vervolg.....
Vanuit de basis in Vlissingen vertrok mijnenbestrijdingsdivisie 321 op 22 mei voor een zomerreis naar de Duitse Rijnsteden Keulen, Koblenz, Bonn en Düsseldorf, waarna op 13 juni weer in Vlissingen werd teruggekeerd.
Op 4 juli 1969 droeg Ltz.2 oc B. Heppener zijn commando over aan Ltz. 2 oc W.F. Harberts.
Naast de gebruikelijke oefeningen in de Zeeuwse wateren en de Noordzee werd nog van 7 tot en met 16 oktober door mijnenbestrijdingsdivisie 321 deelgenomen aan de mijnenbestrijdingsoefening “Grey Sextet”.
In 1970 vonden er nogal wat commandowisselingen plaats.
Allereerst droeg op 2 februari 1970 Ltz. 2 oc W.F. Harberts zijn commando over aan Ltz. 2 oc D.P. Laverman (tijdelijk), waarna Ltz. 2 oc W.F. Harberts dit op 16 februari 1970 weer terug kreeg. Dit duurde tot 22 mei 1970 toen hij het commando overdroeg aan Ltz. 2 oc J.M. Haarman. Deze op zijn beurt droeg het commando op 29 juli 1970 over aan Ltz. 2 D. de Haan (tijdelijk), waarop deze op 24 augustus 1970 het commando overdroeg aan Ltz. 2 oc P.G. Wennekes. Ook dit commando duurde maar kort, want op 19 oktober droeg hij dit over aan Ltz. 2 (kort verband) D. Vooijs (tijdelijk), die dit per 23 oktober 1970 weer teruggaf aan Ltz. 2 oc P.G. Wennekes.
Van 23 april tot 20 mei 1970 nam mijnenbestrijdingsdivisie 321 tezamen met mijnenbestrijdingsdivisie 121 deel aan een vlagvertoonreis door Nederland, waarbij de volgende havens werden aangedaan: Maassluis, Vlaardingen, Nijmegen, Venlo, Roermond, Maastricht, Cuyk, ’s Hertogenbosch en Willemstad.
In 1971 maakten de Mijnenbestrijdingsdivisies 121 en 321 van 4 tot 14 mei voor vlagvertoon een binnenlandse reis waar een kort verslag van geschreven is.
Op 4 mei vertrokken de schepen, bestaande uit Hr.Ms. Van ’t Hoff, Schuiling, Zomer, Mahu, Alblas en Van Well Groeneveld, uit Den Helder en kwamen die avond voor Delfzijl ten anker om de nacht door te brengen. De volgende morgen werd anker op gegaan en via het Eemskanaal opgestoomd naar Delfzijl, waar in het oude Eemskanaal werd afgemeerd. Nadat de commandanten bij de autoriteiten hun plichtplegingen hadden verricht werden in de middag de schepen voor het publiek opengesteld en werd tegen een elftal van gemeenteambtenaren een voetbalwedstrijd gespeeld.
Op 6 mei werd er na een excursie een drankje aangeboden door het bestuur van de Koninklijke vereniging Onze Vloot.
Op 4 juli 1969 droeg Ltz.2 oc B. Heppener zijn commando over aan Ltz. 2 oc W.F. Harberts.
Naast de gebruikelijke oefeningen in de Zeeuwse wateren en de Noordzee werd nog van 7 tot en met 16 oktober door mijnenbestrijdingsdivisie 321 deelgenomen aan de mijnenbestrijdingsoefening “Grey Sextet”.
In 1970 vonden er nogal wat commandowisselingen plaats.
Allereerst droeg op 2 februari 1970 Ltz. 2 oc W.F. Harberts zijn commando over aan Ltz. 2 oc D.P. Laverman (tijdelijk), waarna Ltz. 2 oc W.F. Harberts dit op 16 februari 1970 weer terug kreeg. Dit duurde tot 22 mei 1970 toen hij het commando overdroeg aan Ltz. 2 oc J.M. Haarman. Deze op zijn beurt droeg het commando op 29 juli 1970 over aan Ltz. 2 D. de Haan (tijdelijk), waarop deze op 24 augustus 1970 het commando overdroeg aan Ltz. 2 oc P.G. Wennekes. Ook dit commando duurde maar kort, want op 19 oktober droeg hij dit over aan Ltz. 2 (kort verband) D. Vooijs (tijdelijk), die dit per 23 oktober 1970 weer teruggaf aan Ltz. 2 oc P.G. Wennekes.
Van 23 april tot 20 mei 1970 nam mijnenbestrijdingsdivisie 321 tezamen met mijnenbestrijdingsdivisie 121 deel aan een vlagvertoonreis door Nederland, waarbij de volgende havens werden aangedaan: Maassluis, Vlaardingen, Nijmegen, Venlo, Roermond, Maastricht, Cuyk, ’s Hertogenbosch en Willemstad.
In 1971 maakten de Mijnenbestrijdingsdivisies 121 en 321 van 4 tot 14 mei voor vlagvertoon een binnenlandse reis waar een kort verslag van geschreven is.
Op 4 mei vertrokken de schepen, bestaande uit Hr.Ms. Van ’t Hoff, Schuiling, Zomer, Mahu, Alblas en Van Well Groeneveld, uit Den Helder en kwamen die avond voor Delfzijl ten anker om de nacht door te brengen. De volgende morgen werd anker op gegaan en via het Eemskanaal opgestoomd naar Delfzijl, waar in het oude Eemskanaal werd afgemeerd. Nadat de commandanten bij de autoriteiten hun plichtplegingen hadden verricht werden in de middag de schepen voor het publiek opengesteld en werd tegen een elftal van gemeenteambtenaren een voetbalwedstrijd gespeeld.
Op 6 mei werd er na een excursie een drankje aangeboden door het bestuur van de Koninklijke vereniging Onze Vloot.
De schepen afgemeerd aan de Oosterkade in Groningen.
Foto IMH.
Op 7 mei ontmeerden de schepen en voeren via het Eemskanaal naar Groningen. De gebruikelijke bezoeken werden over en weer afgelegd. In de avonduren waren de schepen geïllumineerd en was er een ontvangst aan boord.
De volgende dag was er voor de bemanningen een ontvangst op het stadhuis. Zoals tijdens de gehele reis gebruikelijk was werden ook nu weer in de middag de schepen voor het publiek opengesteld.
Op 10 mei kwamen de trossen weer binnenboord en via het Van Starkenborghkanaal werd naar Grouw opgestoomd, waar gedurende de nacht werd gemeerd aan de steiger van de houthandel Halbertsma.
De volgende dag werd doorgestoomd naar Sneek, waar aan de Pampuskade werd afgemeerd. Ook hier werden officiële bezoeken afgelegd, terwijl in de avonduren een ontvangst aan boord werd gehouden.
Na op 12 mei een zeiltocht te hebben gehouden volgde er een ontvangst op het stadhuis voor officieren en bemanningen.
Op 13 mei werd ontmeert en gedurende de nacht werd ten zuiden van Gaasterland ten anker gegaan, om de volgende dag via het IJsselmeer en de Noordzee in Den Helder terug te keren.
Na deze reis ging Hr.Ms. Mahu in derdetraps onderhoud te Den Helder.
Op 13 januari 1972 droeg Ltz.2oc P.G. Wennekes het commando over aan Ltz.2oc J. v.d. Horn en werd Hr.Ms. Mahu tevens vlaggeschip van mijnenbestrijdingsdivisie 321.
Op 18 januari 1972 vertrokken Hr.Ms. Mahu en Van Well Groeneveld uit Den Helder voor oefeningen nabij Vlissingen, hetgeen van 11 tot 22 maart werd herhaald. Van 22 maart tot 5 april lag Hr.Ms. Mahu voor een spoedreparatie bij de Rijkswerf in Den Helder, om daarna het oefenprogramma weer voort te zetten
Gedurende de maand mei verwisselde Hr.Ms. Mahu in Den Helder een hulpmotor.
Foto IMH.
Op 7 mei ontmeerden de schepen en voeren via het Eemskanaal naar Groningen. De gebruikelijke bezoeken werden over en weer afgelegd. In de avonduren waren de schepen geïllumineerd en was er een ontvangst aan boord.
De volgende dag was er voor de bemanningen een ontvangst op het stadhuis. Zoals tijdens de gehele reis gebruikelijk was werden ook nu weer in de middag de schepen voor het publiek opengesteld.
Op 10 mei kwamen de trossen weer binnenboord en via het Van Starkenborghkanaal werd naar Grouw opgestoomd, waar gedurende de nacht werd gemeerd aan de steiger van de houthandel Halbertsma.
