HistorieDe Westland Wasp is een resultaat van hetzelfde ontwikkelingsprogramma P.531 van Saunders-Roe, ook wel SaRo genoemd, als de Westland Scout. Beiden vinden in zekere zin hun oorsprong in de Saunders-Roe Skeeter, een lichte helikopter die weer zijn oorsprong vindt in de Cierva Aurogiro. SaRo ging in 1959 op in Westland Aircraft.
Was de Skeeter nog voorzien van een zuigermotor, de Scout en Wasp werden aangedreven door een gasturbine.
OntwikkelingOnder druk van de toenemende dreiging van onderzeeboten stelde de Royal Navy medio jaren vijftig een eisenpakket op, MATCH (= Manned Torpedo Carrying Helicopter). Dit toestel moest, op aanwijzing vanaf het moederschip, een gedetecteerde onderzeeër bestoken met torpedo’s.
Op basis van dit pakket ontwikkelde SaRo de P.531, die de eerste vlucht maakte op 20 juli 1958.
Dit toestel werd uitgebreid getest door de Royal Navy, zo werden verschillende onderstellen uitgeprobeerd. In september 1961 werd een opdracht geplaatst voor twee toestellen, aangeduid als Sea Scout. De eerste vlucht vond eind oktober 1961 plaats.
Al snel volgde een definitieve opdracht voor 98 toestellen voor de Royal Navy. Ook volgden opdrachten vanuit het buitenland, onder andere Nederlands, Brazilië en Indonesië. In totaal werden 133 toestellen gebouwd.
In essentie was de Wasp identiek aan de Scout, die voor de Britse Army werd ontwikkeld.
Een belangrijk verschil was het vierwielig onderstel, waarmee op het kleine vliegdek van het moederschip gemanoeuvreerd kon worden. Ook waren de rotorbladen zo geconstrueerd dat deze het toestel op het dek konden vastdrukken, totdat het toestellen aan het dek was verankerd.
Verder waren extra brandstoftanks in staart en onder de cabinevloer aangebracht en waren de staart en rotorbladen opvouwbaar. Verder was het voorzien van een lier aan stuurboord en het had ook de mogelijkheid voor het vervoeren van ladingen aan de semi automatische ladingshaak die onder de romp was gemonteerd. Er konden drie passagiers vervoerd worden en bij noodgevallen kon een brancard worden vervoerd.
Later werden nog opblaasbare drijvers toegepast en werd de mogelijkheid aangebracht om de Nord SS.11 draad-geleide raket, met de montage van de besturing van het richttoestel in het linker cockpitdak De SS.11 had beperkt bereik om op kleine oppervlakte doelen te richten zoals patrouilleschepen of walposities en werd later vervangen door de AS.12, die een dubbel bereik had..
Versies.Sea Scout HAS.1: Dit was de oorspronkelijke aanduiding.
Wasp HAS.1: Dit is de latere aanduiding.
Was de Skeeter nog voorzien van een zuigermotor, de Scout en Wasp werden aangedreven door een gasturbine.
OntwikkelingOnder druk van de toenemende dreiging van onderzeeboten stelde de Royal Navy medio jaren vijftig een eisenpakket op, MATCH (= Manned Torpedo Carrying Helicopter). Dit toestel moest, op aanwijzing vanaf het moederschip, een gedetecteerde onderzeeër bestoken met torpedo’s.
Op basis van dit pakket ontwikkelde SaRo de P.531, die de eerste vlucht maakte op 20 juli 1958.
Dit toestel werd uitgebreid getest door de Royal Navy, zo werden verschillende onderstellen uitgeprobeerd. In september 1961 werd een opdracht geplaatst voor twee toestellen, aangeduid als Sea Scout. De eerste vlucht vond eind oktober 1961 plaats.
Al snel volgde een definitieve opdracht voor 98 toestellen voor de Royal Navy. Ook volgden opdrachten vanuit het buitenland, onder andere Nederlands, Brazilië en Indonesië. In totaal werden 133 toestellen gebouwd.
In essentie was de Wasp identiek aan de Scout, die voor de Britse Army werd ontwikkeld.
Een belangrijk verschil was het vierwielig onderstel, waarmee op het kleine vliegdek van het moederschip gemanoeuvreerd kon worden. Ook waren de rotorbladen zo geconstrueerd dat deze het toestel op het dek konden vastdrukken, totdat het toestellen aan het dek was verankerd.
Verder waren extra brandstoftanks in staart en onder de cabinevloer aangebracht en waren de staart en rotorbladen opvouwbaar. Verder was het voorzien van een lier aan stuurboord en het had ook de mogelijkheid voor het vervoeren van ladingen aan de semi automatische ladingshaak die onder de romp was gemonteerd. Er konden drie passagiers vervoerd worden en bij noodgevallen kon een brancard worden vervoerd.
Later werden nog opblaasbare drijvers toegepast en werd de mogelijkheid aangebracht om de Nord SS.11 draad-geleide raket, met de montage van de besturing van het richttoestel in het linker cockpitdak De SS.11 had beperkt bereik om op kleine oppervlakte doelen te richten zoals patrouilleschepen of walposities en werd later vervangen door de AS.12, die een dubbel bereik had..
Versies.Sea Scout HAS.1: Dit was de oorspronkelijke aanduiding.
Wasp HAS.1: Dit is de latere aanduiding.
De Westland Wasp was een kleine 1960 Britse turbine aangedreven, varend anti-onderzeeër helikopter. Geproduceerd door Westland-Helikopters, het kwam uit dezelfde P. 531 programma als het Britse Leger Westland Scout, en was gebaseerd op de eerdere zuigermotoren Saunders-Roe Skeeter. Het voldeed aan de eis van de Koninklijke Marine voor een helikopter, die klein genoeg was om te landen op het dek van een fregat, met een nuttige lading van twee doelzoekende torpedo ' s.
Alle toestellen waren operationeel bij VSQ-860 en vlogen vanaf de Speijk fregatten anti-onderzeebootbestrijding heli. Ze werden geleverd van nov.1966 t/m juni 1967.
De MLD
Na de brand aan boord van HR. MS. Karel Doorman, in 1969 bij de Koninklijke Marine, werden de NATO-onderzeebootbestrijdingsverplichtingen overgenomen door een eskader van Westland Wasp helikopters, opererend vanaf zes Van Speijkklasse anti-onderzeeër fregatten.
De vastewal-basis was MVK De Kooy.
Vliegtuigsquadron 860 kreeg tussen november 1966 en juni 1967, 12 stuks Wasp helikopters, opererend als ASW (Anti Submarine Warfair) vanaf de ‘Van Speijk’ klasse fregatten als de AH-12A.
De laatste Nederlands Wasp werd uiteindelijk uit dienst genomen in 1981, toen ze door de Westland Lynx werden vervangen.
Alle toestellen waren operationeel bij VSQ-860 en vlogen vanaf de Speijk fregatten anti-onderzeebootbestrijding heli. Ze werden geleverd van nov.1966 t/m juni 1967.
De MLD
Na de brand aan boord van HR. MS. Karel Doorman, in 1969 bij de Koninklijke Marine, werden de NATO-onderzeebootbestrijdingsverplichtingen overgenomen door een eskader van Westland Wasp helikopters, opererend vanaf zes Van Speijkklasse anti-onderzeeër fregatten.
De vastewal-basis was MVK De Kooy.
Vliegtuigsquadron 860 kreeg tussen november 1966 en juni 1967, 12 stuks Wasp helikopters, opererend als ASW (Anti Submarine Warfair) vanaf de ‘Van Speijk’ klasse fregatten als de AH-12A.
De laatste Nederlands Wasp werd uiteindelijk uit dienst genomen in 1981, toen ze door de Westland Lynx werden vervangen.
Andere gebruikers.The Wasp was ook in gebruik bij de Braziliaanse, Indonesische en Zuid-Afrikaanse Marine.De Indonesische helikopters waren voormalige Nederlandse heli’s en waren de laatste van dit type in actieve dienst.
De laatste tien overtollige Nederlandse Marinehelikopters werden voor de Indonesische Marine door Westland gerenoveerd.
Ze werden ingelijfd bij het 400 Squadron (RON 400) van NAS Juanda en opereerden op zee vanaf de ex-Britse Royal Navy ‘Tribal klasse’ en de ex-Nederlandse Marine ‘Van Speijk klasse fregatten’, de schepen van de Indonesische Marine.
Een klein aantal helikopters worden nog steeds gebruikt door militaire en technische hogescholen voor onderhouds- en technische opleidingen.
De laatste tien overtollige Nederlandse Marinehelikopters werden voor de Indonesische Marine door Westland gerenoveerd.
Ze werden ingelijfd bij het 400 Squadron (RON 400) van NAS Juanda en opereerden op zee vanaf de ex-Britse Royal Navy ‘Tribal klasse’ en de ex-Nederlandse Marine ‘Van Speijk klasse fregatten’, de schepen van de Indonesische Marine.
Een klein aantal helikopters worden nog steeds gebruikt door militaire en technische hogescholen voor onderhouds- en technische opleidingen.