Hr Ms Batjan keerde terug naar Nederland en hoewel de Cdt mij gaarne had meegenomen op de thuisreis en ook pogingen daartoe heeft gedaan besliste het "Luizenhuis" te Nederland dat ik werd overgeplaatst naar de kleine vaartuigen dienst en het commando kreeg over Hr Ms RP 138. Met dit vaartuig heb ik heel wat beleefd. Dit schip was overgenomen van de Australische Marine en werd gebruikt tussen de Salomons eilanden voor het vervoer van lichte lading. Het ruim werd aangepast en diende nu als de kajuit met twee slaapplaatsen, te weten voor mij en het hoofd machinekamer (HMK) waarbij tevens ruimte was gemaakt voor een bureau zodat ik en het HMK daar ons administratieve werk konden verrichten,
De RP 138 met nog andere boten van de kleine vaartuigen dienst werden ingezet voor patrouilles in straat Zoende, zuid-oostkust Sumatra en in de Banka/Riouw archipel nabij Palembang. Onze thuishaven was Batavia (tandjong priok) waar aan de aanleg steiger van de MLD (Marine Luchtvaart Dienst) kon worden afgemeerd. Voor groot onderhoud was Soerabaja, het Marine etablissement, de thuishaven, alwaar tevens het commando KLVD (kleine vaartuigen dienst) zetelde. Van Soerabaja naar Batavia was de afstand ongeveer 600 mijl en van Batavia naar straat Soenda ongeveer 130 mijl, wat met een vaart van ongeveer 10/12 mijl toch altijd een tijdje varen was voor dat je op patrouille kon gaan. Het patrouille varen bestond uit het aanhouden en onderzoeken van de diverse vaartuigen die zich in het terrein bevonden. Zo waren er LCT's (landingcraft tanks) die door de Chinezen uit Singapore werden gebruikt om contrabande in Sumatra aan land te brengen. Deze schepen werden meestal gevaren onder het commando van Australische ex-marine reserve officieren, die daarvoor door de Chinezen flink werden beloond, oplopende tot wel 100.000 Singapore dollars (koers fl 1.50) als de reis met succes was verlopen. Alles onder het motto van (no cure no pay). Deze commandanten deden het werk geschaduwd door de mee varende Chinezen die weer rijkelijk waren voorzien van omkoop materiaal, geld, drank sigaretten en noem maar op... in de hoop dat je ze zouden laten doorvaren. Grappig was dan de houding van de Aussies te zien... Flegmatiek (pity next time better), bij het aanhouden was het boord geschut in stelling gesteld, je kon immers nooit weten. Bij deze LCT's was het meer de grote die gevaar opleverde, dat was anders bij de prauwen die we aanhielden, daar kon je van alles verwachten van handgranaten tot aan geweren of ander wapentuig, het waren immers de lieden die we bestreden...
De LCT's voeren dicht onder bescherming van de schemering en nacht onder de zuid Sumatraanse kust. Het was voor ons scherp uitkijken geblazen daar ze vaak heel moeilijk te onderscheiden waren. Waren ze door de uitkijk ontdekt, gingen we er full speed op af, alle 3 high speed diesels die we hadden deden voortreffelijk hun dienst, maar meestal voeren we uit zuinigheid op 2 diesels. Zo troffen we een prauw aan die een grote hoeveelheid geld a/b had, uitbetaling aan de Indonesische ondergrondse strijdkrachten. Het geld werd geconfisqueerd en de prauw naar Batavia opgebracht. Soms gaven we de prauw een opdracht om zich naar Batavia te begeven en werden de andere patrouille schepen ingelicht op dat een controle werd uitgevoerd. Een andere keer werd een prauw aangehouden met een gewonde a/b die er niet best aan toe was. De man had een flinke diepe wond, vermoedelijk opgelopen door een schot. Nadat we alle voorzorg maatregelen hadden getroffen werd langszij de prauw gemanoeuvreerd, de man uit het ruim gehaald door de bemanning en a/b gebracht. Door mij werd de wond bekeken en verzorgd. De man had in de wond een geldstuk gedrukt dat behoorlijk tot zweren had aangezet. De wond eerst met sublimaat schoongemaakt nadat het geldstuk was verwijderd, de gewonde gaf geen kik, waarna ik met een naald en draad, uit een glazen kokertje opgevist, de wond dichtnaaide. Keurig met een knoopje aan de binnenkant. Was wel trots op hetgeen ik had verricht. De man kreeg van mij de raad om deze wond geregeld met het schone zeewater te verschonen (zeewater bevat immers jodi-um) en spoedigst naar tandjong Priok te zeilen. Onder dankzegging zeilden ze weg... Later toen door ons werd afgemeerd aan de kade bij het marine vliegkamp te Priok (morokrembangan) kwam ik in gesprek met de daar aanwezige arts die mij zijn complimenten maakte met de door mij verzorgde wond behandeling...
