Hr.Ms. Kortenaer F 807

Bouwwerf : KMS Vlissingen
Op Stapel : 08-04-75
Te water : 18-12-76
In dienst : 26-10-78
Naamsein : F 807
Op Stapel : 08-04-75
Te water : 18-12-76
In dienst : 26-10-78
Naamsein : F 807
Hr.Ms.
KORTENAER. F 807.
Als eerste in de reeks van vier standaardfregatten werd op 8 april 1975 onder bouwnummer 350 bij de Koninklijke Maatschappij De Schelde te Vlissingen met enig feestelijk ceremonieel de kiel gelegd voor Hr.Ms. Kortenaer. De doopplechtigheid geschiedde op 18 december 1976 door mevr. E.C.C. Stemerdink-Baay, echtgenote van de minister van defensie, die met de fles champagne in haar hand de woorden sprak “Ik doop u Kortenaer en wens u en uw bemanning een behouden vaart”, waarna de fles tegen de boeg uiteen spatte. Hierna volgde de afbouwperiode. Tijdens een van de proefvaarten arriveerde het schip op 20 april 1978 in Den Helder waar de volgende dag, stilliggend in de haven, een serie proeflandingen met de Lynx helikopter werden uitgevoerd. In die periode werd van10 tot 14 mei een bezoek aan Bjorneford en op 16 mei een bezoek aan Bergen gebracht. Van 9 tot 12 juni lag het schip in Monrovia en van16 tot 19 juni in Dakar. Nadat het schip geheel gereed was volgde op 26 oktober de overname van de werf en de eerste officiële indienststelling door Kltz. A.J. van der Hout. Meteen werd aangevangen met het opwerken van schip en bemanning teneinde voor de taak gereed te zijn.
Als eerste in de reeks van vier standaardfregatten werd op 8 april 1975 onder bouwnummer 350 bij de Koninklijke Maatschappij De Schelde te Vlissingen met enig feestelijk ceremonieel de kiel gelegd voor Hr.Ms. Kortenaer. De doopplechtigheid geschiedde op 18 december 1976 door mevr. E.C.C. Stemerdink-Baay, echtgenote van de minister van defensie, die met de fles champagne in haar hand de woorden sprak “Ik doop u Kortenaer en wens u en uw bemanning een behouden vaart”, waarna de fles tegen de boeg uiteen spatte. Hierna volgde de afbouwperiode. Tijdens een van de proefvaarten arriveerde het schip op 20 april 1978 in Den Helder waar de volgende dag, stilliggend in de haven, een serie proeflandingen met de Lynx helikopter werden uitgevoerd. In die periode werd van10 tot 14 mei een bezoek aan Bjorneford en op 16 mei een bezoek aan Bergen gebracht. Van 9 tot 12 juni lag het schip in Monrovia en van16 tot 19 juni in Dakar. Nadat het schip geheel gereed was volgde op 26 oktober de overname van de werf en de eerste officiële indienststelling door Kltz. A.J. van der Hout. Meteen werd aangevangen met het opwerken van schip en bemanning teneinde voor de taak gereed te zijn.
Met
ingang van 1 januari 1979 werd het schip bij het eskader ingedeeld. Doch eerst
werd van 5 tot 16 februari een Short Operational Sea Training afgewerkt.
Hoogtepunt dat jaar vormde de eskaderreis naar het Midden- en Verre Oosten en
Australië welke van 12 maart tot 12 juli duurde. Bezoeken werden afgelegd aan
Tanger (17 tot 20 maart), Alexandrië (31 maart tot 2 april), Bombay (12 tot 16
april), Kuala Lumpur (22 tot 25 april), Jakarta (28 april tot 2 mei), Soerabaja
(3 tot 8 mei), Fremantle (18 mei tot 5 juni), Diego Garcia (14 tot 16 juni),
Piraeus (30 juni tot 3 juli), waarna op 12 juli in de thuishaven werd teruggekeerd.
Tijdens deze reis werd een druk oefenprogramma afgewerkt en de resultaten hiervan werden duidelijk zichtbaar toen het schip van 24 september tot 5 oktober deelnam aan de NAVO-oefening “Ocean Safari” en de vuurproef onder oorlogsomstandigheden glansrijk doorstond. Dat het schip danig aan de tand werd gevoeld bleek wel uit het vaarprogramma: 33 weken buitengaats, terwijl het gemiddelde 15 weken voor KM-schepen was.
Tijdens deze reis werd een druk oefenprogramma afgewerkt en de resultaten hiervan werden duidelijk zichtbaar toen het schip van 24 september tot 5 oktober deelnam aan de NAVO-oefening “Ocean Safari” en de vuurproef onder oorlogsomstandigheden glansrijk doorstond. Dat het schip danig aan de tand werd gevoeld bleek wel uit het vaarprogramma: 33 weken buitengaats, terwijl het gemiddelde 15 weken voor KM-schepen was.
