Brand op Hr. Ms. Drenthe
Hoi Arie, ( webmaster )
Deze foto's heb ik gekregen van een sobat (nog een baksmaat EMV en opleiding RAPV) die toentertijd op de Drenthe voer.
Ik ben nog eens verder op internet gaan kijken of er nog iets te melden was over deze brand.
Ik ben verschillende sites tegengekomen waar iets over deze brand wordt vermeld, zoals
bv. http://members.home.nl/jelle-dijkstra/jelle.htm
Dus deze foto's zijn niet zo exclusief als ik wel dacht.
Deze affaire heeft men in de doofpot willen stoppen, net zoals wel vaker gebeurde bij defensie
als er zaken naar buiten dreigde te komen die het daglicht maar moeilijk konden verdragen, maar
daar weet jij meer van dan ik, ik heb tenslotte maar 6 jaar gediend bij onze marine.
salam, Paul Poussart
Deze foto's heb ik gekregen van een sobat (nog een baksmaat EMV en opleiding RAPV) die toentertijd op de Drenthe voer.
Ik ben nog eens verder op internet gaan kijken of er nog iets te melden was over deze brand.
Ik ben verschillende sites tegengekomen waar iets over deze brand wordt vermeld, zoals
bv. http://members.home.nl/jelle-dijkstra/jelle.htm
Dus deze foto's zijn niet zo exclusief als ik wel dacht.
Deze affaire heeft men in de doofpot willen stoppen, net zoals wel vaker gebeurde bij defensie
als er zaken naar buiten dreigde te komen die het daglicht maar moeilijk konden verdragen, maar
daar weet jij meer van dan ik, ik heb tenslotte maar 6 jaar gediend bij onze marine.
salam, Paul Poussart
Helders dagblad 8 november 2014
Inferno aan boord
van de Drenthe
Arte Booy
a.booy@hollanmnediacomblnatie,nl
Den Heider * Niemand had er ooit van gehoord: papieren van de verbindingsdienst verbranden in de stookketel van een onderzeebootjager. Toch moest het gebeuren die 126 november aan boord van de Drenthe op weg naar de Antillen. „Crypto-papieren werden ze genoemd", zegt oud-seiner Henk Visser, „Vertrouwelijke berichten die vernietigd werden. Dat kon in een brandertje, het hoefde niet in de ketel. Dat gebeurde vroeger." Hr. Ms. Drenthe was één van de jagers die bij de marine golden als de werkpaarden van de vloot. De laatste reis van het schip ging in het najaar van 1980 naar de West. Sergeant Wout Feddema uit Anna Paulowna was sinds eenjaar chef voorketelraim. Het schip had een voor- en achterketelruim waar in elk twee grote stookketels stonden die stoom opwekten voor de turbines die het schip aandreven. Tot de ploeg van sergeant Feddema behoorde onder meer korporaal Minnes. Machinist lede Ruiten liep een dag mee om te leren. Vlak na het koffiedrinken om 10.20 uur die donderdagmorgen kwamen twee matrozen van de verbindingsdienst naar beneden in Het voorketelruim. Ze hadden een vuilniszak half vol met papier mee, De verbindingsofficier had met het hoofd technische dienst afgesproken dat het crypto papier wel verbrand kon worden in een stookketel. Beide officieren namen echter niet de moeite om daarvoor af te dalen in de snikhete ketelruimte onder in het schip waar een aantal manschappen verzameld waren.
Overdruk
Sergeant Feddema knielde voor ketel A en schoof door een luikje een rol papier. In de ketel was sprake van overdruk. Feddema zegt later: „Ik zag het papier verbranden. Toen ik het luikje optilde kwam er vrij veel rook uit het gat en enige verkoolde stukjes papier." De sergeant droeg asbesthand-schoenen om de verschroeiende hitte te weerstaan en stopte weer een rol in het vuur. „Het klepje schoot uit mijn hand. Ik kon het niet terugkrijgen in de goede positie. Het papier begon te branden en er kwam vuur uit het gat, hoofdzakelijk vonken. Het begon te dwarrelen. Ik hield mijn linker voet voor het gat om 't af te sluiten." Een machinist probeerde het brandende papier met een bezemsteel weg te drukken.
Arte Booy
a.booy@hollanmnediacomblnatie,nl
Den Heider * Niemand had er ooit van gehoord: papieren van de verbindingsdienst verbranden in de stookketel van een onderzeebootjager. Toch moest het gebeuren die 126 november aan boord van de Drenthe op weg naar de Antillen. „Crypto-papieren werden ze genoemd", zegt oud-seiner Henk Visser, „Vertrouwelijke berichten die vernietigd werden. Dat kon in een brandertje, het hoefde niet in de ketel. Dat gebeurde vroeger." Hr. Ms. Drenthe was één van de jagers die bij de marine golden als de werkpaarden van de vloot. De laatste reis van het schip ging in het najaar van 1980 naar de West. Sergeant Wout Feddema uit Anna Paulowna was sinds eenjaar chef voorketelraim. Het schip had een voor- en achterketelruim waar in elk twee grote stookketels stonden die stoom opwekten voor de turbines die het schip aandreven. Tot de ploeg van sergeant Feddema behoorde onder meer korporaal Minnes. Machinist lede Ruiten liep een dag mee om te leren. Vlak na het koffiedrinken om 10.20 uur die donderdagmorgen kwamen twee matrozen van de verbindingsdienst naar beneden in Het voorketelruim. Ze hadden een vuilniszak half vol met papier mee, De verbindingsofficier had met het hoofd technische dienst afgesproken dat het crypto papier wel verbrand kon worden in een stookketel. Beide officieren namen echter niet de moeite om daarvoor af te dalen in de snikhete ketelruimte onder in het schip waar een aantal manschappen verzameld waren.