Bij een van de patrouille tochten voelde ik mij flink beroerd en op de rand van het ruim (slaap en werk ruimte) zittend viel ik naar beneden. De "TIK" (telegrafist) waarmee ik toen de ruimte deelde zond terstond een bericht naar het MVKM (Marine Vliegkamp Moro kembangan). Op het vliegkamp, na ruggespraak met de daar aanwezige arts, symptomen van malaria, kregen we de opdracht full speed terug te varen naar de basis. Mijn jonge schipper met medewerking van de overige bemanning hebben mij keurig afgeleverd. Na keuring door de arts werd ik met een anti malaria injectie naar de ziekenboeg afgevoerd. Bleek dat ik de malaria had opgelopen na een dokbeurt die nodig was daar we al varende bij een as koppeling (motor) met een stuk waar de schroef aan vast zat, waren verloren. Tijdens deze dokbeurt kreeg ik het bericht dat op het vliegveld Kemajoran de schroef was aangekomen. Het stuk as werd uit voorraad bij het Marine etablissement geleverd en was reeds ontvangen. Toog naar Kemajoran om de schroef op te halen. Bij ontvangst bleek dat de kist waar de schroef in moest zitten in mijn ogen veel te klein was. Bij de douane de kist open gemaakt en wat bleek??? In de kist zaten horloges van het merk Omega keuring in doosjes verpakt ter levering aan de Kon. Marine. Op last van de Marine leiding moest ik de horloges in ontvangst nemen, hunnerzijds zouden zij met thuisfront contact opnemen.
De horloges afgegeven en korte tijd daarna ontvingen we de schroef en kon de RP 138 het dok verlaten...
De LCT's voeren dicht onder bescherming van de schemering en nacht onder de zuid Sumatraanse kust. Het was voor ons scherp uitkijken geblazen daar ze vaak heel moeilijk te onderscheiden waren. Waren ze door de uitkijk ontdekt, gingen we er full speed op af, alle 3 high speed diesels die we hadden deden voortreffelijk hun dienst, maar meestal voeren we uit zuinigheid op 2 diesels. Zo troffen we een prauw aan die een grote hoeveelheid geld a/b had, uitbetaling aan de Indonesische ondergrondse strijdkrachten. Het geld werd geconfisqueerd en de prauw naar Batavia opgebracht. Soms gaven we de prauw een opdracht om zich naar Batavia te begeven en werden de andere patrouille schepen ingelicht op dat een controle werd uitgevoerd. Een andere keer werd een prauw aangehouden met een gewonde a/b die er niet best aan toe was. De man had een flinke diepe wond, vermoedelijk opgelopen door een schot. Nadat we alle voorzorg maatregelen hadden getroffen werd langszij de prauw gemanoeuvreerd, de man uit het ruim gehaald door de bemanning en a/b gebracht. Door mij werd de wond bekeken en verzorgd. De man had in de wond een geldstuk gedrukt dat behoorlijk tot zweren had aangezet. De wond eerst met sublimaat schoongemaakt nadat het geldstuk was verwijderd, de gewonde gaf geen kik, waarna ik met een naald en draad, uit een glazen kokertje opgevist, de wond dichtnaaide. Keurig met een knoopje aan de binnenkant. Was wel trots op hetgeen ik had verricht. De man kreeg van mij de raad om deze wond geregeld met het schone zeewater te verschonen (zeewater bevat immers jodi-um) en spoedigst naar tandjong Priok te zeilen. Onder dankzegging zeilden ze weg... Later toen door ons werd afgemeerd aan de kade bij het marine vliegkamp te Priok (morokrembangan) kwam ik in gesprek met de daar aanwezige arts die mij zijn complimenten maakte met de door mij verzorgde wond behandeling...
Bij een van de patrouille tochten voelde ik mij flink beroerd en op de rand van het ruim (slaap en werk ruimte) zittend viel ik naar beneden. De "TIK" (telegrafist) waarmee ik toen de ruimte deelde zond terstond een bericht naar het MVKM (Marine Vliegkamp Moro kembangan). Op het vliegkamp, na ruggespraak met de daar aanwezige arts, symptomen van malaria, kregen we de opdracht full speed terug te varen naar de basis. Mijn jonge schipper met medewerking van de overige bemanning hebben mij keurig afgeleverd. Na keuring door de arts werd ik met een anti malaria injectie naar de ziekenboeg afgevoerd. Bleek dat ik de malaria had opgelopen na een dokbeurt die nodig was daar we al varende bij een as koppeling (motor) met een stuk waar de schroef aan vast zat, waren verloren. Tijdens deze dokbeurt kreeg ik het bericht dat op het vliegveld Kemajoran de schroef was aangekomen. Het stuk as werd uit voorraad bij het Marine etablissement geleverd en was reeds ontvangen. Toog naar Kemajoran om de schroef op te halen. Bij ontvangst bleek dat de kist waar de schroef in moest zitten in mijn ogen veel te klein was. Bij de douane de kist open gemaakt en wat bleek??? In de kist zaten horloges van het merk Omega keuring in doosjes verpakt ter levering aan de Kon. Marine. Op last van de Marine leiding moest ik de horloges in ontvangst nemen, hunnerzijds zouden zij met thuisfront contact opnemen.
De horloges afgegeven en korte tijd daarna ontvingen we de schroef en kon de RP 138 het dok verlaten...
Op een van onze tochten gingen we ten anker bij het eiland Se-boekoe ketjil (het eiland waar het wrak van de in de slag op de Java zee kapot geschoten Hr Ms Evertsen aan de grond was gezet) We wisten dat daar wilde varkens rond liepen en gezien we schoon genoeg hadden van de blikvoeding, werd besloten op jacht te gaan. Het kleine sloepje gestreken waar net vier man in konden en dan nog stil zitten anders kwam het water over de rand. Ik had dat nu wel toegestaan maar drukte de leider wel op het hart voorzichtig te zijn. En er rekening mee te houden dat het wilde zwijnen waren!!! Eerder waren we wel eens aan de wal geweest en was de vegetatie bekend. Ze zouden zich in de bomen verschuilen. Toen ze al geruime tijd aan de wal waren en wij a/b niets vernamen, werd ik toch wel wat ongerust after all. Ik was wel verantwoordelijk om deze mannen weer gezond en wel thuis af te leveren. Zag de lieden al in de bomen zitten met het geweer in de aanslag en in het heetst van het schieten geen rekening met elkaar houdend, op dat moment klonk er geweervuur een geknal van jewelste en daarna doodse stilte... De schrik van de a/b aanwezigen sloeg ons om het hart. Een vreugde kreet op het strand en daar stonden de jagers met een aan een stok hangend zwijn. Opluchting en geschreeuw over en weer! Nu kwam het moeilijkste, vier man met het zwijn aan de wal en de terugkeer moest nog plaats vinden. Oplossing, één man met het aangeschoten zwijn in de sloep en daarna nog een keer heen en weer. De david aan boord waar de sloep aan hing werd gereed gemaakt om het zwijn a/b te hijsen zonder dat het in zee zou verdwijnen of dat de roeier overboord zou vallen. Het was gelukt! Het zwijn hing aan de david en verspreide een walgelijke lucht daar ook de ingewanden waren kapot geschoten... maar we waren trots met onze buit! De sloep was inmiddels teruggekeerd en een ieder was er zonder enig letsel afgekomen en stond weer a/b. Nu moest het nog uitgebeend worden en dat was een heel karwei daar niemand ooit zo iets bij de hand had gehad en de stank ondraaglijk was.
