Hr.Ms. van Galen F 803
Voor dit schip werd op 25 juli 1963 bij de Koninklijke Maatschappij De Schelde te Vlissingen de eerste kielsectie geplaatst en op 19 juni 1965 werd het schip door de echtgenote van de BDZ, mevr. v.d. Schatte Olivier, gedoopt en aan haar element toevertrouwd.
De eerste werfproefvaart ving aan op 18 oktober 1966 op de Noordzee die, behoudens enkele kleine gebreken, uitstekend verliep. Op maandag 31 oktober begon men aan de tweede proefvaart, de zgn. overnameproeftocht. De route ging via Den Helder, Greenock, Portland, Den Helder en Lands End, om vervolgens naar Vlissingen terug te keren voor de verdere afmontage.
Op 1 maart 1967 vond de overdracht plaats en werd Hr.Ms. Van Galen door de aangewezen commandant KLTZ. P.H. Heckman in dienst gesteld en was de boeg voorzien van het naamsein F 803.
In april begon men aan de garantievaart, waarvoor op 2 mei Den Helder werd verlaten om via Falmouth de Atlantische Oceaan over te steken naar het Canadese Halifax, vanwaar via de St. Laurent-rivier werd doorgestoomd naar Montreal om de Expo ’67 luister bij te zetten. In deze stad lag het schip van 13 tot 20 mei afgemeerd, in welke periode het Koninklijk Paar een bezoek aan boord bracht. Vervolgens werd naar Chicoatimi vertrokken, om de reis via Charlottetown, Sydney, Saint John en nogmaals Halifax te vervolgen, waar de stuurboordsschroef werd vervangen. Tenslotte keerde het fregat op 3 juli naar Den Helder terug. Deze reis gold mede ter ere van het 100-jarig bestaan van Canada.
Van 25 tot 29 augustus werd een bezoek aan Portsmouth en Falmouth gebracht, om vervolgens op 1 september naar de bouwwerf in Vlissingen terug te keren voor de inbouw van de Variable Depth Sonar. Voor de rest van het jaar lag het schip bij de werf De Schelde voor garantieonderhoud. Gedurende dit onderhoud werden in 1968 enkele proeftochten ondernomen, waarbij van 15 tot 18 maart Belfast, van 19 tot 20 maart Portland en van 22 tot 23 maart Londonderry werden bezocht, alsmede van 20 tot 22 april Plymouth. Eind mei werden de garantieproeftochten met succes afgesloten en werd een aanvang gemaakt met individuele oefeningen waarbij van 10 tot 11 juni Plymouth werd aangelopen. Na het beëindigen van een artillerie-evaluatie-periode werd op 14 februari 1969 uit Den Helder vertrokken met bestemming Edinburgh, waarvan op 24 februari in de thuishaven werd teruggekeerd.
Op 21 augustus van dat jaar werd Hr.Ms. Van Galen ingedeeld bij Task Group 429.4 en maakte hiermee een reis naar Gibraltar en keerde op 15 september terug naar het Verenigd Koninkrijk om zich bij smaldeel 5 aan te sluiten. Hiermee werd van 28 september tot 10 oktober deelgenomen aan de NATO-oefening Key Punch.
Op 28 januari 1970 vertrok de Van Galen tezamen met de Van Speijk op wereldreis voor vlagvertoon; een reis van bijna 41.000 zeemijlen. Het verslag van deze reis werd reeds beschreven bij de Van Speijk. Eenmaal in de thuishaven teruggekeerd en van een welverdiend verlof te hebben genoten, werd het schip op 7 december aan Task Unit 429.5.2 toegevoegd en stond vanaf die dag tot 18 december ter beschikking van vliegtuigsquadron 860, doch keerde op 29 december in de thuishaven terug voor het winterverlof.
Van 8 tot 22 februari 1971 werd door het schip deelgenomen aan de jaarlijkse nationale oefening Creaky Nut welke in het noordelijke deel van de Noordzee werd gehouden, waarna werd teruggekeerd naar Den Helder om de tijd nuttig te besteden aan onderhoud van het schip. Op 1 maart werd met de Task Unit weer naar zee vertrokken om van 12 tot 19 maart een informeel bezoek aan Funchal te brengen, waarna op 2 april in de thuishaven de trossen weer werden belegd. Doch eerst was het schip op 29 maart aan de Task Unit onttrokken.
Tussen 22 april en 25 juni maakte Hr.Ms. Van Galen en Evertsen een vlagvertoon- en oefenreis naar de Zwarte Zee – waar sinds 1926 geen enkel schip van de Koninklijke marine meer was geweest – en naar de Middellandse Zee. Hierbij werden informele bezoeken gebracht aan onder meer Piraeus (30 april tot 4 mei), Constanza ( 7 tot 10 mei), Odessa (11 tot 14 mei), Istanboel (15 tot 18 mei), Napels (1 tot 8 juni) en La Valetta (15 tot 18 juni).
