Hr.Ms. Queen Wilhelmina P 801
Men kan deze vaartuigen in twee verschillende typen onderscheiden, de zeegaande en de kustpatrouillevaartuigen. Zij hebben tot taak de kustwateren te beschermen tegen onderzeeboten, infiltraties door kleine eenheden (zie de acties in Indonesië), smokkel en het beschermen en controleren van de visserij. In het kort, het vrijwaren van een vrije vaart in kustwateren, op rivieren en in en om de havens. Over het algemeen waren de zeegaande patrouillevaartuigen bestemd voor de onderzeebootbestrijding. Hierbij waren zij volgestouwd met anti-onderzeebootwapens, zoals dieptebom-men en hedgehogs.
De kustpatrouillevaartuigen waren in hoofdzaak bestemd om in de kustwateren en binnenwateren te patrouilleren. Hiervoor beschikten zij over hoofdzakelijk veel kleinere wapens om kleinere afstanden te kunnen overbruggen. De laatste patrouillevaartuigen die gediend hebben bij de Koninklijke Marine waren multifunctioneel uitgerust. Zij waren bruikbaar tegen onderzeeboten en voor patrouilles in de binnenwateren. Voor de oorlog kenden we verschillende soorten vaartuigen zoals de MTB en de MGB. Na de oorlog zijn de volgende typen in gebruik geweest in de Koninklijke Marine. In Indonesië kende men de RP(Regionale Patrouilleboot. In Nederland waren P(atrouille) boten en omgebouwde MTB's en in Suriname en de Nederlandse Antillen opereerden nog de oude S(uriname) boten. De S-boten werden vlak na de oorlog van de sterkte afgevoerd.
De meeste patrouillevaartuigen die bestemd waren voor Nederlands-lndië waren in dienst van de Dienst van Scheepvaart. Vlak na de oorlog werden ze overgedragen aan de Koninklijke Marine, die ze in 1950 aan Indonesië overdroeg hetzij rechtstreeks, hetzij via de D.v.S.
Een andere taak die veel aan de patrouillevaartuigen werd toegekend was de visserij-inspectie/bescherming. Zij waren bij uitstek een beweeglijk, overal inzetbaar en uiterst effectief middel voor deze taak. Helaas bezit de Koninklijke Marine heden ten dage geen Patrouillevaartuigen meer. De visserijinspectietaken zijn nu voor een groot deel overgenomen door de Kustwacht.
Bij dit hoofdstuk is het niet precies te vertellen of de betreffende patrouillevaartuigen echt in dienst geweest zijn van de Koninklijke Marine. Het is ook goed mogelijk dat verschillende vaartuigen onder de Dienst van Scheepvaart of de Federale Schependienst zijn blijven varen, aangezien deze twee diensten over ongeveer 100 patrouillevaartuigen beschikten in Nederlands-lndië.
De kustpatrouillevaartuigen waren in hoofdzaak bestemd om in de kustwateren en binnenwateren te patrouilleren. Hiervoor beschikten zij over hoofdzakelijk veel kleinere wapens om kleinere afstanden te kunnen overbruggen. De laatste patrouillevaartuigen die gediend hebben bij de Koninklijke Marine waren multifunctioneel uitgerust. Zij waren bruikbaar tegen onderzeeboten en voor patrouilles in de binnenwateren. Voor de oorlog kenden we verschillende soorten vaartuigen zoals de MTB en de MGB. Na de oorlog zijn de volgende typen in gebruik geweest in de Koninklijke Marine. In Indonesië kende men de RP(Regionale Patrouilleboot. In Nederland waren P(atrouille) boten en omgebouwde MTB's en in Suriname en de Nederlandse Antillen opereerden nog de oude S(uriname) boten. De S-boten werden vlak na de oorlog van de sterkte afgevoerd.
De meeste patrouillevaartuigen die bestemd waren voor Nederlands-lndië waren in dienst van de Dienst van Scheepvaart. Vlak na de oorlog werden ze overgedragen aan de Koninklijke Marine, die ze in 1950 aan Indonesië overdroeg hetzij rechtstreeks, hetzij via de D.v.S.
Een andere taak die veel aan de patrouillevaartuigen werd toegekend was de visserij-inspectie/bescherming. Zij waren bij uitstek een beweeglijk, overal inzetbaar en uiterst effectief middel voor deze taak. Helaas bezit de Koninklijke Marine heden ten dage geen Patrouillevaartuigen meer. De visserijinspectietaken zijn nu voor een groot deel overgenomen door de Kustwacht.
Bij dit hoofdstuk is het niet precies te vertellen of de betreffende patrouillevaartuigen echt in dienst geweest zijn van de Koninklijke Marine. Het is ook goed mogelijk dat verschillende vaartuigen onder de Dienst van Scheepvaart of de Federale Schependienst zijn blijven varen, aangezien deze twee diensten over ongeveer 100 patrouillevaartuigen beschikten in Nederlands-lndië.
QUEEN WILHELMINA
Waterverplaatsing Afmetingen Voortstuwing Machinevermogen Snelheid Bewapening Bemanning Bouwwerf Op stapel Te water Het schip is op 30.04.42 door de President van de U.S.A. geschonken aan Nederland. In dienst KM Naamsein Van de sterkte afgevoerd en geschonken aan Nigeria op 05-09-65. Omgedoopt in OGOJA en gebruikt t.b.v. opleidingen in Nigeria. 10.69 vergaan voor de Nigeriaanse kust. |
: 300 ton :52.9 x 7 x3 m :2 schroeven Fairbanks Morse Diesels : 3.600 pk : 20 knopen : 1 - 7.6 cm (Id/zd) 1 - 40 mm 5 - 20 mm 1 dubbele mousetrap 3 dieptebomrekken 3 dieptebomwerpers : 55 koppen :Geo Lawley & Sons, Neposet, Massachusets : 01.01.42 : 30.04.42 : 06.08.42 : P 801 (sinds 15.10.50) ex- P 14 (sinds 15.07.49) ex-HE 1 (sinds 15.06.49) ex- RO 1 (sinds 15.03.47) ex- PO 1 (sinds 15.06.46) ex - USN PC 468 . |