Hr.Ms. van Kinsbergen F 809
Bouwwerf : KMS Vlissingen
Op stapel : 02-09-75
Te water : 16-04-77
In dienst : 24-04-80
Naamsein : F 809
Hr.Ms. VAN
KINSBERGEN. F 809
Onder bouwnummer 352 werd op 2 september 1975 bij de Koninklijke Maatschappij De Schelde te Vlissingen voor dit schip de kiel gelegd. Tijdens de hellingloop op 16 april 1979 volgde de doopplechtigheid door mevr. B. Veldkamp-Bruinsma. Onder de vlag van De Schelde werd op 7 januari 1980 met de proeftochten begonnen waarna op 31 januari in Vlissingen werd teruggekeerd voor de aftimmerperiode. Op 24 april werd Hr.Ms. Van Kinsbergen door de aangewezen commandant Kltz. F.J. Haver Droeze, in aanwezigheid van talloze autoriteiten, van de werf overgenomen en in dienst gesteld. Hierop werd naar zee vertrokken om op te werken. Er volgden nu een aantal korte vaartochten om te oefenen en pas op 10 oktober werd het schip bij het eskader ingedeeld. Hiermee werd tien dagen later vertrokken naar de Middellandse Zee om in eskaderverband te oefenen. Na bezoeken aan Tunis en Malaga werd op 21 november in Den Helder teruggekeerd en ging het schip in onderhoud.
Onder bouwnummer 352 werd op 2 september 1975 bij de Koninklijke Maatschappij De Schelde te Vlissingen voor dit schip de kiel gelegd. Tijdens de hellingloop op 16 april 1979 volgde de doopplechtigheid door mevr. B. Veldkamp-Bruinsma. Onder de vlag van De Schelde werd op 7 januari 1980 met de proeftochten begonnen waarna op 31 januari in Vlissingen werd teruggekeerd voor de aftimmerperiode. Op 24 april werd Hr.Ms. Van Kinsbergen door de aangewezen commandant Kltz. F.J. Haver Droeze, in aanwezigheid van talloze autoriteiten, van de werf overgenomen en in dienst gesteld. Hierop werd naar zee vertrokken om op te werken. Er volgden nu een aantal korte vaartochten om te oefenen en pas op 10 oktober werd het schip bij het eskader ingedeeld. Hiermee werd tien dagen later vertrokken naar de Middellandse Zee om in eskaderverband te oefenen. Na bezoeken aan Tunis en Malaga werd op 21 november in Den Helder teruggekeerd en ging het schip in onderhoud.
Na als schip van de wacht te hebben gediend werd Hr.Ms. Van Kinsbergen op 26 januari 1981 bij het eskader ingedeeld en hiermee werd tot 13 maart een winterreis gemaakt naar de Atlantische Oceaan en Middellandse Zee met als hoogtepunt de NAVO-oefening Testgate 1981 ter hoogte van de Straat van Gibraltar. Na binnenkomst in Den Helder werd aandacht aan onderhoud gegeven. Op 11 en 12 juni werd naar de Sloehaven in Vlissingen gevaren voor garantieonderhoud bij De Schelde dat tot 30 juli duurde en een dag later was het schip weer in de thuishaven terug. In de periode van 17 augustus tot 7 september werden bemanningsleden van het Griekse standaardfregat Elli aan boord opgeleid. Op 29 september kreeg het schip bezoek van Z.K.H. Prins Bernhard en oud-leden van de admiraliteitsraad ter gelegenheid van de 1000ste vergadering van die raad. Verder was het schip nog voor korte tijd bij de Task Group ingedeeld en fungeerde als schip van de wacht.
De eerste maanden van 1982 werd enkele malen de functie van schip van de wacht voltooid en van 5 tot 9 februari een bezoek aan Londen gebracht. Van 10 tot 12 mei werd op de Noordzee de nieuw geïnstalleerde gasturbine beproefd en na een vervroegd zomerverlof kwam het schip op 29 juni bij STANAVFORLANT waarvoor de thuishaven op 5 juli werd verlaten ondanks het feit dat ongeveer 40 bemanningleden door een virusziekte waren geveld. Half augustus moest echter opnieuw een gasturbine worden verwisseld hetgeen in recordtijd in Den Helder gebeurde. Tijdens deze oefenperiode werd op 19 augustus met enig ceremonieel de poolcirkel gepasseerd en op het eind van die maand lag het schip in Narvik. Op 6 december werd afscheid genomen en waaierden de schepen alle kanten uit en die voor de Van Kinsbergen was richting Den Helder waar de volgende dag werd afgemeerd.
Meteen nadat het winterverlof op 24 januari 1983 was afgelopen werden de handen uit de mouwen gestoken om een week later met het eskader te vertrekken voor deelname aan een Joint Maritime Course in de wateren rondom Schotland. De oversteek ging gepaard met stormachtig weer, in tegenstelling tijdens de oefening zelf. Na terugkeer in Den Helder ging het schip vier maanden dienen als schoolschip voor de wapentechnische dienst. Op 16 juni kreeg het schip bezoek van de Indonesische BDZ, vice-admiraal Asikin Natanegara met zijn staf.
Na het zomerverlof werd op 12 september het met eskader naar de Middellandse Zee vertrokken waarbij een hoogtepunt het bezoek aan Rome was. Na twee weken onderhoud in Toulon stonden nog bezoeken aan Barcelona en Valencia op het programma, waarna de thuisreis werd aanvaard. Op 25 december kwam de commandant zeemacht in Nederland aan boord de kerstviering meemaken.
Van 13 februari tot 24 maart 1984 maakte het schip de winterreis van het eskader mee, waarbij de Van Kinsbergen met een extra helikopter was uitgerust. De reis ging naar de Britse wateren en het noordelijke gedeelte van de Noordzee en tijdens de oefeningen werd veel aandacht aan de opleidingen besteed. Tevens onderging het schip een intensieve training bij de commandant van het Fregattensquadron.
Op 7 februari 1985 begon de winterreis van het eskader richting Middellandse Zee waarin ook de Van Kinsbergen was opgenomen. Tussen de oefeningen door werden bezoeken gebracht aan Venetië, Iraklion, Haifa, Tunis en Alicante, waarna op 20 april weer in Den Helder werd afgemeerd.
De volgende eskaderreis begon op 28 mei en duurde tot 26 juni, Hiervoor bleven de schepen in de Noordzee om te oefenen. Ook dit jaar werd opnieuw bij het Fregattensquadron een intensieve training ondergaan.
Hoogtepunt in 1986 vormde de eskaderreis naar het Verre Oosten met de naam Fairwind ’86. Deze reis werd eerder beschreven bij Hr.Ms. Callenburgh. Na terugkeer in Den Helder op 19 juni volgde het zomerverlof, waarna opnieuw bij het Fregattensquadron werd opgewerkt.
Op 26 januari 1987 vertrok de Van Kinsbergen met het eskader uit Den Helder voor een oefenreis over de Atlantische Oceaan waarvan op 28 mei weer in Den Helder werd teruggekeerd. Helaas zijn over een aantal jaren zeer weinig gegevens over de vaarperiodes van het schip beschikbaar.
De maand januari 1988 stond geheel in het teken van het in orde brengen van het schip voor de voorjaarsreis van het eskader en aansluitend de periode als stationsschip in de Antillen. De eskaderreis van 25 januari tot 27 februari naar de Middellandse Zee werd danig verstoord door het weer en hardnekkige problemen met de luchtwaarschuwingsradar, doch deze was snel hersteld. Na het bezoek aan Pireus werd op 25 februari afscheid van het eskader genomen en de koers verlegd naar Willemstad. Met het beter worden van het weer verbeterde ook de stemming aan boord en begon men het kleurenschema op peil te brengen. Na een rustperiode in Willemstad werd aan diverse oefeningen deelgenomen en verschillende havens bezocht. Nadat de wacht als stationsschip op gepaste wijze was overgedragen aan de Callenburgh werd op thuisreis gegaan en op de voormiddag van 26 augustus kwam de Lange Jaap weer in zicht met het welverdiende verlof. Vanaf 3 oktober verkeerde het schip in de status van MJO, het meerjaarlijks onderhoud.
Eind mei 1989 werd het schip weer volledig bemand en werd een aanvang gemaakt met het opwerken en materieelsbeproevingen, waaronder het testen van de nieuw geplaatste Goalkeeper, gevolgd door een opwerkperiode bij het Fregattensquadron. Er werd met het eskader deelgenomen aan de NAVO-oefening Sharp Spear die werd onderbroken voor een varende bezoekdag van het Militaire Comité van de NAVO. Verder volgden nog oefenstages bij de FOST en de NOST. Met de commandant van het Fregattensquadron aan boord werd van 20 november tot 15 december een oefenreis naar Noorwegen gemaakt, waarna het winterverlof voor de deur stond.
In de eerste stormachtige weken van 1990 werd de taak van schip van de wacht vervuld. Tijdens de eerste wacht van 25 januari werd via het Rescue Center IJmuiden een noodsein ontvangen van het Russische koopvaardijschip Briz dat bij windkracht 12 zonder voortstuwing ten noorden van de Waddeneilanden water maakte. De Van Kinsbergen arriveerde om 22.30uur ter plekke en rond 04.00uur in de ochtend waren alle 56 opvarenden van boord gehaald.
