Enkele roofdierklasse's opgelegd in 1973
Wolf Klasse
Waterverplaatsing : 800 ton
Afmetingen : 56.7 x 10.29 x 3.0 meter
Voortstuwing : 2 schroeven 2 Generals Motors Diesels
Machine vermogen : 1800 pk
Snelheid : 15 knopen
Bewapening : 1 x 7,6 cm
6 x 40 mm ( 3 x dubbelloops )
8 x 20 mm
2 dieptebomrekken
2 dieptebomwerpers
Jaguar en Panter 4 stuks Hedgehog
Bemanning : 78 koppen
Bijzonderheden : Schepen zijn in het kader van het MDAP gebouwd en over gedragen aan de Koninklijke Marine . De schepen staan beter bekend als de Roofdierenklasse !
Afmetingen : 56.7 x 10.29 x 3.0 meter
Voortstuwing : 2 schroeven 2 Generals Motors Diesels
Machine vermogen : 1800 pk
Snelheid : 15 knopen
Bewapening : 1 x 7,6 cm
6 x 40 mm ( 3 x dubbelloops )
8 x 20 mm
2 dieptebomrekken
2 dieptebomwerpers
Jaguar en Panter 4 stuks Hedgehog
Bemanning : 78 koppen
Bijzonderheden : Schepen zijn in het kader van het MDAP gebouwd en over gedragen aan de Koninklijke Marine . De schepen staan beter bekend als de Roofdierenklasse !
Over de bewapening heb ik inmiddels diverse mails ontvangen, doch weet daar geen passend antwoord op..... de laatste reactie zal ik hieronder zetten zodat u zelf maar u eigen visie er op kan geven.....
Klik op betreffend wapenschildje en u komt op het juiste schip.....
WOLF-KLASSE FREGATTEN.
Voor de nabij bescherming van koopvaardijschepen, al of niet verenigd in konvooiverband, werden in 1952 in het kader van het Mutual Defence Assistance Program een zestal zogenaamde "Patrol Craft Escorts" gebouwd. In de loop van 1954 werden deze schepen door de Verenigde Staten in bruikleen aan de Koninklijke marine overgedragen, welke hier bekend stonden als de "Wolf"-klasse, ook wel "Roofdier"-klasse genoemd.
De schepen werden gebouwd door Avondale Marine Inc. Ways te New Orleans (3 stuks) en General Shipbuilding & Engeneering Works te Boston (3 stuks).
De ontwerpen van de Amerikaanse PCE's, zoals ze in 1952 nog te boek liepen, waren gebaseerd op de ervaringen die men tijdens het konvooieren in de tweede wereldoorlog had opgedaan. Deze vorm van koopvaardijbescherming tegen voortdurende aanvallen van vijandelijke onderzeeboten was zò belangrijk gebleken dat men voor dit doel speciale schepen was gaan bouwen.
Een van de eerste vereisten bleek een goede zeewaardigheid te zijn, daar de schepen de gehele reis van een konvooi mee moesten kunnen maken. Het gevolg was een kort en gedrongen uiterlijk bij een lengte van 56 meter en een breedte van maar liefst 10 meter. Minder belangrijk was de snelheid, omdat konvooien zich plegen aan te passen aan het langzaamste vrachtschip, dat in de jaren '40 tot '50 zelden sneller voer dan 12 knopen per uur.
Bij een kruissnelheid van 10 knopen garandeerde de zeer bemeten brandstoftanks een onderbroken werkzaamheid van 9.000 zeemijlen, oftewel drie weken zonder olieladen, hetgeen een groot pluspunt was voor een allround escorteur. De beide dieselmotoren, die samen 1.600 PK leverden, bleken welhaast onverslijtbaar en uiterst betrouwbaar te zijn.
Bij de Koninklijke marine werden de Roofdier-klasse fregatten naast de patrouilletaak op de Noordzee voor zeer uiteenlopende werkzaamheden gebruikt. Als visserijpolitiekruiser, als opleidingsschip voor tal van jonge officieren en als sparringpartner bij het opwerken van grotere schepen. Men nam deel aan internationale vlootoefeningen en trad op als begeleider van grote zeilraces.
Wat betreft de accommodatie was de bemanning pover bedeeld. Het enorme geluid van de motoren, de overvolle 20-mansverblijven, haperende ventilatie en gebrek aan kastruimte gaven voortdurend aanleiding tot improvisatie en zelfwerkzaamheid.
Operationeel gesproken heeft men de schepen, ondanks hun hoge leeftijd, nog lang als volwaardige fregatten aangemerkt. Ondanks inzet en onderhoud liet hun algemene conditie echter steeds meer te wensen over, waardoor zij voor de moderne oorlogvoering niet meer geschikt werden geacht.
