Hr.Ms. TJERK HIDDES.
Voor dit schip werd op 1 juni 1964 bij de Nederlandse Dok- en Scheepsbouw Maatschappij te Amsterdam de eerste kielsectie geplaatst. De doopplechtigheid geschiedde op 17 december 1965 toen mevr. G.M. Cool-Hols, echtgenote van oud vlagofficier materieel VADM P. Cool, het schip in haar element liet glijden. Op 16 augustus 1967 kon het schip door de aangewezen commandant, KLTZ A.P.E.J.J. Besnard van de werf worden overgenomen die het schip als Hr.Ms. Tjerk Hiddes in dienst stelde middels het laten voorhijsen van vlag, geus en oorlogswimpel, waarbij het naamsein F 804 de boeg en spiegel sierde.
Vanuit Den Helder werden in september enkele proefvaarten ondernomen, waarna op 23 oktober aan de garantievaart werd begonnen die naar Portland en Portsmouth voerde, om hierna op 14 november in Den Helder terug te keren. Aansluitend werd van 24 tot 27 november een kort bezoek aan Helsinki gebracht.
Op 15 januari 1968 werd Den Helder verlaten en koers gezet naar Lissabon om een lading onderdelen voor vliegtuigsquadron 320 af te leveren en nog diezelfde dag door te stomen naar Ceuta. Deze haven werd op 22 januari verlaten om naar Taranto te koersen waar van 26 tot 29 januari werd verbleven. Vervolgens werd de boeg naar Gibraltar gericht waar het schip van 4 tot 6 februari lag afgemeerd. Eenmaal teruggekeerd in zee werd koers gezet naar de thuishaven waar het schip op 12 februari afmeerde. Drie dagen later keerde het schip naar de bouwwerf in Amsterdam terug voor het garantieonderhoud.
Als gevolg van moeilijkheden in de machinekamer kon het schip zich eerst pas op 1 maart 1969 bij smaldeel 5 vervoegen en nam van 3 tot 12 maart deel aan de NATO-oefening Razor Sharp. Op die laatste dag werd Lissabon bereikt dat op maandag 17 maart werd verlaten om in noordelijke richting te koersen. Op 22 maart werd Brest bereikt, doch twee dagen later verlaten met bestemming Den Helder waar op 24 maart werd afgemeerd voor noodzakelijk onderhoud.
Op 28 april werd in smaldeelverband Den Helder verlaten voor het vervolg van de voorjaarsreis. Reeds de volgende dag werd in Falmouth afgemeerd om uitrusting af te geven voor vliegtuigsquadron 4, waarna nog diezelfde dag weer naar zee werd vertrokken. In het omringende zeegebied werd geoefend en vervolgens opgestoomd voor een bezoek aan Le Havre dat van 12 tot 15 mei duurde om hierna naar Den Helder terug te keren.
Op 27 mei begon men met het resterende deel van de voorjaarsreis, waarbij de Tjerk Hiddes was ingedeeld bij de jagerdivisie 3 en hiermee op 31 mei in Londonderry arriveerde. Van 4 tot 12 juni werd in zee geoefend en hierop Den Helder aangelopen voor het aanvullen van de voorraden, waarop opnieuw naar zee werd gestoomd. Op 20 juni werd het schip aan het smaldeel onttrokken en keerde naar de thuishaven terug.
Na een korte onderhoudsperiode en zomerverlof werd op 13 augustus Den Helder verlaten en werd het schip per 18 augustus ingedeeld bij STANAVFORLANT. Meteen nadat rendez-vous was gemaakt werd koers gezet naar Oslo dat op 21 augustus werd bereikt voor een verblijf van vier dagen. In zee teruggekeerd werd in onderzeebootbestrijding geoefend en koers gezet naar Trondheim om olie te laden. De volgende dag werd nog noordelijker gestoomd richting Haaksonvern, waarbij op 30 augustus de Panamakluis blauw werd geschilderd bij het passeren van de poolcirkel. Tot 12 september bleven de schepen in Haaksonvern voor het geven van onderhoud om vervolgens naar de Ierse Zee te koersen om op 14 september in Rothesay en Faslane olie te laden. Vervolgens werd tussen 17 en 23 september deelgenomen aan de NATO-oefening Peace Keper, waarna van 24 tot 27 september in Plymouth van de vermoeienissen werd uitgerust en men zich voorbereidde op de komende oefening Key Punch. Het weekeinde van 3 tot 5 oktober werd in Campbeltown doorgebracht, waarna de oefeningen werden vervolgd. Deze werden door het slechte weer bekort en op 11 oktober werd in Liverpool afgemeerd voor een week durende onderhoudsperiode.
Op zaterdag 18 oktober vertrok het NATO-squadron en koerste al oefenend naar het Skagerrak waar op 21 oktober in Frederikshaven olie werd geladen. Vervolgens werd in het Kattegat geoefend en werd tussen 24 en 29 oktober Kopenhagen bezocht. Hierna werd onder vrij slechte weersomstandigheden naar Kiel opgestoomd waar in de nacht van 29 op 30 oktober in de baai ten anker werd gegaan en na dag worden in Wilhelmshaven werd gemeerd. Na het weekeinde werd al oefenend koers gezet naar het oefengebied bij Rosyth, waar op 6 november werd afgemeerd voor een 18-daagse onderhoudsperiode.
Op 24 november vertrok STANAVFORLANT weer naar zee met bestemming Le Havre dat vier dagen later werd bereikt om te ontspannen. In dichte mist werd op 1 december weer naar zee gestoomd om rondom Portland onderzeebootbestrijdings- en scheepsbeveiligingsoefeningen te houden. Op het feest van Sinterklaas werd in Portsmouth afgemeerd. Op 11 december werd deze stad verlaten en werd Hr.Ms. Tjerk Hiddes uit STANAVFORLANT ontheven en meerde de volgende dag in Den Helder, waarna met winterverlof kon worden gegaan.
Met ingang van 20 januari 1970 werd het schip in het smaldeel opgenomen en afwisselend toegevoegd bij Task Unit 429.5.0 en Task Unit 429.5.1. Hiermee werd druk aan oefeningen meegedaan, zoals van 31 maart tot 8 april aan Rusty Nut en van 14 tot 26 september aan Northern Wedding. Daarnaast werden ook een aantal individuele oefeningen en vaartochten afgewerkt. Ook werd nog om de zuid gekoerst en een bezoek gebracht aan Santa Cruz en Tenerife, doch op 10 december keerde het schip in Den Helder terug voor onderhoud en het winterverlof.
