hawker FGA6 SEAHAWK
De Hawker Seahawk was een eenpersoons ondersteuningsjager ontworpen voor operaties vanaf vliegdekschepen. Het toestel werd gebouwd door de Engelse firma’s Hawker Aircraft en Armstrong Withworth Aircraft. De Seahawk was operationeel tijdens de jaren vijftig.
Historie
Ontwikkeling
De eerste F1 productieversie vloog in 1951 en in 1953 werd het toestel operationeel.
Het ontwerp van de Hawker Hunter was een project van het ontwerpteam van Sir Sydney Camm. Dit ontwerp, P.1067 was bedoeld voor de Rolls Royce (R.A.5 van ca 2.950 kg stuwdruk) A.J.65 straalmotor, de latere Avon.
Er werd gebruik gemaakt van de nieuwste ontwikkelingen op gebied van vleugelvorm. Het toestel werd dan ook voorzien van een pijlvleugel. In 1951 vloog de eerste productieversie, de Hawker Hunter Mk.1
Het toestel was voorzien van bekrachtigde besturing van de stuurvlakken en was daardoor een wendbaar toestel.
Verder was als bewapening een viertal 30 mm Aden kanonnen toegepast en werd gebruik gemaakt van radar om de afstand tot het doel te bepalen. De kanonnen zaten in een soort ‘gunpack’ die via een lift in en uit het toestel kon worden gelaten.
Verder was er een centraal punt voor de brandstofvoorziening. Deze noviteiten zorgden ervoor dat de Hunter zeer snel startklaar kon worden gemaakt.
Een beperking van veel straaljagers uit die tijd en ook van de Hunter was het beperkte vliegbereik in de standaardconfiguratie. Doorgaans waren de toestellen dan ook voorzien van extra brandstoftanks onder de vleugels.
Uiteindelijk zijn er in totaal zo’n 1969 stuks gebouwd, sommige gebruikers hielden het toestel zeer lang in gebruik, bijvoorbeeld de Zwitserse Luchtmacht, die het toestel tot ver in de jaren 80 van de 20e eeuw in gebruik had.
Historie
Ontwikkeling
De eerste F1 productieversie vloog in 1951 en in 1953 werd het toestel operationeel.
Het ontwerp van de Hawker Hunter was een project van het ontwerpteam van Sir Sydney Camm. Dit ontwerp, P.1067 was bedoeld voor de Rolls Royce (R.A.5 van ca 2.950 kg stuwdruk) A.J.65 straalmotor, de latere Avon.
Er werd gebruik gemaakt van de nieuwste ontwikkelingen op gebied van vleugelvorm. Het toestel werd dan ook voorzien van een pijlvleugel. In 1951 vloog de eerste productieversie, de Hawker Hunter Mk.1
Het toestel was voorzien van bekrachtigde besturing van de stuurvlakken en was daardoor een wendbaar toestel.
Verder was als bewapening een viertal 30 mm Aden kanonnen toegepast en werd gebruik gemaakt van radar om de afstand tot het doel te bepalen. De kanonnen zaten in een soort ‘gunpack’ die via een lift in en uit het toestel kon worden gelaten.
Verder was er een centraal punt voor de brandstofvoorziening. Deze noviteiten zorgden ervoor dat de Hunter zeer snel startklaar kon worden gemaakt.
Een beperking van veel straaljagers uit die tijd en ook van de Hunter was het beperkte vliegbereik in de standaardconfiguratie. Doorgaans waren de toestellen dan ook voorzien van extra brandstoftanks onder de vleugels.
Uiteindelijk zijn er in totaal zo’n 1969 stuks gebouwd, sommige gebruikers hielden het toestel zeer lang in gebruik, bijvoorbeeld de Zwitserse Luchtmacht, die het toestel tot ver in de jaren 80 van de 20e eeuw in gebruik had.
- De tweede jagervariant was de iets verbeterde en sterkere F2.
- De derde variant werd de FB3 jager-bommenwerper; deze was aanzienlijk versterkt omdat het toestel de nodige bewapening mee moest kunnen nemen.
- De vierde versie werd de FGA4, een jager voor het aanvallen van gronddoelen; deze had een nog grotere wapencapaciteit.
- De vijfde jager-bommenwerperversie FB5 was een FGA4 met een nieuwe Rolls Royce Nene 103 motor.
- De laatste variant, de FGA6, was een verbeterde FGA4.
De MLD
De Koninklijke Marine heeft van 1956 tot en met 1964 Seahawks van het type FGA50 in gebruik gehad. Zij werden de vervangers van de Seafury’s en daarmee de eerste straalvliegtuigen bij de marineluchtvaartdienst. Er zijn 22 toestellen gekocht. De vliegtuigen waren ingedeeld bij de Squadron 3 en 860, onder de nummers F-50 tot F-71 later omgenummerd naar 111 tot 131. Beide squadrons rouleerden tussen het vliegkamp Valkenburg en het vliegdekschip Hr.Ms. Karel Doorman.
Het was de enige straaljager die de Koninklijke Marine in bezit heeft gehad.
De Seahawks werden in 1964 uit dienst genomen en opgeslagen. Op twee exemplaren na zijn ze allemaal verschroot. Het Nationaal Militair Museum en Aviodrome bezitten beide één exemplaar.
De Koninklijke Marine heeft van 1956 tot en met 1964 Seahawks van het type FGA50 in gebruik gehad. Zij werden de vervangers van de Seafury’s en daarmee de eerste straalvliegtuigen bij de marineluchtvaartdienst. Er zijn 22 toestellen gekocht. De vliegtuigen waren ingedeeld bij de Squadron 3 en 860, onder de nummers F-50 tot F-71 later omgenummerd naar 111 tot 131. Beide squadrons rouleerden tussen het vliegkamp Valkenburg en het vliegdekschip Hr.Ms. Karel Doorman.
Het was de enige straaljager die de Koninklijke Marine in bezit heeft gehad.
De Seahawks werden in 1964 uit dienst genomen en opgeslagen. Op twee exemplaren na zijn ze allemaal verschroot. Het Nationaal Militair Museum en Aviodrome bezitten beide één exemplaar.