Onder geen al te beste weersomstandigheden werd op 6, 7 en 8 maart gevaren voor de MARVO, waarbij zo’n 150 mensen het schip bezochten. Dit programma werd nog enkele malen herhaald. Na het zomerverlof werd op 12 juli naar Haaksonvern vertrokken om de Callenburgh bij STANAVFORLANT af te lossen. Hiermee werd ook deelgenomen aan de oefeningen Danex ’90, Baltops, Teamwork ’90 en Joint Maritime Course 90/3.
Toen het winterverlof er op zat werd op 6 januari 1991 naar zee vertrokken voor het verlengde vervolg bij de Standing Naval Force Atlantic. Nadat rendez-vous was gemaakt werd op de Azoren olie geladen en doorgestoomd naar Puerto Rico. Tijdens deze oversteek kreeg het verband midden op de Atlantische Oceaan op 14 januari opdracht 180 graden van koers te veranderen in de richting van de Azoren. Reden hiervan was de toenemende dreiging in de Perzische Golf, waarvoor het verband zich gereed maakte voor mogelijke inzet in de Middellandse Zee. Toen het conflict op 17 januari uitbrak bevond het verband zich bij de Azoren en alle schepen werden op 20 januari opgetopt. Vanaf dat moment volgde een onzekere periode met oefeningen onder de Portugese kust. Doch op 6 april werd de Van Kinsbergen afgelost en keerde op 8 april in Den Helder terug. Na het verlof volgde een onderhoudsperiode en enkele vaarperiodes voor de opleidingen plus een opwerkperiode bij het Fregattensquadron. Vervolgens was het de hoogste tijd geworden voor het winterverlof.
Op 13 januari 1992 werd naar zee vertrokken om gedurende drie weken de functie van schip van de wacht te vervullen. Op 1 april ging het schip naar Amsterdam voor deelname aan de vlootdagen. De terugreis naar Den Helder op 6 april werd gecombineerd met een varende ouderdag. Vervolgens werden voorbereidingen getroffen voor de eskaderreis die van 21 april tot 15 juni duurde en naar het Caribisch gebied en de Amerikaanse kust ging. Tijdens de terugreis werd in de Adriatische Zee een aanvang gemaakt met de operatie Maritime Guard. Teruggekeerd in Den Helder werd met verlof gegaan en hierna met man en macht gewerkt aan bevoorrading en operationeel gereed maken van het schip. Op 31 augustus werd naar de Middellandse Zee vertrokken om gedurende vijf maanden deel uit te maken van STANAVFORMED. Op 22 november ging de operatie Maritime Monitor over in Maritime Guard en op 26 november onderzocht het boardingteam van de Van Kinsbergen haar eerste schip. Het kerstfeest werd aan boord in Taranto gevierd en oud en nieuw op zee in de Straat van Otranto.
De eerste maanden van 1982 werd enkele malen de functie van schip van de wacht voltooid en van 5 tot 9 februari een bezoek aan Londen gebracht. Van 10 tot 12 mei werd op de Noordzee de nieuw geïnstalleerde gasturbine beproefd en na een vervroegd zomerverlof kwam het schip op 29 juni bij STANAVFORLANT waarvoor de thuishaven op 5 juli werd verlaten ondanks het feit dat ongeveer 40 bemanningleden door een virusziekte waren geveld. Half augustus moest echter opnieuw een gasturbine worden verwisseld hetgeen in recordtijd in Den Helder gebeurde. Tijdens deze oefenperiode werd op 19 augustus met enig ceremonieel de poolcirkel gepasseerd en op het eind van die maand lag het schip in Narvik. Op 6 december werd afscheid genomen en waaierden de schepen alle kanten uit en die voor de Van Kinsbergen was richting Den Helder waar de volgende dag werd afgemeerd.
Meteen nadat het winterverlof op 24 januari 1983 was afgelopen werden de handen uit de mouwen gestoken om een week later met het eskader te vertrekken voor deelname aan een Joint Maritime Course in de wateren rondom Schotland. De oversteek ging gepaard met stormachtig weer, in tegenstelling tijdens de oefening zelf. Na terugkeer in Den Helder ging het schip vier maanden dienen als schoolschip voor de wapentechnische dienst. Op 16 juni kreeg het schip bezoek van de Indonesische BDZ, vice-admiraal Asikin Natanegara met zijn staf.
Na het zomerverlof werd op 12 september het met eskader naar de Middellandse Zee vertrokken waarbij een hoogtepunt het bezoek aan Rome was. Na twee weken onderhoud in Toulon stonden nog bezoeken aan Barcelona en Valencia op het programma, waarna de thuisreis werd aanvaard. Op 25 december kwam de commandant zeemacht in Nederland aan boord de kerstviering meemaken.
Van 13 februari tot 24 maart 1984 maakte het schip de winterreis van het eskader mee, waarbij de Van Kinsbergen met een extra helikopter was uitgerust. De reis ging naar de Britse wateren en het noordelijke gedeelte van de Noordzee en tijdens de oefeningen werd veel aandacht aan de opleidingen besteed. Tevens onderging het schip een intensieve training bij de commandant van het Fregattensquadron.