Na het zomerverlof vervoegde de Van Galen zich op 6 september weer bij de Task Unit en bracht hiermee van 10 tot 13 september een routine bezoek aan Plymouth. Vervolgens lag het schip van 20 tot 26 september in Rotterdam afgemeerd in verband met een Sovjet-Russisch vlootbezoek aan de Maasstad. Hierna werd van 1 tot 10 oktober een korte vaartocht ondernomen voor diverse beproevingen, waarbij van 3 tot 4 oktober een routine bezoek aan het Noorse Bergen werd gebracht.
Op 1 november werd het fregat aan de Task Unit onttrokken en vertrok op 4 november voor oefening naar het zeegebied ten westen van Portugal en legde van 11 tot 15 november een bezoek aan Lissabon af om vervolgens op 19 november in de thuishaven terug te keren.
Op 25 februari 1972 werd Hr.Ms. Van Galen uit dienst gesteld en ging bij de Rijkswerf in algeheel groot onderhoud dat op 26 januari 1973 gereed kwam, waarna de nationale driekleur met geus en wimpel opnieuw gehesen kon worden.
Van 1 mei tot 1 juni was het schip ingedeeld bij het eskader en nam hiermee van 7 tot 25 mei deel aan de oefening Rocking Nut. Op 12 juni werd tezamen met Hr.Ms. Limburg uit Den Helder vertrokken voor het uitvoeren van een vlagvertoonreis naar het Verre Oosten. Tijdens deze reis, die gedeeltelijk in samenwerking met Engelse schepen werd gemaakt, werden bezoeken gebracht aan Diego Suarez (9 tot 14 juli), Bandar Abbas (11 juli tot 1 augustus), Wellington (14 tot 19 september), Oakland (20 tot 25 september), Sydney (5 tot 22 oktober), Fremantle (29 oktober tot 2 november), Port Lois ( 14 tot 19 november) en Mombassa (23 tot 27 november). Op 21 december keerde het gezelschap behouden in Den Helder terug.
In 1974 was het schip eerst tussen 11 maart en 27 mei en vanaf 30 augustus weer bij het eskader ingedeeld. Hiermee werd van 25 april tot 11 mei deelgenomen aan de NATO-oefening Dawn Patrol en van 16 tot 27 september aan de NATO-oefening Northern Merger. Vervolgens werd op 28 oktober naar Portland vertrokken voor een individuele opwerkperiode bij de Flag Officer Sea Training. Na het uitvoeren van een druk oefenschema keerde het schip op 19 december in Den Helder terug.
In 1975 was de Van Galen het gehele jaar bij het eskader ingedeeld. Hiermee werd van 7 tot 25 april deelgenomen aan de jaarlijkse oefening Roaming Nut. Vervolgens werd op 15 mei tezamen met de Van Speijk voor een 8-weekse reis naar de Verenigde Staten en Canada vertrokken. Het verslag hiervan werd reeds bij de Van Speijk beschreven. Na terugkeer in Nederland werd na het zomerverlof van 10 tot 20 november aan de NATO-oefening Ocean Safari deelgenomen en tot besluit van het jaar werd van 10 tot 14 december een bezoek aan Rotterdam gebracht ter gelegenheid van de viering van het 310-jarig bestaan van het Korps Mariniers.
Vanaf 1 januari tot 8 maart 1976 lag het schip voor onderhoud in Den Helder. Op de voormiddag van laatst genoemde dag werd voor een 3-weekse opwerkperiode naar de Noordzee vertrokken. Eerst werd op 10 maart op de rede van Vlissingen gedemagnetiseerd, waarop het weekeinde in Den Helder werd doorgebracht. Vervolgens werd om de noord gekoerst om nabij de Noorse kust de Variable Depth Sonar te trimmen en om te oefenen met de Noorse onderzeeboot Kya.
Op dinsdag 16 maart werd in Kristiansand afgemeerd om een opvarende in de gelegenheid te stellen wegens familieomstandigheden naar huis te gaan. Twee dagen later werd in Invergorden olie geladen, waarna te St. Abb’s Head een logcalibratie werd uitgevoerd. Gedurende het weekeinde werd assistentie verleend bij een zoekactie naar het vermiste Urker vissersschip UK 63.
Na eerst nog geoefend te hebben met het patrouillevaartuig Hr.Ms. Panter, werd op 28 maart in Den Helder teruggekeerd waar tot 11 april onderhoud aan het schip werd gegeven, waarna in zee werd geoefend en het schip op 15 april aan het eskader werd toegevoegd. In deze periode werd onder andere deelgenomen aan de voorjaarsreis naar de Verenigde Staten en de NATO-oefening Team Work 76. Het vertrek naar Amerika was bepaald op 26 april en zou in het teken staan van het 200-jarig bestaan van de Verenigde Staten van Amerika. Hierbij werden bezoeken gebracht aan Bermuda (14 tot 17 mei), Mayport (21 tot 25 mei) en Norfolk (29 mei tot 14 juni). Op 26 juni vertrok het schip naar Nederland en meerde op 8 juli in Den Helder af.
Tussen 4 en 23 oktober bevond het schip zich in Portland bij de Flag Officer Sea Training, waarna het op 25 oktober het staatsbezoek van de Zweedse Koning naar Amsterdam mocht begeleiden. Op 10 december werd het schip uit het eskader onttrokken en kon na het winterverlof voorbereidingen worden getroffen voor de periode bij STANAVFORLANT.
