Historisch praatje…
Het schip, waarop uw echtgenoot, zoon, vader, verloofde of andere relatie werkt en leeft,- ontleent haar naam aan een roemrucht persoon uit onze geschiedenis..
Isaac Sweers is niet zo bekend als de allergrootsten onder onze admiraals uit de Gouden Eeuw, zoals Michiel Adriaensz de Ruyter en Cornelis Tromp om er enkelen te noemen, maar hij heeft een zeer avontuurlijk leven geleid en was zelfs tijdelijk luitenant-admiraal en commandant van één van de drie smaldelen.
Hij sneuvelde op 21 augustus 1675 in de Slag bij Kijkduin
Zijn vlag voerde hij toen op de "Witte Oliphant", een naam, die U ’nu nog overal op het schip tegenkomt.
Over het leven van Isaac Sweers valt heel veel te vertellen, maar ik zal volstaan met de belangrijkste punten hieruit op te noemen.
Hij werd geboren op Nieuwjaarsdag van het jaar 1622 in Nijmegen, als zoon van welgestelde ouders. In 1628 verhuist het gezin van Arendt Sweers - zijn vader - naar Amsterdam.
Op zijn 15e wordt hij wees en verhuist hij maar zijn oom in Hoorn, op wiens aanbeveling hij reeds op 16 jarige leeftijd terecht komt bij een koopman in Sevilla om zich te bekwamen in het, Spaans en de handel. Hij vindt dat het geld behoort te rollen en vergrijpt zich aan de kas van zijn patroon, waarna hij ontslagen wordt en in 1640 komt hij via wat omzwervingen terug in Hoorn. Na hier korte tijd administratieve werkzaamheden te hebben verricht, vertrekt hij met een schip van de West-Indische Compagnie naar Brazilië, waar hij zijn examen voor notaris aflegt en zich vestigt in San Antonio. Zijn meest voorkomen de werkzaamheden zijn het oplossen van geschillen tussen Joodse en Portugese kooplieden.
In 1646 breekt de opstand uit tegen de West-Indische Compagnie en Isaac Sweers wordt gevangen genomen en gemarteld. Straatarm komt hij terug in Holland en na een mislukte poging om als koopman zijn geluk te beproeven bij de koopvaardij, tekent hij in 1649 bij de Admiraliteit van Amsterdam. Hij komt te dienen onder Commandeur van Galen op "de Maen" en vanaf dit moment neemt zijn carrière een grote vlucht.
Zijn ervaring als notaris komt hem goed van pas; hij voert langdurige onderhandelingen over het verkopen van gevangen genomen Moren en het vrijkopen van Christenslaven.
In de zomer van 1649 ontsnappen zowel van Galen als Isaac Sweers ternauwernood aan de dood als zij op hun terugweg naar hun schip door 20 schelmen worden overvallen. Hieraan houdt Isaac Sweers 2 verwondingen over in heup en buik.
In 1652 wordt hij extra ordinaris kapitein en in 1659 ordinaris kapitein in vaste dienst.
Zijn langste reis maakt hij in het eskader van Admiraal de Ruyter. Dit was een tocht via de West-Afrikaanse bezittingen van de W.I.C. naar de West en New Foundland.
In 1655 trouwt hij tussen al deze bedrijven door met Constantia Bloemaert; uit dit huwelijk worden drie kinderen geboren, waarvan zijn zoon Isaac in de voetsporen van zijn vader treedt, en het later tot Commandeur brengt bij de Admiraliteit van Amsterdam.
Na de 2e Engelse oorlog wordt Isaac Sweers tot Schout bij Nacht benoemd en zelfs tot
Viceadmiraal. Als admiraal van Ghent sneuvelt in de slag bij Solebay, bereikt hij zijn eerder genoemde hoogste rang van luitenant-admiraal en voert hij het bevel over een eskader.
In 1672 hielp hij met 12 compagnieën matrozen op de schaats bij de verdediging van de waterlinie.
Bijna was hij de hoogste Amsterdamse vlagofficier geworden, maar in het voorjaar van 1673 werd Cornelis Tromp hiervoor uitverkoren en Isaac Sweers leven eindigde in datzelfde jaar, zo als eerder vermeld, als Viceadmiraal aan boord van het schip de "Witte Oliphant".
Isaac Sweers hield een scheepsjournaal bij dat hij het "Daghregister" noemde.
Hieraan ontleende de redactie van onze scheepskrant de naam van dit blad.
De verblijven aan boord van de nieuwe Isaac Sweers herinneren ons aan de hoogtepunten uit de carrière van haar naamgever, n.l.
Gouda 1666 - de "Gouda" was zijn vlaggeschip in de 4~daagse zeeslag.
Chatham I667 - als Viceadmiraal nam hij deel aan deze roemrijke tocht, waarbij de Ruyter de kettingen bij Chatham door midden voer.
Solebay 1672 - in deze slag werd hij tijdelijk Luitenant-admiraal.
Waterlinie 1672-1675 ~ ter herinnering aan zijn acties bij de verdediging hiervan.
Schooneveld 1673 - aan deze slag uit de 5e Engelse oorlóg nam hij deel als Viceadmiraal.
Kijkduin 1673 - de slag, waarin Isaac Sweers sneuvelde.
De Maen 1649 - -het eerste schip, waar op Isaac Sweers - toen nog adelborst - diende onder de Admiraliteit van Amsterdam.
De Witte Oliphant - het vlaggeschip van Isaac Sweers.
Dan hebben we nog een verblijf:
"Middellandse Zee" I94I-I942. - Dit is genoemd naar het operatie gebied van de torpedobcotjager Hr. Ms. Isaac Sweers, die in de nacht van 12 op 13 november 1942 getroffen werd door twee torpedo's van een Duitse U-boot en in korte tijd zonk.
Behalve deze torpedojager is er in 1804 nog een kanonneerschoener te water gelaten, die de naam "Admiraal Sweers" kreeg en die in 1809 in een gevecht tegen de Engelsen ter onder ging.
Uit: het Daghrigister jaargang 3 zeegang 9 nummer3.
Het schip, waarop uw echtgenoot, zoon, vader, verloofde of andere relatie werkt en leeft,- ontleent haar naam aan een roemrucht persoon uit onze geschiedenis..
Isaac Sweers is niet zo bekend als de allergrootsten onder onze admiraals uit de Gouden Eeuw, zoals Michiel Adriaensz de Ruyter en Cornelis Tromp om er enkelen te noemen, maar hij heeft een zeer avontuurlijk leven geleid en was zelfs tijdelijk luitenant-admiraal en commandant van één van de drie smaldelen.
Hij sneuvelde op 21 augustus 1675 in de Slag bij Kijkduin
Zijn vlag voerde hij toen op de "Witte Oliphant", een naam, die U ’nu nog overal op het schip tegenkomt.
Over het leven van Isaac Sweers valt heel veel te vertellen, maar ik zal volstaan met de belangrijkste punten hieruit op te noemen.
Hij werd geboren op Nieuwjaarsdag van het jaar 1622 in Nijmegen, als zoon van welgestelde ouders. In 1628 verhuist het gezin van Arendt Sweers - zijn vader - naar Amsterdam.
Op zijn 15e wordt hij wees en verhuist hij maar zijn oom in Hoorn, op wiens aanbeveling hij reeds op 16 jarige leeftijd terecht komt bij een koopman in Sevilla om zich te bekwamen in het, Spaans en de handel. Hij vindt dat het geld behoort te rollen en vergrijpt zich aan de kas van zijn patroon, waarna hij ontslagen wordt en in 1640 komt hij via wat omzwervingen terug in Hoorn. Na hier korte tijd administratieve werkzaamheden te hebben verricht, vertrekt hij met een schip van de West-Indische Compagnie naar Brazilië, waar hij zijn examen voor notaris aflegt en zich vestigt in San Antonio. Zijn meest voorkomen de werkzaamheden zijn het oplossen van geschillen tussen Joodse en Portugese kooplieden.
In 1646 breekt de opstand uit tegen de West-Indische Compagnie en Isaac Sweers wordt gevangen genomen en gemarteld. Straatarm komt hij terug in Holland en na een mislukte poging om als koopman zijn geluk te beproeven bij de koopvaardij, tekent hij in 1649 bij de Admiraliteit van Amsterdam. Hij komt te dienen onder Commandeur van Galen op "de Maen" en vanaf dit moment neemt zijn carrière een grote vlucht.
Zijn ervaring als notaris komt hem goed van pas; hij voert langdurige onderhandelingen over het verkopen van gevangen genomen Moren en het vrijkopen van Christenslaven.
In de zomer van 1649 ontsnappen zowel van Galen als Isaac Sweers ternauwernood aan de dood als zij op hun terugweg naar hun schip door 20 schelmen worden overvallen. Hieraan houdt Isaac Sweers 2 verwondingen over in heup en buik.
In 1652 wordt hij extra ordinaris kapitein en in 1659 ordinaris kapitein in vaste dienst.
Zijn langste reis maakt hij in het eskader van Admiraal de Ruyter. Dit was een tocht via de West-Afrikaanse bezittingen van de W.I.C. naar de West en New Foundland.
In 1655 trouwt hij tussen al deze bedrijven door met Constantia Bloemaert; uit dit huwelijk worden drie kinderen geboren, waarvan zijn zoon Isaac in de voetsporen van zijn vader treedt, en het later tot Commandeur brengt bij de Admiraliteit van Amsterdam.
Na de 2e Engelse oorlog wordt Isaac Sweers tot Schout bij Nacht benoemd en zelfs tot
Viceadmiraal. Als admiraal van Ghent sneuvelt in de slag bij Solebay, bereikt hij zijn eerder genoemde hoogste rang van luitenant-admiraal en voert hij het bevel over een eskader.
In 1672 hielp hij met 12 compagnieën matrozen op de schaats bij de verdediging van de waterlinie.
Bijna was hij de hoogste Amsterdamse vlagofficier geworden, maar in het voorjaar van 1673 werd Cornelis Tromp hiervoor uitverkoren en Isaac Sweers leven eindigde in datzelfde jaar, zo als eerder vermeld, als Viceadmiraal aan boord van het schip de "Witte Oliphant".
Isaac Sweers hield een scheepsjournaal bij dat hij het "Daghregister" noemde.
Hieraan ontleende de redactie van onze scheepskrant de naam van dit blad.
De verblijven aan boord van de nieuwe Isaac Sweers herinneren ons aan de hoogtepunten uit de carrière van haar naamgever, n.l.
Gouda 1666 - de "Gouda" was zijn vlaggeschip in de 4~daagse zeeslag.
Chatham I667 - als Viceadmiraal nam hij deel aan deze roemrijke tocht, waarbij de Ruyter de kettingen bij Chatham door midden voer.
Solebay 1672 - in deze slag werd hij tijdelijk Luitenant-admiraal.
Waterlinie 1672-1675 ~ ter herinnering aan zijn acties bij de verdediging hiervan.
Schooneveld 1673 - aan deze slag uit de 5e Engelse oorlóg nam hij deel als Viceadmiraal.
Kijkduin 1673 - de slag, waarin Isaac Sweers sneuvelde.
De Maen 1649 - -het eerste schip, waar op Isaac Sweers - toen nog adelborst - diende onder de Admiraliteit van Amsterdam.
De Witte Oliphant - het vlaggeschip van Isaac Sweers.
Dan hebben we nog een verblijf:
"Middellandse Zee" I94I-I942. - Dit is genoemd naar het operatie gebied van de torpedobcotjager Hr. Ms. Isaac Sweers, die in de nacht van 12 op 13 november 1942 getroffen werd door twee torpedo's van een Duitse U-boot en in korte tijd zonk.
Behalve deze torpedojager is er in 1804 nog een kanonneerschoener te water gelaten, die de naam "Admiraal Sweers" kreeg en die in 1809 in een gevecht tegen de Engelsen ter onder ging.
Uit: het Daghrigister jaargang 3 zeegang 9 nummer3.