Sambre (ex-Algiers)
Bij resolutie van 15 april 1818 nummer 16 werd bepaald dat het fregat Algiers van 44 stukken op de marinewerf te Amsterdam zou worden gebouwd. In juni 1818 werd het schip op stapel gezet en op 27 augustus 1 821 te water gelaten, op de verjaardag 'van den voor de Nederlandschen Marine zoo vereerenden zeeslag, voor de stad Algiers geleverd'. Het schip werd bij resolutie van 18 februari 1822 nummer 30 in dienst gesteld door kapitein ter zee J. A. van der Straten. Zr. Ms. Algiers was voorbestemd om naar de Middellandse zee te gaan ter aflossing van het fregat Zr. Ms. Diana. Op 22 juni 1822 vertrok het fregat vanuit Texel naar zee en keerde in 1825 terug naar Vlissingen, van waar hij op 9 september 1825 naar Texel zeilde en aldaar uit dienst werd gesteld. Bij resolutie van 3 maart 1828 nummer 89 werd hij op 16 maart in dienst gesteld en kort daarop - resolutie van 5 april 1828 nummer 100 — herdoopt in Sambre. Op 19 juli 1828 vertrok het schip daarna naar de Middellandse zee om het fregat Rupel af te lossen. Werd na terugkomst uit dienst gesteld en in 1836 geraseerd tot 28 stukken. Op 1 april 1 840 werd hij weer in dienst gesteld, waarna hij enkele vaartochten op de Noordzee heeft gemaakt. Diende van 1 mei 1845- 5 augustus 1843 als wachtschip te Nieuwediep, waarna hij weer een reis maakte naar de Middellandse zee. Op 17 oktober 1843 keerde hij weer terug naar Den Helder en deed wederom dienst als wachtschip te Nieuwediep tot 4 juli 1846. Opnieuw werden hierna reizen naar de Middellandse zee gemaakt — één van 1846 tot 26 januari 1847 en één van 26 juni 1847 tot 10 september 1847. Op 12 oktober 1848 vertrok Zr. Ms. Sambre naar Oost Indië, waar hij op 5 februari 1849 aankwam. Tijdens zijn verblijf in de Oost nam hij onder meer deel aan de expeditie tegen Bali. Op 15 december 1849 werd de thuisreis aanvaard en kwam het fregat op 17 april 1850 weer te Texel aan. Met ingang van 1 mei 1850 diende Zr. Ms. Sambre weer als wachtschip te Den Helder. In de loop van 1854 ging hij naar Vlissingen om daar als wachtschip te dienen, hetgeen hij tot 1 november 1866 heeft gedaan. In 1867 is het schip van de sterkte afgevoerd.
Afmetingen:
lengte 163 voet ; 63.2 meter
breedte 42 voet; 11.91 meter
holte 227/11voet; 6.42 meter
waterverplaatsing
bemanning 300 koppen
bewapening 44 stukken, sedert 1836 28 stukken.
Bron: Jaarboek KM 1971
Bij resolutie van 15 april 1818 nummer 16 werd bepaald dat het fregat Algiers van 44 stukken op de marinewerf te Amsterdam zou worden gebouwd. In juni 1818 werd het schip op stapel gezet en op 27 augustus 1 821 te water gelaten, op de verjaardag 'van den voor de Nederlandschen Marine zoo vereerenden zeeslag, voor de stad Algiers geleverd'. Het schip werd bij resolutie van 18 februari 1822 nummer 30 in dienst gesteld door kapitein ter zee J. A. van der Straten. Zr. Ms. Algiers was voorbestemd om naar de Middellandse zee te gaan ter aflossing van het fregat Zr. Ms. Diana. Op 22 juni 1822 vertrok het fregat vanuit Texel naar zee en keerde in 1825 terug naar Vlissingen, van waar hij op 9 september 1825 naar Texel zeilde en aldaar uit dienst werd gesteld. Bij resolutie van 3 maart 1828 nummer 89 werd hij op 16 maart in dienst gesteld en kort daarop - resolutie van 5 april 1828 nummer 100 — herdoopt in Sambre. Op 19 juli 1828 vertrok het schip daarna naar de Middellandse zee om het fregat Rupel af te lossen. Werd na terugkomst uit dienst gesteld en in 1836 geraseerd tot 28 stukken. Op 1 april 1 840 werd hij weer in dienst gesteld, waarna hij enkele vaartochten op de Noordzee heeft gemaakt. Diende van 1 mei 1845- 5 augustus 1843 als wachtschip te Nieuwediep, waarna hij weer een reis maakte naar de Middellandse zee. Op 17 oktober 1843 keerde hij weer terug naar Den Helder en deed wederom dienst als wachtschip te Nieuwediep tot 4 juli 1846. Opnieuw werden hierna reizen naar de Middellandse zee gemaakt — één van 1846 tot 26 januari 1847 en één van 26 juni 1847 tot 10 september 1847. Op 12 oktober 1848 vertrok Zr. Ms. Sambre naar Oost Indië, waar hij op 5 februari 1849 aankwam. Tijdens zijn verblijf in de Oost nam hij onder meer deel aan de expeditie tegen Bali. Op 15 december 1849 werd de thuisreis aanvaard en kwam het fregat op 17 april 1850 weer te Texel aan. Met ingang van 1 mei 1850 diende Zr. Ms. Sambre weer als wachtschip te Den Helder. In de loop van 1854 ging hij naar Vlissingen om daar als wachtschip te dienen, hetgeen hij tot 1 november 1866 heeft gedaan. In 1867 is het schip van de sterkte afgevoerd.
Afmetingen:
lengte 163 voet ; 63.2 meter
breedte 42 voet; 11.91 meter
holte 227/11voet; 6.42 meter
waterverplaatsing
bemanning 300 koppen
bewapening 44 stukken, sedert 1836 28 stukken.
Bron: Jaarboek KM 1971