Sinds 1 januari 1971 was de Tjerk Hiddes opgenomen in het smaldeel, waaruit het op 5 april werd onttrokken. Met het smaldeel werd van 8 tot 22 februari deelgenomen aan de jaarlijkse oefening Creaky Nut. Na een onderhoudsperiode werd het schip op 14 juli opnieuw aan STANAVFORLANT toegevoegd waarin het tot 13 december was opgenomen.
De naam smaldeel was intussen vervangen in de naam eskader en hierbij was het fregat per 1 januari 1972 ingedeeld. Hiermee werden een aantal oefenreizen gemaakt, waarbij op 18 april naar zuidelijker streken werd gestoomd voor een vlagvertoonreis naar Nigeria waar van 4 tot 8 mei Lagos werd bezocht, om vervolgens de Nederlandse vlag in Ghana te tonen waar men tussen 10 en 15 mei in Thema lag afgemeerd. Hierna keerde het schip naar Nederland terug en meerde op 26 mei in Den Helder. Op 28 juli 1972 werd het schip uit dienst gesteld en ging bij de Rijkswerf in algeheel groot onderhoud.
Nadat Hr.Ms. Tjerk Hiddes op 21 september 1973 weer in dienst was gesteld ging het meteen na het verlaten van de Rijkswerf op 15 oktober naar zee voor het opwerken en proefvaren. Van de op het programma staande oefeningen kwam voor de rest van het jaar bitter weinig terecht wegens de bijzonder slechte weersomstandigheden. Van de 37 vaardagen werden er 21 dagen met windkracht 7 of hoger ondervonden. Na deze tegenslagen meerde het schip op 14 december in Den Helder af voor onderhoud en het winterverlof.
Tussen 14 januari en 13 mei 1974 was het schip bij het eskader ingedeeld. In die periode verbleef het van 11 tot 21 februari bij de Flag Officer Sea Training te Portland en werd van 25 april tot 11 mei deelgenomen aan de oefening Dawn Patrol. Op 8 juli kwam het schip bij STANAVFORLANT waarbij het tot het einde van dat jaar was ingedeeld.
Na afloop van het winterverlof werd tot eind januari 1975 aan periodiek onderhoud besteed. Op 3 februari werd voor drie dagen naar zee vertrokken om als schip van de wacht te fungeren, waarna op 10 februari opnieuw naar zee werd gestoomd om aan de voorjaarsreis van het eskader deel te nemen. Hiermee werd tussen 14 en 18 februari in samenwerking met Hr.Ms. Poolster en Tonijn in de Atlantische Oceaan geoefend. Tussen 21 en 27 februari lag het schip in Gibraltar voor een korte dokbeurt en hierna werd op 2 maart met de overige schepen een bezoek aan Brest gebracht, waarna op 7 maart in Den Helder werd teruggekeerd.
Op 19 maart werd opnieuw naar zee vertrokken om in fregattendivisieverband van 21 tot 24 maart een bezoek aan Rosyth te brengen, waarna twee dagen later weer in de thuishaven werd afgemeerd.
Op 7 april werd rendez-vous met het eskader gemaakt om vervolgens van 11 tot 14 april in de baai van Scapa Flow ten anker te liggen, waarna tot 23 april werd deelgenomen aan de oefening Roaming Nut. Hierop verbleef het schip twee dagen in het dok bij de Rijkswerf, terwijl in diezelfde periode een bijna voltallige bemanningswisseling plaats vond.
Na het zomerverlof werd op 25 juli naar zee vertrokken voor een maand durende opwerkperiode. In de week van 1 tot 5 september werd er stevig geoefend en op 8 september vertrok het schip naar zee om zich bij het eskader aan te sluiten. Van 12 tot 15 september werd Aarhus bezocht en op de voormiddag van 19 september keerde het verband in Den Helder terug. Hierop werd nog een varende vlootcontactdag gehouden.
Tussen 22 en 26 september werden op de Noordzee oefeningen gehouden met schepen van de Roofdier-klasse, alsmede Hr.Ms. Limburg en Tijgerhaai, waarna op 29 en 30 september werd deelgenomen aan de oefening Neth Highwood. Hierop onderging het schip tot 31 oktober in Den Helder een onderhoudsbeurt. Na een korte oefening met het eskader te hebben gehouden werd van 9 tot 20 november deelgenomen aan de NATO-oefening Ocean Safari, om hierna tot 10 december op de Rijkswerf te liggen voor reparaties en het winterverlof. Op 29 december werd naar zee gestoomd om als schip van de wacht te fungeren.
Nadat de oliebollen op zee met geestrijk vocht waren weggespoeld, werd van 4 tot 9 januari 1976 periodiek onderhoud aan het schip gegeven en de rest van de maand werd op zee met andere schepen geoefend, waarbij tussen 17 en 18 januari Plymouth en op 24 en 25 januari Cherbourg werden bezocht om hierop naar Den Helder terug te keren. Tot 15 april werd in Portland doorgebracht bij de Flag Officer Sea Training en vanaf die datum tot 18 juni lag het schip in Den Helder voor onderhoud.
Tussen 19 juni en 16 juli werd van een gecombineerd inschepings- en zomerverlof genoten, waarna de Tjerk Hiddes bij STANAVFORLANT werd ingedeeld waarmee op 20 juli op de rede van Kiel rendez-vous werd gemaakt. Hierna was Oslo de eerste van de vele havens die door deze strijdmacht werd aangedaan waar van 28 juli tot 2 augustus een informeel bezoek werd gebracht.
Het weekeinde van 8 en 9 augustus werd ten anker liggend in de haven van Harstad doorgebracht, waar het schip tevens een blauwe neus opliep vanwege het passeren van de poolcirkel. Na driftig te hebben geoefend werd van 13 tot 15 augustus Narvik bezocht.
Op 16 augustus werd voor kort even stilgestaan bij de negende verjaardag van Hr.Ms. Tjerk Hiddes.