Vanaf 13 januari tot 24 juni 1977 was Hr.Ms. Van Galen bij deze internationale vlooteenheid ingedeeld en nam hiermee aan talloze oefeningen en havenbezoeken deel. Teruggekeerd in de Helderse marinebasis werd het fregat op 15 juli van dat jaar uit dienst gesteld en werd bij de Rijkswerf in algeheel groot onderhoud genomen.
Na een periode van ruim twee jaar op de Rijkswerf te hebben gelegen voor de Mid Life Modernisation, werd Hr.Ms. Van Galen op 30 november 1979 opnieuw in dienst gesteld. In het kader van het proeftochtprogramma en ten behoeve van het opwerken van schip en bemanning, verbleef het fregat van 10 tot 14 december op de Noordzee.
Na op 2 januari 1980 van het winterverlof te zijn teruggekeerd stond de gehele verdere maand in het teken van voorbereidingen voor de proeftocht die het schip na de MLM zou gaan maken. Deze eerste reis van langere duur begon op 11 februari en bracht het schip naar Bergen, Portsmouth en Rouen en eindigde op 6 maart in Den Helder. Hierna begon de aftimmerperiode, gedurende welke de Rijkswerf de gelegenheid kreeg de tijdens de proeftocht geconstateerde tekortkomingen op te heffen.
Tussen 18 en 29 april was het fregat schip van de wacht en organiseerde op die laatste dag een ouderdag.
Op 22 mei bood Hr.Ms. Van Galen een wat ongewone aanblik tijdens de zogenaamde clean-ex, een grote schoonmaakdag waarbij alle hens was ingedeeld. Zelfs de commandant gaf, gestoken in een alternatief Cemsto-uniform, daarbij het goede voorbeeld. Deze poetswoede was een voorbereiding op een periode, die het schip van 8 juni tot 4 juli met succes doorliep.
Na het zomerverlof vertrok het schip op 23 augustus met het eskader naar zee voor een nationale oefening ten zuid-westen van Groot Brittannië, waarbij de havens van Swansea en Portsmouth werden bezocht, gevolgd door de NATO-oefening Team Work. Na afloop hiervan werd naar Den Helder teruggekeerd voor reparatie aan beide diesels.
Technisch weer geheel in orde en volledig bevoorraad werd vol goede moed op 16 oktober naar Plymouth vertrokken om zich te vervoegen bij de schepen van STANAVFORLANT, waarbij het schip tot 12 januari 1981 zou zijn ingedeeld. Na een oefening in de Plymouth-area stoomde het NATO-verband op naar Newcastle upon Tyne waar een zeer geslaagde all ranks party werd gehouden. Vervolgens werd deelgenomen aan de Britse oefening Joint Maritime Course 801, waarbij twee bezoeken aan Rosyth werden gebracht. Hierop werd in Wilhelmshaven afgemeerd en bracht Graaf B. von Galen, een nazaat van de naamgever van het fregat, een bezoek aan Hr.Ms. Van Galen en schonk het schip een aantal fraaie reproducties van schilderijen, die een voorstelling gaven van zijn illustere voorvader en diens echtgenote.
Op 28 november vond ter gelegenheid van het afscheid van STANVFORLANT de traditionele sailpast plaats. In de hierop volgende nacht werd een noodsignaal opgevangen van een zinkend schip dat het Britse vissersvaartuig St. Irene bleek te zijn. In de reddingsactie die daarop volgde was de Van Galen het coördinerende schip. Onder extreem slechte weersomstandigheden konden alle vijftien opvarenden worden gered, deels door de helikopter van HMCS Fraser, deels door een Lynx van het vliegkamp De Kooy en deels door de motorreddingsboot Suzanne van de KNZHRM. Direct na de reddingsactie werd naar Rotterdam opgestoomd, de laatste haven die in deze periode werd aangedaan. De enigszins onduidelijke politieke situatie van dat moment gooide bijna wat roet in het geplande winterverlof, maar desondanks kon met hiermee op 17 december beginnen.
Tijdens de krokusvakantie van 26 februari tot 4 maart 1981 werd de Van Galen in Amsterdam ingezet als banenmarkt.
Weer ingedeeld bij het eskader maakte het schip van 21 april tot 27 mei deel uit van Task Group 429.5 en nam hiermee van 9 tot 19 juni deel aan de oefening Gold Nut. De volgende dag werd in Den Helder afgemeerd om met zomerverlof te gaan. Voor de rest van het jaar werd niet meer aan eskaderreizen deelgenomen.
Het jaar 1982 stond voor de Van Galen voornamelijk in het teken van de opleidingen. Allereerst volgde het opwerken na de tweejaarlijkse onderhoudsperiode met als afronding de periode van de Netherlands Operational Sea Training. Tussen 25 en 28 januari werden beproevingen en degaussen gedaan in het gebied rondom Portland. Van 1 tot 8 februari kreeg men de functie van schip van de wacht toebedeeld en werd onder leiding van de commandant van het fregattensquadron opleidingen gehouden bij Devilshole. Tussen 16 en 18 februari werd in de Hardangerfjord de Variable Depth Sonar beproefd, waarna men tussen 1 en 8 maart weer schip van de wacht was. Verder werden opleidingen verzorgd voor commandocentraleofficier, onderzeebootbestrijdings-officier, hefschroefvliegtuigdirectieofficier, vliegtuigdirectieofficier, navigatiegevechtsinformatieofficier/M44-45 controllercursus.
