegaan naar de Koloniale Marine en later gesloopt.
JAVA
Kuilkorvet. In 1843 op de Marinewerf te Amsterdam op stapel gezet. Afmetingen: 40,00 x 12,30 x 5,40 m. Bewapening: 26 stukken. De JAVA is niet afgebouwd en in 1856 uit elkander genomen.
JUNO
Kuilkorvet. In !833 te Rotterdam op stapel gezet en op 14 mei 1839 te water gelaten. Afmetingen: 39,50 x 10,70 m. Waterverplaatsing: 932 ton. Bewapening: 32 stukken. In 1846 met PRINS VAN ORANJE en SAMBRE onder bevel van eskader-commandant Prins Hendrik naar de Middellandse Zee. Op de thuisreis reddingpoging van een sloep van de JUNO, bemand met een adelborst en 3 matrozen, omgeslagen en allen verdronken. Het schip maakte ook reizen naar Oost- en West-Indië. In 1871 in Oost-Indië uit de sterkte afgevoerd.
KOMEET
Korvet. In februari 1817 te Rotterdam op stapel gezet en op 28 november 1818 te water gelaten. Bewapening: 28 stukken. In 1819 gekoperd. In 1819 naar West-Indië. In 1822 in Oost-Indië en in 1826 naar Nederland terug. In 1830 te Antwerpen. In 1836 afgevoerd.
LEIJE
Korvet. In 1827 te water gelaten. Bewapening: 28 stukken. Het schip deed onder meer dienst in Oost-Indië. In 1832 te Vlissingen. De LEIJE komt in de schepenlijst per I januari 1834 niet meer voor.
LYNX
Korvet. In januari 1817 te Amsterdam op stapel gezet en in februari 1818 te water gelaten. Bewapening: 28 stukken. In 1818 naar de Middellandse Zee en Smyrna. In 1823 gekoperd. In september 1823 uit Hellevoetsluis via Kaap Hoorn naar Oost-Indië vertrokken. In 1827 afgekeurd.
MEDUZA/MEDUSA (I)
Bombardeerkorvet. In 1827 te water gelaten. Bewapening: 20 stukken. Het schip deed onder meer dienst in de Middellandse Zee. In 1835 afgevoerd.
MEDUSA ( II)
ex VAN SPEYK
aanvankelijk ARGO
Kuilkorvet. In 1827 te Amsterdam op stapel gezet en in 1832 te water gelaten. Bewapening: 28 stukken. Aanvankelijke naam ARGO. Reeds voor de tewaterlating is de naam gewijzigd in VAN SPEYK. In 1837 in Oost-Indië afgekeurd en overgedragen aan de Koloniale Marine, bij welke gelegenheid de naam werd gewijzigd in MEDUSA. Het schip deed jarenlang dienst als wachtschip te Soerabaja.
MEDUSA ( III)
Korvet. In 1838 op de Marinewerf te Amsterdam op stapel gezet en op 21 juni 1843 te water gelaten. Waterverplaatsing: 900 ton. Bewapening: 26 stukken. In 1841 herdoopt in VAN SPEYK (zie aldaar). In 1878 uit de sterkte afgevoerd na enige jaren te hebben dienst gedaan als wachtschip in Oost-Indië.
NEHALENNIA
Kuilkorvet. In 1825 op de Marinewerf te Vlissingen op stapel gezet en in 1827 te water gelaten. Afmetingen: 36,50 x 10,30 m. Waterverplaatsing: 776 ton. Bewapening: 28 stukken. In 1829 in Oost-Indië en 21 oktober 1830 in Nederland terug. De NEHALENNIA maakte in 1833 een reis naar Spanje met de 13-jarige Prins Hendrik aan boord. In 1846 naar Oost-Indië en in 1847 in dienst als wachtschip te Batavia. In 1856 in Oost-Indië verkocht.