De voornaamste taken welke aan de schepen konden worden opgedragen bestonden uit:
. de nabijbescherming van koopvaardijkonvooien tegen aanvallen door onderzee- boten;
· het bijdragen aan de nabijbescherming van koopvaardijkonvooien tegen aanvallen van lichte oppervlaktestrijdkrachten en vliegtuigen;
· het opsporen en vernietigen van vijandelijke onderzeeboten, veelal in samenwer-king met vliegtuigen, voornamelijk in de kustwateren;
· het uitvoeren van patrouilles in de kustwateren tegen lichte vijandelijke oppervlaktestrijdkrachten en vliegtuigen, welke aanvallen uitvoeren op ankerplaatsen en havengebieden.
Bij de nabijbescherming van koopvaardijkonvooien werden fregatten verenigd in de zogenaamde "escortegroepen",
Voor de nabij bescherming van koopvaardijschepen, al of niet verenigd in konvooiverband, werden in 1952 in het kader van het Mutual Defence Assistance Program een zestal zogenaamde "Patrol Craft Escorts" gebouwd. In de loop van 1954 werden deze schepen door de Verenigde Staten in bruikleen aan de Koninklijke marine overgedragen, welke hier bekend stonden als de "Wolf"-klasse, ook wel "Roofdier"-klasse genoemd.
De schepen werden gebouwd door Avondale Marine Inc. Ways te New Orleans (3 stuks) en General Shipbuilding & Engeneering Works te Boston (3 stuks).
De ontwerpen van de Amerikaanse PCE's, zoals ze in 1952 nog te boek liepen, waren gebaseerd op de ervaringen die men tijdens het konvooieren in de tweede wereldoorlog had opgedaan. Deze vorm van koopvaardijbescherming tegen voortdurende aanvallen van vijandelijke onderzeeboten was zò belangrijk gebleken dat men voor dit doel speciale schepen was gaan bouwen.
Een van de eerste vereisten bleek een goede zeewaardigheid te zijn, daar de schepen de gehele reis van een konvooi mee moesten kunnen maken. Het gevolg was een kort en gedrongen uiterlijk bij een lengte van 56 meter en een breedte van maar liefst 10 meter. Minder belangrijk was de snelheid, omdat konvooien zich plegen aan te passen aan het langzaamste vrachtschip, dat in de jaren '40 tot '50 zelden sneller voer dan 12 knopen per uur.
Bij een kruissnelheid van 10 knopen garandeerde de zeer bemeten brandstoftanks een onderbroken werkzaamheid van 9.000 zeemijlen, oftewel drie weken zonder olieladen, hetgeen een groot pluspunt was voor een allround escorteur. De beide dieselmotoren, die samen 1.600 PK leverden, bleken welhaast onverslijtbaar en uiterst betrouwbaar te zijn.
Bij de Koninklijke marine werden de Roofdier-klasse fregatten naast de patrouilletaak op de Noordzee voor zeer uiteenlopende werkzaamheden gebruikt. Als visserijpolitiekruiser, als opleidingsschip voor tal van jonge officieren en als sparringpartner bij het opwerken van grotere schepen. Men nam deel aan internationale vlootoefeningen en trad op als begeleider van grote zeilraces.
Wat betreft de accommodatie was de bemanning pover bedeeld. Het enorme geluid van de motoren, de overvolle 20-mansverblijven, haperende ventilatie en gebrek aan kastruimte gaven voortdurend aanleiding tot improvisatie en zelfwerkzaamheid.
Operationeel gesproken heeft men de schepen, ondanks hun hoge leeftijd, nog lang als volwaardige fregatten aangemerkt. Ondanks inzet en onderhoud liet hun algemene conditie echter steeds meer te wensen over, waardoor zij voor de moderne oorlogvoering niet meer geschikt werden geacht.
De voornaamste taken welke aan de schepen konden worden opgedragen bestonden uit:
. de nabijbescherming van koopvaardijkonvooien tegen aanvallen door onderzee- boten;
· het bijdragen aan de nabijbescherming van koopvaardijkonvooien tegen aanvallen van lichte oppervlaktestrijdkrachten en vliegtuigen;
· het opsporen en vernietigen van vijandelijke onderzeeboten, veelal in samenwer-king met vliegtuigen, voornamelijk in de kustwateren;
· het uitvoeren van patrouilles in de kustwateren tegen lichte vijandelijke oppervlaktestrijdkrachten en vliegtuigen, welke aanvallen uitvoeren op ankerplaatsen en havengebieden.
Bij de nabijbescherming van koopvaardijkonvooien werden fregatten verenigd in de zogenaamde "escortegroepen",
Reactie........
Had onderstaande in het gastenboek van Bakboordslicht willen plaatsen, maar dit lukte me niet, dus dan maar even op deze manier:
Fried en Arie,
Hier even mijn "input" over de bewapening van de Roofdierklasse. Van de zes Roofdierklasse schepen (gemakshalve de Lynx maar even buiten beschouwing gelaten):
Schepen waren origineel uitgerust als volgt:
1) Allen hadden één 3"/50 caliber, Mk22 kanon. bij onze Marine beter bekend als de 7,6 cm, opgesteld op de bak.
