Kanonneerboten
BRINIO
14. 5.1940 / 21.00 uur Ltz.l J. A. Rauws FRISO 12. 5.1940 / 16.00 uur Ltz.l J. H. P. v. Rosevelt JOHAN MAURITS v. NASSAU 14. 5.1940 Ltz. l P. Kronenberg (18.30) K l 14. 5.1940 (in aanbouw) K 2 14. 5.1940 (in aanbouw) K 3 14. 5.1940 (in aanbouw) SOERABAIA 18. 2.1942 Kltz. J. C. Cornelis |
op het Usselmeer op 52.45 N.B. en 05.18 O.L. (1800 m. ten no. van de Vem) door de bemanning tot zinken gebracht; 12.10.1942 gelicht en gesloopt.
op het Usselmeer tussen Enkhuizen en Stavoren door een Duitse luchtaanval ernstig beschadigd en daarop door kanonvuur van Hr. Ms.„PieterFlorisz" tot zinken gebracht op 52.48 N.B. en 05.13 O.L.; 15.3.1943 gelicht en in het Krabbersgat te Enkhuizen gesloopt (3 bemanningsleden vonden de dood). op de Noordzee op 5 mijl ten w. van Callants-oog door een Duitse luchtaanval getroffen en gezonken, op weg van Den Helder naar Engeland (17 vrienden verloren hierbij het leven). te Rotterdam (bij P. Smit) in Duitse handen gevallen en in Duitse opdracht afgebouwd; 2.10. 1941 in dienst gesteld bij de Duitse marine als „K l"; 4.5.1945 te Aarhus door een geallieerde luchtaanval tot zinken gebracht, na daarvoor reeds door een luchtaanval te zijn beschadigd. te Schiedam (Werf Gusto) in Duitse handen gevallen en in Duitse opdracht afgebouwd; 23.10. 1942 in dienst gesteld bij de Duitse marine als „K 2"; 28.9.1944 ernstig beschadigd door een Britse luchttorpedo ten w. van Egersund; mei 1945 teruggevonden te Horten (Noorw.) in ern stig beschadigde toestand; naar Delfzijl gesleept en daar eind 1945 gezonken; 26.7.1946 gelicht en naar Den Helder gesleept voor onderzoek; in okt. 1947 te Vlaardingen gesloopt omdat onher stelbaar. te Rotterdam (bij P. Smit) in Duitse handen gevallen en in Duitse opdracht afgebouwd; 1.2. 1942 bij de Duitse marine in dienst gesteld als „K 3"; in mei 1945 teruggevonden te Horten (Noorw.); eind 1945 te Den Helder aangekomen en op de Rijkswerf hersteld; 18.6.1946 in dienst gesteld als Hr. Ms. „van Speijk". te Soerabaja door een Japanse luchtaanval gezonken bij de ingang van de marinehaven; omstr. sept. 1944 gelicht door de Japanners, doch later opnieuw gezonken in het Westervaarwater op 5 m van het Djamocangrif begin 1946 lag het wrak daar nog (13 sobats vonden daar de dood ), |