Schepen van gemilit. Gouvernementsmarine e.d. :
ALDEBARAN
2. 3.1942 ALBATROS 2. 3.1942 AREND 1. 3.1942 BELLATRIX 1. 3.1942 CANOPUS 5. 3.1942 DENEB 4. 2.1942 ERIDANUS 2. 3.1942 FAZANT 1. 3,1942 FOMALHAUT 2. 3.1942 GEMMA 2. 3.1942 HOOFDINSPECTEUR ZEEMAN 5. 3.1942 MEREL 1. 3.1942 POLLUX 2. 3.1942 |
te Soerabaja aan de
Genuakade door de bemanning
tot zinken gebracht; in 1943 door de Japanners
gelicht; casco bevond zich in dec, 1944 te Tandjong Priok; verder lot onbekend.
te Soerabaja aan de Endehkade door de bemanning tot zinken gebracht; door de Japanners gelicht en hersteld en in de vaart gebracht als „Nibato Maru" (bergingsvaartuig); eind 1945 teruggevonden en overgedragen aan de Dienst van Scheepvaart. te Tandjong Priok door de bemanning tot zinken gebracht; was reeds op 27.2.1942 aldaar door een luchtaanval beschadigd; 29.2.1944 door de Japanners gelicht en hersteld en op 12.10.1944 in dienst gesteld als „Patrolboat 108"; 29.3.1945 door de Am. Army Air Force tot zinken gebracht bij Makassar (Pomela). te Tandjong Priok (Eerste binnenhaven) door de bemanning tot zinken gebracht. te Tjilatjap door een Japanse luchtaanval uitgebrand en gezonken; door de Japanners gelicht en herdoopt in „Ariake Maru"; in sept. 1945 te Tand jong Priok; gesloopt of als doelschip tot zinken gebracht. in de Riouw Archipel bij Zuidbroeder door een Japanse luchtaanval gezonken. te Tandjong Perak aan de Holland Pier door de bemanning tot zinken gebracht; 8.3.1943 door de Japanners gelicht en hersteld en in gebruik genomen als sleepboot „Enoshima Maru" op 27. 10.1943; eind 1945 teruggevonden te Makassar en overgedragen aan de Dienst van Scheepv. te Tandjong Priok door de bemanning tot zinken gebracht; door de Japanners gelicht en hersteld en op 15.10,1944 te Djakarta in dienst gesteld als „Patrolboat 109"; eind 1945 te Batavia teruggevonden en op 12.7.1946 overgedragen aan de Dienst van Scheepv.; verbouwd bij de Droogdok Mij te Soerabaja tot directieschip, herdoopt in „Kartika". te Soerabaja aan de mond van de Kali Semam-pir door de bemanning tot zinken gebracht; na reeds op 24.2.1942 door een luchtaanval te zijn beschadigd. te Soerabaja aan de Endehkade door de bemanning tot zinken gebracht; door de Japanners gelicht, hersteld en op 28.1.1943 in gebruik genomen als „Kita Maru", eind 1945 teruggevonden te Makassar en overgedragen aan de D. v. S. te Tjilatjap gekapseisd door een Japanse luchtaanval, na reeds op 4.3.1942 door een luchtaanval te zijn beschadigd. Fungeerde als boeien-werkschip te Tjilatjap. te Tandjong Priok tussen het Uitkijk- en NISHM kantoor voor de toegang tot de 2e en 3e Binnenhaven door de bemanning tot zinken gebracht. als loods-lichtschip voor Westgat Soerabaja te Soerabaja aan de Genuakade door de bemanning tot zinken gebracht; 13.2.1943 gelicht en verbouwd tot hulpopnemer „Hoyo", aanv. „Ko-rai Maru"; in aug. 1945 met mijnschade te Soerabaja. Daarna gesloopt of tot zinken gebracht. |
POOLSTER
1. 3.1942 REIGER 28. 2.1942 SIRIUS 28. 2.1942 VALK 6/8. 3.1942 WEGA 26. 1.1942 |
te Tandjong Priok door de bemanning tot zinken gebracht; 1.9.1943 door de Japanners gelicht en verbouwd tot bergingsvaartuig „Horei Maru"; 15.1.1945 tot zinken gebr. door carrier-vliegtuigen van TF 38 te San Fernando, Luzon op 16.37 N.B. en 120.18 O.L.
in de Bantam Baai bij Karang Hantoe op een rif gezet en geabandonneerd bij nadering van Japanse oorlogsschepen. in de Bantam Baai bij Karang Hantoe door de bemanning tot zinken gebracht, na reeds door een Japanse luchtaanval te zijn beschadigd. te Tjilatjap als blokschip tot zinken gebracht, na reeds op 4.3.1942 door een Japanse luchtaanval te zijn beschadigd; april 1943 door de Japanners gelicht en naar Soerabaja gesleept; hersteld en op 31.1.1944 te Djakarta in dienst gesteld als „Patrolboat 104"; 24.8.1945 in Straat Shimoneseki op een mijn gelopen. bij Lem No verloren gegaan door een Japanse luchtaanval op Olehleh. |