Wright & Tompson no. 3
Historie
In 1914, besloot de White & Thompson Company Limited, die exclusieve licentiehouders waren geworden voor Curtiss vliegboten voor Groot-Brittannië, om twee verschillende vliegboten te ontwerpen, een eenmotorige en een grotere, tweemotorige machine (De bedoeling was om mee te doen aan een luchtrace voor watervliegtuigen, die in augustus van dat jaar zou worden gehouden). |
De eenmotorige machine, de White & Thompson nr. 2 Flying Boat, was als eerste gereed.
Het was een tweedekker voorzien van een duwschroef en een 120 pk (90 kW) door Beardmore gebouwde Austro Daimler motor, die was gemonteerd tussen de bovenste en onderste vleugels.
De romp was gebouwd van hout en de beide bemanningsleden zaten naast elkaar.
Het vloog voor het eerst op 1 augustus 1914. Intussen was de eerste wereldoorlog uitgebroken en volgde een order van de RNAS voor acht soortgelijke vliegboten, type-aanduiding White & Thompson No.3.
Deze hadden afgeronde vleugeltips en een grotere staartvin. Verder was de centrale vin, die was gemonteerd op het middengedeelte van de bovenste vleugel van het prototype, vervangen door twee kleinere vlakken boven de vleugels.
De productietoestellen werden aangedreven door een Beardmore van 120 pk, hoewel één vliegtuig was uitgerust met een 150 pk (112 kW) Hispano-Suiza.
MLD
Op 17 februari 1915 werd een Engels toestel geïnterneerd. Het had een noodlanding gemaakt op zee nabij de Westerschelde tijdens een aanval op Zeebrugge.
Het was geraakt door Duits afweergeschut en werd overmeesterd door een Nederlandse torpedoboot en versleept naar Vlissingen. Later werd het aangekocht voor 1500 pond sterling en gerepareerd op Soesterberg.
Het toestel, voorzien van de registratie MG-1 en later M-1, vloog vanaf april 1916 vanaf Schellingwoude bij Amsterdam en vanaf MVK De Mok.
In Juli 1916 was er een breuk in de motorbok en na reparatie werd er vanaf april 1917 weer wat mee gevlogen.
Het was een tweedekker voorzien van een duwschroef en een 120 pk (90 kW) door Beardmore gebouwde Austro Daimler motor, die was gemonteerd tussen de bovenste en onderste vleugels.
De romp was gebouwd van hout en de beide bemanningsleden zaten naast elkaar.
Het vloog voor het eerst op 1 augustus 1914. Intussen was de eerste wereldoorlog uitgebroken en volgde een order van de RNAS voor acht soortgelijke vliegboten, type-aanduiding White & Thompson No.3.
Deze hadden afgeronde vleugeltips en een grotere staartvin. Verder was de centrale vin, die was gemonteerd op het middengedeelte van de bovenste vleugel van het prototype, vervangen door twee kleinere vlakken boven de vleugels.
De productietoestellen werden aangedreven door een Beardmore van 120 pk, hoewel één vliegtuig was uitgerust met een 150 pk (112 kW) Hispano-Suiza.
MLD
Op 17 februari 1915 werd een Engels toestel geïnterneerd. Het had een noodlanding gemaakt op zee nabij de Westerschelde tijdens een aanval op Zeebrugge.
Het was geraakt door Duits afweergeschut en werd overmeesterd door een Nederlandse torpedoboot en versleept naar Vlissingen. Later werd het aangekocht voor 1500 pond sterling en gerepareerd op Soesterberg.
Het toestel, voorzien van de registratie MG-1 en later M-1, vloog vanaf april 1916 vanaf Schellingwoude bij Amsterdam en vanaf MVK De Mok.
In Juli 1916 was er een breuk in de motorbok en na reparatie werd er vanaf april 1917 weer wat mee gevlogen.