Van 30 augustus tot 2 september volgde de oefening Silver Nut en van 6 tot 17 september de oefening Northern Merger. Na afloop hiervan werd het schip in gereedheid gebracht voor vertrek naar de Nederlandse Antillen voor de functie van stationsschip. Op 1 november werd Den Helder verlaten en kon men nog net bijtijds deelnemen aan de oefening Allied Caribe 3/82 die van 21 tot 25 november werd gehouden.
Na nog aan diverse andere oefeningen te hebben deelgenomen keerde de Van Galen op 20 mei 1983 in Den Helder terug. Meteen na het welverdiende verlof werd deelgenomen aan de nationale vlootdagen en fungeerde daarna nog enkele malen als schip van de wacht. Daarnaast werd in november nog acte de présence gegeven aan een aantal oefeningen, doch op 12 december kon een aanvang worden gemaakt met het meerjaarlijkse onderhoud.
Nadat dit werk gereed was kon het schip van 7 februari tot 20 april 1985 deelnemen aan de winterreis van het eskader naar de Middellandse Zee met bezoeken aan Venetië (21 tot 25 februari), Alexandrië (9 tot 18 maart), waar tevens onderhoud werd gegeven, Tunis (29 maart tot 9 april) en Alicante (12 tot 15 april), waarna het eskader op 20 april in Den Helder terugkeerde.
In 1986 was reeds bekend geworden dat het schip aan Indonesië zou worden verkocht, hetgeen op 1 november 1986 gebeurde. Voor de overdracht hiertoe werd het schip in gereedheid gebracht en op 2 november 1987 werd Hr.Ms. Van Galen voor de laatste maal uit dienst gesteld en op die dag tevens uit de sterkte afgevoerd. Ook op die datum werd het schip aan Indonesië overgedragen waar het als KRI YOS SUDARSO in dienst werd gesteld met naamsein 353. Op 11 december 1987 vertrok het schip voor de laatste maal uit Den Helder naar haar nieuwe bestemming.
De koop omvatte vier schepen: t.w. Hr.Ms. Van Speijk, Hr.Ms. Tjerk Hiddes, Hr.Ms. Van Galen en Hr.Ms. Van Nes. Deze schepen werden in één koop voor ƒ 357.180.000,- aan Indonesië verkocht.
COMMANDANTEN VAN Hr.Ms. VAN GALEN.
KLTZ F.H. Heckman 01-03-1967 tot 09-02-1968
KLTZ M. Deege 09-02-1968 tot 31-10-1969
KLTZ K.T. Venema 31-10-1969 tot 27-08-1971
KLTZ H. de Booy 27-08-1971 tot 25-02-1972
Tussen 25-02-1972 en 26-01-1973 was het schip uit dienst gesteld.
Ltz.1 W. Kool (sinds 01-04-1973 KLTZ) 26-01-1973 tot 05-07-1974
KLTZ A.C. v.d. Wilden 05-07-1974 tot 22-01-1976
KLTZ C.H.E. Brainich von Brainich Felth 22-01-1976 tot 15-07-1977
Tussen 15-07-1977 en 30-11-1979 was het schip uit dienst gesteld.
KLTZ J.A. Schotel 30-11-1979 tot 31-03-1981
KLTZ R.A. Wolff 31-03-1981 tot 01-10-1982
KLTZ W.M.D. Vogt 01-10-1982 tot 03-02-1984
KLTZ G.I.C.D. v.d. Graaf 03-02-1984 tot 01-11-1986
Tussen 01-11-1986 en 11-06-1987 was het schip uit dienst gesteld.
KLTZ H.A.W. Rötgers 11-06-1987 tot 02-11-1987
.
De eerste werfproefvaart ving aan op 18 oktober 1966 op de Noordzee die, behoudens enkele kleine gebreken, uitstekend verliep. Op maandag 31 oktober begon men aan de tweede proefvaart, de zgn. overnameproeftocht. De route ging via Den Helder, Greenock, Portland, Den Helder en Lands End, om vervolgens naar Vlissingen terug te keren voor de verdere afmontage.
Op 1 maart 1967 vond de overdracht plaats en werd Hr.Ms. Van Galen door de aangewezen commandant KLTZ. P.H. Heckman in dienst gesteld en was de boeg voorzien van het naamsein F 803.
In april begon men aan de garantievaart, waarvoor op 2 mei Den Helder werd verlaten om via Falmouth de Atlantische Oceaan over te steken naar het Canadese Halifax, vanwaar via de St. Laurent-rivier werd doorgestoomd naar Montreal om de Expo ’67 luister bij te zetten. In deze stad lag het schip van 13 tot 20 mei afgemeerd, in welke periode het Koninklijk Paar een bezoek aan boord bracht. Vervolgens werd naar Chicoatimi vertrokken, om de reis via Charlottetown, Sydney, Saint John en nogmaals Halifax te vervolgen, waar de stuurboordsschroef werd vervangen. Tenslotte keerde het fregat op 3 juli naar Den Helder terug. Deze reis gold mede ter ere van het 100-jarig bestaan van Canada.