De volgende dag werd doorgestoomd naar Sneek, waar aan de Pampuskade werd afgemeerd. Ook hier werden officiële bezoeken afgelegd, terwijl in de avonduren een ontvangst aan boord werd gehouden.
Na op 12 mei een zeiltocht te hebben gehouden volgde er een ontvangst op het stadhuis voor officieren en bemanningen.
Op 13 mei werd ontmeert en gedurende de nacht werd ten zuiden van Gaasterland ten anker gegaan, om de volgende dag via het IJsselmeer en de Noordzee in Den Helder terug te keren.
Na deze reis ging Hr.Ms. Mahu in derdetraps onderhoud te Den Helder.
Op 13 januari 1972 droeg Ltz.2oc P.G. Wennekes het commando over aan Ltz.2oc J. v.d. Horn en werd Hr.Ms. Mahu tevens vlaggeschip van mijnenbestrijdingsdivisie 321.
Op 18 januari 1972 vertrokken Hr.Ms. Mahu en Van Well Groeneveld uit Den Helder voor oefeningen nabij Vlissingen, hetgeen van 11 tot 22 maart werd herhaald. Van 22 maart tot 5 april lag Hr.Ms. Mahu voor een spoedreparatie bij de Rijkswerf in Den Helder, om daarna het oefenprogramma weer voort te zetten
Gedurende de maand mei verwisselde Hr.Ms. Mahu in Den Helder een hulpmotor.
Hr.Ms. Mahu met gestreken mast.
Foto IMH.
Op 1 juni vertrok de divisie in flottieljeverband voor haar buitenlandse oefenreis tot 22 juni, waarbij Lowestoft, Dundee en Newcastle werden bezocht.
Van 23 juni tot 22 juli verbleef Hr.Ms. Mahu in Vlissingen om vandaar uit te oefenen.
Van 21 augustus tot 12 september werd door de divisie deelgenomen aan de binnenlandse vlagvertoonreis, waarbij deze reis, begunstigd door goed weer, Utrecht, Rhenen, Heusden, Roermond, Gorinchem en Willemstad werden bezocht.
Nadat men vorig jaar een “dinky-toy”-reis door het noordelijk deel van ons land had gedaan, voerde de tocht nu door het midden en zuiden van Nederland.
De belangstelling, zowel van jeugdige als volwassen bezoekers, kon groot genoemd worden. Vaak stonden de eerste bezoekers al aan de kade te wachten, terwijl de schepen nog niet eens waren afgemeerd. Klassikaal brachten leerlingen van diverse scholen bezoeken aan de gecombineerde Helderse- en Zeeuwse mijnenvegers. De plaatselijke autoriteiten werden bezocht en de bemanningen van de zes schepen speelden de gebruikelijke sportwedstrijden tegen plaatselijke elftallen.
Foto IMH.
Op 1 juni vertrok de divisie in flottieljeverband voor haar buitenlandse oefenreis tot 22 juni, waarbij Lowestoft, Dundee en Newcastle werden bezocht.
Van 23 juni tot 22 juli verbleef Hr.Ms. Mahu in Vlissingen om vandaar uit te oefenen.
Van 21 augustus tot 12 september werd door de divisie deelgenomen aan de binnenlandse vlagvertoonreis, waarbij deze reis, begunstigd door goed weer, Utrecht, Rhenen, Heusden, Roermond, Gorinchem en Willemstad werden bezocht.
Nadat men vorig jaar een “dinky-toy”-reis door het noordelijk deel van ons land had gedaan, voerde de tocht nu door het midden en zuiden van Nederland.
De belangstelling, zowel van jeugdige als volwassen bezoekers, kon groot genoemd worden. Vaak stonden de eerste bezoekers al aan de kade te wachten, terwijl de schepen nog niet eens waren afgemeerd. Klassikaal brachten leerlingen van diverse scholen bezoeken aan de gecombineerde Helderse- en Zeeuwse mijnenvegers. De plaatselijke autoriteiten werden bezocht en de bemanningen van de zes schepen speelden de gebruikelijke sportwedstrijden tegen plaatselijke elftallen.
|
Divisie 321 op vlagvertoonreis. Langs de ponton ligt Hr.Ms. Mahu afgemeerd.