Na van 19 tot 23 augustus in Liverpool te hebben gelegen werd in het Clyde-gebied het oefenprogramma vervolgd met aansluitend een bezoek aan Greenock. Deze haven werd op 8 september verlaten om een aanvangspositie te kiezen voor de NATO-oefening Team Work, waarna op 24 september in Portsmouth werd afgemeerd voor een drieweekse onderhoudsperiode. Hier ging het schip tevens in het dok voor reparatie aan stuurboordsschroefas.
Op 18 oktober koos het verband weer zee voor het vervolg van de oefeningen, waarop de maand werd besloten door van 27 oktober tot 1 november een informeel bezoek aan Gent te brengen. Teruggekeerd in zee werd de koers al oefenend naar het noorden verlegd om Aalborg en Kopenhagen te bezoeken. Op 16 november werd deze laatste stad verlaten en werd koers gezet naar Cherbourg waar men van 20 tot 23 november verbleef, waarna via een windstille Golf van Biskaje naar het Portugese Leixöes werd gestoomd om hierna tussen 3 en 7 december in Lissabon te meren. Op 10 december keerde het schip in Den Helder terug waarmee de periode bij STANAVFORLANT werd afgesloten. Op 24 december ging men met winterverlof.
Tot 14 maart 1977 duurde de onderhouds- en dokperiode in Den Helder en op die dag koos het schip met een vrijwel geheel nieuwe en onervaren bemanning het ruime sop voor het opwerken van de bemanning. Gedurende deze periode werd deelgenomen aan de zogenaamde Weekly War van de Flag Officer Sea training en werd Portsmouth tweemaal bezocht.
Op 15 april werd het schip bij het eskader ingedeeld waarin het tot 5 augustus zou verblijven. Om te beginnen werd van 18 april tot 6 mei deelgenomen aan de oefening Raving Nut en lag het schip tussen 23 en 25 april in Scapa Flow ten anker. Op 6 mei werd in Den Helder teruggekeerd voor een tiendaagse onderhoudsperiode waarna men weer naar zee ging voor het houden van beproevingen. Na nog een druk oefenprogramma te hebben afgewerkt werd van 27 juni tot 18 juli van het zomerverlof genoten.
Het lag in de bedoeling dat de Tjerk Hiddes van 8 tot eind augustus naar zee zou gaan in verband met beproevingen van de Seacatvuurleiding, doch op 3 augustus bleek Hr.Ms. Jaguar problemen met de machinekamer te hebben, zodat men na deze taak te hebben overgenomen reeds op 5 augustus naar zee vertrok. Een plotseling opgetreden ketellekkage noopte het schip echter op 12 augustus in Haaksonvern binnen te lopen. In deze marinebasis werd de reparatie met buitengewone inzet van het technisch personeel ter hand genomen en hersteld, zodat op 18 augustus weer naar zee werd gestoomd maar niet voordat op 16 augustus op feestelijke wijze was herdacht dat het schip tien jaar geleden in dienst was gesteld.
Na inmiddels ook de poolcirkel te hebben overschreden, kon de bemanning in Greenock voor enkele uren de benen strekken, dat vier dagen later werd herhaald toen men voor Trondheim ten anker lag. Op 30 augustus werd in Den Helder binnengelopen en was het Seacatvuurleidingsbeproevingsprogramma in zijn geheel succesvol afgewerkt.
Op 12 september begonnen in samenwerking met Hr.Ms. Van Nes de werkzaamheden die tot een uniek feit in de marinehistorie zou leiden, n.l. een volledige bemanningswisseling tussen beide schepen. De aanleiding was dat Hr.Ms. Van Nes, met een pas aangetreden bemanning, kampte met een onbetrouwbare ketelinstallatie. Met het oog op het geplande zeer uitgebreide en verre vaarprogramma van dit schip, besloot de marineleiding Hr.Ms. Tjerk Hiddes hiervoor te bestemmen door de bemanning van beide schepen te wisselen. Op 16 september vond hiervoor dan ook de commandowisseling plaats. Op 17 oktober vertrok de Tjerk Hiddes met haar nieuwe bemanning naar Portland en werd tot 1 december deelgenomen aan de opwerkperiode bij de Flag Officer Sea Training. Na terugkeer werd het schip op 9 december aan het eskader toegevoegd en een aanvang gemaakt met de voorbereidingen van de winterreis van het eskader.
OP 16 januari 1978 vertrok het schip in eskaderverband vanuit Den Helder voor een vijf maanden durende reis. Tijdens de oversteek naar de Caribische wateren vond er op zaterdag 28 januari tijdens het formatievliegen een vliegongeval plaats waarbij de beide heli’s van Hr.Ms. De Ruyter en Tjerk Hiddes in zee terecht kwamen. Gelukkig overleefden alle inzittenden het ongeval, doch de beide heli’s zonken weg in de peilloze diepte van de oceaan.
Van 3 tot 6 februari werd Puerto Rico bezocht en van 6 tot 10 februari werd deelgenomen aan de oefening Readex. Intussen waren beide schepen van nieuwe helikopters voorzien die ijlings vanuit Nederland waren overgebracht. Na een bezoek aan St. Eustatius en St. Maarten werd op 16 februari in Willemstad afgemeerd voor een tot 4 maart durende onderhoudsperiode. Samen met Hr.Ms. Drenthe werd hierop een bezoek aan Bonaire gebracht, waarna het gehele eskader op 7 en 8 maart in Oranjestad lag. Kort na het vertrek uit deze plaats moest naar Willemstad worden teruggekeerd voor een kleine spoedreparatie dat in de nacht van 8 op 9 maart werd geklaard.
Na van 10 tot 13 maart Cartagena te hebben bezocht verliet de Tjerk Hiddes op 18 maart het eskader en zette koers naar Halifax om zich bij STANAVFORLANT aan te sluiten dat daar van 23 maart tot 17 april voor een onderhoudsperiode en commandowisseling lag afgemeerd. Na het vertrek werd een oostelijke koers voorgehouden en via Bermuda (23 tot 24 april) en de oefening Open Gate (2 tot 10 mei) werd in Lissabon afgemeerd voor een bezoek tot 15 mei.
Via Nantes (18 tot 22 mei) kwam men weer in de wateren rondom Portland waar werd voorgeoefend voor de NATO Very Important Persons dag op 6 juni waarbij hoge NATO-autoriteiten het eskader bezochten. In deze periode werden ook Portsmouth en Portland bezocht. Na de gecombineerde oefeningen werd op 11 en 12 juni nabij Frederikshaven ten anker gegaan, waarna het scheepsverband op 13 juni Den Helder binnenliep voor een 2-weekse onderhoudsperiode.
Op 25 juni werd Hr.Ms. Tjerk Hiddes door Hr.Ms. Limburg in STANAVFORLANT afgelost en werd van een welverdiend verlof genoten en tevens onderhoud aan het schip gegeven. Op 21 augustus was alles gereed voor vertrek om twee dagen later in de Golf van Biskaje rendez-vous met het eskader te maken, waarmee werd deelgenomen aan de oefening Northern Wedding en Portsmouth en Torquay werden bezocht.
Op 9 oktober werd met het eskader op winterreis vertrokken en via de havens van Plymouth, Brest en Lissabon werd op 9 november in Den Helder teruggekeerd. Op 21 november vertrok het schip nog eenmaal voor drie dagen naar de Noordzee om te oefenen. Op 15 december werd het schip uit dienst gesteld en aan de zorgen van de Rijkswerf overgedragen voor de Mid Life Modernisation.
Na deze ongeveer 2½ jaar durende ingreep bij de Rijkswerf werd Hr.Ms. Tjerk Hiddes op 14 augustus 1981 weer in dienst gesteld. Op de laatste dag van die maand werd naar zee vertrokken voor een beproevingsperiode en om op te werken, hetgeen tot 3 oktober duurde.
Op maandag 19 oktober werd de thuishaven verlaten voor een ongeveer vijf weken durende proefvaart naar Dakar. Via een routinebezoek aan Portsmouth en een olielaadstop in Las Palmas werd op 4 november Dakar bereikt waar vijf dagen werd verbleven. De thuisreis ging via Oporto en op 18 november keerde men in Den Helder terug. De proeftocht was gunstig verlopen, waarna op 23 november naar de Rijkswerf werd teruggekeerd voor de aftimmerperiode.
Teruggekeerd van het winterverlof werd op 4 januari 1982 aan een opwerkperiode begonnen, waarbij routinebezoeken aan Hamburg (29 januari tot 1 februari) en Newcastle upon Tyne (5 tot 8 februari) werden afgelegd. Hierna volgde een drukke periode van voorbereiding op de reis naar de Nederlandse Antillen waar de Tjerk Hiddes, als eerste fregat uit deze serie, de taak van stationsschip zou gaan vervullen. Onder grote belangstelling werd op 31 maart naar Curaçao vertrokken en via Ponta Delgada om olie te laden en Bridgetown arriveerde men op 15 april in Willemstad. Hier volgde een drukke periode door deelname aan talloze oefeningen met bezoeken aan vele vreemde havens.
Zo werd bijvoorbeeld op 15 juni, terwijl men op weg was naar Santo Domingo, in samenwerking met een F-27 Maritime, een in moeilijkheden geraakt havensleepbootje van Smit Curaçao opgespoord. De toestand van het schip was slecht en twee opvarenden werden gered en vervolgens werd de sleepboot, die een drijvend gevaar voor de scheepvaart opleverde, met de Oto Melara op verzoek van de rederij tot zinken gebracht.
Op 13 november werd de taak van stationsschip overgenomen door de Van Galen en werd aan de thuisreis begonnen die op 27 november in Den Helder eindigde.
Op 27 januari 1983 was de gehele bemanning van het welverdiende winterverlof teruggekeerd. Tussen 7 en 11 maart werd op de Noordzee geoefend om de bemanning weer enigszins aan het varen te laten wennen, doch op 14 maart begon men in eskaderverband aan een voorjaarsreis waarbij een zeer intensief oefenprogramma werd afgewerkt dat werd afgewisseld met bezoeken aan Santa Cruz de Tenerife, Las Palmas, Casablanca en Malaga. Op 22 april keerde het eskader weer in Den Helder terug. Met dit scheepsverband werd op 30 mei naar Lissabon vertrokken en werd van 6 tot 17 juni deelgenomen aan de NATO-oefening Ocean Safari. Vanuit Plymouth deed het schip mee aan de oefening Copper Nut en liep op 24 juni weer in Den Helder binnen. Op 22 juli kwam het schip in het bassin op de Rijkswerf te liggen voor een vijf maanden durende 2-jaarlijkse onderhoudsperiode.
Na terugkeer van het winterverlof in januari 1984 begon men met het opwerken van schip en bemanning en werden individuele oefeningen en vaartochten gehouden. Nadat het schip in gereedheid was gebracht, vertrok het op 28 mei 1984 naar de Nederlandse Antillen om de taak van stationsschip van de Van Speijk over te nemen. In oktober van dat jaar arriveerde ook het eskader in de West waarmee een aantal oefeningen werden gehouden. Na door het eerste standaardfregat Hr.Ms. Abraham Crijnssen te zijn afgelost keerde het schip op 10 december in Den Helder terug.
Inmiddels was duidelijk geworden dat Hr.Ms. Tjerk Hiddes aan de marine van Indonesië zou worden verkocht. Hiertoe werd het schip op 6 januari 1986 voor de laatste maal uit dienst gesteld en op 13 oktober 1986 uit de sterkte afgevoerd. De officiële verkoopdatum was 10 februari 1986.
Op 13 oktober 1986 vond de overdracht aan Indonesië plaats waarbij het schip werd omgedoopt in Ahmed Yani en het naamsein 351 ontving. Op 19 december 1986 vertrok het schip voor de laatste maal uit Den Helder naar haar nieuwe bestemming.
COMMANDANTEN VAN Hr.Ms. TJERK HIDDES.
KLTZ A.P.E.J.J. Besnard 16-08-1967 tot 03-04-1969
KLTZ J.J.P. de Boer 03-04-1969 tot 16-10-1970
KLTZ J.R. Roele 16-10-1970 tot 28-07-1972
Van 28-07-1972 tot 21-09-1973 was het schip uit dienst gesteld.
KLTZ J.H. Scheuer 21-09-1973 tot 16-05-1975
Ltz.1 W.A.F. Kraak (tijdl) 16-05-1975 tot 13-06-1975
KLTZ W.A. Dekker 13-06-1975 tot 17-12-1976
KLTZ J.J. Leeflang 17-12-1976 tot 16-09-1977
KLTZ E. Alting Siberg 16-09-1977 tot 15-12-1978
Van 15-12-1978 tot 14-08-1981 was het schip uit dienst gesteld.