Van 25 tot 29 augustus werd een bezoek aan Portsmouth en Falmouth gebracht, om vervolgens op 1 september naar de bouwwerf in Vlissingen terug te keren voor de inbouw van de Variable Depth Sonar. Voor de rest van het jaar lag het schip bij de werf De Schelde voor garantieonderhoud. Gedurende dit onderhoud werden in 1968 enkele proeftochten ondernomen, waarbij van 15 tot 18 maart Belfast, van 19 tot 20 maart Portland en van 22 tot 23 maart Londonderry werden bezocht, alsmede van 20 tot 22 april Plymouth. Eind mei werden de garantieproeftochten met succes afgesloten en werd een aanvang gemaakt met individuele oefeningen waarbij van 10 tot 11 juni Plymouth werd aangelopen. Na het beëindigen van een artillerie-evaluatie-periode werd op 14 februari 1969 uit Den Helder vertrokken met bestemming Edinburgh, waarvan op 24 februari in de thuishaven werd teruggekeerd.
Op 21 augustus van dat jaar werd Hr.Ms. Van Galen ingedeeld bij Task Group 429.4 en maakte hiermee een reis naar Gibraltar en keerde op 15 september terug naar het Verenigd Koninkrijk om zich bij smaldeel 5 aan te sluiten. Hiermee werd van 28 september tot 10 oktober deelgenomen aan de NATO-oefening Key Punch.
Op 28 januari 1970 vertrok de Van Galen tezamen met de Van Speijk op wereldreis voor vlagvertoon; een reis van bijna 41.000 zeemijlen. Het verslag van deze reis werd reeds beschreven bij de Van Speijk. Eenmaal in de thuishaven teruggekeerd en van een welverdiend verlof te hebben genoten, werd het schip op 7 december aan Task Unit 429.5.2 toegevoegd en stond vanaf die dag tot 18 december ter beschikking van vliegtuigsquadron 860, doch keerde op 29 december in de thuishaven terug voor het winterverlof.
Van 8 tot 22 februari 1971 werd door het schip deelgenomen aan de jaarlijkse nationale oefening Creaky Nut welke in het noordelijke deel van de Noordzee werd gehouden, waarna werd teruggekeerd naar Den Helder om de tijd nuttig te besteden aan onderhoud van het schip. Op 1 maart werd met de Task Unit weer naar zee vertrokken om van 12 tot 19 maart een informeel bezoek aan Funchal te brengen, waarna op 2 april in de thuishaven de trossen weer werden belegd. Doch eerst was het schip op 29 maart aan de Task Unit onttrokken.
Tussen 22 april en 25 juni maakte Hr.Ms. Van Galen en Evertsen een vlagvertoon- en oefenreis naar de Zwarte Zee – waar sinds 1926 geen enkel schip van de Koninklijke marine meer was geweest – en naar de Middellandse Zee. Hierbij werden informele bezoeken gebracht aan onder meer Piraeus (30 april tot 4 mei), Constanza ( 7 tot 10 mei), Odessa (11 tot 14 mei), Istanboel (15 tot 18 mei), Napels (1 tot 8 juni) en La Valetta (15 tot 18 juni).
Na het zomerverlof vervoegde de Van Galen zich op 6 september weer bij de Task Unit en bracht hiermee van 10 tot 13 september een routine bezoek aan Plymouth. Vervolgens lag het schip van 20 tot 26 september in Rotterdam afgemeerd in verband met een Sovjet-Russisch vlootbezoek aan de Maasstad. Hierna werd van 1 tot 10 oktober een korte vaartocht ondernomen voor diverse beproevingen, waarbij van 3 tot 4 oktober een routine bezoek aan het Noorse Bergen werd gebracht.
Op 1 november werd het fregat aan de Task Unit onttrokken en vertrok op 4 november voor oefening naar het zeegebied ten westen van Portugal en legde van 11 tot 15 november een bezoek aan Lissabon af om vervolgens op 19 november in de thuishaven terug te keren.
Op 25 februari 1972 werd Hr.Ms. Van Galen uit dienst gesteld en ging bij de Rijkswerf in algeheel groot onderhoud dat op 26 januari 1973 gereed kwam, waarna de nationale driekleur met geus en wimpel opnieuw gehesen kon worden.
Van 1 mei tot 1 juni was het schip ingedeeld bij het eskader en nam hiermee van 7 tot 25 mei deel aan de oefening Rocking Nut. Op 12 juni werd tezamen met Hr.Ms. Limburg uit Den Helder vertrokken voor het uitvoeren van een vlagvertoonreis naar het Verre Oosten. Tijdens deze reis, die gedeeltelijk in samenwerking met Engelse schepen werd gemaakt, werden bezoeken gebracht aan Diego Suarez (9 tot 14 juli), Bandar Abbas (11 juli tot 1 augustus), Wellington (14 tot 19 september), Oakland (20 tot 25 september), Sydney (5 tot 22 oktober), Fremantle (29 oktober tot 2 november), Port Lois ( 14 tot 19 november) en Mombassa (23 tot 27 november). Op 21 december keerde het gezelschap behouden in Den Helder terug.
