Hr.Ms. JACOB VAN HEEMSKERCK. F 812.
Voor het eerste luchtverdedigingsfregat werd onder bouwnummer 362 op 21 januari 1981 bij de Koninklijke Maatschappij De Schelde in Vlissingen door Drs. J. van den Bent in zijn hoedanigheid als hoofd van de afdeling financieel beheer Koninklijke marine, de kiel gelegd. Op 5 november 1983 vond de tewaterlating en doopplechtigheid plaats door Mevr. A.J.G. Peijnenburg-Broekhuizen, echtgenote van de secretaris-generaal, die Hr.Ms. Jacob van Heemskerck de gebruikelijke woorden toesprak. Na een succesvolle proefvaart werd het schip op 15 januari 1986 van de werf overgenomen en door de aangewezen commandant, Ktz. J. Waltman in dienst gesteld en aan de vloot toegevoegd. Vervolgens werd bij het Fregattensquadron opgewerkt.
In verband met de aftimmerperiode lag het nieuwe
schip tot 21 januari 1987 bij de werf De
Schelde in Vlissingen, waarna het in de Helderse marinehaven bleef liggen tot
21 april. Vanaf die datum werd druk opgewerkt bij het Fregattensquadron en werd
met het zusterschip van 8 tot 11 mei een bezoek aan Newcastle gebracht.
Vervolgens stond de training bij de NOST op het programma. Alleen de laatste
week van september behoorde het schip bij het eskader, om daarna een aantal
oefeningen af te werken met bezoeken aan Portsmouth, Hamburg, Rotterdam,
Kopenhagen en Kiel. Op 14 oktober was het schip weer in de thuishaven om het
varende gedeelte af te sluiten met een schip van de wacht periode.
Helaas is over 1988 geen reisverslag bekend.
Na het winterverlof en een onderhoudsbeurt werd het schip per 27 februari 1989 ingedeeld bij het eskader voor een opwerkperiode. Hierbij werd deelgenomen aan de NAVO-oefening North Star in het noordelijke gedeelte van de Noordzee en Noorse Zee. In de thuishaven op 12 mei teruggekeerd werd onderhoud gegeven en compensatieverlof verleend. In verband met het Koninklijk bezoek aan Londen werd van 27 juni tot 3 juli een formeel bezoek aan deze stad gebracht. Daarna werd op de Noordzee met andere schepen geoefend met op 6 juli een vaardag voor VIP’s met de volgende dag een varende ouderdag. Na het zomerverlof lag het schip tot 16 oktober in onderhoud om daarna te gaan opwerken bij het Fregattensquadron. Op 23 oktober werd weer met het eskader zee gekozen om op de Noordzee te gaan oefenen. Op 28 november keerde het scheepsverband weer in Den Helder terug.
Helaas is over 1988 geen reisverslag bekend.
Na het winterverlof en een onderhoudsbeurt werd het schip per 27 februari 1989 ingedeeld bij het eskader voor een opwerkperiode. Hierbij werd deelgenomen aan de NAVO-oefening North Star in het noordelijke gedeelte van de Noordzee en Noorse Zee. In de thuishaven op 12 mei teruggekeerd werd onderhoud gegeven en compensatieverlof verleend. In verband met het Koninklijk bezoek aan Londen werd van 27 juni tot 3 juli een formeel bezoek aan deze stad gebracht. Daarna werd op de Noordzee met andere schepen geoefend met op 6 juli een vaardag voor VIP’s met de volgende dag een varende ouderdag. Na het zomerverlof lag het schip tot 16 oktober in onderhoud om daarna te gaan opwerken bij het Fregattensquadron. Op 23 oktober werd weer met het eskader zee gekozen om op de Noordzee te gaan oefenen. Op 28 november keerde het scheepsverband weer in Den Helder terug.
Na terugkeer van het winterverlof werd het schip
gereed gemaakt voor de voorjaarsreis van het eskader dat op 22 januari 1990
begon en pas op 18 mei eindigde. De reis ging naar zonniger oorden maar de
eerste week begon in stormachtig weer. Na Lissabon koerste het verband richting
het oefengebied nabij Madeira waar diverse oefeningen werden afgewerkt. In
Santa Cruz de Tenerife werd genoten van strand-, zee en bustripjes, waarna op
13 februari de Kreeftskeerkring werd gepasseerd met de daaraan verbonden
voordelen. Op 16 februari liep het eskader onder grote belangstelling de haven
van Porto Grande Mindelo op het Kaapverdische eiland Sao Vincente binnen om
daar drie dagen te blijven. Hierna werd aan de oversteek naar Rio de Janeiro begonnen
met op 24 februari de passage van de evenaar. Op 1 maart kwam het beroemde
Suikerbrood in zicht en na de passage van Ipanema en Copacabana werd volgens
het bekende ceremonieel in de Braziliaanse haven afgemeerd. Vijf dagen lang
werd genoten van al het fraais dat dit land te bieden heeft, vooral de stranden
met de schaars geklede dames. Dit bezoek stond in het teken van het Nederlandse
bedrijfsleven. Weemoedig werd afscheid van Rio de Janeiro genomen en op 11
maart opnieuw de evenaar gepasseerd in de richting van Curaçao. Op 26 maart
werd Willemstad verlaten om drie dagen later in La Guaira af te meren. Op 2
april was men weer in zee voor het vervolg van de oefeningen. Op 18 april werd
teruggekeerd naar de Europese wateren en een week later werden de oefeningen
onderbroken omdat een opvarende van de Bloys van Treslong werd vermist. De
zoekactie leverde helaas geen resultaat op. Na nog in Portsmouth op bezoek te
zijn geweest keerde het eskader vermoeid maar wel voldaan van een leerzame reis
vol indrukken op 18 mei in Den Helder terug. Na het zomerverlof volgde een
korte opwerkperiode op de Noordzee, waarna aan het schip een aantal
aanpassingen werden gedaan met het oog op een mogelijke uitzending naar de
Perzische Golf. Vooraf werden nog enkele oefenstages afgewerkt, doch op 19
november was het zover en werd Den Helder verlaten voor een reis van zes
maanden. In gezelschap van de Zuiderkruis en Philips van Almonde werd via de Middellandse
Zee en het Suezkanaal koers gezet naar Djibouti waar men op 4 december
arriveerde. Als vlaggeschip van Task Group 429.9 vertrok de Heemskerck op 5 december
naar de Perzische Golf.
Op 17 januari 1991 ging de operatie Desert Shield over in Desert Storm en daarmee de embargo-operaties over in oorlogsoperaties. In de Perzische Golf verleende het schip bescherming aan Amerikaanse vliegkampschepen tegen luchtaanvallen waarbij oorlogswacht en een enkele keer gevechtswacht werd gelopen. Tussen de patrouilles door werden in Djibouti, Abu Dhabi of Bahrein de benen gestrekt en de voorraden op peil gebracht. Aardige bijzonderheid is dat tijdens deze reis de bakker zijn 750.000ste brood bakte. In de vroege morgen van dinsdag 12 maart kwamen Prins Willem Alexander, de BDZ en VADM. Jhr. H. van Forrest met hun gevolg aan boord voor een eendaags bezoek aan de Task Group. Op vrijdag 29 maart vertrokken de drie Nederlandse schepen uit Dubai richting Djibouti voor een negen dagen durend onderhoud en om de Golf perikelen achter zich te laten. Op 19 april werden in de thuishaven de trossen weer belegd en ging men met verlof en het schip in onderhoud.
Op 3 januari 1992 werd de draad weer opgepakt om als vlaggeschip bij STANAVFORLANT dienst te gaan doen. De tweede helft van de term werd voornamelijk in het westelijk deel van de Atlantische Oceaan doorgebracht met op 16 april de commando overdracht over STANAVFORLANT in Den Helder en kon de bemanning tot 18 mei met verlof. Na het fungeren als schip van de wacht was er een varende ouderdag en in IJmuiden werden de contacten met de gemeente Heemskerk aangehaald. Na het zomerverlof werd een aanvang gemaakt met het meerjarig onderhoud en ging het schip voor de laatste twee maanden van het jaar in dok waar enige bovendekse verbouwingen en de nodige modificaties werden uitgevoerd dat tot medio 1993 zou duren.