Van
1 januari tot 2 april 1980 bevond het schip zich te Vlissingen voor het
tweejaarlijks onderhoud bij de Koninklijke Maatschappij De Schelde. Na in Den
Helder te zijn teruggekeerd was de Kortenaer van 14 tot 21 april schip van de
wacht en kreeg opdracht drie Krivakfregatten te escorteren die vanuit de
Oostzee richting Het Kanaal voeren.
In de vroege morgen van 20 april werd van de Duitse kustvaarder Altmark een noodsignaal opgevangen. Eenmaal ter plekke nam het schip de coördinatie van de reddingsactie op zich voor wat betreft de helikopters en schepen die te hulp kwamen. Het schip had uiteindelijk de droeve taak een omgekomen bemanningslid van de Altmark te bergen.
Van 29 april tot 1 mei lag het schip in Rotterdam ter gelegenheid van Koninginnedag en de abdicatie van Hare Majesteit Koningin Juliana en de troonsbestijging van Hare Majesteit Koningin Beatrix. Na het zomerverlof arriveerde het schip op 5 augustus in Amsterdam om luister bij te zetten aan de manifestatie Sail 80 om hierna als schip van de wacht te fungeren. Op 1 september werd Den Helder verlaten voor deelname aan de NAVO-oefening Team Work 1980. Na een bezoek aan Tromsö van 6 tot 8 september werd hieraan deelgenomen en kreeg het schip een aantal dagen het commando over een internationaal verband schepen en keerde op 24 september in Den Helder terug. Van 20 oktober tot 20 november werd met adelborsten een bootjesreis gemaakt met bezoeken aan La Goulette (1 tot 3 november), Malaga (7 tot 10 november) en Lissabon (13 tot 16 november). Tevens werden lanceringen met de Nato-Sea Sparrow uitgevoerd. Eenmaal terug in Den Helder werden onderhoudswerkzaamheden uitgevoerd en met winterverlof gegaan en konden de oliebollen tijdens oud en nieuw als schip van de wacht op zee worden genuttigd.
In de vroege morgen van 20 april werd van de Duitse kustvaarder Altmark een noodsignaal opgevangen. Eenmaal ter plekke nam het schip de coördinatie van de reddingsactie op zich voor wat betreft de helikopters en schepen die te hulp kwamen. Het schip had uiteindelijk de droeve taak een omgekomen bemanningslid van de Altmark te bergen.
Van 29 april tot 1 mei lag het schip in Rotterdam ter gelegenheid van Koninginnedag en de abdicatie van Hare Majesteit Koningin Juliana en de troonsbestijging van Hare Majesteit Koningin Beatrix. Na het zomerverlof arriveerde het schip op 5 augustus in Amsterdam om luister bij te zetten aan de manifestatie Sail 80 om hierna als schip van de wacht te fungeren. Op 1 september werd Den Helder verlaten voor deelname aan de NAVO-oefening Team Work 1980. Na een bezoek aan Tromsö van 6 tot 8 september werd hieraan deelgenomen en kreeg het schip een aantal dagen het commando over een internationaal verband schepen en keerde op 24 september in Den Helder terug. Van 20 oktober tot 20 november werd met adelborsten een bootjesreis gemaakt met bezoeken aan La Goulette (1 tot 3 november), Malaga (7 tot 10 november) en Lissabon (13 tot 16 november). Tevens werden lanceringen met de Nato-Sea Sparrow uitgevoerd. Eenmaal terug in Den Helder werden onderhoudswerkzaamheden uitgevoerd en met winterverlof gegaan en konden de oliebollen tijdens oud en nieuw als schip van de wacht op zee worden genuttigd.
Op
26 januari 1981 werd met het eskader Den Helder verlaten richting Middellandse
Zee voor deelname aan de NAVO-oefening Test Gate welke van 5 tot 12 februari
werd gehouden. Hierbij werden bezoeken gebracht aan o.a. Plymouth, Cadiz,
Tanger en Funchal. Na
binnenkomst in Den Helder volgde een stilligperiode van drie maanden waarin het
schip gereed werd gemaakt voor deelname aan STANAVFORLANT. Van 9 tot 14 april
werd gedokt in dok VI op de Nieuwe Haven en hiermee was Hr.Ms. Kortenaer het eerste
standaardfregat dat hierin was opgenomen. Op 8 mei werd een varende ouderdag
gehouden met ongeveer 500 familieleden die ondanks het tegenvallende weer vele
demonstraties meemaakten. Na
een drukke periode van voorbereidingen werd onder grote belangstelling de thuishaven
voor de komende zes maanden verlaten en nadat op 23 juni onder de Engelse kust
de gemeten mijl was gevaren om de log te controleren werd aan de oversteek over
de Atlantische Oceaan begonnen. Nadat rendez-vous met de Standing Naval Force
Atlantic was gemaakt werd op 1 juli via de Hudson rivier in New York afgemeerd
voor een bezoek van zeven dagen. Dit bezoek was gevuld met allerhande
activiteiten zoals bezoeken van Playboy Bunnies en alle Miss Universe deelneemsters
die voor veel publiciteit zorgden.
Nadat op 6 juli de commandovlag op de Kortenaer was gehesen vertrok het verband op 8 juli naar zee en al oefenend werd richting Boston (17 tot 21 juli) gekoerst waar de publieke belangstelling overweldigend was. Op 30 juli werd Norfolk binnengelopen en waande de bemanning zich in een notedop in vergelijking met de twee majestueuze vliegkampschepen USS Nimitz en Eisenhouwer die broederlijk naast elkaar lagen. Na een bezoek aan Baltimore (13 tot 20 augustus) werd de Atlantische Oceaan opgestoomd. Het schip zou nu 30 dagen achtereen op zee blijven om aan drie aaneensluitende NAVO-oefeningen mee te doen. Het scheepsverband koerste hierbij langs de IJslandse kust naar Noord-Noorwegen en van daaruit richting Lissabon (18 tot 24 september). Hierbij werd op 2 september onder het toeziend oog van Boreas, Heerser over de Noorderwinden, met bijpassend ritueel de poolcirkel gepasseerd. Na Lissabon volgden nog bezoeken aan Wilhelmshaven, Den Helder, Rosyth, Kiel en IJmuiden, waarna het schip op 7 december STANAVFORLANT verliet om nog diezelfde middag in de thuishaven terug te keren voor een welverdiend verlof. Na het winterverlof moest na de afgelopen drukke periode nodig onderhoud aan het schip gegeven worden en daarom beperkte het jaar 1982 slechts tot enkele korte vaartochten met bezoeken aan Portsmouth (26 februari tot 2 maart), Boknafjord (15 juli), Arendal (16 tot 19 juli) en in het najaar nog Hamburg (3 tot 6 december). Op 8 december keerde het schip in Den Helder terug en onderging in de haven afgemeerd liggend het driejaarlijkse onderhoud.
Van 4 februari tot 11 maart 1983 lag de Kortenaer in dok VI voor onderhoud onder de waterlijn, waarna langs de steiger liggend verder werd gewerkt. Pas op 16 juni kon weer voor het eerst naar zee worden vertrokken voor het opwerken van de bemanning en de apparatuur te beproeven, waarbij tussentijds een bezoek aan Newcastle upon Tyne (1 tot 4 juli) werd gebracht, om daarna weer langs de steiger liggend verder onderhoud te geven.
Met de helikopter aan boord werd op 1 september naar de zuidkust van Engeland vertrokken voor een intensieve opwerkperiode bij de Flag Officer Sea Training (FOST) in de oefengebieden nabij Portland. Op 30 september was het schip weer terug in Den Helder. Op 5 oktober werd het schip officieel geadopteerd door het comité Groningen. Men had namelijk ontdekt dat admiraal Egbert Meeuwszoon Cortenaer in Groningen was geboren. De adoptie ging gepaard met het uitwisselen van geschenken. Op 24 oktober werd naar de Middellandse Zee vertrokken om zich in Toulon (29 oktober) bij het eskader aan te sluiten. Hiermee werden bezoeken gebracht aan Barcelona (4 tot 7 november) en Valencia (11 tot 14 november), waarna op 18 november weer in de thuishaven werd afgemeerd om van het winterverlof te genieten. Na een drukke periode van voorbereidingen werd op 22 januari 1984 het winterse Den Helder verlaten om zich in Lissabon bij STANAVFORLANT te vervoegen. Een half jaar lang werd met dit NAVO-eskader een aantal intensieve oefeningen uitgevoerd. Op 20 maart werd in Wilhelmshaven afgemeerd om drie weken onderhoud te geven en de bemanning in de gelegenheid te stellen het thuisfront op te zoeken. Het scheepsverband bezocht daarna nog o.a. Cadiz, Alta, Haaksonvern, Bergen, Rosyth en Plymouth, waar de Kortenaer op 3 juli de NAVO-strijdmacht verliet. In de tweede helft van het jaar lag het schip voornamelijk langs steiger 18 gemeerd met korte bezoeken aan Delfzijl en Newcastle.
Op 28 januari 1985 vertrok het schip naar zee als schip van de wacht, gevolgd door een oefenperiode bij de commandant van het Fregattensquadron. De eerste dag van februari was een vaardag voor de Marinevoorlichting die gepaard ging met zeer koud weer en heftige zeeën. Van 8 tot 11 februari werd in een vliegende sneeuwstorm Dundee bezocht en vier dagen later het bevroren Marsdiep opgevaren. Eenmaal afgemeerd kon het schip niet meer uitvaren vanwege de mogelijkheid van beschadiging der schroeven door het ijs. Vervolgens bleef het schip tot 4 maart in de haven liggen voor onderhoud om op die dag naar zee te gaan voor varende opleidingen. Vanwege de ijscondities kwam een bezoek aan Aalborg te vervallen en hiervoor in de plaats werd Esbjerg (15 tot 18 maart) bezocht. Op 1 april keerde het schip in Den Helder terug voor onderhoud. Op 28 mei werd met het eskader naar het noordelijke gedeelte van de Noordzee vertrokken voor een vier weken durende oefening. Tijdens deze reis waren adelborsten aan boord voor hun bootjesreis. Na deze reis meerde het schip op 25 juni weer in de thuishaven af en nam deel aan de Nationale Vlootdagen. Na het zomerverlof brak een drukke periode aan die pas eindigde op de laatste dag van de najaarsreis van het eskader die tot 24 oktober duurde. De bemanning ging hierna met compensatieverlof en voor het schip brak de meerjaarlijkse onderhoudsperiode aan.