In 1974 was het schip eerst tussen 11 maart en 27 mei en vanaf 30 augustus weer bij het eskader ingedeeld. Hiermee werd van 25 april tot 11 mei deelgenomen aan de NATO-oefening Dawn Patrol en van 16 tot 27 september aan de NATO-oefening Northern Merger. Vervolgens werd op 28 oktober naar Portland vertrokken voor een individuele opwerkperiode bij de Flag Officer Sea Training. Na het uitvoeren van een druk oefenschema keerde het schip op 19 december in Den Helder terug.
In 1975 was de Van Galen het gehele jaar bij het eskader ingedeeld. Hiermee werd van 7 tot 25 april deelgenomen aan de jaarlijkse oefening Roaming Nut. Vervolgens werd op 15 mei tezamen met de Van Speijk voor een 8-weekse reis naar de Verenigde Staten en Canada vertrokken. Het verslag hiervan werd reeds bij de Van Speijk beschreven. Na terugkeer in Nederland werd na het zomerverlof van 10 tot 20 november aan de NATO-oefening Ocean Safari deelgenomen en tot besluit van het jaar werd van 10 tot 14 december een bezoek aan Rotterdam gebracht ter gelegenheid van de viering van het 310-jarig bestaan van het Korps Mariniers.
Vanaf 1 januari tot 8 maart 1976 lag het schip voor onderhoud in Den Helder. Op de voormiddag van laatst genoemde dag werd voor een 3-weekse opwerkperiode naar de Noordzee vertrokken. Eerst werd op 10 maart op de rede van Vlissingen gedemagnetiseerd, waarop het weekeinde in Den Helder werd doorgebracht. Vervolgens werd om de noord gekoerst om nabij de Noorse kust de Variable Depth Sonar te trimmen en om te oefenen met de Noorse onderzeeboot Kya.
Op dinsdag 16 maart werd in Kristiansand afgemeerd om een opvarende in de gelegenheid te stellen wegens familieomstandigheden naar huis te gaan. Twee dagen later werd in Invergorden olie geladen, waarna te St. Abb’s Head een logcalibratie werd uitgevoerd. Gedurende het weekeinde werd assistentie verleend bij een zoekactie naar het vermiste Urker vissersschip UK 63.
Na eerst nog geoefend te hebben met het patrouillevaartuig Hr.Ms. Panter, werd op 28 maart in Den Helder teruggekeerd waar tot 11 april onderhoud aan het schip werd gegeven, waarna in zee werd geoefend en het schip op 15 april aan het eskader werd toegevoegd. In deze periode werd onder andere deelgenomen aan de voorjaarsreis naar de Verenigde Staten en de NATO-oefening Team Work 76. Het vertrek naar Amerika was bepaald op 26 april en zou in het teken staan van het 200-jarig bestaan van de Verenigde Staten van Amerika. Hierbij werden bezoeken gebracht aan Bermuda (14 tot 17 mei), Mayport (21 tot 25 mei) en Norfolk (29 mei tot 14 juni). Op 26 juni vertrok het schip naar Nederland en meerde op 8 juli in Den Helder af.
Tussen 4 en 23 oktober bevond het schip zich in Portland bij de Flag Officer Sea Training, waarna het op 25 oktober het staatsbezoek van de Zweedse Koning naar Amsterdam mocht begeleiden. Op 10 december werd het schip uit het eskader onttrokken en kon na het winterverlof voorbereidingen worden getroffen voor de periode bij STANAVFORLANT.
Vanaf 13 januari tot 24 juni 1977 was Hr.Ms. Van Galen bij deze internationale vlooteenheid ingedeeld en nam hiermee aan talloze oefeningen en havenbezoeken deel. Teruggekeerd in de Helderse marinebasis werd het fregat op 15 juli van dat jaar uit dienst gesteld en werd bij de Rijkswerf in algeheel groot onderhoud genomen.
Na een periode van ruim twee jaar op de Rijkswerf te hebben gelegen voor de Mid Life Modernisation, werd Hr.Ms. Van Galen op 30 november 1979 opnieuw in dienst gesteld. In het kader van het proeftochtprogramma en ten behoeve van het opwerken van schip en bemanning, verbleef het fregat van 10 tot 14 december op de Noordzee.
Na op 2 januari 1980 van het winterverlof te zijn teruggekeerd stond de gehele verdere maand in het teken van voorbereidingen voor de proeftocht die het schip na de MLM zou gaan maken. Deze eerste reis van langere duur begon op 11 februari en bracht het schip naar Bergen, Portsmouth en Rouen en eindigde op 6 maart in Den Helder. Hierna begon de aftimmerperiode, gedurende welke de Rijkswerf de gelegenheid kreeg de tijdens de proeftocht geconstateerde tekortkomingen op te heffen.
Tussen 18 en 29 april was het fregat schip van de wacht en organiseerde op die laatste dag een ouderdag.
Op 22 mei bood Hr.Ms. Van Galen een wat ongewone aanblik tijdens de zogenaamde clean-ex, een grote schoonmaakdag waarbij alle hens was ingedeeld. Zelfs de commandant gaf, gestoken in een alternatief Cemsto-uniform, daarbij het goede voorbeeld. Deze poetswoede was een voorbereiding op een periode, die het schip van 8 juni tot 4 juli met succes doorliep.
