Pracht luchtopname van de oude Rijkswerf
Rijkswerf Den Helder
Ontstaan Rijkswerf
In 1811 kwam Napoleon Bonaparte naar Den Helder, hij gaf Jan Blanken Jansz. de opdracht in Den Helder de grootste marinebasis met werf van Nederland te bouwen. In 1822 waren de eerste bouwwerken op de Rijkswerf van 40 ha. klaar; Dok I, Natte Dok, Zeedoksluis, Pomphuis met stoommachine en Werfkanaal (langs Weststraat en Hoofdgracht). Tussen 1857 en 1866 is Dok II gebouwd met daarnaast een nieuw pompgebouw. In de eerste helft van de 20e eeuw zijn de machinebankwerkerij (gebouw 60f), de ketelmakerij (gebouw 63), de scheepsmakerswerkplaats (gebouw 51), de werkplaats van de takelaars en zeilmakers (gebouw 72) en magazijnen en overige werkplaatsen gebouwd.
In 1811 kwam Napoleon Bonaparte naar Den Helder, hij gaf Jan Blanken Jansz. de opdracht in Den Helder de grootste marinebasis met werf van Nederland te bouwen. In 1822 waren de eerste bouwwerken op de Rijkswerf van 40 ha. klaar; Dok I, Natte Dok, Zeedoksluis, Pomphuis met stoommachine en Werfkanaal (langs Weststraat en Hoofdgracht). Tussen 1857 en 1866 is Dok II gebouwd met daarnaast een nieuw pompgebouw. In de eerste helft van de 20e eeuw zijn de machinebankwerkerij (gebouw 60f), de ketelmakerij (gebouw 63), de scheepsmakerswerkplaats (gebouw 51), de werkplaats van de takelaars en zeilmakers (gebouw 72) en magazijnen en overige werkplaatsen gebouwd.
Bijzondere gebouwen
De Rijkswerf is om een nat dok heen gebouwd. Het natte dok werd tussen 1812 en 1823 gegraven. Dit gebeurde met de hand- en paardenkracht. De grond uit het dok is gebruikt voor het ophogen van het terrein dat destijds uit kreken en wiergronden bestond. In 1857 werd het aan de noordzijde nog eens met met 30 meter verlengd. Het natte dok is nu circa 325 meter lang, 135 meter breed en oorspronkelijk circa 8 meter diep. De zeedoksluis was de verbinding tussen de open zee en het natte dok; de zeedoksluis werd als keer- en als schutsluis gebruikt en is is rond 1870 vernieuwd en vergroot. Rondom het natte dok liggen diverse historische gebouwen en twee droogdokken.
Stoommachinegebouw
Het stoommachinegebouw werd gebouwd tussen 1813 en 1823. Het is ontworpen door Jan Blanken in neoclassicistische stijl. Het gebouw was bestemd voor een stoommachine die de energie leverde voor 9 cilindervormige pompen om Dok I droog te pompen. Er was een ondergronds riool die de pompen met het dok verbond. Het gebouw ligt aan de westzijde van het complex Rijkswerf Willemsoord. In 1862 was het gebouw overbodig geworden door de bouw van een nieuw stoommachinegebouw bij Dok II. Het pand werd geschikt gemaakt voor ijzermagazijn en de verdiepingen voor de opslag van graan voor de marinebakkerij. In 1889 werden ook de benedenlokalen bestemd voor graanberging. Het gebouw staat nu ook nog bekend als het "graanpakhuis". Vlak voor en tijdens de Tweede Wereldoorlogwerd het gebouw verstevigd, de vloeren en schotten werden versterkt met gewapend beton. In 1942 werd ook de de houten kapconstructie vervangen door beton. In 2004 werd het gebouw gerestaureerd en nu is het kantoor van de VVV er gevestigd.
De Rijkswerf is om een nat dok heen gebouwd. Het natte dok werd tussen 1812 en 1823 gegraven. Dit gebeurde met de hand- en paardenkracht. De grond uit het dok is gebruikt voor het ophogen van het terrein dat destijds uit kreken en wiergronden bestond. In 1857 werd het aan de noordzijde nog eens met met 30 meter verlengd. Het natte dok is nu circa 325 meter lang, 135 meter breed en oorspronkelijk circa 8 meter diep. De zeedoksluis was de verbinding tussen de open zee en het natte dok; de zeedoksluis werd als keer- en als schutsluis gebruikt en is is rond 1870 vernieuwd en vergroot. Rondom het natte dok liggen diverse historische gebouwen en twee droogdokken.