Op 7 februari 1985 begon de winterreis van het eskader richting Middellandse Zee waarin ook de Van Kinsbergen was opgenomen. Tussen de oefeningen door werden bezoeken gebracht aan Venetië, Iraklion, Haifa, Tunis en Alicante, waarna op 20 april weer in Den Helder werd afgemeerd.
De volgende eskaderreis begon op 28 mei en duurde tot 26 juni, Hiervoor bleven de schepen in de Noordzee om te oefenen. Ook dit jaar werd opnieuw bij het Fregattensquadron een intensieve training ondergaan.
Hoogtepunt in 1986 vormde de eskaderreis naar het Verre Oosten met de naam Fairwind ’86. Deze reis werd eerder beschreven bij Hr.Ms. Callenburgh. Na terugkeer in Den Helder op 19 juni volgde het zomerverlof, waarna opnieuw bij het Fregattensquadron werd opgewerkt.
Op 26 januari 1987 vertrok de Van Kinsbergen met het eskader uit Den Helder voor een oefenreis over de Atlantische Oceaan waarvan op 28 mei weer in Den Helder werd teruggekeerd. Helaas zijn over een aantal jaren zeer weinig gegevens over de vaarperiodes van het schip beschikbaar.
De maand januari 1988 stond geheel in het teken van het in orde brengen van het schip voor de voorjaarsreis van het eskader en aansluitend de periode als stationsschip in de Antillen. De eskaderreis van 25 januari tot 27 februari naar de Middellandse Zee werd danig verstoord door het weer en hardnekkige problemen met de luchtwaarschuwingsradar, doch deze was snel hersteld. Na het bezoek aan Pireus werd op 25 februari afscheid van het eskader genomen en de koers verlegd naar Willemstad. Met het beter worden van het weer verbeterde ook de stemming aan boord en begon men het kleurenschema op peil te brengen. Na een rustperiode in Willemstad werd aan diverse oefeningen deelgenomen en verschillende havens bezocht. Nadat de wacht als stationsschip op gepaste wijze was overgedragen aan de Callenburgh werd op thuisreis gegaan en op de voormiddag van 26 augustus kwam de Lange Jaap weer in zicht met het welverdiende verlof. Vanaf 3 oktober verkeerde het schip in de status van MJO, het meerjaarlijks onderhoud.
Eind mei 1989 werd het schip weer volledig bemand en werd een aanvang gemaakt met het opwerken en materieelsbeproevingen, waaronder het testen van de nieuw geplaatste Goalkeeper, gevolgd door een opwerkperiode bij het Fregattensquadron. Er werd met het eskader deelgenomen aan de NAVO-oefening Sharp Spear die werd onderbroken voor een varende bezoekdag van het Militaire Comité van de NAVO. Verder volgden nog oefenstages bij de FOST en de NOST. Met de commandant van het Fregattensquadron aan boord werd van 20 november tot 15 december een oefenreis naar Noorwegen gemaakt, waarna het winterverlof voor de deur stond.
In de eerste stormachtige weken van 1990 werd de taak van schip van de wacht vervuld. Tijdens de eerste wacht van 25 januari werd via het Rescue Center IJmuiden een noodsein ontvangen van het Russische koopvaardijschip Briz dat bij windkracht 12 zonder voortstuwing ten noorden van de Waddeneilanden water maakte. De Van Kinsbergen arriveerde om 22.30uur ter plekke en rond 04.00uur in de ochtend waren alle 56 opvarenden van boord gehaald.
Onder geen al te beste weersomstandigheden werd op 6, 7 en 8 maart gevaren voor de MARVO, waarbij zo’n 150 mensen het schip bezochten. Dit programma werd nog enkele malen herhaald. Na het zomerverlof werd op 12 juli naar Haaksonvern vertrokken om de Callenburgh bij STANAVFORLANT af te lossen. Hiermee werd ook deelgenomen aan de oefeningen Danex ’90, Baltops, Teamwork ’90 en Joint Maritime Course 90/3.
Toen het winterverlof er op zat werd op 6 januari 1991 naar zee vertrokken voor het verlengde vervolg bij de Standing Naval Force Atlantic. Nadat rendez-vous was gemaakt werd op de Azoren olie geladen en doorgestoomd naar Puerto Rico. Tijdens deze oversteek kreeg het verband midden op de Atlantische Oceaan op 14 januari opdracht 180 graden van koers te veranderen in de richting van de Azoren. Reden hiervan was de toenemende dreiging in de Perzische Golf, waarvoor het verband zich gereed maakte voor mogelijke inzet in de Middellandse Zee. Toen het conflict op 17 januari uitbrak bevond het verband zich bij de Azoren en alle schepen werden op 20 januari opgetopt. Vanaf dat moment volgde een onzekere periode met oefeningen onder de Portugese kust. Doch op 6 april werd de Van Kinsbergen afgelost en keerde op 8 april in Den Helder terug. Na het verlof volgde een onderhoudsperiode en enkele vaarperiodes voor de opleidingen plus een opwerkperiode bij het Fregattensquadron. Vervolgens was het de hoogste tijd geworden voor het winterverlof.
Op 13 januari 1992 werd naar zee vertrokken om gedurende drie weken de functie van schip van de wacht te vervullen. Op 1 april ging het schip naar Amsterdam voor deelname aan de vlootdagen. De terugreis naar Den Helder op 6 april werd gecombineerd met een varende ouderdag. Vervolgens werden voorbereidingen getroffen voor de eskaderreis die van 21 april tot 15 juni duurde en naar het Caribisch gebied en de Amerikaanse kust ging. Tijdens de terugreis werd in de Adriatische Zee een aanvang gemaakt met de operatie Maritime Guard. Teruggekeerd in Den Helder werd met verlof gegaan en hierna met man en macht gewerkt aan bevoorrading en operationeel gereed maken van het schip. Op 31 augustus werd naar de Middellandse Zee vertrokken om gedurende vijf maanden deel uit te maken van STANAVFORMED. Op 22 november ging de operatie Maritime Monitor over in Maritime Guard en op 26 november onderzocht het boardingteam van de Van Kinsbergen haar eerste schip. Het kerstfeest werd aan boord in Taranto gevierd en oud en nieuw op zee in de Straat van Otranto.
Na bijna vijf-en-een-halve maand bij STANAVFORMED te
zijn geweest meerde het schip op 22 januari 1993 in Den Helder af. Na
voorbereidingen voor het tussentijds onderhoud (TTO) ging de bemanning met
verlof. Het TTO duurde van 15 maart tot 5 juli waarin het schip een grote
dokbeurt met behandeling onder de waterlijn kreeg. Op 12 juli begon een periode
van varende beproevingen. Na het zomerverlof volgde een intensieve periode van
bevoorraden en het operationeel gereed maken van het schip, om vervolgens bij
de commandant van het Fregattensquadron te worden ingedeeld. In november ging
de bemanning met vervroegd verlof en werden een aantal noodzakelijke
herstellingen uitgevoerd, gevolgd door varende beproevingen. Op 8 december vertrok
het schip richting Palma de Mallorca om zich opnieuw bij STANAVFORMED te
vervoegen in het kader van de operatie Sharp Guard waarmee op 20 december werd
begonnen en nog diezelfde dag de eerste boarding plaats vond. De kerstdagen
werden voor de kust van Albanië doorgebracht maar voor de viering van oud en
nieuw lag het schip van 30 december tot 6 januari 1994 in Napels.
Tot 26 mei 1994 bleef het schip in de Adriatische Zee. In die periode werden in totaal 186 schepen ondervraagd en zes ervan naar de Italiaanse haven Brindisi gedirigeerd voor onderzoek. Het boardingteam onderzocht nog eens 33 schepen. In de ochtend van 1 mei vond het Lido II incident plaats, een onder Maltezer vlag varende tanker, die door de Amerikaanse kruiser Philipine Sea werd ontdekt en ondervraagd. De Lido II negeerde de opdracht om bij te draaien en ging met volle kracht richting Klein Joegovlavië. Het schip zond vervolgens een mayday uit en meldde dat de machinekamer water maakte en het schip op de kust zou zetten om zinken te voorkomen. Hierop kreeg de Van Kinsbergen opdracht het boardingteam per helikopter op de Lido II over te brengen en het schip over te nemen en koers te laten veranderen. Na onderzoek aan boord bleek dat de machinekamer opzettelijk onder water was gezet en het binnenkomende water vrij eenvoudig was te stoppen. Er werden bovendien zeven Joegoslavische verstekelingen aangetroffen. Met een Italiaanse sleepboot werd de Lido II, waarvan de hoofdmotor inmiddels was uitgevallen, vervolgens naar Brindisi opgebracht. Na een intensieve periode keerde het schip op 31 mei op haar thuisbasis in Den Helder terug. Vanaf 22 augustus werd het schip in gereedheid gebracht voor de overdracht aan de Griekse marine. Het schip lag daartoe van 26 augustus tot 23 november bij de werf De Schelde in Vlissingen voor een uitgebreide verbouwing van de hangaar en een dokbeurt.
Op 1 maart 1995 werd Hr.Ms. Van Kinsbergen uit dienst gesteld en op die dag overgedragen aan de Griekse marine. De nieuwe naam werd Navarinon met het naamsein F 461.
Tot 26 mei 1994 bleef het schip in de Adriatische Zee. In die periode werden in totaal 186 schepen ondervraagd en zes ervan naar de Italiaanse haven Brindisi gedirigeerd voor onderzoek. Het boardingteam onderzocht nog eens 33 schepen. In de ochtend van 1 mei vond het Lido II incident plaats, een onder Maltezer vlag varende tanker, die door de Amerikaanse kruiser Philipine Sea werd ontdekt en ondervraagd. De Lido II negeerde de opdracht om bij te draaien en ging met volle kracht richting Klein Joegovlavië. Het schip zond vervolgens een mayday uit en meldde dat de machinekamer water maakte en het schip op de kust zou zetten om zinken te voorkomen. Hierop kreeg de Van Kinsbergen opdracht het boardingteam per helikopter op de Lido II over te brengen en het schip over te nemen en koers te laten veranderen. Na onderzoek aan boord bleek dat de machinekamer opzettelijk onder water was gezet en het binnenkomende water vrij eenvoudig was te stoppen. Er werden bovendien zeven Joegoslavische verstekelingen aangetroffen. Met een Italiaanse sleepboot werd de Lido II, waarvan de hoofdmotor inmiddels was uitgevallen, vervolgens naar Brindisi opgebracht. Na een intensieve periode keerde het schip op 31 mei op haar thuisbasis in Den Helder terug. Vanaf 22 augustus werd het schip in gereedheid gebracht voor de overdracht aan de Griekse marine. Het schip lag daartoe van 26 augustus tot 23 november bij de werf De Schelde in Vlissingen voor een uitgebreide verbouwing van de hangaar en een dokbeurt.
Op 1 maart 1995 werd Hr.Ms. Van Kinsbergen uit dienst gesteld en op die dag overgedragen aan de Griekse marine. De nieuwe naam werd Navarinon met het naamsein F 461.
Eskaderreizen .......Fairwind '86
eskadercommandant: sbn J.D.W. van Renesse
In 1986 heeft het eskader één winter-voorjaarsreis gemaakt van 22 weken en twee reizen in het najaar van respectievelijk zes weken en één week. Tijdens de lange reis, die de naam Fairwind '86 droeg, werd naast het geoefend houden van de schepen vooral aandacht geschonken aan vlagvertoon en ondersteuning van de algemene en in het bijzonder de economische Nederlandse belangen in het Verre Oosten. Gedurende de najaarsreizen werd deelgenomen aan de NAVO-oefening Northern Wedding en de nationale oefening Wing Nut.
Fairwind '86
Tijdens Fairwind '86 bestond het eskader uit Hr.Ms. De Ruyter (vlaggeschip), Poolster, Van Kinsbergen, Jan van Brakel en Callenburgh. Op Hr.Ms. Jan van Brakel en Callenburgh waren Lynx-helikopters ingescheept. In de Europese wateren stond het oefenen centraal terwijl ten oosten van het Suez-kanaal het vlagvertoon en de handelsondersteuning meer aandacht kregen. De Van Kinsbergen was het centrale schip waarop de Economische Voorlichtingsdienst in het kader van handelsondersteuning exposities in de verschillende havens gaf. Het eskader deed de volgende havens aan:
Gibraltar : 18 jan- 21 jan
Jeddah : 3 feb -6 feb
Djibouti : 5 feb -8 feb
Colombo : 18 feb -22 feb
Bangkok : 1 mrt - 5 mrt
Shanghai : 12 mrt- 16 mrt
Nagasaki : 19 mrt -26 mrt
Pusan :27 mrt -30 mrt
Hongkong : 3 apr - 7 apr
Singapore : 1 1 apr - 1 5 apr
Penang : 1 2 apr - 1 5 apr
Jakarta : 1 8 apr - 22 apr
Surabaya :23 apr -27 apr
Scychellcs :6 mei - 10 mei
Iraklion :22 mei - 26 mei
Alicante :1 1 mei - 14 mei
Bij het vertrek uit Den Helder op 13 januari was veel belangstelling van de pers. Op zee werd op weg naar het zuiden geoefend met Engelse, Franse en Amerikaanse vliegtuigen. Tevens werd nabij Portland deelgenomen aan de 'weekly war' van de Flag Officer Sea Training (FOST). Vanaf Portland tot in de Perzische Golf werd het eskader gedurende vijf weken vergezeld door HMS Broadsword, HMS Cardiff en RFA Tidespring, waarbij in de Middellandse Zee intensief werd geoefend met Hr.Ms. Zeehond en op het Italiaanse vliegveld Brindisi gedetacheerde Nederlandse P-3C Orion-vliegtuigen.
Eenmaal ten oosten van het Suez-kanaal werd in elke haven, met uitzondering van de Seychellen, het bezoek vergezeld van een deputatie van het Nederlandse bedrijfsleven en werden gecombineerde recepties aan boord gegeven en bezoeken afgelegd voor vlagvertoon en ondersteuning van het bedrijfsleven. De minister en de secretaris-generaal van Defensie voeren van Singapore tot Jakarta met het eskader mee. Ook de staatssecretarissen van Defensie en Economisch Zaken brachten een bezoek aan het eskader.