Foto IMH. Na terugkeer in Den Helder lag Hr.Ms. Mahu van 12 september tot 16 oktober in onderhoud en kreeg een periodieke dokbeurt. Op 23 oktober vertrokken de schepen naar Wilhelmshaven en werden van 26 oktober tot 2 november gedemagnetiseerd. Van 2 november tot 13 december werd weer vanuit Vlissingen geoefend, hetgeen ook de laatste dagen van dat jaar gebeurde. Mijnenbestrijdingsdivisie 321 oefende gedurende de maand februari 1973 in de Zeeuwse wateren en bezocht verschillende Nederlandse havens. Tevens ging de divisie naar Wilhelmshaven om te demagnetiseren en op 28 en 29 mei werden aan boord van Hr.Ms. Mahu en Houtepen opnamen gemaakt voor de televisiefilm Soldaat van Oranje. |
Met mijnenbestrijdingsflottielje 3 werd in de periode van 3 tot 12 mei een reis vanuit Vlissingen naar Cherbourg en terug ondernomen.
Na het zomerverlof werd door de divisie deelgenomen aan de nationale vlootdagen te Den Helder.
Op 25 juli 1973 droeg Ltz.2oc J. v.d. Horn zijn commando over aan Ltz.2oc D.B. Sluijter, waarop deze het commando op zijn beurt op 10 augustus overdroeg aan Ltz.2oc S.T. Vreeke.
In de periode van 3 tot 21 september nam de divisie opnieuw deel aan een binnenlandse vlagvertoonreis, waarbij ditmaal Zwartsluis, Gouda, Nijmegen, Maastricht en Den Helder werden bezocht.
Na uit de mijnenbestrijdingsdivisie 321 te zijn onttrokken, werd Hr.Ms. Mahu op 26 oktober 1973 uit dienst gesteld en legde Ltz.2oc S.T. Vreeke zijn commando neer.
In totaal 10 schepen van deze klasse ondiepwatermijnenvegers lagen gedurende een groot aantal jaren in conservatie in de Berghaven te Den Helder.
Dan is het 1 maart 1983 geworden en wordt Hr.Ms. Mahu gelijktijdig met 11 andere schepen van deze klasse uit de sterkte afgevoerd. De Mahu gaat echter niet naar de sloper, doch blijft tot 20 maart 1985 op haar ligplaats om op die dag bij het Marine Etablissement in Amsterdam te worden afgemeerd ten behoeve van de Technische Opleidingen.
Na het zomerverlof werd door de divisie deelgenomen aan de nationale vlootdagen te Den Helder.
Op 25 juli 1973 droeg Ltz.2oc J. v.d. Horn zijn commando over aan Ltz.2oc D.B. Sluijter, waarop deze het commando op zijn beurt op 10 augustus overdroeg aan Ltz.2oc S.T. Vreeke.
In de periode van 3 tot 21 september nam de divisie opnieuw deel aan een binnenlandse vlagvertoonreis, waarbij ditmaal Zwartsluis, Gouda, Nijmegen, Maastricht en Den Helder werden bezocht.
Na uit de mijnenbestrijdingsdivisie 321 te zijn onttrokken, werd Hr.Ms. Mahu op 26 oktober 1973 uit dienst gesteld en legde Ltz.2oc S.T. Vreeke zijn commando neer.
In totaal 10 schepen van deze klasse ondiepwatermijnenvegers lagen gedurende een groot aantal jaren in conservatie in de Berghaven te Den Helder.
Dan is het 1 maart 1983 geworden en wordt Hr.Ms. Mahu gelijktijdig met 11 andere schepen van deze klasse uit de sterkte afgevoerd. De Mahu gaat echter niet naar de sloper, doch blijft tot 20 maart 1985 op haar ligplaats om op die dag bij het Marine Etablissement in Amsterdam te worden afgemeerd ten behoeve van de Technische Opleidingen.
Per 1 maart 1995 werd Hr.Ms. Mahu in bruikleen afgestaan aan het Mariniersmuseum in Rotterdam. Het schip werd hiertoe met behulp van een sleepboot vanuit Amsterdam over de binnenwateren naar de Rotterdamse Waalhaven gesleept.
In een brief van 22 november 1995 werd het voorstel gedaan de naam van het schip te wijzigen in Hr.Ms. Houtepen met het bijbehorende naamsein M 882, hetgeen per 7 december werd toegestaan.