Stoommachinegebouw
Het stoommachinegebouw werd gebouwd tussen 1813 en 1823. Het is ontworpen door Jan Blanken in neoclassicistische stijl. Het gebouw was bestemd voor een stoommachine die de energie leverde voor 9 cilindervormige pompen om Dok I droog te pompen. Er was een ondergronds riool die de pompen met het dok verbond. Het gebouw ligt aan de westzijde van het complex Rijkswerf Willemsoord. In 1862 was het gebouw overbodig geworden door de bouw van een nieuw stoommachinegebouw bij Dok II. Het pand werd geschikt gemaakt voor ijzermagazijn en de verdiepingen voor de opslag van graan voor de marinebakkerij. In 1889 werden ook de benedenlokalen bestemd voor graanberging. Het gebouw staat nu ook nog bekend als het "graanpakhuis". Vlak voor en tijdens de Tweede Wereldoorlogwerd het gebouw verstevigd, de vloeren en schotten werden versterkt met gewapend beton. In 1942 werd ook de de houten kapconstructie vervangen door beton. In 2004 werd het gebouw gerestaureerd en nu is het kantoor van de VVV er gevestigd.
Dok I
Schipdeur in het oude Dok I is een stenen droogdok eveneens ontworpen door Jan Blanken en aangelegd tussen 1812 en 1822. Het dok ligt dicht bij het stoommachinegebouw die de energie leverde om het dok te legen. Het dok werd afgesloten door een drijvende deur (bateau-porte) die inmiddels is vervangen. Het oude dok bleef ondanks lekkages tot 1849 in gebruik. In 1859 en 1860 werd in het oude dok een nieuw en dus kleiner droogdok gebouwd. De lengte van het dok is nu circa 85 meter, de breedte zo'n 25 meter ter hoogte van het maaiveld en de diepte ongeveer 4 meter. De breedte van het dok neemt van maaiveld- tot dokvloerniveau trapsgewijs af. De kademuren zijn van hardsteen en de overige delen van de dokmuren zijn gemetseld.
Een tweede bouwcampagne volgde in de periode 1857-1866. In deze jaren kreeg het terrein van de Rijkswerf de vorm die nu nog in hoofdlijnen herkenbaar is, onder andere door de aanleg van een nieuw droogdok, dok II.
Schipdeur in het oude Dok I is een stenen droogdok eveneens ontworpen door Jan Blanken en aangelegd tussen 1812 en 1822. Het dok ligt dicht bij het stoommachinegebouw die de energie leverde om het dok te legen. Het dok werd afgesloten door een drijvende deur (bateau-porte) die inmiddels is vervangen. Het oude dok bleef ondanks lekkages tot 1849 in gebruik. In 1859 en 1860 werd in het oude dok een nieuw en dus kleiner droogdok gebouwd. De lengte van het dok is nu circa 85 meter, de breedte zo'n 25 meter ter hoogte van het maaiveld en de diepte ongeveer 4 meter. De breedte van het dok neemt van maaiveld- tot dokvloerniveau trapsgewijs af. De kademuren zijn van hardsteen en de overige delen van de dokmuren zijn gemetseld.
Een tweede bouwcampagne volgde in de periode 1857-1866. In deze jaren kreeg het terrein van de Rijkswerf de vorm die nu nog in hoofdlijnen herkenbaar is, onder andere door de aanleg van een nieuw droogdok, dok II.
Dok II
foto is genomen richting de deur en daarachter het natte dokDok II of het nieuwe droogdok is gebouwd in de jaren 1857-1866. Net als het oude dok, werd ook deze afgesloten door een drijvende deur die inmiddels ook is vervangen. Het dok werd aangelegd in verband met de groei van de Koninklijke Marine en van het bijbehorend scheepsonderhoud. Het dok is circa 114 meter lang, de breedte op maaiveldniveau is circa 23 meter en de dokvloer ligt ongeveer 5,5 meter diep. Het nieuwe dok lijkt veel op het oude dok.
foto is genomen richting de deur en daarachter het natte dokDok II of het nieuwe droogdok is gebouwd in de jaren 1857-1866. Net als het oude dok, werd ook deze afgesloten door een drijvende deur die inmiddels ook is vervangen. Het dok werd aangelegd in verband met de groei van de Koninklijke Marine en van het bijbehorend scheepsonderhoud. Het dok is circa 114 meter lang, de breedte op maaiveldniveau is circa 23 meter en de dokvloer ligt ongeveer 5,5 meter diep. Het nieuwe dok lijkt veel op het oude dok.
Tweede Wereldoorlog
De Rijkswerf heeft in de Tweede Wereldoorlog veel te lijden gehad. De bezetters maakten dankbaar gebruik van de werf. Dit leidde tot bombardementen die ook op burgerdoelen terecht kwamen. Op het gedeelte van de werf waar nu nog de gebouwen van de Bewapeningswerkplaatsen staan, stond het Grootmagazijn en het zogenaamde Vierkantje. Dit gedeelte is verschillende keren gebombardeerd: de gebouwen in puin en tientallen doden. Ook het gebouw, waar nu het gebouw van de Stichting Nautische Monumenten staat (Gebouw 73), werd getroffen. De Mastenloods (gebouw 66) kreeg schade die kon worden hersteld. De verdwenen gebouwen waren allemaal in de zelfde fraaie, sobere bouwstijl als gebouw 66 en de andere gebouwen uit de begintijd van de Rijkswerf.
Na WOII beleefde Willemsoord een sterke bloeiperiode. Den Helder werd in 1947 aangewezen als de hoofdmarinebasis van Nederland. De oorlogsvloot bestond nog uit een handvol schepen. Niet alleen de stad onderging de wederopbouw maar ook de vloot. Voor de nieuw geworven bemanningen werd de woonwijk Nieuw Den Helder gebouwd. In hoogtijdagen werkten ca. 2500 mensen op de Rijkswerf.
Overname door Gemeente
Na 170 jaar vertrekt de Marine van de Rijkswerf en krijgt de gemeente Den Helder in 1995 20 ha. en in 2000 de overige 20 ha. van het terrein in het beheer.In de tussenliggende jaren is de restauratie begonnen van de monumentale gebouwen en waterbouwkundige werken en werden plannen gesmeed voor de nieuwe culturele en recreatieve invulling. Hiervoor heeft de overheid: Europese Commissie, het Rijk, de Provincie en Gemeente gezamenlijk 80 miljoen euro subsidie gegeven.
De Rijkswerf heeft in de Tweede Wereldoorlog veel te lijden gehad. De bezetters maakten dankbaar gebruik van de werf. Dit leidde tot bombardementen die ook op burgerdoelen terecht kwamen. Op het gedeelte van de werf waar nu nog de gebouwen van de Bewapeningswerkplaatsen staan, stond het Grootmagazijn en het zogenaamde Vierkantje. Dit gedeelte is verschillende keren gebombardeerd: de gebouwen in puin en tientallen doden. Ook het gebouw, waar nu het gebouw van de Stichting Nautische Monumenten staat (Gebouw 73), werd getroffen. De Mastenloods (gebouw 66) kreeg schade die kon worden hersteld. De verdwenen gebouwen waren allemaal in de zelfde fraaie, sobere bouwstijl als gebouw 66 en de andere gebouwen uit de begintijd van de Rijkswerf.
Na WOII beleefde Willemsoord een sterke bloeiperiode. Den Helder werd in 1947 aangewezen als de hoofdmarinebasis van Nederland. De oorlogsvloot bestond nog uit een handvol schepen. Niet alleen de stad onderging de wederopbouw maar ook de vloot. Voor de nieuw geworven bemanningen werd de woonwijk Nieuw Den Helder gebouwd. In hoogtijdagen werkten ca. 2500 mensen op de Rijkswerf.
Overname door Gemeente
Na 170 jaar vertrekt de Marine van de Rijkswerf en krijgt de gemeente Den Helder in 1995 20 ha. en in 2000 de overige 20 ha. van het terrein in het beheer.In de tussenliggende jaren is de restauratie begonnen van de monumentale gebouwen en waterbouwkundige werken en werden plannen gesmeed voor de nieuwe culturele en recreatieve invulling. Hiervoor heeft de overheid: Europese Commissie, het Rijk, de Provincie en Gemeente gezamenlijk 80 miljoen euro subsidie gegeven.