Gedurende de passage van de Zuidchinese Zee werd een klein scheepje waargenomen met 51 bootvluchtelingen. Hr.Ms. de Ruyter heeft zich over de opvarenden ontfermd en in Singapore overgedragen aan de vluchtelingenorganisatie van de Verenigde Naties. De laatste aanloopplaats in de Indische Oceaan was de eilandengroep de Seychellen. Daarna, na passage door het Suezkanaal naar de Middellandse Zee brak een periode van hard oefenen aan met Hr.Ms. Tijgerhaai en P-3C Orion vliegtuigen. Tijdens de oefening werden missile lanceringen uitgevoerd nabij Kreta. Ook werd met enkele Griekse eenheden geoefend. Niet alleen bij het vertrek maar gedurende de gehele reis was de aandacht van de pers groot. Bij binnenkomst in Den Helder op 19 juni was de toegestroomde belangstelling bijna overweldigend te noemen.
Tweede Eskaderreis, oefening Northern Wedding
In het najaar bestond het eskader uit de eenheden Hr.Ms. de Ruyter, Poolster, van Brakel, Pieter Florisz, Philips van Almonde en Isaac Sweers. Na het vertrek op 25 augustus werd allereerst een druk opwerkprogramma van een week afgewerkt waarbij geoefend werd met Franse, Engelse, Belgische en Nederlandse vliegtuigen en Franse onderzeeboten.
Vervolgens werd deelgenomen aan de NAVO-oefening Northern Wedding, waarbij een begin van een oorlogssituatie werd nagebootst. De taak van het eskader was primair het bestrijden van onderzeeboten en escorteren van een konvooi met her-bevoorradingsartikelen naar het vaste land van Europa. Veelvuldig werd het eskader bestookt door vliegtuigen en verschillende onderzeeboten trachtten de koopvaarders, die door het eskader beschermd werden, aan te vallen. Na vier weken op zee liep een gedeelte van het eskader op 19 september Amsterdam binnen. Hier vond de nabespreking plaats van meer dan 25 marineschepen die deel hadden genomen aan de oefening.
Derde eskaderreis, oefening W ing Nut
Op 27 oktober voer het eskader, nu bestaande uit de schepen Hr.Ms. De Ruyter, Tromp, Kortenaer, Van Kinsbergen, Abraham Crijnssen, Philips van Almonde en Pieter Florisz uit Den Helder voor de oefening Wing Nut. Deze luchtverdedigings-oefening werd op de Noordzee gehouden en duurde slechts één week. Het eskader werd gedurende deze oefening vergezeld door een Belgisch en twee Deense fregatten. Tengevolge van het slechte weer konden een groot aantal van de geplande vlieg-tuigaanvallen niet doorgaan, gelukkig kon er vooral de laatste dag toch nog enige training worden bereikt. Tijdens deze oefening kreeg het eskader bezoek van de minister van Defensie, de commandant der Zeemacht in Nederland en de secretaris-generaal van het ministerie van Verkeer en Waterstaat. Aan het eind van de week werd een gedeelte van het eskader overgedragen aan de commandant van het fregat-tensquadron om deel te nemen aan de NAVO-oefening JMC'86.
In 1986 heeft het eskader één winter-voorjaarsreis gemaakt van 22 weken en twee reizen in het najaar van respectievelijk zes weken en één week. Tijdens de lange reis, die de naam Fairwind '86 droeg, werd naast het geoefend houden van de schepen vooral aandacht geschonken aan vlagvertoon en ondersteuning van de algemene en in het bijzonder de economische Nederlandse belangen in het Verre Oosten. Gedurende de najaarsreizen werd deelgenomen aan de NAVO-oefening Northern Wedding en de nationale oefening Wing Nut.
