aquarel van C.J. Damme in het Rotterdams Maritiem Museum
Wassenaar (ex-Coalitie, ex-Audacieux)
Ingevolge artikel 15 van het Parijse traktaat van 30 mei 1814 is de Coalitie bij de Nederlandse vloot opgenomen.
Het linieschip Wassenaar van 74 stukken werd als Audacieux op 18 mei 1812 op de landswerf te Amsterdam op stapel gezet.
Bij aanschrijven van de commandant-generaal der marine van 18 december 1813 werd bekendgemaakt dat het schip op 2 december 1813 was herdoopt in Coalitie, terwijl het in 1816 werd hernoemd in Wassenaar. Op 5 oktober 1816 werd het linieschip te water gelaten.
De bouwer was P. Schuyt jr. Eerst op 1 februari 1820 werd Zr. Ms. Wassenaar in dienst gesteld door kapitein ter zee L. L. Spengler, die als commandant was benoemd bij resolutie van 25 januari 1820 nummer 20.
Het schip was bestemd ter aflossing van het linieschip Zr. Ms. Willem 1 in de Middellandse zee en voor de overvoer van schout-bij-nacht jhr. H. A. Ruysch, die het commando van het Nederlandse Middellandse zee eskader zou overnemen van vice-admiraal jhr. A. E. van Braam.
Op 13 mei 1820 vertrok het schip vanuit Texel naar de Middellandse zee en gedurende het verblijf in die wateren was Zr. Ms. Wassenaar het vlagge-schip van het eskader. Op 4 juni 1824 kwam schout-bij-nacht C. J. Wolter-beek als aflosser van Ruysch met Zr. Ms. Holland te Port Mahon. Op 12 juni 1824 ging Zr. Ms. Wassenaar onder zeil en liep op 9 augustus 1824 de rede van Texel binnen.
In de nacht van 13 op 14 januari 1827, nadat het schip op 12 januari 1827 de rede van Texel had verlaten, kwam het schip in een storm terecht. Thans bleek dat het tuig niet te vertrouwen was. De grote mast viel overboord en nam zowel de kruissteng als de voormarsra mee. Ten slotte brak ook de bezaansmast en kon het schip alleen nog aan de stomp van de grote mast enig zeil voeren. Gedurende de hondewacht van 16 januari geraakte het bij Egmond op het strand en op 13 februari sloeg het geheel uiteen. Volgens de staatscourant van 16 februari 1827 zijn er bij deze stranding 23 man om het leven gekomen.
De commandant was nog steeds kapitein ter zee Spengler.
Het schip was op weg naar Oost Indië met troepen aan boord in verband met de Java-oorlog. De troepen werden daarna met het linieschip Zr. Ms. Kortenaer overgebracht.
Enkele gegevens:
bemanning 550 koppen
bewapening 74 stukken
Ingevolge artikel 15 van het Parijse traktaat van 30 mei 1814 is de Coalitie bij de Nederlandse vloot opgenomen.
Het linieschip Wassenaar van 74 stukken werd als Audacieux op 18 mei 1812 op de landswerf te Amsterdam op stapel gezet.
Bij aanschrijven van de commandant-generaal der marine van 18 december 1813 werd bekendgemaakt dat het schip op 2 december 1813 was herdoopt in Coalitie, terwijl het in 1816 werd hernoemd in Wassenaar. Op 5 oktober 1816 werd het linieschip te water gelaten.
De bouwer was P. Schuyt jr. Eerst op 1 februari 1820 werd Zr. Ms. Wassenaar in dienst gesteld door kapitein ter zee L. L. Spengler, die als commandant was benoemd bij resolutie van 25 januari 1820 nummer 20.
Het schip was bestemd ter aflossing van het linieschip Zr. Ms. Willem 1 in de Middellandse zee en voor de overvoer van schout-bij-nacht jhr. H. A. Ruysch, die het commando van het Nederlandse Middellandse zee eskader zou overnemen van vice-admiraal jhr. A. E. van Braam.
Op 13 mei 1820 vertrok het schip vanuit Texel naar de Middellandse zee en gedurende het verblijf in die wateren was Zr. Ms. Wassenaar het vlagge-schip van het eskader. Op 4 juni 1824 kwam schout-bij-nacht C. J. Wolter-beek als aflosser van Ruysch met Zr. Ms. Holland te Port Mahon. Op 12 juni 1824 ging Zr. Ms. Wassenaar onder zeil en liep op 9 augustus 1824 de rede van Texel binnen.
In de nacht van 13 op 14 januari 1827, nadat het schip op 12 januari 1827 de rede van Texel had verlaten, kwam het schip in een storm terecht. Thans bleek dat het tuig niet te vertrouwen was. De grote mast viel overboord en nam zowel de kruissteng als de voormarsra mee. Ten slotte brak ook de bezaansmast en kon het schip alleen nog aan de stomp van de grote mast enig zeil voeren. Gedurende de hondewacht van 16 januari geraakte het bij Egmond op het strand en op 13 februari sloeg het geheel uiteen. Volgens de staatscourant van 16 februari 1827 zijn er bij deze stranding 23 man om het leven gekomen.
De commandant was nog steeds kapitein ter zee Spengler.
Het schip was op weg naar Oost Indië met troepen aan boord in verband met de Java-oorlog. De troepen werden daarna met het linieschip Zr. Ms. Kortenaer overgebracht.
Enkele gegevens:
bemanning 550 koppen
bewapening 74 stukken