PALLAS (I)
Instructiekorvet. In november 1822 te Rotterdam op stapel gezet en in 1824 te water gelaten. Op 26 april 1825 van Hellevoetsluis naar Engeland en Noord-Amerika ter instructie van jonge officieren en adelborsten in verband met de stoomvaart. Op 6 december daaraanvolgend van deze reis in Nederland terug. Het schip deed onder meer dienst in West-Indië. De PALLAS komt in de schepenlijst per 1 oktober 1837 niet meer voor.
PALLAS (II)
Gladdekskorvet. Op 7 juni 1839 te Rotterdam op stapel gezet en op 19 juni 1845 te water gelaten. Afmetingen: 39,50 x 10,80 m. Waterverplaatsing: 900 ton. Bewapening: 22 stukken. Het schip komt in de schepenlijst per 1 januari 1874 niet meer voor.
POLLUX
Kuilkorvet. In september 1822 te Rotterdam op stapel gezet en in 1824 te watergelaten. Bewapening: 28 stukken. Vanaf 23 augustus 1824 van Texel via Kaap Hoorn naar Oost-Indië en eind augustus 1825 te Soerabaja. Op 1 april 1827 van Oost-Indië naar Nederland en 30 november daaraanvolgend ter rede van Texel, na veel tegenwind en stormschade te hebben ondervonden. In 1838 gesloopt.
PRINS MAURITS DER NEDERLANDEN
ex ATALANTE
Kuilkorvet. In juni 1842 op de Marinewerf te Vlissingen op stapel gezet en in 1849 te water gelaten. Waterverplaatsing: 900 ton. Bewapening: 28 stukken. Op stapel gezet als ATALANTE. In 1850 herdoopt in PRINS MAURITS DER NEDERLANDEN. In 1869/70 wachtschip te Vlissingen, daarna te Amsterdam. In 1905 uit dienst gesteld.
PROSERPINA
Bombardeerkorvet. In mei 1818 te Rotterdam op stapel gezet en in oktober 1821 te water gelaten. In 1821 gekoperd. Bewapening: 24 stukken. In 1824 via de kust van Guinea naar de Middellandse Zee. Het schip deed onder meer ook dienst in West-Indië. In 1830 te Antwerpen. In 1835 uit de sterkte afgevoerd.
SUMATRA
Kuilkorvet. Op 26 oktober 1843 te Rotterdam op stapel gezet en op 18 mei 1848 te water gelaten. Afmetingen: 40,00 x 12,30 m. Waterverplaatsing: 943 ton. Bewapening: 26 stukken. Op 28 augustus 1848 naar Hellevoetsluis overgebracht. In dienst gesteld op 1 mei 1849. 20 november 1849 van Vlissingen naar West-Indië en 7 juni 1850 te Vlissingen terug. Op 20 april 1851naar de kust van Guinea en 3 augustus daaraanvolgend te Vlissingen terug. Het schip komt in de schepenlijst per 1 januari 1855 niet meer voor.
TRITON
Kuilkorvet. In juli 1822 op de Marinewerf te Amsterdam op stapel gezet en in 1825 te water gelaten. Bewapening: 28 stukken. De TRITON deed onder meer dienst in Oost-Indië. Na van 1842 tot 1847 dienst te hebben gedaan als wachtschip te Batavia werd het schip aldaar in 1847 gesloopt.
URANIA (I)
Korvet. In 1830 op de Marinewerf te Amsterdam op stapel gezet en in 1832 te water gelaten. Afmetingen: 28,50 x 7,90 x 2,80 m. Waterverplaatsing: 278 ton. Bewapening: 10 stukken. 15 april 1833 in dienst gesteld. Bestemd voor kruistochten op de Zuiderzee met de adelborsten van het Instituut te Medemblik. De korvet werd daartoe gebruikt tot 1851. In welk jaar zij kostschip werd te Rotterdam. Later exercitie-batterij te Willemsoord. Toen in 1868 een nieuwe URANIA herdoopt in ASTREA (zie aldaar). In 1888 werd de ASTREA uit de sterkte afgevoerd.
URANIA (II)
Korvet. In 1865 op Rijkswerf te Amsterdam op stapel gezet en in 1867 te water gelaten. Afmetingen: 38,15 x 9,24 x 2,80 m. Bewapening: 2 kanons van 12 cm en 2 van 3,7 cm. Het schip was van hout gebouwd en bestemd voor de praktische opleiding van adelborsten. De URANIA maakte haar laatste tocht op de Zuiderzee in de zomer van 1908. Het schip werd toen ingericht als logementsschip en verbrandde in 1911 bij de grote brand op de Rijkswerf te Hellevoetsluis.
VAN SPEYK (I)
aanvankelijk ARGO
Kuilkorvet. In 1827 op de Marinewerf te Amsterdam op stapel gezet en in 1832 te water gelaten. Afmetingen: 39,50 x 10,80 m. Waterverplaatsing: 900 ton. Bewapening: 28 stukken. Oorspronkelijke naam ARGO. Reeds voor de tewaterlating is de naam gewijzigd in VAN SPEYK. In 1837 in Oost-Indië afgekeurd en overgedragen aan de Koloniale Marine, bij welke gelegenheid de naam werd gewijzigd in MEDUSA (zie aldaar).
VAN SPEYK (II)
aanvankelijk MEDUSA
Korvet. In 1838 op de Marinewerf te Amsterdam op stapel gezet en op 21 juni 1843 te water gelaten. Afmetingen: 39,50 x 10,80 m. Waterverplaatsing: 900 ton. Bewapening: 20 stukken. Het schip was oorspronkelijk op stapel gezet als MEDUSA; in 1841 werd de naam gewijzigd in VAN SPEYK. De VAN SPEYK deed onder meer dienst in Oost-Indië . Op 19 januari 1878 ongeschikt bevonden om verder dienst te doen als werkhulk, te Soerabaja publiek verkocht. Het schip had ook enige jaren als wachtschip in Oost-Indië dienst gedaan en behoorde sedert 1868 tot de Indische Militaire Marine.
VENUS
Korvet. In januari 1806 te Amsterdam op stapel gezet en in mei 1807 te water gelaten. Bewapening: 20 stukken. Het schip was gekoperd in 1807. Op 9 oktober 1815 naar de kust van Guinea om de Gouverneur-Generaal Daendels over te brengen en in 1816 in Nederland terug. 27 januari 1817 van Texel naar Oost-Indië. In 1820 nam de VENUS deel aan de blokkade van Palembang. In hetzelfde jaar voor de thuisreis afgekeurd, wat opgeknapt en in januari 1821 overgegaan naar de Koloniale Marine. In 1823 gesloopt.
ZEEPAARD
Korvet. In februari 1817 te Amsterdam op stapel gezet en op 11 juli 1819 te water gelaten. Bewapening: 28 stukken. Het schip nam in 1820 deel aan dé blokkade van Palembang. Op 29 maart 1823 naar Nederland terug, doch in de Algoabaai schipbreuk geleden, waarbij enige bemanningsleden het leven verloren.
Enige algemene gegevens van Korvetten
N.B. Deze algemene gegevens zijn ontleend aan B. Tideman, “Memoriaal van de Marine”.
Type
HELDIN Aantal stukken 26 Lengte tussen loodlijnen 39,50 m Wijdte op lastlijn 12,20 m Lengte grote mast boven lastlijn 23,30 m Lengte grote ra 22,50 m Oppervlakte der zeilen 1478 m2 Waterverplaatsing in tonnen 943 |
Type
SUMATRA Aantal stukken 22 Lengte tussen loodlijnen 39,50 m Wijdte op lastlijn 10,70 m Lengte grote mast boven lastlijn 21,65 m Lengte grote ra 22,10 m Oppervlakte der zeilen 1311 m2 Waterverplaatsing in tonnen 900 |