Na het zomerverlof van 1993 konden de eerste varende materieelsbeproevingen plaats vinden dat werd gevolgd door een opwerkperiode bij het Fregattensquadron. Vervolgens kwam het schip bij de NOST in Portland en in een tijdsbestek van vijf weken bereikte het schip en bemanning het operationele niveau dat strikt noodzakelijk was voor de komende periode bij STANAVFORLANT waarmee naar de Adriatische Zee gekoerst werd.
Op 25 januari 1994 werden de taken van het zusterschip overgenomen en in het kader van de operatie Sharp Guard werden patrouilles in de Adriatische Zee uitgevoerd. Van 21 tot 29 mei was de Heemskerck vlaggeschip voor de commandant van Task Group 440.02 in het zuidwestelijk deel van de Adriatische Zee en van 20 juni tot 1 juli in het zuidoostelijk deel. In totaal werden 82 schepen ondervraagd en 20 boardings uitgevoerd. Uiteraard werden tussen de patrouilles door een aantal havens bezocht voor ontspanning en bevoorrading. Op 14 juli werden de taken overgedragen aan de Jan van Brakel waarna op 20 juli voor verlof en onderhoud weer in de thuishaven werd afgemeerd.
In het najaar was de Heemskerck vlaggeschip van het eskader tijdens de reis van 17 oktober tot 19 november waarbij Rosyth en Newcastle werden bezocht.
Na een korte onderhoudsperiode vertrok het schip op 13 februari 1995 als stafschip met het eskader naar zee voor deelname aan de NAVO-oefening Strong Resolve. Deze reis werd op 16 maart afgesloten met een varende familiedag. Hierna stond alles in het teken van voorbereidingen voor het vertrek naar de Adriatische Zee om zich bij STANAVFORMED aan te sluiten. Op 18 april was het zover en gingen de trossen los en op 24 april werden in Malaga de taken van de Abraham Crijnssen overgenomen. Van 24 april tot en met 7 september werd als stafschip aan de VN-operatie Sharp Guard deelgenomen met daarbij de blokkade voor de kust van Montenegro. In totaal werden 72 boardings uitgevoerd en aan boord van het motorschip Konin werd een T-72 tank aangetroffen. Tussen 29 mei en 18 juni werd de operatie Sharp Guard tijdelijk verlaten om in het kader van “Partnership for Peace” een bezoek aan de Zwarte Zee tebrengen dat met een havenbezoek aan Istanbul werd besloten. Het onderhoud gebeurde in Triëst waar op 7 september de taken aan de Pieter Florisz werden overgedragen om naar huis terug te keren voor verlof. Hierna werd aan het schip onderhoud gegeven en als schip van de wacht dienst gedaan.
Op 19 februari 1996 werd met het eskader de thuishaven verlaten om onder slechte weersomstandighden te gaan oefenen dat hierdoor in het gedrang kwam en verschillende schepen zeeschade opliepen. Op het programma stond de oefening Battle Griffin langs de Noorse kust. Windkracht 10 tot 12 noopten de schepen echter in de Andfjord een oppertje te zoeken. Desondanks werd toch nog geoefend en op 12 maart was het eskader weer in Den Helder terug.
De volgende reis met het eskader begon op 21 april en ging richting Middellandse Zee waar het schip met succes een NATO-Sea Sparrow lanceerde. Er werden bezoeken gebracht aan Cadiz, Lissabon en Leixous. Op 30 mei was men weer in Den Helder terug voor een varende ouderdag. In de tweede helft van het jaar lag het schip in onderhoud.