Niettemin werd op 17 augustus 1995, terwijl het schip al geruime tijd in de Rotterdamse Waalhaven lag, het naamsein op de boeg en spiegel verandert in M 882. Geruime tijd werd hier door vrijwilligers hard gewerkt om het schip een beter aanzien te geven waarna het schip, inmiddels hernoemt in Houtepen, op maandag 4 december 1995 met assistentie van een sleepboot van de gemeentelijke havendienst richting Parkkade vlak tegenover het bij marinemensen bekende restaurant De Ballentent werd gesleept en vandaar op woensdag 6 december via het Boerengat en het Haringvliet naar haar ligplaats voor het Mariniersmuseum in de Wijnhaven.
In een brief van 22 november 1995 werd het voorstel gedaan de naam van het schip te wijzigen in Hr.Ms. Houtepen met het bijbehorende naamsein M 882, hetgeen per 7 december werd toegestaan.
Niettemin werd op 17 augustus 1995, terwijl het schip al geruime tijd in de Rotterdamse Waalhaven lag, het naamsein op de boeg en spiegel verandert in M 882. Geruime tijd werd hier door vrijwilligers hard gewerkt om het schip een beter aanzien te geven waarna het schip, inmiddels hernoemt in Houtepen, op maandag 4 december 1995 met assistentie van een sleepboot van de gemeentelijke havendienst richting Parkkade vlak tegenover het bij marinemensen bekende restaurant De Ballentent werd gesleept en vandaar op woensdag 6 december via het Boerengat en het Haringvliet naar haar ligplaats voor het Mariniersmuseum in de Wijnhaven.
In juli 1997 lag de M 882 als Hr.Ms. Houtepen tijdens de vlootdagen in Den Helder. Het was reeds op 1 april uit de Wijnhaven in Rotterdam vertrokken naar de rivier en de volgende dag werd de reis binnendoor over de rivieren naar Amsterdam gevaren waar de nacht werd doorgebracht. Hiervandaan werd de volgende dag de reis via het IJsselmeer vervolgd en via Den Oever rond 20.00 uur die avond in Den Helder afgemeerd voor algeheel groot onderhoud.
Op 2 juli werd het schip verhaald naar steiger 5 tussen de sailschepen voor deelname aan de nationale vlootdagen, hetgeen een groot succes werd, gezien het grote aantal bezoekers.
Op 7 juli ging het schip naar de Rijkswerf waar een algehele grondige revisie volgde.
In de vroege morgen van 12 november werd op eigen kracht Den Helder verlaten om in Scheveningen de nacht door te brengen. De volgende dag, donderdag 13 november werd Scheveningen verlaten om zo snel mogelijk op volle kracht naar de Wijnhaven terug te keren, waar het schip in de loop van de middag op haar vertrouwde plek terugkeerde. De vrijwillige bemanning wachtte hier een warm onthaal.
Op 2 juli werd het schip verhaald naar steiger 5 tussen de sailschepen voor deelname aan de nationale vlootdagen, hetgeen een groot succes werd, gezien het grote aantal bezoekers.
Op 7 juli ging het schip naar de Rijkswerf waar een algehele grondige revisie volgde.
In de vroege morgen van 12 november werd op eigen kracht Den Helder verlaten om in Scheveningen de nacht door te brengen. De volgende dag, donderdag 13 november werd Scheveningen verlaten om zo snel mogelijk op volle kracht naar de Wijnhaven terug te keren, waar het schip in de loop van de middag op haar vertrouwde plek terugkeerde. De vrijwillige bemanning wachtte hier een warm onthaal.
In het voorjaar van 2003 besloot de marineleiding in Den Haag, vanwege de bezuinigingen, Hr.Ms. Houtepen (Mahu) af te stoten en het schip voor sloop te verkopen.
Ongeveer acht jaar lang lag het schip als Houtepen bij het Mariniersmuseum aan de Wijnhaven in Rotterdam afgemeerd.
Dank zij doortastend optreden van de Stichting Promotie Maritieme Tradities kon het schip, in nauw overleg met de Bevelhebber der Zeestrijdkrachten op de Admiraliteit in Den Haag, van de sloop worden gered en werd op 22 oktober 2003 het contract voor de overdracht getekend.
Ongeveer acht jaar lang lag het schip als Houtepen bij het Mariniersmuseum aan de Wijnhaven in Rotterdam afgemeerd.
Dank zij doortastend optreden van de Stichting Promotie Maritieme Tradities kon het schip, in nauw overleg met de Bevelhebber der Zeestrijdkrachten op de Admiraliteit in Den Haag, van de sloop worden gered en werd op 22 oktober 2003 het contract voor de overdracht getekend.