Het jaar 1986 brak voor Hr.Ms. Kortenaer in onttakelde toestand aan vanwege het hoognodige onderhoud dat een groot gedeelte van dat jaar in beslag zou nemen. Pas op 15 augustus kwam hieraan een einde en brak er een drukke periode aan vanwege de vele nieuwe gezichten die aan boord te zien waren zodat men opnieuw met het opwerken moest beginnen. Op 5 september kon het schip eindelijk behoedzaam naar zee vertrekken voor de eerste materieelsbeproevingen. De vreugde was echter van korte duur want drie dagen later lag het schip weer in de haven en werd daar het opwerkprogramma voortgezet. Met een tussentijds bezoek aan Delfzijl om de banden met de stad Groningen nauwer aan te halen, kwam op 31 oktober een einde aan de opwerkperiode die werd gevolgd door een zelfde opwerkperiode bij de FOST in Portland, doch op 5 december lag het schip weer aan haar trossen in de thuishaven afgemeerd. Als schip van de wacht zijnde werd op 5 januari 1987 naar zee vertrokken om een Russisch eskader enkele dagen te volgen. 13 Mei 1987 was een bijzondere dag. Drie generaties Kortenaer-bemanning waren die dag bijeen voor een vaardag. Het betrof de overlevenden van de bemanning van de torpedobootjager die in de slag in de Javazee ten onder was gegaan, de bemanning van de torpedobootjager die in 1956-1957 een term in het voormalige Nieuw Guinea maakten plus de huidige bemanning. Het werd een schitterende dag vol met demonstraties waarbij tevens aan de commandant een fles “Kor(t)enaer”-jevever werd aangeboden met de opdracht deze niet eerder te openen nadat het schip tijdens de komende reis naar het Verre Oosten in de Javazee een krans had gelegd. Na nog enkele korte tripjes en een intensieve onderhoudsperiode vertrok het schip onder grote belangstelling op 6 juli vanaf steiger 18 naar zee om zich bij STANAVFORLANT te vervoegen. Het werd een drukke oefenperiode met diverse bezoeken aan buitenlandse havens waaraan op woensdag 2 december een einde kwam en de bemanning een welverdiend verlof stond te wachten.
Ruim zeven weken na de drukke vaarperiode kwam de bemanning op 25 januari 1988 terug aan boord. Hierna werd de Kortenaer schip van de wacht waarbij diverse trainingen werden gehouden. Na het weekeinde van 27 en 28 februari in Esbjerg te hebben doorgebracht arriveerde men op 1 maart weer in Den Helder voor een varende MARVO-dag. Na nog enkele korte vaartochten te hebben gemaakt lag het schip van 17 maart tot 8 april in het dok voor onderhoud. Op 23 mei werd koers gezet naar Portland om op de range gedemagnetiseerd te worden, waarna in Amsterdam aan de mini-vlootdagen werd deelgenomen. Op 3 juni was er een zeer geslaagde varende ouderdag.
Nadat op 6 juli de commandovlag op de Kortenaer was gehesen vertrok het verband op 8 juli naar zee en al oefenend werd richting Boston (17 tot 21 juli) gekoerst waar de publieke belangstelling overweldigend was. Op 30 juli werd Norfolk binnengelopen en waande de bemanning zich in een notedop in vergelijking met de twee majestueuze vliegkampschepen USS Nimitz en Eisenhouwer die broederlijk naast elkaar lagen. Na een bezoek aan Baltimore (13 tot 20 augustus) werd de Atlantische Oceaan opgestoomd. Het schip zou nu 30 dagen achtereen op zee blijven om aan drie aaneensluitende NAVO-oefeningen mee te doen. Het scheepsverband koerste hierbij langs de IJslandse kust naar Noord-Noorwegen en van daaruit richting Lissabon (18 tot 24 september). Hierbij werd op 2 september onder het toeziend oog van Boreas, Heerser over de Noorderwinden, met bijpassend ritueel de poolcirkel gepasseerd. Na Lissabon volgden nog bezoeken aan Wilhelmshaven, Den Helder, Rosyth, Kiel en IJmuiden, waarna het schip op 7 december STANAVFORLANT verliet om nog diezelfde middag in de thuishaven terug te keren voor een welverdiend verlof. Na het winterverlof moest na de afgelopen drukke periode nodig onderhoud aan het schip gegeven worden en daarom beperkte het jaar 1982 slechts tot enkele korte vaartochten met bezoeken aan Portsmouth (26 februari tot 2 maart), Boknafjord (15 juli), Arendal (16 tot 19 juli) en in het najaar nog Hamburg (3 tot 6 december). Op 8 december keerde het schip in Den Helder terug en onderging in de haven afgemeerd liggend het driejaarlijkse onderhoud.
Van 4 februari tot 11 maart 1983 lag de Kortenaer in dok VI voor onderhoud onder de waterlijn, waarna langs de steiger liggend verder werd gewerkt. Pas op 16 juni kon weer voor het eerst naar zee worden vertrokken voor het opwerken van de bemanning en de apparatuur te beproeven, waarbij tussentijds een bezoek aan Newcastle upon Tyne (1 tot 4 juli) werd gebracht, om daarna weer langs de steiger liggend verder onderhoud te geven.
Met de helikopter aan boord werd op 1 september naar de zuidkust van Engeland vertrokken voor een intensieve opwerkperiode bij de Flag Officer Sea Training (FOST) in de oefengebieden nabij Portland. Op 30 september was het schip weer terug in Den Helder. Op 5 oktober werd het schip officieel geadopteerd door het comité Groningen. Men had namelijk ontdekt dat admiraal Egbert Meeuwszoon Cortenaer in Groningen was geboren. De adoptie ging gepaard met het uitwisselen van geschenken. Op 24 oktober werd naar de Middellandse Zee vertrokken om zich in Toulon (29 oktober) bij het eskader aan te sluiten. Hiermee werden bezoeken gebracht aan Barcelona (4 tot 7 november) en Valencia (11 tot 14 november), waarna op 18 november weer in de thuishaven werd afgemeerd om van het winterverlof te genieten. Na een drukke periode van voorbereidingen werd op 22 januari 1984 het winterse Den Helder verlaten om zich in Lissabon bij STANAVFORLANT te vervoegen. Een half jaar lang werd met dit NAVO-eskader een aantal intensieve oefeningen uitgevoerd. Op 20 maart werd in Wilhelmshaven afgemeerd om drie weken onderhoud te geven en de bemanning in de gelegenheid te stellen het thuisfront op te zoeken. Het scheepsverband bezocht daarna nog o.a. Cadiz, Alta, Haaksonvern, Bergen, Rosyth en Plymouth, waar de Kortenaer op 3 juli de NAVO-strijdmacht verliet. In de tweede helft van het jaar lag het schip voornamelijk langs steiger 18 gemeerd met korte bezoeken aan Delfzijl en Newcastle.
Op 28 januari 1985 vertrok het schip naar zee als schip van de wacht, gevolgd door een oefenperiode bij de commandant van het Fregattensquadron. De eerste dag van februari was een vaardag voor de Marinevoorlichting die gepaard ging met zeer koud weer en heftige zeeën. Van 8 tot 11 februari werd in een vliegende sneeuwstorm Dundee bezocht en vier dagen later het bevroren Marsdiep opgevaren. Eenmaal afgemeerd kon het schip niet meer uitvaren vanwege de mogelijkheid van beschadiging der schroeven door het ijs. Vervolgens bleef het schip tot 4 maart in de haven liggen voor onderhoud om op die dag naar zee te gaan voor varende opleidingen. Vanwege de ijscondities kwam een bezoek aan Aalborg te vervallen en hiervoor in de plaats werd Esbjerg (15 tot 18 maart) bezocht. Op 1 april keerde het schip in Den Helder terug voor onderhoud. Op 28 mei werd met het eskader naar het noordelijke gedeelte van de Noordzee vertrokken voor een vier weken durende oefening. Tijdens deze reis waren adelborsten aan boord voor hun bootjesreis. Na deze reis meerde het schip op 25 juni weer in de thuishaven af en nam deel aan de Nationale Vlootdagen. Na het zomerverlof brak een drukke periode aan die pas eindigde op de laatste dag van de najaarsreis van het eskader die tot 24 oktober duurde. De bemanning ging hierna met compensatieverlof en voor het schip brak de meerjaarlijkse onderhoudsperiode aan.