KLTZ C.W. de Groot 03-08-1981 tot 02-05-1983
KLTZ N.H.A. Ostendorp 02-05-1983 tot 14-12-1984
KLTZ G.G. Hooft 14-12-1984 tot 09-07-1985
Ltz.1 D. Weekenstroo 09-07-1985 tot 06-01-1986
Vanuit Den Helder werden in september enkele proefvaarten ondernomen, waarna op 23 oktober aan de garantievaart werd begonnen die naar Portland en Portsmouth voerde, om hierna op 14 november in Den Helder terug te keren. Aansluitend werd van 24 tot 27 november een kort bezoek aan Helsinki gebracht.
Op 15 januari 1968 werd Den Helder verlaten en koers gezet naar Lissabon om een lading onderdelen voor vliegtuigsquadron 320 af te leveren en nog diezelfde dag door te stomen naar Ceuta. Deze haven werd op 22 januari verlaten om naar Taranto te koersen waar van 26 tot 29 januari werd verbleven. Vervolgens werd de boeg naar Gibraltar gericht waar het schip van 4 tot 6 februari lag afgemeerd. Eenmaal teruggekeerd in zee werd koers gezet naar de thuishaven waar het schip op 12 februari afmeerde. Drie dagen later keerde het schip naar de bouwwerf in Amsterdam terug voor het garantieonderhoud.
Als gevolg van moeilijkheden in de machinekamer kon het schip zich eerst pas op 1 maart 1969 bij smaldeel 5 vervoegen en nam van 3 tot 12 maart deel aan de NATO-oefening Razor Sharp. Op die laatste dag werd Lissabon bereikt dat op maandag 17 maart werd verlaten om in noordelijke richting te koersen. Op 22 maart werd Brest bereikt, doch twee dagen later verlaten met bestemming Den Helder waar op 24 maart werd afgemeerd voor noodzakelijk onderhoud.
Op 28 april werd in smaldeelverband Den Helder verlaten voor het vervolg van de voorjaarsreis. Reeds de volgende dag werd in Falmouth afgemeerd om uitrusting af te geven voor vliegtuigsquadron 4, waarna nog diezelfde dag weer naar zee werd vertrokken. In het omringende zeegebied werd geoefend en vervolgens opgestoomd voor een bezoek aan Le Havre dat van 12 tot 15 mei duurde om hierna naar Den Helder terug te keren.
Op 27 mei begon men met het resterende deel van de voorjaarsreis, waarbij de Tjerk Hiddes was ingedeeld bij de jagerdivisie 3 en hiermee op 31 mei in Londonderry arriveerde. Van 4 tot 12 juni werd in zee geoefend en hierop Den Helder aangelopen voor het aanvullen van de voorraden, waarop opnieuw naar zee werd gestoomd. Op 20 juni werd het schip aan het smaldeel onttrokken en keerde naar de thuishaven terug.
Na een korte onderhoudsperiode en zomerverlof werd op 13 augustus Den Helder verlaten en werd het schip per 18 augustus ingedeeld bij STANAVFORLANT. Meteen nadat rendez-vous was gemaakt werd koers gezet naar Oslo dat op 21 augustus werd bereikt voor een verblijf van vier dagen. In zee teruggekeerd werd in onderzeebootbestrijding geoefend en koers gezet naar Trondheim om olie te laden. De volgende dag werd nog noordelijker gestoomd richting Haaksonvern, waarbij op 30 augustus de Panamakluis blauw werd geschilderd bij het passeren van de poolcirkel. Tot 12 september bleven de schepen in Haaksonvern voor het geven van onderhoud om vervolgens naar de Ierse Zee te koersen om op 14 september in Rothesay en Faslane olie te laden. Vervolgens werd tussen 17 en 23 september deelgenomen aan de NATO-oefening Peace Keper, waarna van 24 tot 27 september in Plymouth van de vermoeienissen werd uitgerust en men zich voorbereidde op de komende oefening Key Punch. Het weekeinde van 3 tot 5 oktober werd in Campbeltown doorgebracht, waarna de oefeningen werden vervolgd. Deze werden door het slechte weer bekort en op 11 oktober werd in Liverpool afgemeerd voor een week durende onderhoudsperiode.
Op zaterdag 18 oktober vertrok het NATO-squadron en koerste al oefenend naar het Skagerrak waar op 21 oktober in Frederikshaven olie werd geladen. Vervolgens werd in het Kattegat geoefend en werd tussen 24 en 29 oktober Kopenhagen bezocht. Hierna werd onder vrij slechte weersomstandigheden naar Kiel opgestoomd waar in de nacht van 29 op 30 oktober in de baai ten anker werd gegaan en na dag worden in Wilhelmshaven werd gemeerd. Na het weekeinde werd al oefenend koers gezet naar het oefengebied bij Rosyth, waar op 6 november werd afgemeerd voor een 18-daagse onderhoudsperiode.
Op 24 november vertrok STANAVFORLANT weer naar zee met bestemming Le Havre dat vier dagen later werd bereikt om te ontspannen. In dichte mist werd op 1 december weer naar zee gestoomd om rondom Portland onderzeebootbestrijdings- en scheepsbeveiligingsoefeningen te houden. Op het feest van Sinterklaas werd in Portsmouth afgemeerd. Op 11 december werd deze stad verlaten en werd Hr.Ms. Tjerk Hiddes uit STANAVFORLANT ontheven en meerde de volgende dag in Den Helder, waarna met winterverlof kon worden gegaan.
Met ingang van 20 januari 1970 werd het schip in het smaldeel opgenomen en afwisselend toegevoegd bij Task Unit 429.5.0 en Task Unit 429.5.1. Hiermee werd druk aan oefeningen meegedaan, zoals van 31 maart tot 8 april aan Rusty Nut en van 14 tot 26 september aan Northern Wedding. Daarnaast werden ook een aantal individuele oefeningen en vaartochten afgewerkt. Ook werd nog om de zuid gekoerst en een bezoek gebracht aan Santa Cruz en Tenerife, doch op 10 december keerde het schip in Den Helder terug voor onderhoud en het winterverlof.
