De Demagnetiseringsdienst Waalhaven van de Koninklijke Marine te Rotterdam.
Dit relaas gaat over de werking en het functioneren van de Demagnetiseringsdienst, ook wel genoemd Demagnetiseringsstation, van de Koninklijke Marine te Rotterdam. De eerdergenoemde dienst was gelegen aan de Ophemertstraat in de Waalhaven, Pier 8. Administratief viel deze dienst onder de Van Ghentkazerne aan het Toepad in de Rotterdamse wijk “De Esch”.
Het is mij bekend dat de range en de houten boog, alsmede de rest van de installatie, tijdens de Tweede Wereldoorlog door de Duitse bezetter is opgebouwd en in gebruik genomen. Dit, om hun eigen schepen en andere vaartuigen magnetisch te “beschermen” tegen de door hen zelf geplaatste magnetische mijnen in de Noordzee en op andere locaties.
Ik heb zelf het genoegen gehad om ongeveer anderhalf jaar, in 1972/1973, deel uit te maken van de bemanning van dit Marine-onderdeel. Mijn taken bestonden louter uit administratieve handelingen, waaronder het uitwerken van de technische rapporten, regelen van vrij-vervoer bewijzen, declaraties van de verschillende dienstreizen van de overige bemanningsleden en natuurlijk ook het bedienen van onze telefooncentrale. Bij gebrek aan een Hofmeester had ik ook die taak als er soms (hoog) bezoek kwam en er eten en drinken opgediend moest worden in de Longroom (Officierenverblijf).
De Demagnetiseringsdienst (ook wel DEMAGSTA) werd vooral bemand door personeel met een elektro-technische opleiding. Er werkten vooral electromonteurs (ELMNT’s) vanaf Electromonteur der 1e klasse (ELMNT1) tot en met Luitenant ter Zee der 1e klasse (LTZ1). In de door mij genoemde periode zwaaide de heer L.C. Phaff (LTZ1) de scepter bij deze dienst.
De “behandeling” van de schepen bestond eruit dat getracht werd om het schip magnetisch “neutraal” te maken, dus niet teveel positief en ook niet teveel negatief geladen. Deze beide laatste situaties zouden namelijk de ontsteking van zo’n magnetische mijn kunnen activeren. Voor dit proces was het nodig dat het schip enkele malen in verschillende vaarrichtingen door de houten range en boog voer. Er dient hierbij vermeld te worden dat rondom de boog (ook onder water, tot op de bodem van de rivier) kabels liepen die als het ware één grote spoel vormden.
Tijdens elke doorgang van het schip werd in de commandopost op een knop gedrukt, als het schip precies onder de boog voer. Door het indrukken van de knop werd van het schip een “foto” gemaakt waarop de magnetische velden (positief en negatief) als een soort grafiek afgelezen konden worden. Deze zwart/wit grafische afbeeldingen moesten zoals gewone foto’s in een donkere kamer ontwikkeld en gefixeerd worden. Met deze informatie wisten de technici in de commandopost dan hoeveel er bijgesteld moest worden om tot het gewenste resultaat te komen. Er werd dus heel wat heen-en-weer gelopen met deze afbeeldingen tussen de doka en de commandopost. Zo’n hele behandeling kon weleens een werkdag duren als niet direct een wenselijk resultaat kon worden geboekt.
Het is mij ter ore gekomen dat in de jaren 80 de houten range en boog zijn ontmanteld en afgebroken vanwege de bouwvallige toestand van de gehele installatie. Wat rest zijn de herinneringen van het betrokken marinepersoneel en eventuele foto’s zoals die bij dit verhaal zijn gevoegd.
Vandaag de dag worden schepen gedemagnetiseerd in ons buurland Duitsland en dat geschiedt dan in het kader van de samenwerking binnen Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO).
Dit relaas gaat over de werking en het functioneren van de Demagnetiseringsdienst, ook wel genoemd Demagnetiseringsstation, van de Koninklijke Marine te Rotterdam. De eerdergenoemde dienst was gelegen aan de Ophemertstraat in de Waalhaven, Pier 8. Administratief viel deze dienst onder de Van Ghentkazerne aan het Toepad in de Rotterdamse wijk “De Esch”.
Het is mij bekend dat de range en de houten boog, alsmede de rest van de installatie, tijdens de Tweede Wereldoorlog door de Duitse bezetter is opgebouwd en in gebruik genomen. Dit, om hun eigen schepen en andere vaartuigen magnetisch te “beschermen” tegen de door hen zelf geplaatste magnetische mijnen in de Noordzee en op andere locaties.
Ik heb zelf het genoegen gehad om ongeveer anderhalf jaar, in 1972/1973, deel uit te maken van de bemanning van dit Marine-onderdeel. Mijn taken bestonden louter uit administratieve handelingen, waaronder het uitwerken van de technische rapporten, regelen van vrij-vervoer bewijzen, declaraties van de verschillende dienstreizen van de overige bemanningsleden en natuurlijk ook het bedienen van onze telefooncentrale. Bij gebrek aan een Hofmeester had ik ook die taak als er soms (hoog) bezoek kwam en er eten en drinken opgediend moest worden in de Longroom (Officierenverblijf).
De Demagnetiseringsdienst (ook wel DEMAGSTA) werd vooral bemand door personeel met een elektro-technische opleiding. Er werkten vooral electromonteurs (ELMNT’s) vanaf Electromonteur der 1e klasse (ELMNT1) tot en met Luitenant ter Zee der 1e klasse (LTZ1). In de door mij genoemde periode zwaaide de heer L.C. Phaff (LTZ1) de scepter bij deze dienst.
De “behandeling” van de schepen bestond eruit dat getracht werd om het schip magnetisch “neutraal” te maken, dus niet teveel positief en ook niet teveel negatief geladen. Deze beide laatste situaties zouden namelijk de ontsteking van zo’n magnetische mijn kunnen activeren. Voor dit proces was het nodig dat het schip enkele malen in verschillende vaarrichtingen door de houten range en boog voer. Er dient hierbij vermeld te worden dat rondom de boog (ook onder water, tot op de bodem van de rivier) kabels liepen die als het ware één grote spoel vormden.
Tijdens elke doorgang van het schip werd in de commandopost op een knop gedrukt, als het schip precies onder de boog voer. Door het indrukken van de knop werd van het schip een “foto” gemaakt waarop de magnetische velden (positief en negatief) als een soort grafiek afgelezen konden worden. Deze zwart/wit grafische afbeeldingen moesten zoals gewone foto’s in een donkere kamer ontwikkeld en gefixeerd worden. Met deze informatie wisten de technici in de commandopost dan hoeveel er bijgesteld moest worden om tot het gewenste resultaat te komen. Er werd dus heel wat heen-en-weer gelopen met deze afbeeldingen tussen de doka en de commandopost. Zo’n hele behandeling kon weleens een werkdag duren als niet direct een wenselijk resultaat kon worden geboekt.
Het is mij ter ore gekomen dat in de jaren 80 de houten range en boog zijn ontmanteld en afgebroken vanwege de bouwvallige toestand van de gehele installatie. Wat rest zijn de herinneringen van het betrokken marinepersoneel en eventuele foto’s zoals die bij dit verhaal zijn gevoegd.
Vandaag de dag worden schepen gedemagnetiseerd in ons buurland Duitsland en dat geschiedt dan in het kader van de samenwerking binnen Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO).