Squadron 1 " VSQ 1 "
Wapenschild Squadron 1
Het schild is gevat in een polyester omlijsting bestaande uit een vergulde tros met aan de onderzijde een platte knoop. Het schild is gedekt met een vergulde, Oudhollandse maritieme kroon bestaande uit 5 boegen van overnaadse boten waarvan de stevens uitsteken boven de dolboorden.
De boegen staan op een hoofdband met daarin 5 geschilderde edelstenen. Het geheel van schild met omlijsting en kroon rust in de armen van twee admiraliteitsankers in schuinkruis.
Hieronder de embleemspreuk: Voor Alles Eenheid
Het wapen beeldt uit: een bark met volle zeilen voorstellende de Koopvaardij die wordt beschermd door squadron 1, de zeearend.
In het wapen van Curaçao komt eveneens een bark voor.
Het squadron had als taak, onderzeebootbestrijding en de opleiding daarvoor en OSRD.
In dienst gesteld: 22-03-1949 - Marine Vliegkamp Valkenburg.
19-10-1950 - HATO te Curaçao, N.A.
Uit dienst gesteld: 07-07-1974 - HATO te Curaçao, N.A.
De volgende Vliegtuigen hebben bij VSQ-1 dienst gedaan :
van 1950 t/m 1958 Fairey Firefly Mk.I en Mk.IV.
van 1955 t/m 1961 Grumman TBM -3W2 en 3S2 Avenger.
van 1959 t/m 1961 North American UT-6 Harvard. (2 stuks)
van 1960 t/m 1971 Grumman (C)S2F-1 Tracker (8 stuks)
van 1963 t/m 1972 Agusta Bell (I)UH-1 (2 stuks)
van 1971 t/m 1974 Grumman S-2N Tracker (4 stuks)
Het schild is gevat in een polyester omlijsting bestaande uit een vergulde tros met aan de onderzijde een platte knoop. Het schild is gedekt met een vergulde, Oudhollandse maritieme kroon bestaande uit 5 boegen van overnaadse boten waarvan de stevens uitsteken boven de dolboorden.
De boegen staan op een hoofdband met daarin 5 geschilderde edelstenen. Het geheel van schild met omlijsting en kroon rust in de armen van twee admiraliteitsankers in schuinkruis.
Hieronder de embleemspreuk: Voor Alles Eenheid
Het wapen beeldt uit: een bark met volle zeilen voorstellende de Koopvaardij die wordt beschermd door squadron 1, de zeearend.
In het wapen van Curaçao komt eveneens een bark voor.
Het squadron had als taak, onderzeebootbestrijding en de opleiding daarvoor en OSRD.
In dienst gesteld: 22-03-1949 - Marine Vliegkamp Valkenburg.
19-10-1950 - HATO te Curaçao, N.A.
Uit dienst gesteld: 07-07-1974 - HATO te Curaçao, N.A.
De volgende Vliegtuigen hebben bij VSQ-1 dienst gedaan :
van 1950 t/m 1958 Fairey Firefly Mk.I en Mk.IV.
van 1955 t/m 1961 Grumman TBM -3W2 en 3S2 Avenger.
van 1959 t/m 1961 North American UT-6 Harvard. (2 stuks)
van 1960 t/m 1971 Grumman (C)S2F-1 Tracker (8 stuks)
van 1963 t/m 1972 Agusta Bell (I)UH-1 (2 stuks)
van 1971 t/m 1974 Grumman S-2N Tracker (4 stuks)
16-01-1972, ter gelegenheid van 20 jaar VSQ-1 volgt hier:
BEKENDMAKING EERSTE OFFICIER No.2/72
Het huidige vliegtuigsquadron no.1 werd op 22 maart 1949 op het MVK Valkenburg in dienst gesteld als SQUADRON-1 van de MLD.
Het squadron kreeg als hoofdtaak het opleiden van (toen nog ‘gebrevetteerde’) vliegers en was een voortzetting van de Afdeling GVO (Gevechts Vliegers Opleiding).
In de eerste periode van het bestaan werden, doorgaans jonge, gebrevetteerde vliegers geschoold tot vliegers die konden worden ingezet in de onderzeebootbestrijding (OB).
BEKENDMAKING EERSTE OFFICIER No.2/72
Het huidige vliegtuigsquadron no.1 werd op 22 maart 1949 op het MVK Valkenburg in dienst gesteld als SQUADRON-1 van de MLD.
Het squadron kreeg als hoofdtaak het opleiden van (toen nog ‘gebrevetteerde’) vliegers en was een voortzetting van de Afdeling GVO (Gevechts Vliegers Opleiding).
In de eerste periode van het bestaan werden, doorgaans jonge, gebrevetteerde vliegers geschoold tot vliegers die konden worden ingezet in de onderzeebootbestrijding (OB).
Het squadron was daartoe aanvankelijk uitgerust met vliegtuigen van het type FAIRY FIREFLY MK 1, waaronder tweezits-trainers. De FIREFLY was uitgerust om dienst te doen aan boord van vliegkampschepen.
Begin 1952 werden personeel en vliegtuigen ingescheept aan boord van Hr.Ms. Karel Doorman voor overplaatsing naar de Nederlandse Antillen.
Op 23 januari 1952 landden de eerste vliegtuigen, na afgevlogen te zijn van het vliegkampschip, op vliegveld Hato Curaçao, welk vliegveld in 1953, een week na het overlijden van luchtvaartpionier Albert Plesman, de naam "Dr. Albert Plesman luchthaven" kreeg.
Gedurende de tweede wereldoorlog werd het veld door de Amerikaanse luchtstrijdkrachten gebruikt en drastisch uitgebreid, hetgeen in de naoorlogse jaren werd voortgezet.
Toen in januari 1952 het squadron op Hato neerstreek, was er nauwelijks sprake van voor die tijd benodigde basisfaciliteiten. Het squadron werd ondergebracht in enige gebouwtjes van de luchtvaartdienst, o.a. in de zogenaamde ‘Duiventil’, nabij wat thans het terrein van de Aeroclub Curaçao is.
Eind 1952 kreeg de MLD de beschikking over het in gebruik zijnde ZW-deel van het vliegveld, waarna met de opbouw van het eigen bedrijf kon worden begonnen.
Begin 1952 werden personeel en vliegtuigen ingescheept aan boord van Hr.Ms. Karel Doorman voor overplaatsing naar de Nederlandse Antillen.
Op 23 januari 1952 landden de eerste vliegtuigen, na afgevlogen te zijn van het vliegkampschip, op vliegveld Hato Curaçao, welk vliegveld in 1953, een week na het overlijden van luchtvaartpionier Albert Plesman, de naam "Dr. Albert Plesman luchthaven" kreeg.
Gedurende de tweede wereldoorlog werd het veld door de Amerikaanse luchtstrijdkrachten gebruikt en drastisch uitgebreid, hetgeen in de naoorlogse jaren werd voortgezet.
Toen in januari 1952 het squadron op Hato neerstreek, was er nauwelijks sprake van voor die tijd benodigde basisfaciliteiten. Het squadron werd ondergebracht in enige gebouwtjes van de luchtvaartdienst, o.a. in de zogenaamde ‘Duiventil’, nabij wat thans het terrein van de Aeroclub Curaçao is.
Eind 1952 kreeg de MLD de beschikking over het in gebruik zijnde ZW-deel van het vliegveld, waarna met de opbouw van het eigen bedrijf kon worden begonnen.
In de loop der jaren werden zo successievelijk uitbreidingen en moderniseringen aangebracht, zoals gebouwen, platforms, werkplaatsen en magazijnen.
Op dit ogenblik is het geheel van een zodanige omvang dat het squadron, zeker nu het een eigen bureau operaties, ziekenboeg en een verbindingsbureau dat verbindingen kan onderhouden met de vliegtuigen, bezit, in feite wel een ‘mini-marinevliegkamp’ genoemd kan worden. |
Slechts de eigen diensten die vliegveldfaciliteiten als verkeersleiding, meteorologische dienst, brandweer e.a. onderhouden, ontbreken er aan.
Voorts is het squadron voor veel administratieve en logistieke zaken door de jaren heen afhankelijk geweest van de MSK Suffisant en de MB Parera. Het personeel is ook afwisselend bij één van beide inrichtingen ondergebracht geweest, afhankelijk van verschillende omstandigheden. |
Na de aankomst op Curaçao werd het squadron in bedrijf gesteld en werden de eerste vluchten boven het eiland op 25 januari 1952 gemaakt. De op dit ogenblik bij het VSQ1 dienende sergeanten Marcusse en Snijders waren toen eveneens bij het squadron geplaatst.
In 1955 werden de FIREFLY MK1 (met ‘kinnebak’) vervangen door de modernere FIREFLY's MK IV en FIREFLY MK V, waarmee de MLD tot 1961 bij het VSQ-7, in het toenmalige Nederlands Nieuw Guinea, heeft gevlogen.
In 1955 werden de FIREFLY MK1 (met ‘kinnebak’) vervangen door de modernere FIREFLY's MK IV en FIREFLY MK V, waarmee de MLD tot 1961 bij het VSQ-7, in het toenmalige Nederlands Nieuw Guinea, heeft gevlogen.
Deze types werden in 1957 vervangen door de TBM "AVENGER" welk type bij de MLD in Nederland de FIREFLY inmiddels als OB-boordvliegtuig had vervangen.
Van de AVENGER zijn bij het squadron 1 drie versies in gebruik geweest; de TBM-E (met geschutskoepel) vnl. t.b.v. de GVO en voorts de TBM-S (strike) en de TBM-E (met schutterskoepel) en TBM-W (warner) met radardome onderaan.
In 1959 werden nog 2 Harvards (T-6)- lesvliegtuigen, welke waren overgenomen van de KLu, aan de sterkte van het squadron toegevoegd, om het "instrumentvliegen" te onderhouden en te beoefenen.
Van de AVENGER zijn bij het squadron 1 drie versies in gebruik geweest; de TBM-E (met geschutskoepel) vnl. t.b.v. de GVO en voorts de TBM-S (strike) en de TBM-E (met schutterskoepel) en TBM-W (warner) met radardome onderaan.
In 1959 werden nog 2 Harvards (T-6)- lesvliegtuigen, welke waren overgenomen van de KLu, aan de sterkte van het squadron toegevoegd, om het "instrumentvliegen" te onderhouden en te beoefenen.
Het moet gememoreerd worden dat, hoewel de GVO uitsluitend werd gevolgd door gebrevetteerde vliegers, in deze periode een bij het squadron geplaatste waarnemer, door de omstandigheden begunstigt, de eerste marineman was die in de Nederlandse Antillen het MVB (Marine Vliegbrevet) wist te behalen. Dit vond plaats op de Harvard.
Tussen 1960 en 1963 werd de Avenger vervangen door de (C)S2A Tracker, waarmee alle taken van het squadron langer en dus ook op grotere afstanden, konden worden uitgevoerd. Sinds die tijd konden squadronvliegtuigen tevens voor het eerst de Bovenwindse eilanden bevliegen.
Ook werden in deze periode 2 helikopters van het type Agusta Bell (I)UH-1 aan de squadron sterkte toegevoegd o.a. voor diensten voor het Korps Mariniers.
In de jaren 1970 en 1971 is de Canadese S2A inmiddels weer vervangen door de op OB-gebied wat moderner uitgeruste S2N, welke thans in de MLD alleen nog bij
VSQ-1 voor operatieve OB-doeleinden wordt gebruikt.
Ook de opleiding vindt derhalve op dit type plaats. Deze opleiding heeft in 1961 een ander karakter en daarmee een naamsverandering gekregen.
Waren het vroeger gebrevetteerde vliegers die in de GVO voorbereid werden voor plaatsing bij een operatief squadron, vanaf 1962 kwamen slechts leerling-vliegers, die na een EVO (Eerst VliegOpleiding) en VVO (Voortgezette VliegOpleiding) respectievelijk in Nederland en België doorlopen te hebben, het laatste deel van hun opleiding tot het MVB (Marine VliegBrevet) voltooien op een operatief type vliegtuig. Hiermee werd de naam van de opleiding gewijzigd in TVO ( Transitie VliegOpleiding), waarbij alle TVO-klassen met een rangnummer werden aangeduid. Tot op heden werden in deze TVO's nog geen kandidaten afgewezen, zij het dat er soms nog wel eens aan de standaard moest worden 'gesleuteld', o.a. door toewijzing van extra vlieguren.
Tussen 1960 en 1963 werd de Avenger vervangen door de (C)S2A Tracker, waarmee alle taken van het squadron langer en dus ook op grotere afstanden, konden worden uitgevoerd. Sinds die tijd konden squadronvliegtuigen tevens voor het eerst de Bovenwindse eilanden bevliegen.
Ook werden in deze periode 2 helikopters van het type Agusta Bell (I)UH-1 aan de squadron sterkte toegevoegd o.a. voor diensten voor het Korps Mariniers.
In de jaren 1970 en 1971 is de Canadese S2A inmiddels weer vervangen door de op OB-gebied wat moderner uitgeruste S2N, welke thans in de MLD alleen nog bij
VSQ-1 voor operatieve OB-doeleinden wordt gebruikt.
Ook de opleiding vindt derhalve op dit type plaats. Deze opleiding heeft in 1961 een ander karakter en daarmee een naamsverandering gekregen.
Waren het vroeger gebrevetteerde vliegers die in de GVO voorbereid werden voor plaatsing bij een operatief squadron, vanaf 1962 kwamen slechts leerling-vliegers, die na een EVO (Eerst VliegOpleiding) en VVO (Voortgezette VliegOpleiding) respectievelijk in Nederland en België doorlopen te hebben, het laatste deel van hun opleiding tot het MVB (Marine VliegBrevet) voltooien op een operatief type vliegtuig. Hiermee werd de naam van de opleiding gewijzigd in TVO ( Transitie VliegOpleiding), waarbij alle TVO-klassen met een rangnummer werden aangeduid. Tot op heden werden in deze TVO's nog geen kandidaten afgewezen, zij het dat er soms nog wel eens aan de standaard moest worden 'gesleuteld', o.a. door toewijzing van extra vlieguren.
Sinds in 1963 de leerlingen van TVO-1 (o.a. LTZ Bergsma) bij VSQ1 hun brevet haalden, werden aan leerlingen van 22 TVO's brevetten uitgereikt.
Naast de opleidingstaak, welke door de jaren heen de grootste aandacht heeft gehad, is het squadron tevens belast geweest met een operatieve taak ondermeer op het gebied van de onderzeebootbestrijding en handhaving van de rechtsregelen ter zee, indien en waar dat nodig mocht zijn in het gebied van de Nederlands Antillen. Eén en ander mede in het kader van de territoriale verdediging van de Nederlandse Antillen en het verlenen van assistentie bij de territoriale verdediging van Suriname.
Tenslotte, maar zeker niet in de laatste plaats, heeft het squadron immer de taak gehad om met alle toereikende middelen tot OSRDacties te komen, wanneer dat nodig was.
Afhankelijk van het vliegtuigtype waarover het squadron achtereenvolgens beschikte, konden deze acties uitgebreid worden.
Op dit ogenblik worden met de S2N's en de helikopters, behalve de zich nog steeds voordoende acties als opsporing zoekgeraakte vissers, gecompliceerde actie uitgevoerd, zoals het opzoeken van een schip waar zich een gewonde bevindt die met spoed naar een hospitaal moet worden getransporteerd.
Het hoeft nauwelijks betoog, dat in al die jaren vele OSRD-acties , hoewel niet alle even succesvol waren, toch hebben geleid tot verbetering van het lot van de in noodverkerenden.
Zoals dus blijkt bevindt het vliegtuigsquadron no.1 ( de benaming ‘vliegtuigsquadron’ werd in de jaren '60 in gebruik genomen i.p.v. ‘MLDsquadron’, om onderscheid te maken met mijnenveger- of mijnenbestrijdings-squadrons) zich aan het eind van deze maand 20 jaar in de Nederlandse Antillen, wat gezien de activiteiten van het squadron, toch niet geheel onopgemerkt voorbij moet gaan.
N.B. Door het ontbreken van een aantal gegevens is het geven van een volledig overzicht van alle commandanten die het bevel over het squadron hebben gevoerd nog niet mogelijk. Dit zal echte spoedig in een vervolg bekendmaking worden gedaan.
Deze bekendmaking vervalt op1 februari 1972
Bij het vliegtuigsquadron no.1
Curaçao 16 januari 1972
DE EERSTE OFFICIER
T.W.E.Kandou LTZV 1
Naast de opleidingstaak, welke door de jaren heen de grootste aandacht heeft gehad, is het squadron tevens belast geweest met een operatieve taak ondermeer op het gebied van de onderzeebootbestrijding en handhaving van de rechtsregelen ter zee, indien en waar dat nodig mocht zijn in het gebied van de Nederlands Antillen. Eén en ander mede in het kader van de territoriale verdediging van de Nederlandse Antillen en het verlenen van assistentie bij de territoriale verdediging van Suriname.
Tenslotte, maar zeker niet in de laatste plaats, heeft het squadron immer de taak gehad om met alle toereikende middelen tot OSRDacties te komen, wanneer dat nodig was.
Afhankelijk van het vliegtuigtype waarover het squadron achtereenvolgens beschikte, konden deze acties uitgebreid worden.
Op dit ogenblik worden met de S2N's en de helikopters, behalve de zich nog steeds voordoende acties als opsporing zoekgeraakte vissers, gecompliceerde actie uitgevoerd, zoals het opzoeken van een schip waar zich een gewonde bevindt die met spoed naar een hospitaal moet worden getransporteerd.
Het hoeft nauwelijks betoog, dat in al die jaren vele OSRD-acties , hoewel niet alle even succesvol waren, toch hebben geleid tot verbetering van het lot van de in noodverkerenden.
Zoals dus blijkt bevindt het vliegtuigsquadron no.1 ( de benaming ‘vliegtuigsquadron’ werd in de jaren '60 in gebruik genomen i.p.v. ‘MLDsquadron’, om onderscheid te maken met mijnenveger- of mijnenbestrijdings-squadrons) zich aan het eind van deze maand 20 jaar in de Nederlandse Antillen, wat gezien de activiteiten van het squadron, toch niet geheel onopgemerkt voorbij moet gaan.
N.B. Door het ontbreken van een aantal gegevens is het geven van een volledig overzicht van alle commandanten die het bevel over het squadron hebben gevoerd nog niet mogelijk. Dit zal echte spoedig in een vervolg bekendmaking worden gedaan.
Deze bekendmaking vervalt op1 februari 1972
Bij het vliegtuigsquadron no.1
Curaçao 16 januari 1972
DE EERSTE OFFICIER
T.W.E.Kandou LTZV 1
Foto boven en onder : toegezonden door de gebr. Wies. Beide woonden op Curaçao tot 1958 .
Dit vliegtuig betreft de F 21 van VSQ 1 en stond op de St Pedrovlakte nabij HATO en was een gewild speelobject voor de kinderen.
De F 21 is in dienst gesteld op 18-06-46 en is op 08-06-54 uit dienst gesteld.
Dit vliegtuig betreft de F 21 van VSQ 1 en stond op de St Pedrovlakte nabij HATO en was een gewild speelobject voor de kinderen.
De F 21 is in dienst gesteld op 18-06-46 en is op 08-06-54 uit dienst gesteld.