Embleem
Zoals elke marinelocatie heeft ook dit nieuwe steunpunt een eigen embleem gekregen. Het is zoals gebruikelijk ontworpen door de Hoge Raad van Adel en is vastgesteld op 29 juni 2017 bij beschikking van de Commandant Zeestrijdkrachten. De omschrijving van het embleem, dat is geplaatst in de gebruikelijke omlijsting voor schepen, walinrichtingen en diensten van de Koninklijke Marine, luidt: In zilver een Antilliaanse leguaan van sinopel, gezeten op een rots van natuurlijke kleur, uitkomende uit de linker schildrand.
Embleemspreuk: ALTIJD BEHULPZAAM in Latijnse letters van sinopel op een lint van zilver.
Zoals elke marinelocatie heeft ook dit nieuwe steunpunt een eigen embleem gekregen. Het is zoals gebruikelijk ontworpen door de Hoge Raad van Adel en is vastgesteld op 29 juni 2017 bij beschikking van de Commandant Zeestrijdkrachten. De omschrijving van het embleem, dat is geplaatst in de gebruikelijke omlijsting voor schepen, walinrichtingen en diensten van de Koninklijke Marine, luidt: In zilver een Antilliaanse leguaan van sinopel, gezeten op een rots van natuurlijke kleur, uitkomende uit de linker schildrand.
Embleemspreuk: ALTIJD BEHULPZAAM in Latijnse letters van sinopel op een lint van zilver.
Marinesteunpunt Pointe Blanche
Marinesteunpunt Pointe Blanche is een vestiging van de Koninklijke Marine op het eiland Sint Maarten. Er is een detachement van het Korps Mariniers gelegerd ter ondersteuning van de Bovenwindse eilanden. Het commando is sinds juli 2016 in handen van Majoor der Mariniers Raymon Witteveen.
Geschiedenis
Aanleiding voor de bouw van het steunpunt vormde de staatkundige hervormingen binnen het Koninkrijk der Nederlanden van 10 oktober 2010. Sindsdien is Sint Maarten een onafhankelijk land binnen het Koninkrijk. In die hoedanigheid kan het aanspraak maken op permanente militaire presentie. Door bezuinigingen op Defensie liet de opening van een permanente vestiging nog een aantal jaren op zich wachten.
Het steunpunt werd geopend op 19 november 2013 door de gouverneur van Sint Maarten, Eugene Holiday. Deze deed eerder een oproep aan toenmalig minister Hillen om een permanente eenheid mariniers op het eiland te stationeren vanwege de vele orkanen in het gebied. De jaarlijkse kans op een tropische storm is in dit gebied 65% en de jaarlijkse kans op een orkaan in de omgeving van de bovenwindse eilanden is 15%.
De verwachting is ook dat de aanwezigheid van de mariniers bijdraagt aan een rustiger politiek vaarwater nu het land sinds 2010 maar liefst zeven kabinetten heeft zien aantreden. Ook voor toeristen geeft de militaire presentie een gevoel van veiligheid.
Taken
Het mariniersdetachement voert op het eiland reguliere defensietaken uit: landsverdediging, het bevorderen van de internationale rechtsorde en het verlenen van militaire bijstand aan lokale autoriteiten van de Bovenwindse eilanden, waaronder noodhulp bij orkanen. Ook assisteren de mariniers bij grensbewaking en ondersteunen ze de Kustwacht van het Caribisch gebied. Andere vormen van hulp die wordt geboden zijn:
Detachement
Mariniersdetachement Sint Maarten (MARNSDET SXM) bestaat uit een vaste staf van 8 mariniers en een vanuit Nederland periodiek roterende groep van 18 mariniers. Het valt onder de verantwoordelijkheid van Commandant der Zeemacht in het Caraibisch Gebied. Het materieel bestaat uit twee FRISC’s en enkele marinevoertuigen. Iedere vier maanden vindt er een wisseling plaats van de tijdelijk gestationeerde groep. Het nieuwe personeel krijgt bij aanvang een kort opleidingsprogramma waaronder schietoefeningen, het vertrouwd leren raken met procedures voor noodhulpverlening en het verkrijgen van situatiekennis op de drie eilanden. Er wordt ook geoefend met voertuigen, de Kustwacht en de snelle FRISC-boten.
Inzet
Regelmatig doen de lokale autoriteiten een beroep op de eenheid voor militaire bijstand. Zo werd in 2014 en 2015 de nabijgelegen Pointe Blache-gevangenis doorzocht. De grootste inzet van het detachement was bij de orkaan Irma. Eerder werd ook hulp verleend bij de tropische stormen Gonzalo, Danny en Erika.