2) Allen hadden één Hedgehog, Mk10, opgesteld achter de 7,6 cm op de bak
3) Allen hadden 4 dubbelloops 20mm Oerklikons opgesteld op Mk10 opstellingen, over SB en BB van het stuurhuis en op het seindek bij beide vlaggenkisten, voorzien van Mk14 richttoestellen.
4) Allen hadden 2 dieptebomrekken op het halfdek, gevuld met Mk6 dieptebommen.
5) Wolf, Fret, Hermelijn en Vos hadden 3 dubbelloops 40mm Bofors, voorzien van Mk51 tolvizier richttoestellen, opgesteld over SB en BB van de midscheeps en één op het halfdek.
6) Jaguar en Panter hadden 2 dubbelloops 40mm Bofors voorzien van Mk51 tolvizier richttoestellen, opgesteld in SB en BB midscheeps.
7) Jaguar en Panter hadden (door het ontbreken van een derde 40mm opstelling op het halfdek) meer ruimte, en waren voorzien van 4 Mk6 dieptebomwerpers. Wolf, Fret, Hermelijn en Vos daarentegen hadden maar drie dieptebomwerpers, daar ze voorzien waren van een derde 40mm opstelling op het halfdek.
Na verloop van tijd is de bewapening configuratie aan verschillende veranderingen onderhavig geweest; Zo werden ergens in de 70 jaren de 40mm opstellingen op het halfdek van de Wolf, Fret, Hermelijn en Vos verwijderd. Bij de komst van een kraantje voor de zodiac op het halfdek heeft een dieptebomwerper het veld moeten ruimen a/b van alle roofdieren. Op sommige van deze schepen is zelfs een 2e dieptebomwerper verwijderd.
Alle dubbelloops 20mm Oerlikon opstellingen werden vervangen door enkelloops, en later werden de twee 20mm opstellingen op het seindek verwijderd, waardoor alleen de 20mm opstellingen aan weerszijden van het stuurhuis overbleef.
Ik denk dus dat Arie's bron in de war is m.b.t. de benaming van Hedgehog en dieptebomwerper.
Groeten,
Pim van Wijngaarden
Matr. 1 ODND a/b Hr. Ms. Jaguar 1980 - 1983
Support Roofdierklasse.nl en koop een Challenge Coin:
Had onderstaande in het gastenboek van Bakboordslicht willen plaatsen, maar dit lukte me niet, dus dan maar even op deze manier:
Fried en Arie,
Hier even mijn "input" over de bewapening van de Roofdierklasse. Van de zes Roofdierklasse schepen (gemakshalve de Lynx maar even buiten beschouwing gelaten):
Schepen waren origineel uitgerust als volgt:
1) Allen hadden één 3"/50 caliber, Mk22 kanon. bij onze Marine beter bekend als de 7,6 cm, opgesteld op de bak.
2) Allen hadden één Hedgehog, Mk10, opgesteld achter de 7,6 cm op de bak
3) Allen hadden 4 dubbelloops 20mm Oerklikons opgesteld op Mk10 opstellingen, over SB en BB van het stuurhuis en op het seindek bij beide vlaggenkisten, voorzien van Mk14 richttoestellen.
4) Allen hadden 2 dieptebomrekken op het halfdek, gevuld met Mk6 dieptebommen.
5) Wolf, Fret, Hermelijn en Vos hadden 3 dubbelloops 40mm Bofors, voorzien van Mk51 tolvizier richttoestellen, opgesteld over SB en BB van de midscheeps en één op het halfdek.
6) Jaguar en Panter hadden 2 dubbelloops 40mm Bofors voorzien van Mk51 tolvizier richttoestellen, opgesteld in SB en BB midscheeps.
7) Jaguar en Panter hadden (door het ontbreken van een derde 40mm opstelling op het halfdek) meer ruimte, en waren voorzien van 4 Mk6 dieptebomwerpers. Wolf, Fret, Hermelijn en Vos daarentegen hadden maar drie dieptebomwerpers, daar ze voorzien waren van een derde 40mm opstelling op het halfdek.
Na verloop van tijd is de bewapening configuratie aan verschillende veranderingen onderhavig geweest; Zo werden ergens in de 70 jaren de 40mm opstellingen op het halfdek van de Wolf, Fret, Hermelijn en Vos verwijderd. Bij de komst van een kraantje voor de zodiac op het halfdek heeft een dieptebomwerper het veld moeten ruimen a/b van alle roofdieren. Op sommige van deze schepen is zelfs een 2e dieptebomwerper verwijderd.
Alle dubbelloops 20mm Oerlikon opstellingen werden vervangen door enkelloops, en later werden de twee 20mm opstellingen op het seindek verwijderd, waardoor alleen de 20mm opstellingen aan weerszijden van het stuurhuis overbleef.
Ik denk dus dat Arie's bron in de war is m.b.t. de benaming van Hedgehog en dieptebomwerper.
Groeten,
Pim van Wijngaarden
Matr. 1 ODND a/b Hr. Ms. Jaguar 1980 - 1983
Support Roofdierklasse.nl en koop een Challenge Coin: