Marine Vliegkamp Valkenburg "MVKV"
Vliegkamp Valkenburg was een militair vliegveld in Nederland, in de voormalige gemeente Valkenburg(sinds 2006 gemeente Katwijk). Het vliegveld werd tijdens de Tweede Wereldoorlog door de Duitse bezetter gebruikt, en werd na 1945 hersteld en door de Koninklijke Marine gebruikt.
Geschiedenis: op 17 april 1939 werd begonnen met de aanleg van het militaire vliegveld Valkenburg. De aanleg ervan werd uitbesteed aan de Nederlandsche Heidemaatschappij die uit de wijde omgeving ruim duizend, voornamelijk werkloze, arbeiders aantrok om de klus te klaren. De aanleg geschiedde in het kader van een werkverschaffingsproject. Tijdens de Duitse invasie in mei 1940 is zwaar om het vliegveld gevochten hoewel het nog werd bemalen en niet vlieggereed was. De Duitsers hadden parachutisten afgeworpen. Het vliegveld werd op 10 mei 1940 door de Duitsers ingenomen. Op het vliegveld strandden er 60 gelande Duitse transportvliegtuigen van het type Ju 52 in de zachte grond. Deze werden verder door de strijd beschadigd. Tegen de avond werd het door de Nederlandse strijdkrachten weer terugveroverd. Bij de felle strijd vielen veel doden, een aantal militairen werden onderscheiden met de Willems-Orde waaronder Majoor Jan Mallinckrodt.
De bezetters bouwden het vliegveld verder af en namen het in gebruik als "Fliegerhorst Katwijk". Tot 1943 werd Valkenburg in gebruik gehouden als hulpbasis, daarna maakten de Duitsers het vliegveld volledig onbruikbaar. Van 30 april tot en met 7 mei 1945 vonden boven vliegveld Valkenburg voedseldroppings plaats door Lancasters van de RAF en B17G-toestellen van de USAF. In totaal werden er in acht dagen 5500 voedselvluchten uitgevoerd. Hierbij werd 869.540 ton aan voedsel uitgeworpen.
Na de bevrijding kwamen 600 Canadezen van de Royal Engineers (RE 66) naar het vliegveld om dit te herstellen. Binnen een week was het vliegveld weer operationeel.
In 1946 werd op Valkenburg de nr.1 Transport Vliegtuig Afdeling (TransVA) opgericht van de Luchtmacht. Op 15 oktober 1947 werd het vliegveld door de Luchtmacht overgedragen aan de Marine Luchtvaartdienst. Na deze overdracht kreeg het vliegveld de naam "Marine Vliegkamp Valkenburg", kortweg MVKV. Door de marine werden toen de squadrons 320 en 321 gestationeerd. Deze hadden als taak de opsporing en bestijding van Russische onderzeeboten. Hiervoor stonden 13 Lockheed P-3 Orions ter beschikking. Commandant van de vliegbasis werd Pieter Jacob Elias in 1949.
Sinds de sluiting van het militaire vliegveld Ypenburg bij Den Haag in 1991 fungeerde het Marine Vliegkamp als ceremoniële basis voor VIP-vluchten voor het Koninklijk Huis, het kabinet en buitenlandse staatshoofden. Vanwege het einde van de Koude Oorlog verviel de taak van de MLD squadrons 320 en 321.
Geschiedenis: op 17 april 1939 werd begonnen met de aanleg van het militaire vliegveld Valkenburg. De aanleg ervan werd uitbesteed aan de Nederlandsche Heidemaatschappij die uit de wijde omgeving ruim duizend, voornamelijk werkloze, arbeiders aantrok om de klus te klaren. De aanleg geschiedde in het kader van een werkverschaffingsproject. Tijdens de Duitse invasie in mei 1940 is zwaar om het vliegveld gevochten hoewel het nog werd bemalen en niet vlieggereed was. De Duitsers hadden parachutisten afgeworpen. Het vliegveld werd op 10 mei 1940 door de Duitsers ingenomen. Op het vliegveld strandden er 60 gelande Duitse transportvliegtuigen van het type Ju 52 in de zachte grond. Deze werden verder door de strijd beschadigd. Tegen de avond werd het door de Nederlandse strijdkrachten weer terugveroverd. Bij de felle strijd vielen veel doden, een aantal militairen werden onderscheiden met de Willems-Orde waaronder Majoor Jan Mallinckrodt.
De bezetters bouwden het vliegveld verder af en namen het in gebruik als "Fliegerhorst Katwijk". Tot 1943 werd Valkenburg in gebruik gehouden als hulpbasis, daarna maakten de Duitsers het vliegveld volledig onbruikbaar. Van 30 april tot en met 7 mei 1945 vonden boven vliegveld Valkenburg voedseldroppings plaats door Lancasters van de RAF en B17G-toestellen van de USAF. In totaal werden er in acht dagen 5500 voedselvluchten uitgevoerd. Hierbij werd 869.540 ton aan voedsel uitgeworpen.
Na de bevrijding kwamen 600 Canadezen van de Royal Engineers (RE 66) naar het vliegveld om dit te herstellen. Binnen een week was het vliegveld weer operationeel.
In 1946 werd op Valkenburg de nr.1 Transport Vliegtuig Afdeling (TransVA) opgericht van de Luchtmacht. Op 15 oktober 1947 werd het vliegveld door de Luchtmacht overgedragen aan de Marine Luchtvaartdienst. Na deze overdracht kreeg het vliegveld de naam "Marine Vliegkamp Valkenburg", kortweg MVKV. Door de marine werden toen de squadrons 320 en 321 gestationeerd. Deze hadden als taak de opsporing en bestijding van Russische onderzeeboten. Hiervoor stonden 13 Lockheed P-3 Orions ter beschikking. Commandant van de vliegbasis werd Pieter Jacob Elias in 1949.
Sinds de sluiting van het militaire vliegveld Ypenburg bij Den Haag in 1991 fungeerde het Marine Vliegkamp als ceremoniële basis voor VIP-vluchten voor het Koninklijk Huis, het kabinet en buitenlandse staatshoofden. Vanwege het einde van de Koude Oorlog verviel de taak van de MLD squadrons 320 en 321.
Sluiting: 320 en 321 Squadron zijn opgeheven en de P-3C Orions zijn verkocht aan Duitsland en Portugal. De vliegbasis is sinds juli 2006 gesloten. Wel kunnen hobbyisten nog even gebruik maken van een deel van het vliegveld voor zweef- en modelvliegtuigen.