Fairwind '86
Tijdens Fairwind '86 bestond het eskader uit Hr.Ms. De Ruyter (vlaggeschip), Poolster, Van Kinsbergen, Jan van Brakel en Callenburgh. Op Hr.Ms. Jan van Brakel en Callenburgh waren Lynx-helikopters ingescheept. In de Europese wateren stond het oefenen centraal terwijl ten oosten van het Suez-kanaal het vlagvertoon en de handelsondersteuning meer aandacht kregen. De Van Kinsbergen was het centrale schip waarop de Economische Voorlichtingsdienst in het kader van handelsondersteuning exposities in de verschillende havens gaf. Het eskader deed de volgende havens aan:
Gibraltar : 18 jan- 21 jan
Jeddah : 3 feb -6 feb
Djibouti : 5 feb -8 feb
Colombo : 18 feb -22 feb
Bangkok : 1 mrt - 5 mrt
Shanghai : 12 mrt- 16 mrt
Nagasaki : 19 mrt -26 mrt
Pusan :27 mrt -30 mrt
Hongkong : 3 apr - 7 apr
Singapore : 1 1 apr - 1 5 apr
Penang : 1 2 apr - 1 5 apr
Jakarta : 1 8 apr - 22 apr
Surabaya :23 apr -27 apr
Scychellcs :6 mei - 10 mei
Iraklion :22 mei - 26 mei
Alicante :1 1 mei - 14 mei
Bij het vertrek uit Den Helder op 13 januari was veel belangstelling van de pers. Op zee werd op weg naar het zuiden geoefend met Engelse, Franse en Amerikaanse vliegtuigen. Tevens werd nabij Portland deelgenomen aan de 'weekly war' van de Flag Officer Sea Training (FOST). Vanaf Portland tot in de Perzische Golf werd het eskader gedurende vijf weken vergezeld door HMS Broadsword, HMS Cardiff en RFA Tidespring, waarbij in de Middellandse Zee intensief werd geoefend met Hr.Ms. Zeehond en op het Italiaanse vliegveld Brindisi gedetacheerde Nederlandse P-3C Orion-vliegtuigen.
Eenmaal ten oosten van het Suez-kanaal werd in elke haven, met uitzondering van de Seychellen, het bezoek vergezeld van een deputatie van het Nederlandse bedrijfsleven en werden gecombineerde recepties aan boord gegeven en bezoeken afgelegd voor vlagvertoon en ondersteuning van het bedrijfsleven. De minister en de secretaris-generaal van Defensie voeren van Singapore tot Jakarta met het eskader mee. Ook de staatssecretarissen van Defensie en Economisch Zaken brachten een bezoek aan het eskader.
Gedurende de passage van de Zuidchinese Zee werd een klein scheepje waargenomen met 51 bootvluchtelingen. Hr.Ms. de Ruyter heeft zich over de opvarenden ontfermd en in Singapore overgedragen aan de vluchtelingenorganisatie van de Verenigde Naties. De laatste aanloopplaats in de Indische Oceaan was de eilandengroep de Seychellen. Daarna, na passage door het Suezkanaal naar de Middellandse Zee brak een periode van hard oefenen aan met Hr.Ms. Tijgerhaai en P-3C Orion vliegtuigen. Tijdens de oefening werden missile lanceringen uitgevoerd nabij Kreta. Ook werd met enkele Griekse eenheden geoefend. Niet alleen bij het vertrek maar gedurende de gehele reis was de aandacht van de pers groot. Bij binnenkomst in Den Helder op 19 juni was de toegestroomde belangstelling bijna overweldigend te noemen.
Tweede Eskaderreis, oefening Northern Wedding
In het najaar bestond het eskader uit de eenheden Hr.Ms. de Ruyter, Poolster, van Brakel, Pieter Florisz, Philips van Almonde en Isaac Sweers. Na het vertrek op 25 augustus werd allereerst een druk opwerkprogramma van een week afgewerkt waarbij geoefend werd met Franse, Engelse, Belgische en Nederlandse vliegtuigen en Franse onderzeeboten.
Vervolgens werd deelgenomen aan de NAVO-oefening Northern Wedding, waarbij een begin van een oorlogssituatie werd nagebootst. De taak van het eskader was primair het bestrijden van onderzeeboten en escorteren van een konvooi met her-bevoorradingsartikelen naar het vaste land van Europa. Veelvuldig werd het eskader bestookt door vliegtuigen en verschillende onderzeeboten trachtten de koopvaarders, die door het eskader beschermd werden, aan te vallen. Na vier weken op zee liep een gedeelte van het eskader op 19 september Amsterdam binnen. Hier vond de nabespreking plaats van meer dan 25 marineschepen die deel hadden genomen aan de oefening.
Derde eskaderreis, oefening W ing Nut
Op 27 oktober voer het eskader, nu bestaande uit de schepen Hr.Ms. De Ruyter, Tromp, Kortenaer, Van Kinsbergen, Abraham Crijnssen, Philips van Almonde en Pieter Florisz uit Den Helder voor de oefening Wing Nut. Deze luchtverdedigings-oefening werd op de Noordzee gehouden en duurde slechts één week. Het eskader werd gedurende deze oefening vergezeld door een Belgisch en twee Deense fregatten. Tengevolge van het slechte weer konden een groot aantal van de geplande vlieg-tuigaanvallen niet doorgaan, gelukkig kon er vooral de laatste dag toch nog enige training worden bereikt. Tijdens deze oefening kreeg het eskader bezoek van de minister van Defensie, de commandant der Zeemacht in Nederland en de secretaris-generaal van het ministerie van Verkeer en Waterstaat. Aan het eind van de week werd een gedeelte van het eskader overgedragen aan de commandant van het fregat-tensquadron om deel te nemen aan de NAVO-oefening JMC'86.