Maar niet getreurd, de TIK had van zijn verloofde in Nederland en grote fles 4711 toegezonden gekregen. Die ras opgehaald, zakdoeken tevoorschijn gehaald en een ieder die aan het uitbenen deelnam werd van een zakdoek met een scheut eau de cologne voorzien op het moment dat hij aan het uitbenen begon. Uiteraard onder aanmoedigingen en onder grote hilariteit, zo werd het "varkentje" gewassen. Afval ging meteen overboord en de rest werd met zeewater schoon gewassen. We hebben daarna met een van de collega's die met zijn RP langszij was gekomen nog een feestelijke en heerlijke maaltijd gehad. Zo maak je nog eens wat mee...
We patrouilleerden in Straat Soenda en zo ook in de omgeving van Anjer, een nest waar veel anti Nederlanders zaten, door ons (Pe-loppors) genoemd. Wanneer we daar in de buurt waren was het gevechtswacht op post. De bemanning wilde graag zo een salvo op die stelling afgeven en trachtte dit te bewerken door te roepen "Commandant er wordt geschoten". Ik had zelf nog niets gehoord dus was het nog steeds 'vastvuren'. Het bleek dan ook loos alarm te zijn.
Buiten Tandjong Priok (Batavia) lag het eilandje Etam waar we een enkele keer met gasten uit Batavia waar we gezelligheid van ondervonden naar toe voeren om wat terug te doen Voorzien van een de nodige spiritualiën en een heerlijke rijsthap brachten we dan op Etam de dag door. Een gezellige en heerlijke dag was het resultaat, wat bleek uit de verzoeken van de genodigden om zo'n dag nog eens te houden.
Gedurende de tijd dat ik Cdt. was van de RP 138 maakten we ook reizen van Tandjong Priok, haven van Batavia, naar de Hr Ms. "Renville", een K3 vrachtschip. Tijdens de oorlog in de USA gebouwd op de Kaiser werf, vandaar de letter K wat later een algemene letter voor dit soort vrachtschepen werd die ingezet werden voor het vervoer van troepen, wapens, tanks en wapencarriers, enz. De RP werd ingezet voor het personen vervoer naar de Renville die een commissie gingen vormen voor het in elkaar zetten van de souvereiniteitsoverdracht Nieuw Guinea Indonesië. Dit schip lag buiten de 12 mijls zone om de onafhankelijkheid te benadrukken en er ongestoord kon worden vergaderd. Te land heerste nog immer een gespannen toestand en waren er nogal wat wapen incidenten. Aan boord was het daardoor wel veiliger...
In Soerabaja hadden wij Marine officieren, vanwege deze toestand, een soort van bewakingsdienst voor de gezinnen van de op zee bevindende officieren opgezet. Wat inhield dat we 's nachts, huis en gezinnen bewaakten zolang er maar een man thuis was werd er niet ingebroken of gemolesteerd. Zo kwam ik bij een van mijn jaargenoten door omstandigheden pas later op het te bewaken adres. Wilde niet aankloppen noch "spada" roepen en settelde mij in een van de stoelen die op het platje (terras) stond. Niet bepaald gerieflijk maar afspraak is afspraak... Toen zij om 0600 de deuren naar het terras open deed en mij daar in mijn verkreukelde jas toetoep zag zitten volgde duizenden excuses, terwijl het eigenlijk mijn schuld was. Snel een kop koffie aangemaakt voordat de Marine bus mij en andere bewakende collega's kwam ophalen. Later en zeker bij de reünies van mijn jaar worden deze feiten nog aangehaald en wordt er nog hartelijk om gelachen.
Een van de andere keren dat ik wacht zou lopen hadden we afgesproken dat ik eerder zou komen om gezamenlijk wat te gaan eten. Daartoe werd een Betje, driewieler met een voor instapplaats de bestuurder met het voortbeweging mechanisme zat dus achter en was ditmaal een heel schriel manneke. Toen we instapten vloog het manneke met een boog over ons heen onder de kreet "Wahh-doeü!" en belandde naast ons... wij waren inmiddels van de zitbank afgegleden op straat. Lachen geblazen, zo ook de bestuurder. Wederom instappen doch nu heel voorzichtig... en dat gelukte. Hij bracht ons keurig waar we wezen wilden en met een flinke fooi voor de schrik vervolgden wij onze en hij zijn weg...
Vakanties werden meestal doorgebracht in een van de vakantie ressorts in de bergen in de nabijheid van Soerabaja Bridgen of het nog hoger in de bergen gelegen Tosarie. We reden dan met een jeep er naar toe, deze voorzien van een stuk vertikaal op gesteld (zeg maar rail ijzer) om zodoende het onthoofden te voorkomen. Wat deden de pe-loppors, zij spanden een ijzerdraad op nek hoogte over de weg en wel zodat de jeep er met neergeslagen voorruit onder door kon rijden met als gevolg dat bestuurder en bijrijder werden onthoofd. Dit was snel bekend met als gevolg het plaatsen van deze stang...
Het was nagenoeg het einde van mijn term toen mij het bericht bereikte dat Flo alsnog van plan was om naar de Oost te komen, wat slechts een verlenging van een jaar betekende. Ik zag dat niet zo zitten o.a. door de toestand te lande en de daarop volgende problemen zoals huis zoeken en het aanpassende gezin en dat voor een klein jaar, waarbij nog de promotie ook telde. Waarbij wel in het oog moest worden gehouden dat ik een varende plaatsing had. Er werd dus vanaf gezien.
Bij het na een patrouille terugvaren naar Soerabaja (de thuishaven) in het Westgat, raakte RP 138 een onderwater voorwerp en raakte daardoor lek. Het Marine etablissement werd gehaald en daar werd de schade vastgesteld. Gezien haar algemene vaarleeftijd alsmede het afstoten van enkele schepen van de Kleine vaartuigendienst werd ook zij tot sloop aangewezen. Ik wist mij te voorzien van het stuur en dit hangt nu na bewerking door mijn zwager, voorzien van elektrische bedrading en lamphouders boven de huiskamer tafel. Frames voor kapjes en de stoffering daarvan werden door Beertje (vanaf 1950 mijn echtgenote) en mij van uitgerafeld touw voorzien.
Maar niet getreurd, de TIK had van zijn verloofde in Nederland en grote fles 4711 toegezonden gekregen. Die ras opgehaald, zakdoeken tevoorschijn gehaald en een ieder die aan het uitbenen deelnam werd van een zakdoek met een scheut eau de cologne voorzien op het moment dat hij aan het uitbenen begon. Uiteraard onder aanmoedigingen en onder grote hilariteit, zo werd het "varkentje" gewassen. Afval ging meteen overboord en de rest werd met zeewater schoon gewassen. We hebben daarna met een van de collega's die met zijn RP langszij was gekomen nog een feestelijke en heerlijke maaltijd gehad. Zo maak je nog eens wat mee...
We patrouilleerden in Straat Soenda en zo ook in de omgeving van Anjer, een nest waar veel anti Nederlanders zaten, door ons (Pe-loppors) genoemd. Wanneer we daar in de buurt waren was het gevechtswacht op post. De bemanning wilde graag zo een salvo op die stelling afgeven en trachtte dit te bewerken door te roepen "Commandant er wordt geschoten". Ik had zelf nog niets gehoord dus was het nog steeds 'vastvuren'. Het bleek dan ook loos alarm te zijn.
Buiten Tandjong Priok (Batavia) lag het eilandje Etam waar we een enkele keer met gasten uit Batavia waar we gezelligheid van ondervonden naar toe voeren om wat terug te doen Voorzien van een de nodige spiritualiën en een heerlijke rijsthap brachten we dan op Etam de dag door. Een gezellige en heerlijke dag was het resultaat, wat bleek uit de verzoeken van de genodigden om zo'n dag nog eens te houden.
Gedurende de tijd dat ik Cdt. was van de RP 138 maakten we ook reizen van Tandjong Priok, haven van Batavia, naar de Hr Ms. "Renville", een K3 vrachtschip. Tijdens de oorlog in de USA gebouwd op de Kaiser werf, vandaar de letter K wat later een algemene letter voor dit soort vrachtschepen werd die ingezet werden voor het vervoer van troepen, wapens, tanks en wapencarriers, enz. De RP werd ingezet voor het personen vervoer naar de Renville die een commissie gingen vormen voor het in elkaar zetten van de souvereiniteitsoverdracht Nieuw Guinea Indonesië. Dit schip lag buiten de 12 mijls zone om de onafhankelijkheid te benadrukken en er ongestoord kon worden vergaderd. Te land heerste nog immer een gespannen toestand en waren er nogal wat wapen incidenten. Aan boord was het daardoor wel veiliger...
In Soerabaja hadden wij Marine officieren, vanwege deze toestand, een soort van bewakingsdienst voor de gezinnen van de op zee bevindende officieren opgezet. Wat inhield dat we 's nachts, huis en gezinnen bewaakten zolang er maar een man thuis was werd er niet ingebroken of gemolesteerd. Zo kwam ik bij een van mijn jaargenoten door omstandigheden pas later op het te bewaken adres. Wilde niet aankloppen noch "spada" roepen en settelde mij in een van de stoelen die op het platje (terras) stond. Niet bepaald gerieflijk maar afspraak is afspraak... Toen zij om 0600 de deuren naar het terras open deed en mij daar in mijn verkreukelde jas toetoep zag zitten volgde duizenden excuses, terwijl het eigenlijk mijn schuld was. Snel een kop koffie aangemaakt voordat de Marine bus mij en andere bewakende collega's kwam ophalen. Later en zeker bij de reünies van mijn jaar worden deze feiten nog aangehaald en wordt er nog hartelijk om gelachen.
Een van de andere keren dat ik wacht zou lopen hadden we afgesproken dat ik eerder zou komen om gezamenlijk wat te gaan eten. Daartoe werd een Betje, driewieler met een voor instapplaats de bestuurder met het voortbeweging mechanisme zat dus achter en was ditmaal een heel schriel manneke. Toen we instapten vloog het manneke met een boog over ons heen onder de kreet "Wahh-doeü!" en belandde naast ons... wij waren inmiddels van de zitbank afgegleden op straat. Lachen geblazen, zo ook de bestuurder. Wederom instappen doch nu heel voorzichtig... en dat gelukte. Hij bracht ons keurig waar we wezen wilden en met een flinke fooi voor de schrik vervolgden wij onze en hij zijn weg...
Vakanties werden meestal doorgebracht in een van de vakantie ressorts in de bergen in de nabijheid van Soerabaja Bridgen of het nog hoger in de bergen gelegen Tosarie. We reden dan met een jeep er naar toe, deze voorzien van een stuk vertikaal op gesteld (zeg maar rail ijzer) om zodoende het onthoofden te voorkomen. Wat deden de pe-loppors, zij spanden een ijzerdraad op nek hoogte over de weg en wel zodat de jeep er met neergeslagen voorruit onder door kon rijden met als gevolg dat bestuurder en bijrijder werden onthoofd. Dit was snel bekend met als gevolg het plaatsen van deze stang...
Het was nagenoeg het einde van mijn term toen mij het bericht bereikte dat Flo alsnog van plan was om naar de Oost te komen, wat slechts een verlenging van een jaar betekende. Ik zag dat niet zo zitten o.a. door de toestand te lande en de daarop volgende problemen zoals huis zoeken en het aanpassende gezin en dat voor een klein jaar, waarbij nog de promotie ook telde. Waarbij wel in het oog moest worden gehouden dat ik een varende plaatsing had. Er werd dus vanaf gezien.
Bij het na een patrouille terugvaren naar Soerabaja (de thuishaven) in het Westgat, raakte RP 138 een onderwater voorwerp en raakte daardoor lek. Het Marine etablissement werd gehaald en daar werd de schade vastgesteld. Gezien haar algemene vaarleeftijd alsmede het afstoten van enkele schepen van de Kleine vaartuigendienst werd ook zij tot sloop aangewezen. Ik wist mij te voorzien van het stuur en dit hangt nu na bewerking door mijn zwager, voorzien van elektrische bedrading en lamphouders boven de huiskamer tafel. Frames voor kapjes en de stoffering daarvan werden door Beertje (vanaf 1950 mijn echtgenote) en mij van uitgerafeld touw voorzien.