Na het zomerverlof vertrok het schip op 23 augustus met het eskader naar zee voor een nationale oefening ten zuid-westen van Groot Brittannië, waarbij de havens van Swansea en Portsmouth werden bezocht, gevolgd door de NATO-oefening Team Work. Na afloop hiervan werd naar Den Helder teruggekeerd voor reparatie aan beide diesels.
Technisch weer geheel in orde en volledig bevoorraad werd vol goede moed op 16 oktober naar Plymouth vertrokken om zich te vervoegen bij de schepen van STANAVFORLANT, waarbij het schip tot 12 januari 1981 zou zijn ingedeeld. Na een oefening in de Plymouth-area stoomde het NATO-verband op naar Newcastle upon Tyne waar een zeer geslaagde all ranks party werd gehouden. Vervolgens werd deelgenomen aan de Britse oefening Joint Maritime Course 801, waarbij twee bezoeken aan Rosyth werden gebracht. Hierop werd in Wilhelmshaven afgemeerd en bracht Graaf B. von Galen, een nazaat van de naamgever van het fregat, een bezoek aan Hr.Ms. Van Galen en schonk het schip een aantal fraaie reproducties van schilderijen, die een voorstelling gaven van zijn illustere voorvader en diens echtgenote.
Op 28 november vond ter gelegenheid van het afscheid van STANVFORLANT de traditionele sailpast plaats. In de hierop volgende nacht werd een noodsignaal opgevangen van een zinkend schip dat het Britse vissersvaartuig St. Irene bleek te zijn. In de reddingsactie die daarop volgde was de Van Galen het coördinerende schip. Onder extreem slechte weersomstandigheden konden alle vijftien opvarenden worden gered, deels door de helikopter van HMCS Fraser, deels door een Lynx van het vliegkamp De Kooy en deels door de motorreddingsboot Suzanne van de KNZHRM. Direct na de reddingsactie werd naar Rotterdam opgestoomd, de laatste haven die in deze periode werd aangedaan. De enigszins onduidelijke politieke situatie van dat moment gooide bijna wat roet in het geplande winterverlof, maar desondanks kon met hiermee op 17 december beginnen.
Tijdens de krokusvakantie van 26 februari tot 4 maart 1981 werd de Van Galen in Amsterdam ingezet als banenmarkt.
Weer ingedeeld bij het eskader maakte het schip van 21 april tot 27 mei deel uit van Task Group 429.5 en nam hiermee van 9 tot 19 juni deel aan de oefening Gold Nut. De volgende dag werd in Den Helder afgemeerd om met zomerverlof te gaan. Voor de rest van het jaar werd niet meer aan eskaderreizen deelgenomen.
Het jaar 1982 stond voor de Van Galen voornamelijk in het teken van de opleidingen. Allereerst volgde het opwerken na de tweejaarlijkse onderhoudsperiode met als afronding de periode van de Netherlands Operational Sea Training. Tussen 25 en 28 januari werden beproevingen en degaussen gedaan in het gebied rondom Portland. Van 1 tot 8 februari kreeg men de functie van schip van de wacht toebedeeld en werd onder leiding van de commandant van het fregattensquadron opleidingen gehouden bij Devilshole. Tussen 16 en 18 februari werd in de Hardangerfjord de Variable Depth Sonar beproefd, waarna men tussen 1 en 8 maart weer schip van de wacht was. Verder werden opleidingen verzorgd voor commandocentraleofficier, onderzeebootbestrijdings-officier, hefschroefvliegtuigdirectieofficier, vliegtuigdirectieofficier, navigatiegevechtsinformatieofficier/M44-45 controllercursus.
Van 30 augustus tot 2 september volgde de oefening Silver Nut en van 6 tot 17 september de oefening Northern Merger. Na afloop hiervan werd het schip in gereedheid gebracht voor vertrek naar de Nederlandse Antillen voor de functie van stationsschip. Op 1 november werd Den Helder verlaten en kon men nog net bijtijds deelnemen aan de oefening Allied Caribe 3/82 die van 21 tot 25 november werd gehouden.
Na nog aan diverse andere oefeningen te hebben deelgenomen keerde de Van Galen op 20 mei 1983 in Den Helder terug. Meteen na het welverdiende verlof werd deelgenomen aan de nationale vlootdagen en fungeerde daarna nog enkele malen als schip van de wacht. Daarnaast werd in november nog acte de présence gegeven aan een aantal oefeningen, doch op 12 december kon een aanvang worden gemaakt met het meerjaarlijkse onderhoud.
Nadat dit werk gereed was kon het schip van 7 februari tot 20 april 1985 deelnemen aan de winterreis van het eskader naar de Middellandse Zee met bezoeken aan Venetië (21 tot 25 februari), Alexandrië (9 tot 18 maart), waar tevens onderhoud werd gegeven, Tunis (29 maart tot 9 april) en Alicante (12 tot 15 april), waarna het eskader op 20 april in Den Helder terugkeerde.
In 1986 was reeds bekend geworden dat het schip aan Indonesië zou worden verkocht, hetgeen op 1 november 1986 gebeurde. Voor de overdracht hiertoe werd het schip in gereedheid gebracht en op 2 november 1987 werd Hr.Ms. Van Galen voor de laatste maal uit dienst gesteld en op die dag tevens uit de sterkte afgevoerd. Ook op die datum werd het schip aan Indonesië overgedragen waar het als KRI YOS SUDARSO in dienst werd gesteld met naamsein 353. Op 11 december 1987 vertrok het schip voor de laatste maal uit Den Helder naar haar nieuwe bestemming.
De koop omvatte vier schepen: t.w. Hr.Ms. Van Speijk, Hr.Ms. Tjerk Hiddes, Hr.Ms. Van Galen en Hr.Ms. Van Nes. Deze schepen werden in één koop voor ƒ 357.180.000,- aan Indonesië verkocht.
COMMANDANTEN VAN Hr.Ms. VAN GALEN.
KLTZ F.H. Heckman 01-03-1967 tot 09-02-1968
KLTZ M. Deege 09-02-1968 tot 31-10-1969
KLTZ K.T. Venema 31-10-1969 tot 27-08-1971
KLTZ H. de Booy 27-08-1971 tot 25-02-1972
Tussen 25-02-1972 en 26-01-1973 was het schip uit dienst gesteld.
Ltz.1 W. Kool (sinds 01-04-1973 KLTZ) 26-01-1973 tot 05-07-1974
KLTZ A.C. v.d. Wilden 05-07-1974 tot 22-01-1976
KLTZ C.H.E. Brainich von Brainich Felth 22-01-1976 tot 15-07-1977
Tussen 15-07-1977 en 30-11-1979 was het schip uit dienst gesteld.
KLTZ J.A. Schotel 30-11-1979 tot 31-03-1981
KLTZ R.A. Wolff 31-03-1981 tot 01-10-1982
KLTZ W.M.D. Vogt 01-10-1982 tot 03-02-1984
KLTZ G.I.C.D. v.d. Graaf 03-02-1984 tot 01-11-1986
Tussen 01-11-1986 en 11-06-1987 was het schip uit dienst gesteld.
KLTZ H.A.W. Rötgers 11-06-1987 tot 02-11-1987
.
Reactie van een oplettende lezer......
Op jouw site Onze Vloot las ik het reisverslag van de Verre Oosten reis Hr. Ms. van Galen van 12 juni tot 21 december 1973. Er zijn qua havens en data enige onvolkomenheden in geslopen. Hierbij mijn opmerking;
Vertrek Den helder 12 juni
Gibraltar 16/ tot 19/6
Passeren evenaar 25/6
op de platvoet Diego Suarez
9/7 tot 14/7 Bandar Abbas
23/7 tot 28/7 Colombo ( Sri Lanka)
2/8 tot 6/8 Surabaja
10/8 tot 1/9 Wellington
14/9 tot 19/9 Auckland
20/9 tot 25/9 Sydney
5/10 tot 22/10 Fremantle
9/10 tot 2/11 Port Louis
14/11 tot 19/11 Mombasa
22/11 tot 27/11
Aankomst Den Helder 21 december
Totaal gevaren 48.000 zeemijlen. Ik zat aan boord tijdens deze reis, dus vertrouw er op dat het klopt. Vermeldenswaardig is nog dat op 10 augustus de Limburg en van Galen op positie 06°.00 Z en 112°.05 Oost een plechtigheid werd gehouden en een krans aan de zee toevertrouwd ter herdenking van hen die bij de slag in de Javazee zijn omgekomen. Op 4 september werd door de straat van Sagewin ( Nieuw-Guinea )gevaren. De Limburg en van Galen waren sinds 1963 weer de eerste Nederlandse Marine schepen die tussen de eilanden en langs de kust van Irian Jaya voeren.
Met vriendelijke groet, Peter
Vertrek Den helder 12 juni
Gibraltar 16/ tot 19/6
Passeren evenaar 25/6
op de platvoet Diego Suarez
9/7 tot 14/7 Bandar Abbas
23/7 tot 28/7 Colombo ( Sri Lanka)
2/8 tot 6/8 Surabaja
10/8 tot 1/9 Wellington
14/9 tot 19/9 Auckland
20/9 tot 25/9 Sydney
5/10 tot 22/10 Fremantle
9/10 tot 2/11 Port Louis
14/11 tot 19/11 Mombasa
22/11 tot 27/11
Aankomst Den Helder 21 december
Totaal gevaren 48.000 zeemijlen. Ik zat aan boord tijdens deze reis, dus vertrouw er op dat het klopt. Vermeldenswaardig is nog dat op 10 augustus de Limburg en van Galen op positie 06°.00 Z en 112°.05 Oost een plechtigheid werd gehouden en een krans aan de zee toevertrouwd ter herdenking van hen die bij de slag in de Javazee zijn omgekomen. Op 4 september werd door de straat van Sagewin ( Nieuw-Guinea )gevaren. De Limburg en van Galen waren sinds 1963 weer de eerste Nederlandse Marine schepen die tussen de eilanden en langs de kust van Irian Jaya voeren.
Met vriendelijke groet, Peter