Sinds 1 januari 1971 was de Tjerk Hiddes opgenomen in het smaldeel, waaruit het op 5 april werd onttrokken. Met het smaldeel werd van 8 tot 22 februari deelgenomen aan de jaarlijkse oefening Creaky Nut. Na een onderhoudsperiode werd het schip op 14 juli opnieuw aan STANAVFORLANT toegevoegd waarin het tot 13 december was opgenomen.
De naam smaldeel was intussen vervangen in de naam eskader en hierbij was het fregat per 1 januari 1972 ingedeeld. Hiermee werden een aantal oefenreizen gemaakt, waarbij op 18 april naar zuidelijker streken werd gestoomd voor een vlagvertoonreis naar Nigeria waar van 4 tot 8 mei Lagos werd bezocht, om vervolgens de Nederlandse vlag in Ghana te tonen waar men tussen 10 en 15 mei in Thema lag afgemeerd. Hierna keerde het schip naar Nederland terug en meerde op 26 mei in Den Helder. Op 28 juli 1972 werd het schip uit dienst gesteld en ging bij de Rijkswerf in algeheel groot onderhoud.
Nadat Hr.Ms. Tjerk Hiddes op 21 september 1973 weer in dienst was gesteld ging het meteen na het verlaten van de Rijkswerf op 15 oktober naar zee voor het opwerken en proefvaren. Van de op het programma staande oefeningen kwam voor de rest van het jaar bitter weinig terecht wegens de bijzonder slechte weersomstandigheden. Van de 37 vaardagen werden er 21 dagen met windkracht 7 of hoger ondervonden. Na deze tegenslagen meerde het schip op 14 december in Den Helder af voor onderhoud en het winterverlof.
Tussen 14 januari en 13 mei 1974 was het schip bij het eskader ingedeeld. In die periode verbleef het van 11 tot 21 februari bij de Flag Officer Sea Training te Portland en werd van 25 april tot 11 mei deelgenomen aan de oefening Dawn Patrol. Op 8 juli kwam het schip bij STANAVFORLANT waarbij het tot het einde van dat jaar was ingedeeld.
Na afloop van het winterverlof werd tot eind januari 1975 aan periodiek onderhoud besteed. Op 3 februari werd voor drie dagen naar zee vertrokken om als schip van de wacht te fungeren, waarna op 10 februari opnieuw naar zee werd gestoomd om aan de voorjaarsreis van het eskader deel te nemen. Hiermee werd tussen 14 en 18 februari in samenwerking met Hr.Ms. Poolster en Tonijn in de Atlantische Oceaan geoefend. Tussen 21 en 27 februari lag het schip in Gibraltar voor een korte dokbeurt en hierna werd op 2 maart met de overige schepen een bezoek aan Brest gebracht, waarna op 7 maart in Den Helder werd teruggekeerd.
Op 19 maart werd opnieuw naar zee vertrokken om in fregattendivisieverband van 21 tot 24 maart een bezoek aan Rosyth te brengen, waarna twee dagen later weer in de thuishaven werd afgemeerd.
Op 7 april werd rendez-vous met het eskader gemaakt om vervolgens van 11 tot 14 april in de baai van Scapa Flow ten anker te liggen, waarna tot 23 april werd deelgenomen aan de oefening Roaming Nut. Hierop verbleef het schip twee dagen in het dok bij de Rijkswerf, terwijl in diezelfde periode een bijna voltallige bemanningswisseling plaats vond.
Na het zomerverlof werd op 25 juli naar zee vertrokken voor een maand durende opwerkperiode. In de week van 1 tot 5 september werd er stevig geoefend en op 8 september vertrok het schip naar zee om zich bij het eskader aan te sluiten. Van 12 tot 15 september werd Aarhus bezocht en op de voormiddag van 19 september keerde het verband in Den Helder terug. Hierop werd nog een varende vlootcontactdag gehouden.
Tussen 22 en 26 september werden op de Noordzee oefeningen gehouden met schepen van de Roofdier-klasse, alsmede Hr.Ms. Limburg en Tijgerhaai, waarna op 29 en 30 september werd deelgenomen aan de oefening Neth Highwood. Hierop onderging het schip tot 31 oktober in Den Helder een onderhoudsbeurt. Na een korte oefening met het eskader te hebben gehouden werd van 9 tot 20 november deelgenomen aan de NATO-oefening Ocean Safari, om hierna tot 10 december op de Rijkswerf te liggen voor reparaties en het winterverlof. Op 29 december werd naar zee gestoomd om als schip van de wacht te fungeren.
Nadat de oliebollen op zee met geestrijk vocht waren weggespoeld, werd van 4 tot 9 januari 1976 periodiek onderhoud aan het schip gegeven en de rest van de maand werd op zee met andere schepen geoefend, waarbij tussen 17 en 18 januari Plymouth en op 24 en 25 januari Cherbourg werden bezocht om hierop naar Den Helder terug te keren. Tot 15 april werd in Portland doorgebracht bij de Flag Officer Sea Training en vanaf die datum tot 18 juni lag het schip in Den Helder voor onderhoud.
Tussen 19 juni en 16 juli werd van een gecombineerd inschepings- en zomerverlof genoten, waarna de Tjerk Hiddes bij STANAVFORLANT werd ingedeeld waarmee op 20 juli op de rede van Kiel rendez-vous werd gemaakt. Hierna was Oslo de eerste van de vele havens die door deze strijdmacht werd aangedaan waar van 28 juli tot 2 augustus een informeel bezoek werd gebracht.
Het weekeinde van 8 en 9 augustus werd ten anker liggend in de haven van Harstad doorgebracht, waar het schip tevens een blauwe neus opliep vanwege het passeren van de poolcirkel. Na driftig te hebben geoefend werd van 13 tot 15 augustus Narvik bezocht.
Op 16 augustus werd voor kort even stilgestaan bij de negende verjaardag van Hr.Ms. Tjerk Hiddes.
Na van 19 tot 23 augustus in Liverpool te hebben gelegen werd in het Clyde-gebied het oefenprogramma vervolgd met aansluitend een bezoek aan Greenock. Deze haven werd op 8 september verlaten om een aanvangspositie te kiezen voor de NATO-oefening Team Work, waarna op 24 september in Portsmouth werd afgemeerd voor een drieweekse onderhoudsperiode. Hier ging het schip tevens in het dok voor reparatie aan stuurboordsschroefas.