Overdruk
Sergeant Feddema knielde voor ketel A en schoof door een luikje een rol papier. In de ketel was sprake van overdruk. Feddema zegt later: „Ik zag het papier verbranden. Toen ik het luikje optilde kwam er vrij veel rook uit het gat en enige verkoolde stukjes papier." De sergeant droeg asbesthand-schoenen om de verschroeiende hitte te weerstaan en stopte weer een rol in het vuur. „Het klepje schoot uit mijn hand. Ik kon het niet terugkrijgen in de goede positie. Het papier begon te branden en er kwam vuur uit het gat, hoofdzakelijk vonken. Het begon te dwarrelen. Ik hield mijn linker voet voor het gat om 't af te sluiten." Een machinist probeerde het brandende papier met een bezemsteel weg te drukken.
Hij verklaart: ,Ik heb geprobeerd tussen de brandstofleldingen door,
het luikje omhoog te krijgen. Daar waar
de stok door de leidingen ging, zat ook de afsluiter van de ontlucntingsleiding. Terwijl ik hiermee bezig was, zag ik de sergeant wegspringen." De stok moet de afsluiter hebben geraakt. Met grote kracht spoot vatte direct vlam. De machinist: „De
steekvlam kwam niet in mijn richting, maar verspreidde
zich snel naar de andere kant. Ik ben toen in
paniek het ketelruim uitgevlucht door het luik aan
stuur-boordzijde. '' In een mum van tijd ontstond een inferno. Een ieder zocht een veilig heenkomen uit de vuurzee. Matroos Jcllc Dijkstra: mijn rug
voelde ben ik met anderen naar voren
gegaan. Ik zat vast, maar werd geholpen om bij de trap naar het ontsnappingsluik te komen." Ze kwamen overdekt met brandwonden boven. Minnes en Ruiten waren minder gelukkig. Zij slaagden er niet in te ontsnappen en kwamen om het leven. Rond. 10,30 uur klonk over de scheepsomroep ....BRAND, BRAND, BRAND in het voorketelruim, dit is geen oefening". De bemanning is in rep en roe. Tot overmaat van ramp blijkt geen waterdruk op de brandslangen te staan. Commandant Kees Scheijgrond probeert te achterhalen wie zich nog in het ruim bevinden. Hoewel het vuur snel met stoom geblust kan worden, wordt daartoe niet besloten. Dit zou de onmiddellijke dood betekenen van achterblijvers. In de chaos werden munitie en brandbare stoffen overboord gegooid. Ook gingen vlotten te water om het schip zo snel mogelijk te kunnen verlaten. Pas om 1700 uur volgt het sein brandmeester !.
Een voormalig hoofd technische dienst - voor dit artikel om commentaar gevraagd - zegt: "Het vuur heeft uren gewoed. Er zijn ontploffingen geweest. Als ik het rapport van de Marineraad lees, verbaasd het me dat de Drenthe niet gezonken is, want het brandde lang naast de olietanks". Hij begrijpt het gedrag van de commandant niet : "Nadat duidelijk was dat niemand meer in leven kon zijn, had het gevaar voor het schip gekeerd moeten worden door het ruim direct met stoom te vullen.
Een voormalig hoofd technische dienst - voor dit artikel om commentaar gevraagd - zegt: "Het vuur heeft uren gewoed. Er zijn ontploffingen geweest. Als ik het rapport van de Marineraad lees, verbaasd het me dat de Drenthe niet gezonken is, want het brandde lang naast de olietanks". Hij begrijpt het gedrag van de commandant niet : "Nadat duidelijk was dat niemand meer in leven kon zijn, had het gevaar voor het schip gekeerd moeten worden door het ruim direct met stoom te vullen.
Los daarvan is het onzin om iets te verbranden dat de volgende dag ook aan de wal had gekund."
Een jaar later doet de Marineraad verslag. Sergeant Feddema mag het geheime rapport niet inzien, maar krijgt door het gedrag van zijn bazen en andderen de stellige indruk dat hij verantwoordelijk wordt gehouden. Het rapport geeft niemand de schuld, maar dat wordt de sergeant niet verteld. Hoewel nog tien jaar in dienst, is hij nooit meer bevorderd. Feddema leidt - blijkt achteraf - aan Post Traumatisch Stress Stoornis en vecht al 25 jaar verbeten voor eerherstel. Dat krijgft hij in 2005 plus 25.000 euro schadevergoeding. In 2010 is hij overleden.
Wiebe Bij de Leij schreef een toneelstuk over de ervaringen waar hij ruim drie decennia last van heeft. Als matroos moest Wiebe bij een van de doden waken: "Dat had ik nooit moeten doen. Je staat daar alleen in het donker. Een enorm schuldgevoel overspoeld je . "
Oud -commandant Scheijgrond kreeg lang anonieme brieven met bijbelteksten totdat hij in gesprek kwam met een sergeant-machinist van de Drenthe. Het bleek dat deze decenia nog zwaar gebukt ging onder het drama. Na het gesprek kwam er geen post meer.
Wil je meer weten over de brand ?...... klik dan op onderstaande button !