In het voorjaar van 1997 begon de Heemskerck met varende materieelsbeproevingen en een individuele opwerkperiode met een bezoek aan Dundee om de herdenking van de slag bij Kamperduin luister bij te zetten. Daar kwam op 13 oktober de commandant van het Fregattensquadron aan boord voor de opwerkperiode welke zich afspeelde in de Buitse Bocht en het Skagerrak. Hierna ging het schip naar Gdansk en daarna terug naar de Thuishaven.
Het jaar 1998 werd begonnen met voorbereidingen voor deelname aan het permanente NAVO-eskader STANAVFORLANT op de Atlantische Oceaan. Dit hield tevens in dat een bezoek werd gebracht aan de geruismeetbaan in de Hegernesfjord nabij het Noorse Bergen. In Den Helder werd op 3 april de taak van de Tromp overgenomen en 11 dagen later vertrok het internationale scheepsverband uit Den Helder voor een intensieve opwerkperiode op de Noordzee, om later in de Middellandse Zee met STANAVFORMED te oefenen. Eind april werd Reykjavik bezocht en vervolgens de oceaan overgestoken richting St. John en via de St. Lawrence werd Quebec en Montreal bezocht. In Halifax werd onderhoud gegeven en deelgenomen aan de Amerikaans/Ca-nadese oefening Marcot. Na afloop hiervan zakte het eskader naar het zuiden af en via de Bahama’s ging het naar de Colombiaanse haven Cartagena. Tijdens de opwerkperiode bij Roosevelt Roads werden door het schip twee Standard Missiles en een NATO-Sea Sparrow op exocets en drones gelanceerd. Vervolgens werd koers gezet naar Mayport voor een onderhoudsperiode van ruim twee weken. Via een brandstofstop op de Azoren kwam het verband in Lissabon waar op dat moment de Expo 1998 werd gehouden, waarna op 14 september het schip op de rede van Den Helder werd afgelost en met verlof kon worden gegaan. Vanaf begin november werd het schip in gereedheid gebracht voor een reis naar de Perzische Golf.
Op zondagmiddag 21 februari 1999 vertrok het schip voor een zestien weken durende reis naar het Midden Oosten. Op het programma stond deelname van 12 maart tot 18 mei aan de Multinational Interception Force (MIF) in de Perzische Golf ten behoeve van de VN-veiligheids-raadresolutie 665 op de naleving van de sancties tegen Irak. Onderweg werd deelgenomen aan de internationale wapententoonstelling in Abu Dhabi (14 tot 18 maart). Gedurende de uitreis werd druk geoefend om vooral goed beslagen ten ijs te komen en op alle calamiteiten voorbereid te zijn. Meteen na aankomst op het patrouilleterrein vond de eerste boarding plaats op een Grieks vrachtschip dat na onderzoek haar weg kon vervolgen. Er zouden nog vele boardings volgen. In Bahrein kon op adem worden gekomen voor ontspanning. Na een intensieve periode van patrouillevaren werd het schip afgelost en via tussenstops in Haifa en Mallorca arriveerde het schip half juni weer in de thuishaven om met verlof te gaan.
Verdere scheepsbewegingen over 1999 en verder ontbreken helaas, maar volgens de plannen zal ook Hr.Ms. Jacob van Heemskerck binnenkort uit de sterkte worden afgevoerd.
Op 17 januari 1991 ging de operatie Desert Shield over in Desert Storm en daarmee de embargo-operaties over in oorlogsoperaties. In de Perzische Golf verleende het schip bescherming aan Amerikaanse vliegkampschepen tegen luchtaanvallen waarbij oorlogswacht en een enkele keer gevechtswacht werd gelopen. Tussen de patrouilles door werden in Djibouti, Abu Dhabi of Bahrein de benen gestrekt en de voorraden op peil gebracht. Aardige bijzonderheid is dat tijdens deze reis de bakker zijn 750.000ste brood bakte. In de vroege morgen van dinsdag 12 maart kwamen Prins Willem Alexander, de BDZ en VADM. Jhr. H. van Forrest met hun gevolg aan boord voor een eendaags bezoek aan de Task Group. Op vrijdag 29 maart vertrokken de drie Nederlandse schepen uit Dubai richting Djibouti voor een negen dagen durend onderhoud en om de Golf perikelen achter zich te laten. Op 19 april werden in de thuishaven de trossen weer belegd en ging men met verlof en het schip in onderhoud.
Op 3 januari 1992 werd de draad weer opgepakt om als vlaggeschip bij STANAVFORLANT dienst te gaan doen. De tweede helft van de term werd voornamelijk in het westelijk deel van de Atlantische Oceaan doorgebracht met op 16 april de commando overdracht over STANAVFORLANT in Den Helder en kon de bemanning tot 18 mei met verlof. Na het fungeren als schip van de wacht was er een varende ouderdag en in IJmuiden werden de contacten met de gemeente Heemskerk aangehaald. Na het zomerverlof werd een aanvang gemaakt met het meerjarig onderhoud en ging het schip voor de laatste twee maanden van het jaar in dok waar enige bovendekse verbouwingen en de nodige modificaties werden uitgevoerd dat tot medio 1993 zou duren.
Na het zomerverlof van 1993 konden de eerste varende materieelsbeproevingen plaats vinden dat werd gevolgd door een opwerkperiode bij het Fregattensquadron. Vervolgens kwam het schip bij de NOST in Portland en in een tijdsbestek van vijf weken bereikte het schip en bemanning het operationele niveau dat strikt noodzakelijk was voor de komende periode bij STANAVFORLANT waarmee naar de Adriatische Zee gekoerst werd.
Op 25 januari 1994 werden de taken van het zusterschip overgenomen en in het kader van de operatie Sharp Guard werden patrouilles in de Adriatische Zee uitgevoerd. Van 21 tot 29 mei was de Heemskerck vlaggeschip voor de commandant van Task Group 440.02 in het zuidwestelijk deel van de Adriatische Zee en van 20 juni tot 1 juli in het zuidoostelijk deel. In totaal werden 82 schepen ondervraagd en 20 boardings uitgevoerd. Uiteraard werden tussen de patrouilles door een aantal havens bezocht voor ontspanning en bevoorrading. Op 14 juli werden de taken overgedragen aan de Jan van Brakel waarna op 20 juli voor verlof en onderhoud weer in de thuishaven werd afgemeerd.
In het najaar was de Heemskerck vlaggeschip van het eskader tijdens de reis van 17 oktober tot 19 november waarbij Rosyth en Newcastle werden bezocht.
Na een korte onderhoudsperiode vertrok het schip op 13 februari 1995 als stafschip met het eskader naar zee voor deelname aan de NAVO-oefening Strong Resolve. Deze reis werd op 16 maart afgesloten met een varende familiedag. Hierna stond alles in het teken van voorbereidingen voor het vertrek naar de Adriatische Zee om zich bij STANAVFORMED aan te sluiten. Op 18 april was het zover en gingen de trossen los en op 24 april werden in Malaga de taken van de Abraham Crijnssen overgenomen. Van 24 april tot en met 7 september werd als stafschip aan de VN-operatie Sharp Guard deelgenomen met daarbij de blokkade voor de kust van Montenegro. In totaal werden 72 boardings uitgevoerd en aan boord van het motorschip Konin werd een T-72 tank aangetroffen. Tussen 29 mei en 18 juni werd de operatie Sharp Guard tijdelijk verlaten om in het kader van “Partnership for Peace” een bezoek aan de Zwarte Zee tebrengen dat met een havenbezoek aan Istanbul werd besloten. Het onderhoud gebeurde in Triëst waar op 7 september de taken aan de Pieter Florisz werden overgedragen om naar huis terug te keren voor verlof. Hierna werd aan het schip onderhoud gegeven en als schip van de wacht dienst gedaan.
Op 19 februari 1996 werd met het eskader de thuishaven verlaten om onder slechte weersomstandighden te gaan oefenen dat hierdoor in het gedrang kwam en verschillende schepen zeeschade opliepen. Op het programma stond de oefening Battle Griffin langs de Noorse kust. Windkracht 10 tot 12 noopten de schepen echter in de Andfjord een oppertje te zoeken. Desondanks werd toch nog geoefend en op 12 maart was het eskader weer in Den Helder terug.
De volgende reis met het eskader begon op 21 april en ging richting Middellandse Zee waar het schip met succes een NATO-Sea Sparrow lanceerde. Er werden bezoeken gebracht aan Cadiz, Lissabon en Leixous. Op 30 mei was men weer in Den Helder terug voor een varende ouderdag. In de tweede helft van het jaar lag het schip in onderhoud.
In het voorjaar van 1997 begon de Heemskerck met varende materieelsbeproevingen en een individuele opwerkperiode met een bezoek aan Dundee om de herdenking van de slag bij Kamperduin luister bij te zetten. Daar kwam op 13 oktober de commandant van het Fregattensquadron aan boord voor de opwerkperiode welke zich afspeelde in de Buitse Bocht en het Skagerrak. Hierna ging het schip naar Gdansk en daarna terug naar de Thuishaven.
Het jaar 1998 werd begonnen met voorbereidingen voor deelname aan het permanente NAVO-eskader STANAVFORLANT op de Atlantische Oceaan. Dit hield tevens in dat een bezoek werd gebracht aan de geruismeetbaan in de Hegernesfjord nabij het Noorse Bergen. In Den Helder werd op 3 april de taak van de Tromp overgenomen en 11 dagen later vertrok het internationale scheepsverband uit Den Helder voor een intensieve opwerkperiode op de Noordzee, om later in de Middellandse Zee met STANAVFORMED te oefenen. Eind april werd Reykjavik bezocht en vervolgens de oceaan overgestoken richting St. John en via de St. Lawrence werd Quebec en Montreal bezocht. In Halifax werd onderhoud gegeven en deelgenomen aan de Amerikaans/Ca-nadese oefening Marcot. Na afloop hiervan zakte het eskader naar het zuiden af en via de Bahama’s ging het naar de Colombiaanse haven Cartagena. Tijdens de opwerkperiode bij Roosevelt Roads werden door het schip twee Standard Missiles en een NATO-Sea Sparrow op exocets en drones gelanceerd. Vervolgens werd koers gezet naar Mayport voor een onderhoudsperiode van ruim twee weken. Via een brandstofstop op de Azoren kwam het verband in Lissabon waar op dat moment de Expo 1998 werd gehouden, waarna op 14 september het schip op de rede van Den Helder werd afgelost en met verlof kon worden gegaan. Vanaf begin november werd het schip in gereedheid gebracht voor een reis naar de Perzische Golf.
Op zondagmiddag 21 februari 1999 vertrok het schip voor een zestien weken durende reis naar het Midden Oosten. Op het programma stond deelname van 12 maart tot 18 mei aan de Multinational Interception Force (MIF) in de Perzische Golf ten behoeve van de VN-veiligheids-raadresolutie 665 op de naleving van de sancties tegen Irak. Onderweg werd deelgenomen aan de internationale wapententoonstelling in Abu Dhabi (14 tot 18 maart). Gedurende de uitreis werd druk geoefend om vooral goed beslagen ten ijs te komen en op alle calamiteiten voorbereid te zijn. Meteen na aankomst op het patrouilleterrein vond de eerste boarding plaats op een Grieks vrachtschip dat na onderzoek haar weg kon vervolgen. Er zouden nog vele boardings volgen. In Bahrein kon op adem worden gekomen voor ontspanning. Na een intensieve periode van patrouillevaren werd het schip afgelost en via tussenstops in Haifa en Mallorca arriveerde het schip half juni weer in de thuishaven om met verlof te gaan.
Verdere scheepsbewegingen over 1999 en verder ontbreken helaas, maar volgens de plannen zal ook Hr.Ms. Jacob van Heemskerck binnenkort uit de sterkte worden afgevoerd.