Op 18 oktober koos het verband weer zee voor het vervolg van de oefeningen, waarop de maand werd besloten door van 27 oktober tot 1 november een informeel bezoek aan Gent te brengen. Teruggekeerd in zee werd de koers al oefenend naar het noorden verlegd om Aalborg en Kopenhagen te bezoeken. Op 16 november werd deze laatste stad verlaten en werd koers gezet naar Cherbourg waar men van 20 tot 23 november verbleef, waarna via een windstille Golf van Biskaje naar het Portugese Leixöes werd gestoomd om hierna tussen 3 en 7 december in Lissabon te meren. Op 10 december keerde het schip in Den Helder terug waarmee de periode bij STANAVFORLANT werd afgesloten. Op 24 december ging men met winterverlof.
Tot 14 maart 1977 duurde de onderhouds- en dokperiode in Den Helder en op die dag koos het schip met een vrijwel geheel nieuwe en onervaren bemanning het ruime sop voor het opwerken van de bemanning. Gedurende deze periode werd deelgenomen aan de zogenaamde Weekly War van de Flag Officer Sea training en werd Portsmouth tweemaal bezocht.
Op 15 april werd het schip bij het eskader ingedeeld waarin het tot 5 augustus zou verblijven. Om te beginnen werd van 18 april tot 6 mei deelgenomen aan de oefening Raving Nut en lag het schip tussen 23 en 25 april in Scapa Flow ten anker. Op 6 mei werd in Den Helder teruggekeerd voor een tiendaagse onderhoudsperiode waarna men weer naar zee ging voor het houden van beproevingen. Na nog een druk oefenprogramma te hebben afgewerkt werd van 27 juni tot 18 juli van het zomerverlof genoten.
Het lag in de bedoeling dat de Tjerk Hiddes van 8 tot eind augustus naar zee zou gaan in verband met beproevingen van de Seacatvuurleiding, doch op 3 augustus bleek Hr.Ms. Jaguar problemen met de machinekamer te hebben, zodat men na deze taak te hebben overgenomen reeds op 5 augustus naar zee vertrok. Een plotseling opgetreden ketellekkage noopte het schip echter op 12 augustus in Haaksonvern binnen te lopen. In deze marinebasis werd de reparatie met buitengewone inzet van het technisch personeel ter hand genomen en hersteld, zodat op 18 augustus weer naar zee werd gestoomd maar niet voordat op 16 augustus op feestelijke wijze was herdacht dat het schip tien jaar geleden in dienst was gesteld.
Na inmiddels ook de poolcirkel te hebben overschreden, kon de bemanning in Greenock voor enkele uren de benen strekken, dat vier dagen later werd herhaald toen men voor Trondheim ten anker lag. Op 30 augustus werd in Den Helder binnengelopen en was het Seacatvuurleidingsbeproevingsprogramma in zijn geheel succesvol afgewerkt.
Op 12 september begonnen in samenwerking met Hr.Ms. Van Nes de werkzaamheden die tot een uniek feit in de marinehistorie zou leiden, n.l. een volledige bemanningswisseling tussen beide schepen. De aanleiding was dat Hr.Ms. Van Nes, met een pas aangetreden bemanning, kampte met een onbetrouwbare ketelinstallatie. Met het oog op het geplande zeer uitgebreide en verre vaarprogramma van dit schip, besloot de marineleiding Hr.Ms. Tjerk Hiddes hiervoor te bestemmen door de bemanning van beide schepen te wisselen. Op 16 september vond hiervoor dan ook de commandowisseling plaats. Op 17 oktober vertrok de Tjerk Hiddes met haar nieuwe bemanning naar Portland en werd tot 1 december deelgenomen aan de opwerkperiode bij de Flag Officer Sea Training. Na terugkeer werd het schip op 9 december aan het eskader toegevoegd en een aanvang gemaakt met de voorbereidingen van de winterreis van het eskader.
OP 16 januari 1978 vertrok het schip in eskaderverband vanuit Den Helder voor een vijf maanden durende reis. Tijdens de oversteek naar de Caribische wateren vond er op zaterdag 28 januari tijdens het formatievliegen een vliegongeval plaats waarbij de beide heli’s van Hr.Ms. De Ruyter en Tjerk Hiddes in zee terecht kwamen. Gelukkig overleefden alle inzittenden het ongeval, doch de beide heli’s zonken weg in de peilloze diepte van de oceaan.
Van 3 tot 6 februari werd Puerto Rico bezocht en van 6 tot 10 februari werd deelgenomen aan de oefening Readex. Intussen waren beide schepen van nieuwe helikopters voorzien die ijlings vanuit Nederland waren overgebracht. Na een bezoek aan St. Eustatius en St. Maarten werd op 16 februari in Willemstad afgemeerd voor een tot 4 maart durende onderhoudsperiode. Samen met Hr.Ms. Drenthe werd hierop een bezoek aan Bonaire gebracht, waarna het gehele eskader op 7 en 8 maart in Oranjestad lag. Kort na het vertrek uit deze plaats moest naar Willemstad worden teruggekeerd voor een kleine spoedreparatie dat in de nacht van 8 op 9 maart werd geklaard.
Na van 10 tot 13 maart Cartagena te hebben bezocht verliet de Tjerk Hiddes op 18 maart het eskader en zette koers naar Halifax om zich bij STANAVFORLANT aan te sluiten dat daar van 23 maart tot 17 april voor een onderhoudsperiode en commandowisseling lag afgemeerd. Na het vertrek werd een oostelijke koers voorgehouden en via Bermuda (23 tot 24 april) en de oefening Open Gate (2 tot 10 mei) werd in Lissabon afgemeerd voor een bezoek tot 15 mei.
Via Nantes (18 tot 22 mei) kwam men weer in de wateren rondom Portland waar werd voorgeoefend voor de NATO Very Important Persons dag op 6 juni waarbij hoge NATO-autoriteiten het eskader bezochten. In deze periode werden ook Portsmouth en Portland bezocht. Na de gecombineerde oefeningen werd op 11 en 12 juni nabij Frederikshaven ten anker gegaan, waarna het scheepsverband op 13 juni Den Helder binnenliep voor een 2-weekse onderhoudsperiode.
Op 25 juni werd Hr.Ms. Tjerk Hiddes door Hr.Ms. Limburg in STANAVFORLANT afgelost en werd van een welverdiend verlof genoten en tevens onderhoud aan het schip gegeven. Op 21 augustus was alles gereed voor vertrek om twee dagen later in de Golf van Biskaje rendez-vous met het eskader te maken, waarmee werd deelgenomen aan de oefening Northern Wedding en Portsmouth en Torquay werden bezocht.
Op 9 oktober werd met het eskader op winterreis vertrokken en via de havens van Plymouth, Brest en Lissabon werd op 9 november in Den Helder teruggekeerd. Op 21 november vertrok het schip nog eenmaal voor drie dagen naar de Noordzee om te oefenen. Op 15 december werd het schip uit dienst gesteld en aan de zorgen van de Rijkswerf overgedragen voor de Mid Life Modernisation.
Na deze ongeveer 2½ jaar durende ingreep bij de Rijkswerf werd Hr.Ms. Tjerk Hiddes op 14 augustus 1981 weer in dienst gesteld. Op de laatste dag van die maand werd naar zee vertrokken voor een beproevingsperiode en om op te werken, hetgeen tot 3 oktober duurde.
Op maandag 19 oktober werd de thuishaven verlaten voor een ongeveer vijf weken durende proefvaart naar Dakar. Via een routinebezoek aan Portsmouth en een olielaadstop in Las Palmas werd op 4 november Dakar bereikt waar vijf dagen werd verbleven. De thuisreis ging via Oporto en op 18 november keerde men in Den Helder terug. De proeftocht was gunstig verlopen, waarna op 23 november naar de Rijkswerf werd teruggekeerd voor de aftimmerperiode.
Teruggekeerd van het winterverlof werd op 4 januari 1982 aan een opwerkperiode begonnen, waarbij routinebezoeken aan Hamburg (29 januari tot 1 februari) en Newcastle upon Tyne (5 tot 8 februari) werden afgelegd. Hierna volgde een drukke periode van voorbereiding op de reis naar de Nederlandse Antillen waar de Tjerk Hiddes, als eerste fregat uit deze serie, de taak van stationsschip zou gaan vervullen. Onder grote belangstelling werd op 31 maart naar Curaçao vertrokken en via Ponta Delgada om olie te laden en Bridgetown arriveerde men op 15 april in Willemstad. Hier volgde een drukke periode door deelname aan talloze oefeningen met bezoeken aan vele vreemde havens.
Zo werd bijvoorbeeld op 15 juni, terwijl men op weg was naar Santo Domingo, in samenwerking met een F-27 Maritime, een in moeilijkheden geraakt havensleepbootje van Smit Curaçao opgespoord. De toestand van het schip was slecht en twee opvarenden werden gered en vervolgens werd de sleepboot, die een drijvend gevaar voor de scheepvaart opleverde, met de Oto Melara op verzoek van de rederij tot zinken gebracht.
Op 13 november werd de taak van stationsschip overgenomen door de Van Galen en werd aan de thuisreis begonnen die op 27 november in Den Helder eindigde.
Op 27 januari 1983 was de gehele bemanning van het welverdiende winterverlof teruggekeerd. Tussen 7 en 11 maart werd op de Noordzee geoefend om de bemanning weer enigszins aan het varen te laten wennen, doch op 14 maart begon men in eskaderverband aan een voorjaarsreis waarbij een zeer intensief oefenprogramma werd afgewerkt dat werd afgewisseld met bezoeken aan Santa Cruz de Tenerife, Las Palmas, Casablanca en Malaga. Op 22 april keerde het eskader weer in Den Helder terug. Met dit scheepsverband werd op 30 mei naar Lissabon vertrokken en werd van 6 tot 17 juni deelgenomen aan de NATO-oefening Ocean Safari. Vanuit Plymouth deed het schip mee aan de oefening Copper Nut en liep op 24 juni weer in Den Helder binnen. Op 22 juli kwam het schip in het bassin op de Rijkswerf te liggen voor een vijf maanden durende 2-jaarlijkse onderhoudsperiode.
Na terugkeer van het winterverlof in januari 1984 begon men met het opwerken van schip en bemanning en werden individuele oefeningen en vaartochten gehouden. Nadat het schip in gereedheid was gebracht, vertrok het op 28 mei 1984 naar de Nederlandse Antillen om de taak van stationsschip van de Van Speijk over te nemen. In oktober van dat jaar arriveerde ook het eskader in de West waarmee een aantal oefeningen werden gehouden. Na door het eerste standaardfregat Hr.Ms. Abraham Crijnssen te zijn afgelost keerde het schip op 10 december in Den Helder terug.
Inmiddels was duidelijk geworden dat Hr.Ms. Tjerk Hiddes aan de marine van Indonesië zou worden verkocht. Hiertoe werd het schip op 6 januari 1986 voor de laatste maal uit dienst gesteld en op 13 oktober 1986 uit de sterkte afgevoerd. De officiële verkoopdatum was 10 februari 1986.
Op 13 oktober 1986 vond de overdracht aan Indonesië plaats waarbij het schip werd omgedoopt in Ahmed Yani en het naamsein 351 ontving. Op 19 december 1986 vertrok het schip voor de laatste maal uit Den Helder naar haar nieuwe bestemming.
COMMANDANTEN VAN Hr.Ms. TJERK HIDDES.
KLTZ A.P.E.J.J. Besnard 16-08-1967 tot 03-04-1969
KLTZ J.J.P. de Boer 03-04-1969 tot 16-10-1970
KLTZ J.R. Roele 16-10-1970 tot 28-07-1972
Van 28-07-1972 tot 21-09-1973 was het schip uit dienst gesteld.
KLTZ J.H. Scheuer 21-09-1973 tot 16-05-1975
Ltz.1 W.A.F. Kraak (tijdl) 16-05-1975 tot 13-06-1975
KLTZ W.A. Dekker 13-06-1975 tot 17-12-1976
KLTZ J.J. Leeflang 17-12-1976 tot 16-09-1977
KLTZ E. Alting Siberg 16-09-1977 tot 15-12-1978
Van 15-12-1978 tot 14-08-1981 was het schip uit dienst gesteld.
KLTZ C.W. de Groot 03-08-1981 tot 02-05-1983
KLTZ N.H.A. Ostendorp 02-05-1983 tot 14-12-1984
KLTZ G.G. Hooft 14-12-1984 tot 09-07-1985
Ltz.1 D. Weekenstroo 09-07-1985 tot 06-01-1986