Marinesteunpunt Pointe Blanche is een vestiging van de Koninklijke Marine op het eiland Sint Maarten. Er is een detachement van het Korps Mariniers gelegerd ter ondersteuning van de Bovenwindse eilanden. Het commando is sinds juli 2016 in handen van Majoor der Mariniers Raymon Witteveen.
Geschiedenis
Aanleiding voor de bouw van het steunpunt vormde de staatkundige hervormingen binnen het Koninkrijk der Nederlanden van 10 oktober 2010. Sindsdien is Sint Maarten een onafhankelijk land binnen het Koninkrijk. In die hoedanigheid kan het aanspraak maken op permanente militaire presentie. Door bezuinigingen op Defensie liet de opening van een permanente vestiging nog een aantal jaren op zich wachten.
Het steunpunt werd geopend op 19 november 2013 door de gouverneur van Sint Maarten, Eugene Holiday. Deze deed eerder een oproep aan toenmalig minister Hillen om een permanente eenheid mariniers op het eiland te stationeren vanwege de vele orkanen in het gebied. De jaarlijkse kans op een tropische storm is in dit gebied 65% en de jaarlijkse kans op een orkaan in de omgeving van de bovenwindse eilanden is 15%.
De verwachting is ook dat de aanwezigheid van de mariniers bijdraagt aan een rustiger politiek vaarwater nu het land sinds 2010 maar liefst zeven kabinetten heeft zien aantreden. Ook voor toeristen geeft de militaire presentie een gevoel van veiligheid.
Taken
Het mariniersdetachement voert op het eiland reguliere defensietaken uit: landsverdediging, het bevorderen van de internationale rechtsorde en het verlenen van militaire bijstand aan lokale autoriteiten van de Bovenwindse eilanden, waaronder noodhulp bij orkanen. Ook assisteren de mariniers bij grensbewaking en ondersteunen ze de Kustwacht van het Caribisch gebied. Andere vormen van hulp die wordt geboden zijn:
- dienstverlening, opsporing en handhaving zoals visserij-inspecties en controles op illegale activiteiten
- opsporing- en reddingsoperaties in het zeegebied
- het ondersteunen van het Vrijwilligerskorps Sint Maarten
- de nog nader in te vullen Sociaal Vormende Dienstplicht op Sint Maarten.
- speciale beveiligingsopdrachten
Detachement
Mariniersdetachement Sint Maarten (MARNSDET SXM) bestaat uit een vaste staf van 8 mariniers en een vanuit Nederland periodiek roterende groep van 18 mariniers. Het valt onder de verantwoordelijkheid van Commandant der Zeemacht in het Caraibisch Gebied. Het materieel bestaat uit twee FRISC’s en enkele marinevoertuigen. Iedere vier maanden vindt er een wisseling plaats van de tijdelijk gestationeerde groep. Het nieuwe personeel krijgt bij aanvang een kort opleidingsprogramma waaronder schietoefeningen, het vertrouwd leren raken met procedures voor noodhulpverlening en het verkrijgen van situatiekennis op de drie eilanden. Er wordt ook geoefend met voertuigen, de Kustwacht en de snelle FRISC-boten.
Inzet
Regelmatig doen de lokale autoriteiten een beroep op de eenheid voor militaire bijstand. Zo werd in 2014 en 2015 de nabijgelegen Pointe Blache-gevangenis doorzocht. De grootste inzet van het detachement was bij de orkaan Irma. Eerder werd ook hulp verleend bij de tropische stormen Gonzalo, Danny en Erika.
Huisvesting
De kazerne is sinds 2013 gevestigd op een tijdelijke locatie in de containerhaven van St. Maarten, op zuidelijkste puntje van het eiland (Pointe Blanche). Er liggen plannen om een nieuwe kazerne te bouwen. Die had al in 2015 gereed moeten zijn, maar de locatie van de nieuwbouw bleek verre van ideaal. Bij een overtrekkende orkaan loopt het gebied als eerste onder water. Het Rijksvastgoedbedrijf heeft een alternatieve locatie op het oog, maar nieuwbouw is voorlopig nog niet in zicht.
De kazerne is sinds 2013 gevestigd op een tijdelijke locatie in de containerhaven van St. Maarten, op zuidelijkste puntje van het eiland (Pointe Blanche). Er liggen plannen om een nieuwe kazerne te bouwen. Die had al in 2015 gereed moeten zijn, maar de locatie van de nieuwbouw bleek verre van ideaal. Bij een overtrekkende orkaan loopt het gebied als eerste onder water. Het Rijksvastgoedbedrijf heeft een alternatieve locatie op het oog, maar nieuwbouw is voorlopig nog niet in zicht.
Bronvermelding: