Hr.Ms. Jan van Brakel.
Op 23 mei 1935 bij de Koninklijke Maatschappij “De Schelde” te Vlissingen op stapel gezet en op 8 februari 1936 te water gelaten.
Afmetingen: 58,70/55,30 x 10,00 x 3,45 m.
Waterverplaatsing: 715 ton.
Machinevermogen: 1600 IPK.
Snelheid: 15 mijl.
Bewapening: 2 kanons van 7,5 cm, 1 kanon van 3,7 cm, 4 mitrailleurs van 12,7 mm en 60 mijnen.
Bemanning: 65.
Behalve mijnenlegger was Hr.Ms. Jan van Brakel ook bestemd voor politietoezicht op de zeevisserij. In dienst gesteld op 25 juni 1936.
Op 11 januari 1938 vertrokken naar West-Indië en aldaar op 12 februari daaraanvolgend aangekomen. Vanuit Curaçao werd in juni 1938 een reis naar Venezuela gemaakt.
Op 19 december 1938 werd naar Nederland teruggekeerd en op 24 januari 1939 aldaar aangekomen.
Op 14 mei 1940 van Den Helder naar Engeland uitgeweken en verrichtte konvooy-diensten in de Britse wateren. In april 1942 vertrok Hr.Ms. Jan van Brakel naar Curaçao en verrichtte konvooy-diensten in de West-Indische wateren. Het schip keerde eind 1944 naar Engeland terug en werd aldaar ingericht tot moederschip van het 203de flottielje mijnenvegers.
Op 10 oktober 1945 vertrok Hr.Ms. Jan van Brakel met de 203de flottielje mijnenvegers van Nederland naar Nederlands Oost-Indië en deed toen dienst als moederschip. Later heeft het schip na een kleine verbouwing ook nog dienst gedaan als opnemingsvaartuig in Nederlands Nieuw-Guinea.
Op 1 augustus 1957 werd Hr.Ms. Jan van Brakel in Nederlands Nieuw-Guinea uit de sterkte afgevoerd. Daarna gebruikt als doel bij bombardements- en geschutoefeningen in de buurt van Biak.
Naamsein aanvankelijk PE 1, P 5, F 816 en laatstelijk A 906.
Afmetingen: 58,70/55,30 x 10,00 x 3,45 m.
Waterverplaatsing: 715 ton.
Machinevermogen: 1600 IPK.
Snelheid: 15 mijl.
Bewapening: 2 kanons van 7,5 cm, 1 kanon van 3,7 cm, 4 mitrailleurs van 12,7 mm en 60 mijnen.
Bemanning: 65.
Behalve mijnenlegger was Hr.Ms. Jan van Brakel ook bestemd voor politietoezicht op de zeevisserij. In dienst gesteld op 25 juni 1936.
Op 11 januari 1938 vertrokken naar West-Indië en aldaar op 12 februari daaraanvolgend aangekomen. Vanuit Curaçao werd in juni 1938 een reis naar Venezuela gemaakt.
Op 19 december 1938 werd naar Nederland teruggekeerd en op 24 januari 1939 aldaar aangekomen.
Op 14 mei 1940 van Den Helder naar Engeland uitgeweken en verrichtte konvooy-diensten in de Britse wateren. In april 1942 vertrok Hr.Ms. Jan van Brakel naar Curaçao en verrichtte konvooy-diensten in de West-Indische wateren. Het schip keerde eind 1944 naar Engeland terug en werd aldaar ingericht tot moederschip van het 203de flottielje mijnenvegers.
Op 10 oktober 1945 vertrok Hr.Ms. Jan van Brakel met de 203de flottielje mijnenvegers van Nederland naar Nederlands Oost-Indië en deed toen dienst als moederschip. Later heeft het schip na een kleine verbouwing ook nog dienst gedaan als opnemingsvaartuig in Nederlands Nieuw-Guinea.
Op 1 augustus 1957 werd Hr.Ms. Jan van Brakel in Nederlands Nieuw-Guinea uit de sterkte afgevoerd. Daarna gebruikt als doel bij bombardements- en geschutoefeningen in de buurt van Biak.
Naamsein aanvankelijk PE 1, P 5, F 816 en laatstelijk A 906.