Het jaar 1986 brak voor Hr.Ms. Kortenaer in onttakelde toestand aan vanwege het hoognodige onderhoud dat een groot gedeelte van dat jaar in beslag zou nemen. Pas op 15 augustus kwam hieraan een einde en brak er een drukke periode aan vanwege de vele nieuwe gezichten die aan boord te zien waren zodat men opnieuw met het opwerken moest beginnen. Op 5 september kon het schip eindelijk behoedzaam naar zee vertrekken voor de eerste materieelsbeproevingen. De vreugde was echter van korte duur want drie dagen later lag het schip weer in de haven en werd daar het opwerkprogramma voortgezet. Met een tussentijds bezoek aan Delfzijl om de banden met de stad Groningen nauwer aan te halen, kwam op 31 oktober een einde aan de opwerkperiode die werd gevolgd door een zelfde opwerkperiode bij de FOST in Portland, doch op 5 december lag het schip weer aan haar trossen in de thuishaven afgemeerd. Als schip van de wacht zijnde werd op 5 januari 1987 naar zee vertrokken om een Russisch eskader enkele dagen te volgen. 13 Mei 1987 was een bijzondere dag. Drie generaties Kortenaer-bemanning waren die dag bijeen voor een vaardag. Het betrof de overlevenden van de bemanning van de torpedobootjager die in de slag in de Javazee ten onder was gegaan, de bemanning van de torpedobootjager die in 1956-1957 een term in het voormalige Nieuw Guinea maakten plus de huidige bemanning. Het werd een schitterende dag vol met demonstraties waarbij tevens aan de commandant een fles “Kor(t)enaer”-jevever werd aangeboden met de opdracht deze niet eerder te openen nadat het schip tijdens de komende reis naar het Verre Oosten in de Javazee een krans had gelegd. Na nog enkele korte tripjes en een intensieve onderhoudsperiode vertrok het schip onder grote belangstelling op 6 juli vanaf steiger 18 naar zee om zich bij STANAVFORLANT te vervoegen. Het werd een drukke oefenperiode met diverse bezoeken aan buitenlandse havens waaraan op woensdag 2 december een einde kwam en de bemanning een welverdiend verlof stond te wachten.
Ruim zeven weken na de drukke vaarperiode kwam de bemanning op 25 januari 1988 terug aan boord. Hierna werd de Kortenaer schip van de wacht waarbij diverse trainingen werden gehouden. Na het weekeinde van 27 en 28 februari in Esbjerg te hebben doorgebracht arriveerde men op 1 maart weer in Den Helder voor een varende MARVO-dag. Na nog enkele korte vaartochten te hebben gemaakt lag het schip van 17 maart tot 8 april in het dok voor onderhoud. Op 23 mei werd koers gezet naar Portland om op de range gedemagnetiseerd te worden, waarna in Amsterdam aan de mini-vlootdagen werd deelgenomen. Op 3 juni was er een zeer geslaagde varende ouderdag.
Na
het zomerverlof werd met het eskader op 1 augustus vertrokken voor de reis “
Fairwind 88” die naar Australië en Nieuw Zeeland voerde. Het werd een
onvergetelijke reis met bezoeken aan Alexandrië, Bombay, Jakarta, Stirling,
Fremantle, Sydney, Wellington, Adelaide, Singapore en Djedda. Helaas brak er op
16 augustus brand uit in bakboords kruisvaartgasturbine van de Kortenaer. Deze
bleek niet meer te repareren en werd later in Stirling vervangen. Op zondag 23
oktober werd het 10-jarig bestaan van het schip gevierd onder opening van de
eerder genoemde fles jenever met een toespraak van de commandant. Op 19
december keerde het eskader in Den Helder terug en kon men met verlof gaan.
De voorjaarsreis van het eskader begon op 27 februari 1989 voor deelname aan de NAVO-oefening North Star (5 tot 15 maart) in het noordelijke gedeelte van de Noordzee en Noorse zee met amfibische operaties in de Noorse fjorden om daarna richting Lissabon en de Middellandse Zee af te zakken voor hernieuwde oefeningen. Maar op 12 mei was iedereen weer in de thuishaven. De volgende reis met het eskader vond plaats tussen 28 augustus en 22 september voor deelname aan de NAVO-oefening Sharp Spear (8 tot 21 september) en speelde zich af in de Noordzee en Schotse wateren. Hr.Ms. Kortenaer nam vervolgens aan het laatste gedeelte deel van de eskaderreis van 22 oktober tot 28 november omdat vooraf werd deelgenomen aan opleidingsoefeningen voor navigatieofficieren. Het was 29 januari 1990 toen de Kortenaer in meerjaarlijks onderhoud (MJO) ging. Naast het standaard onderhoud werd het schip gemoderniseerd en uitgerust met de Goalkeeper. Tevens werd er voor de bevoorrading en VAX-computer geplaatst. Hr.Ms. Kortenaer was het eerste schip waarbij dit plaats vond.
Op 8 februari 1991 kwam aan het MJO een einde en werden tussen 25 februari en 8 maart met succes beproevingen op de Noordzee gehouden. Van 18 maart tot 12 april werd operationeel opgewerkt met bezoeken aan Dublin en Brest, waarna vanaf 13 mei het FOST-programma werd afgewerkt. Op 24 juni was er een varende ouderdag.
Op 22 augustus vond een herhaling plaats van een vaardag van enkele jaren eerder met oud Kortenaer bemanningen, waarbij ook het medisch kleuterdagverblijf Klein Cantersveen uit Groningen en pupillen van het doveninstituut H.D. Guyot en het comité Groningen (waarvan jaarlijks een kerstboom voor in de mast werd ontvangen) aanwezig waren. Uitbundig werd van de demonstraties en de nasimaaltijd plus drankjes genoten, óók door de kinderen, en tevens werden geschenken uitgewisseld.
Tussen 26 augustus en 24 september nam het schip deel aan de eskaderreis naar de Noorse wateren. Na terugkeer onderging het fregat een korte dokbeurt en werd in gereedheid gebracht voor het vertrek op 4 november naar de West om als stationsschip te gaan fungeren. Op 16 november werd deze taak in Willemstad van de Banckert overgenomen.
Vanaf 6 januari 1992 werd deelgenomen aan drugsbestrijdingsoperaties in het Caraibisch gebied en geoefend met Puertoricaanse en Jamaicaanse eenheden. Eind mei werden de taken overgedragen aan de Philips van Almonde en op 11 juni keerde het schip in Den Helder terug. Na het zomerverlof werd een vierweekse opwerkperiode gehouden en van 27 augustus tot 11 september lag het schip in dok VI waar een aantal scheepshuidplaten werden vervangen. Op 14 september werd met het eskader naar de Middellandse Zee vertrokken met bezoeken aan Malaga (18 tot 21 september), Iraklion (9 tot 12 oktober), Toulon (16 tot 19 oktober), Barcelona (23 tot 26 oktober), Palma de Mallorca (31 oktober tot 2 november) en Bordeaux (6 tot 9 november) en op 11 november was men weer in Den Helder terug.
Na weken van intensieve voorbereidingen nam de Kortenaer op 22 januari 1993 deel aan STANAVFORMED en vertrok hiervoor drie dagen later naar de Adriatische Zee waar in het kader van de operatie Maritime Guard een groot aantal boardings werden uitgevoerd. Na een zware periode keerde het schip op 30 juli in Den Helder terug en kon de bemanning met verlof gaan. Van 2 tot 11 november werd nog deelgenomen aan de oefening Joint Maritime Course 93/3, waarna op 17 november in Den Helder een onderhoudsperiode begon.
Eind maart 1994 kwam aan deze werkzaamheden een einde en volgde een varende materieelsbeproeving. Hierna werd bij het Fregattensquadron opgewerkt. Op 6 juni vertrok het schip voor de adelborsten kruisreis naar de Oostzee waar met Russische en Poolse schepen werd deelgenomen aan de oefening Baltops ’94, waarvan op 19 juli in de thuishaven werd teruggekeerd. Na het zomerverlof werd als vlaggeschip van het eskader deelgenomen aan de NAVO-oefening Bright Horizon en op 8 oktober was men weer in Den Helder terug. Op 5 november werd deelgenomen aan de herdenking van de bevrijding van Walcheren en op 7 november meerde het schip in Den Helder af voor onderhoud en winterverlof.
Op 13 februari 1995 vertrok het schip met het eskader naar Noord-Noorwegen voor deelname aan de NAVO-oefening Strong Resolve waar men flink onderhanden genomen werd. Op 17 maart was het schip in Den Helder terug voor compensatieverlof en onderhoud, waarna met het eskader naar de Middellandse Zee werd vertrokken voor de reis van 4 mei tot 9 juni met bezoeken aan Malaga, Cartagena en Leixoes.
Inmiddels had de Griekse regering kenbaar gemaakt geïnteresseerd te zijn in de aankoop van een vierde S-fregat. De keuze viel op de Kortenaer, waardoor het voorgenomen programma ingrijpend moest worden gewijzigd. Hiervoor vond in augustus en september een bemanningswisseling plaats met die van de Abraham Crijnssen en eind september ging de Kortenaer naar Vlissingen om bij de KMS een opknapbeurt te krijgen.
Op 15 februari 1996 werd Hr.Ms. Kortenaer officieel uit dienst gesteld en werd tijdelijk opgelegd in Den Helder, waarbij het schip op de Rijkswerf gereed werd gemaakt voor de overdracht. Pas op 3 juni 1997 werd het schip aan de Griekse marine overgedragen voor een bedrag van ƒ 100.000.000,- en kreeg het de naam Kountouriotis met naamsein F 462.
De voorjaarsreis van het eskader begon op 27 februari 1989 voor deelname aan de NAVO-oefening North Star (5 tot 15 maart) in het noordelijke gedeelte van de Noordzee en Noorse zee met amfibische operaties in de Noorse fjorden om daarna richting Lissabon en de Middellandse Zee af te zakken voor hernieuwde oefeningen. Maar op 12 mei was iedereen weer in de thuishaven. De volgende reis met het eskader vond plaats tussen 28 augustus en 22 september voor deelname aan de NAVO-oefening Sharp Spear (8 tot 21 september) en speelde zich af in de Noordzee en Schotse wateren. Hr.Ms. Kortenaer nam vervolgens aan het laatste gedeelte deel van de eskaderreis van 22 oktober tot 28 november omdat vooraf werd deelgenomen aan opleidingsoefeningen voor navigatieofficieren. Het was 29 januari 1990 toen de Kortenaer in meerjaarlijks onderhoud (MJO) ging. Naast het standaard onderhoud werd het schip gemoderniseerd en uitgerust met de Goalkeeper. Tevens werd er voor de bevoorrading en VAX-computer geplaatst. Hr.Ms. Kortenaer was het eerste schip waarbij dit plaats vond.
Op 8 februari 1991 kwam aan het MJO een einde en werden tussen 25 februari en 8 maart met succes beproevingen op de Noordzee gehouden. Van 18 maart tot 12 april werd operationeel opgewerkt met bezoeken aan Dublin en Brest, waarna vanaf 13 mei het FOST-programma werd afgewerkt. Op 24 juni was er een varende ouderdag.
Op 22 augustus vond een herhaling plaats van een vaardag van enkele jaren eerder met oud Kortenaer bemanningen, waarbij ook het medisch kleuterdagverblijf Klein Cantersveen uit Groningen en pupillen van het doveninstituut H.D. Guyot en het comité Groningen (waarvan jaarlijks een kerstboom voor in de mast werd ontvangen) aanwezig waren. Uitbundig werd van de demonstraties en de nasimaaltijd plus drankjes genoten, óók door de kinderen, en tevens werden geschenken uitgewisseld.
Tussen 26 augustus en 24 september nam het schip deel aan de eskaderreis naar de Noorse wateren. Na terugkeer onderging het fregat een korte dokbeurt en werd in gereedheid gebracht voor het vertrek op 4 november naar de West om als stationsschip te gaan fungeren. Op 16 november werd deze taak in Willemstad van de Banckert overgenomen.
Vanaf 6 januari 1992 werd deelgenomen aan drugsbestrijdingsoperaties in het Caraibisch gebied en geoefend met Puertoricaanse en Jamaicaanse eenheden. Eind mei werden de taken overgedragen aan de Philips van Almonde en op 11 juni keerde het schip in Den Helder terug. Na het zomerverlof werd een vierweekse opwerkperiode gehouden en van 27 augustus tot 11 september lag het schip in dok VI waar een aantal scheepshuidplaten werden vervangen. Op 14 september werd met het eskader naar de Middellandse Zee vertrokken met bezoeken aan Malaga (18 tot 21 september), Iraklion (9 tot 12 oktober), Toulon (16 tot 19 oktober), Barcelona (23 tot 26 oktober), Palma de Mallorca (31 oktober tot 2 november) en Bordeaux (6 tot 9 november) en op 11 november was men weer in Den Helder terug.
Na weken van intensieve voorbereidingen nam de Kortenaer op 22 januari 1993 deel aan STANAVFORMED en vertrok hiervoor drie dagen later naar de Adriatische Zee waar in het kader van de operatie Maritime Guard een groot aantal boardings werden uitgevoerd. Na een zware periode keerde het schip op 30 juli in Den Helder terug en kon de bemanning met verlof gaan. Van 2 tot 11 november werd nog deelgenomen aan de oefening Joint Maritime Course 93/3, waarna op 17 november in Den Helder een onderhoudsperiode begon.
Eind maart 1994 kwam aan deze werkzaamheden een einde en volgde een varende materieelsbeproeving. Hierna werd bij het Fregattensquadron opgewerkt. Op 6 juni vertrok het schip voor de adelborsten kruisreis naar de Oostzee waar met Russische en Poolse schepen werd deelgenomen aan de oefening Baltops ’94, waarvan op 19 juli in de thuishaven werd teruggekeerd. Na het zomerverlof werd als vlaggeschip van het eskader deelgenomen aan de NAVO-oefening Bright Horizon en op 8 oktober was men weer in Den Helder terug. Op 5 november werd deelgenomen aan de herdenking van de bevrijding van Walcheren en op 7 november meerde het schip in Den Helder af voor onderhoud en winterverlof.
Op 13 februari 1995 vertrok het schip met het eskader naar Noord-Noorwegen voor deelname aan de NAVO-oefening Strong Resolve waar men flink onderhanden genomen werd. Op 17 maart was het schip in Den Helder terug voor compensatieverlof en onderhoud, waarna met het eskader naar de Middellandse Zee werd vertrokken voor de reis van 4 mei tot 9 juni met bezoeken aan Malaga, Cartagena en Leixoes.
Inmiddels had de Griekse regering kenbaar gemaakt geïnteresseerd te zijn in de aankoop van een vierde S-fregat. De keuze viel op de Kortenaer, waardoor het voorgenomen programma ingrijpend moest worden gewijzigd. Hiervoor vond in augustus en september een bemanningswisseling plaats met die van de Abraham Crijnssen en eind september ging de Kortenaer naar Vlissingen om bij de KMS een opknapbeurt te krijgen.
Op 15 februari 1996 werd Hr.Ms. Kortenaer officieel uit dienst gesteld en werd tijdelijk opgelegd in Den Helder, waarbij het schip op de Rijkswerf gereed werd gemaakt voor de overdracht. Pas op 3 juni 1997 werd het schip aan de Griekse marine overgedragen voor een bedrag van ƒ 100.000.000,- en kreeg het de naam Kountouriotis met naamsein F 462.